Zal Venray herrijzen?
Weekblad voor Venray en Omstreken mZT^vVanZmaY
Wat deiïfcTfcef
Nederlandse volk
over zichzelf?
Ie Jaargang na de bevrijding No. 42
Zaterdag 8 September 19-15
Prlji 10 cent
Al lelt er veel verwoest Adm. adres:
(Vendel) redactie: A.W.A.
„Maar wordt nn walclcer
want de nood is groot"
(Jan Greshof)
Het zal ten eeuwige dage onze
Venrayers, en speciaal onze Ven-
rayse arbeider, tot eer strekken
dat zij, verdreven uit hun woon
plaats, na wekenlang lijden in
granaat vuur en kelderholen, toch
aanstonds weer bereid waren om,
zelfs met achterlating van vrouw
en kinderen, terug te gaan om
hun verminkte en geruineerde
woonplaats weer op te bouwen.
Daarvoor was hen de Parel der
Peel te dierbaar, immers de smart
volle bevrijding van Venray be
tekende toch ook voor hen een
stuk van hun leven.
Het mag gerust gezegd worden,
hoe onze arbeiders de afgelopen
wintertijd in sneeuw, kou, modder
en regen geploeterd hebben om
onze buizen weer „dicht"-tekrijgen,
en hoe zij dan 's avonds in hun
eigen half herstelde woning met
'n schaars brandend lichtje alleen
zaten temidden van de donkere,
sombere puinhopen. Wij hebben
diepe bewondering voor al die
pioniers want dat waren ze!
die de afgelopen winter zorg
den voor een nieuw begin. Het
was wellicht de vreselijkste tijd
die Venray in zijn geschiedenis
ooit meemaakte en zij die toen
hun [plicht begrepen en dus op
een of andere manier mee aan
gepakt hebben, kenden maar een
leus „dat nooit meer"!
Maanden zijn sindsdien verstre
ken en het leven in onze puinen
stad heeft weer zoveel mogelijk
zijn normaal verloop genomen.
De tijd brak aan dat wij. einde
lijk uit ons middeleeuws isolement
verlost, hulp kregen van buitenaf
rijksbureaux en opbouwinstanties
begonnen eindelijk te begrijpen
dat „het zo niet langer kon", het
Noorden zette in een grootse
tocht der naastenliefde koers naar
het Zuiden, onze veelgesmade
HARK kreeg gelegenheid door
een grotere vloed van goederen
haar sluizen wijder open te zetten,
helaas echter zal ook dit nog niet
voldoende zijn. Maar er is hulp
gekomen van buitenaf en zij zal
blijven toevloeien zolang het no
dig isl
Het waren dus nogal optimis
tische geluiden die de laatste weken
over onze puinen klonken, er is
zelfs feest gevierd, het was goed
voor onze overspannen zenuwen.
We rolden van het ene feest in
het andere en menigeen zal zeker
de indruk hebben gekregen dat
wij er weer bijna zijn! Er zijn nu
eenmaal altijd lieden, die slapende
in dom egoïsme door het leven
trekken, voor wie het eigen
knusse bestaan de enigste God
op aarde is! De bezettingstijd
heeft ons dikwijls voorbeelden
getoond van deze „handige lieden"
en wij staan thans niet verwon
derd dat de bevrijding geen ver
andering bracht in hun liberale
levenswijze 1
Maar -over enkele maanden
is het weer winter! Wij willen
de afgelopen paupertijd niet meer
terug, dat nooit!
Het is echter zo gemakkelijk
gezegd, want weet gij Venrayer,
die weer over een behoorlijk her
stelde burgerwoning beschikt, dat
er in Uw eigen gemeente nog
moeders moeten bevallen, onder
menson'er'ndr-omstancligbeden 5ïr -
huizen die door de overheid reeds
lang onbewoonbaar verklaard had
den moeten zijn? Weet gij, dat
in Uw eigen Venray nog kinderen
slapen in varkeuskooien op stroo,
dat gehele gezinnen op stallen
huizen? Het is niet Uw schuld
zeker niet, maar wordt het dan
niet de hoogste tijd alle onver
schilligheid en zelfgenoegzaamheid
te laten varen en mee te helpen
om deze sociale nood te boven
te komen. Voor een groot deel
heeft Venray dat in eigen
hand! Zeker er is materiaal-
schaarste, er is te weinig transport,
etc. maar hoe is het mogelijk dat
burgerhuizen, die zeker al be
woonbaar waren, geheel hersteld
zijn terwijl velen onzer arbeiders
nog bij elkaar „hokken" met gezin
nen van 10 kinderen en nog meer?
Een betere verdeling der ontstane
sociale lasten van het ogenblik
hebben wij in eigen hand. Is het
moreel wél verantwoord dat er
huizen verhuurd worden door
oer-liberalen aan mensen, die zij
het liefst in hun woning hebben,
oojr al is 't maar 'n gezin van twee
of drie personen! En dat ter-wijl
de kinderen van 'n groot gezin op
andere plaatsen moesten worden
uitbesteed om te kunnen slapen!
Kan men hen nog wel katholiek
noemen, die met allerlei wettelijke
voorschriften en zelfs geniepige
middelen proberen de hen geëva
cueerde getroffen Venrayers eruit
te „pesten"? Getuigt het in deze
katholieke gemeente van ware
beleving der christelijke naasten
liefde, als in half kapotte huizen
gezinnen op elkaar gepakt leven,
terwijl daarnaast de deuren ge
sloten blijven van hen, die zeker
nog woonruimten over hebben en
De nieuwe Venrayse GemeenteraaJ
De terugkeer naar de lang gewenstedemocratischeverhoudingen,
waarbij dus weer de stem des volks zal kunnen- spreken, is er
een van langzame geleidelijkheid. Naast het ontbreken van de
technische mogelijkheden, het niet functioneren van een behoor
lijk bevolkingsregister, enz. heeft ook de politieke wilsvorming
van het Nederlandse Volk zich nog niet duidelijk in bepaalde
richtingen voltrokken, waarbij een verkiezing in de gewone zin
mogelijk is. Vandaar dat de wetgever bij het streven naar her
stel van onze democratische organen als parlement. Provinciale
Staten en Gemeenteraad tijdelijke voorzieningen getroffen heeft.
Wat de gemeenteraad betreft, op vele plaatsen is reeds een
nieuwe raad gekozen en zo zal binnenkort Venray eveneens
het college „der vroede vaderen" mogen begroeten.
Door den Burgemeester van Venray is ingesteld een college
van vijf vertrouwensmannen, welk college deze week de lijst
heeft samengesteld van de 51 kiezers (het driedubbele aantal
van de beschikbare zetels,) die de gemeenteraad zullen kiezen I
Het is dus zo dat deze 51 kiesmannen geacht worden in staat
te zijn tot het kiezen van de 17 gemeenteraadsleden, die dan
de stem van het Venrayse volk zullen doen horen 1
Met voldoening begroeten wij de instelling van deze volks
vertegenwoordiging vooral waar thans Venray in een periode
van zijn geschiedenis verkeert, die wellicht beslissend is voor
de komende Venrayse generaties!
Dat er met de nodige spoed gewerkt tot de tot standkoming,
is een allereerste eis!
nkt kan dwingen 1
Het probleem der huisvesting
is wel zo urgent, dat wij de
overheid (en wij denken hier
vooral aan de binnenkort te
vtrwachten nieuwe gemeente
raad) met klem willen aanraden
woaingruimte te vorderen I
'Deze week zijn inleidende be
sprekingen gevoerd om te komen
tot een Venrayse afdeling van
hèt Nederlands Volksherstel,
waarin alle Venrayse sociale en
charitatieve verenigingen zitting
zullen hebben. Het is werkelijk
de hoogste tijd geworden dat de
werkzaamheden dezer verenigingen
zoveel mogelijk gebundeld worden,
de effectieviteit zal des te groter
zijn. Hier mag niet langer mee
gewacht worden, want de winter
staat weer voor de deur. Geheel
Venray moet zelf aan den slag
om te zorgen dat onze mensen
in- de krotten en kippenhokken
deze winter niet zullen „kreperen".
Willen wij de bestaande nood te
boven komen dan is het onver
antwoordelijk als een struisvogel
de'kop in het zand te steken,
omdat wij zelf toch weer op het
droge zitten!
Dat de overheid hierbij stuwend
en. zelfs dwingend óp 2al treden,
is een primair vereiste-! Daarnaast
zuBen alle Venrayers begrip
moeten ronen voor het lot hunner
zwaar" getroffen medeburgers door
royaal gehoor te geven aan de
verschillende sociale voorschriften,
die gegeven zullen moeten worden
-Venray zal herrijzen, ieder kent
dezë prachtige slagzin, maar wil'
leg deze woorden ooit werkelijk
heid worden, dan zal ieder moeten
onlwaken, want de nood is ont
stellend groot. W.
De meeningen van onze landgenoten
over de houding, die door ons volk al>
geheel door verschillende groepen daar
van tijdens den oorlog tegenover den be
zetter is aangenomen, lopen sterk uiteen.
De één spreekt een streng oordeel uit,
de ander een mild, al naar persoonlijke
ervaring en instelling.
Bij opinie-onderzoek, gehouden door
de Nederlandse Stichting voor Statistiek
en de Vereniging voor Opinie-onderzoek
i.o. in de provincies Noord-Holland. Zuid-
Hpljand en Utrecht, bleek, dat slechts
Vo der bevolking van die provincies over
de houding, die ons volk als geheel heeft
aangenomen, geen oordeel kan of wil uit
spreken. Van degenen, die wél een oor
deel geven, meenr 41%, dat de houding
van het Nederlandse .volk als geheel te
genover den bezetter „goed" was, 49%
is van oordeel, dat de houding „matig"
was en 10% geeft het praedicaat „slecht".
Begrijpelijkerwijze zijn velen terughou
dender ln het uitspreken van een oor
deel over een bepaalde groep der bevol
king. in het bijzonder over groepen waar
mee men weing contact had. Vooral over
de houding van de rechterlijke macht,
de fabrikanten en de ambtenaren willen
velen zich geen oordeel aanmatigen: het
aantal dergenen, din antwoorden met „ik
weet het niet" bedraagt voor de vragen
op deze drie groepen betrekking hebbend,
resp, 45%, 34% en 25%
Het resultaat van dit opinie-onderzoek
kan, voor wat de personen betreft die
inderdaat een oordeel hebben, nis volgt
worden samengevat:
DE ZWIJQED
Pê.-c«n'3ja der
bevolking wonrvan
Beoordeelde groepen
oordeel luidt
goed
matig
jlecht
Gehele Nederl. volk
41
49
10
Dokters
96
3
1
Geestel. en predik.
92
7
1
Studenten
87
12
1
Amtenaren
35
46
19
Arbeiders
30
48
22
Rechterlijke macht
20
40
40
Fabrikanten
12
44
44
Aannemers
3
19
78