RIJKSARBEIDSBUREAU Dock Weekblad voor Venray en Omstreken in bevrijd Nederland acitau Al leic er veel ver woest en wil daarvan niet ijzen, het zal mee grooter glans uit as en stof herrijzen. (Vondel) Administratieadres - Ileusenlusstraat 1 VENRAY Uitgever en Verant woordelijke redactie A.W.A: Prijs per nummer 15 cent le Jaargang na de bevrijding No. 29 Zaterdag 9 Juni 1945 Betekenis en Bevoegdheden van het Het is geen dankbare taak om over deze materie te schrijven: het Rijksarbeidsbureau in Neder land Is tijdens de bezetting door de Duitsers misbruikt, het is door hen gehanteerd als een militair apparaat van de eerste rang en heeft duizenden arbeiders in Duitse slavendienst gesleept. Het is begrijpelijk, dat een groot deel van het odium tegen den bezetter op het arbeidsbureau viel, dat een bron werd van leed en el lende, te meer daar het bediend werd door Nederlanders, die zich over de gehele linie lang niet voor 100 pet. altijd als echte vaderlanders gedroegen. De com petentie om dit te beoordeelen ligt echter niet bij ons, maar moeten wij overlaten aan de zui vering. wat volgens velen wel een oorzaak zou kunnen zijn, dat dit probleem nog lang éen vraagstuk en een bron van ergernis blijft. Toch is het systeem in opzet en bevoegdheden niet specifiek Duits en moet het niet in een stoot overboord gegooid worden. Dc arbeidsbemiddeling als taak van de Overheid bestaat in ons land sinds 1916. Met steun van de regering werd toen een Rijks dienst der Werkloosheidsver zekering en Arbeidsbemiddeling opgericht, om in te grijpen in de ontwrichting van de arbeidsmarkt als gevolg van mobilisatie, ver mindering der werkgelegenheid in bepaalde bedrijfstakken havens en binnenscheepvaart de stroom van vluchtelingen naar ons land en de herinschakeltag der gedemobiliseerden in het bedrijfsleven. De gemeentebestu ren werden uitgenodigd voor hun gemeente een arbeidsbeurs in het leven te roepen en kleine ge meenten konden volstaan met een agentschap van de arbeidsbemid deling. Deze vrijwillige organisa tie werd bij de wet van 1930 in een verplichte omgezet. Van een eenheid en een centrale leiding was echter geen sprake: de plaat selijke organen waren gemeen telijke organen en stonden onder leiding van het gemeentebestuur, een lichaam met een kleinzielige, dorpspolitieke inslag. Bovendien hadden de bemiddelingsorganen geen enkele bevoegdheid en konden niet met gezag optreden tegen werknemer en werkgever. Het gehele apparaat werkte zéér onvoldoende, wat wel heel duidelijk bleek tijdens de grote werkloosheidscrisis in de jaren 19301940, waarin van een acti viteit der arbeidsbeurzen nauwe lijks sprake is. Een reorganisatie was hard nodig en vooruitstrevende ele menten uit het bedrijfsleven heb ben deze energiek gestimuleerd. Toen de Duitsers ons land bin nenvielen was een Nederlands studieplan, opgebouwd in Neder landse geestesgesteldheid, dat op Nederlandse wijze de Neder landse belangen zou dienen in een vergevorderd scadium. Het is voor een groot deel door de moffen overgenomen, op geraffi neerde manier uitgebuit en een zijdig dienstbaar gemaakt aan de inschakeling van Nederlandse arbeiders in de Duitse oorlogs productie. Spoedig na het begin der be zetting werd de arbeidsbemidde ling aan de gemeentelijke be moeiing onttrokken. Er werd een rijksbureau opgericht met gewes telijke arbeidsbureaux en bijkan toren over het gehele land. De openbare arbeidsbemiddeling werd dus een rijksapparaat. De regering in Londen kende misschien de haat en de verbit tering van de Nederlanders tegen het arbeidsbureau en voor som migen is het op het eerste ge zicht wellicht enigszins vreemd te horen, dat in Juli 1944 een Koninklijk Besluit tot stand kwam, wat in are. 2 zegt: "Het Arbeids bureau wordt gehandhaafd." Er wordt dus geen stap teruggezet en niet teruggekeerd naar de voor oorlogse toestand, toen arbeids bemiddeling yemeentezorg was. Zij blijft rijkszaak zooals onder de bezetting. Al werd het apparaat dus ge handhaafd, niet zijn bevoegd heden. Als reactie tegen de Duitse willekeur en misbruik werden deze teruggebracht tot ongeveer de toestand van 1940. behalve dan dat voor werklozen een mel dingsplicht kwam op straffe van intrekking der ondersteuning en dat zij verplicht werden om pas send werk te aanvaarden. Boven dien konden werkgevers een werknemer niet ontslaan zonder vergunning van het arbeids bureau Onder de drang der omstan digheden zijn de bevoegdheden van de arbeidsbureaux intussen weer uitgebreid en zij hebben thans weer de bevoegdheden als tijdens de Duitse bezetting: elk verbreken van het dienstverband, elke aanneming van personeel staan onder hun controle, terwijl de verordening van den Chef Staf Militair Gezag d.d. 11 Nov. '44 hun de bevoegdheid geeft om de werkgevers te verplichten nauwkeurige opgaven te verstrek ken van hun personeel. Heefc het arbeidsbureau ca de oorlog nog een taak 1. Onze overheid zal na de oorlog moeten kunnen beschik ken over een apparaat, waarmee zij ordenend kan optreden op de arbeidsmarkt en richtlijnen kan aangeven voor een zo juist mogelijk gebruik van aanwezige arbeidskracht. Als probleem van de na-oor logstijd is er zeker de tijdelijke werkeloosheid. Niet alle handen kunnen na de oorlog onmiddel lijk werk vinden. Ais gevolq van "de oorlog is het productieapparaat deerlijk gehavend. Het machinepark van vele on dernemingen is of wel recht streeks getroffen of wel het is door de Duitsers weggesleept. Bovendien is er gebrek aan grond stoffen, energie, half-fabrikaten en communicatiemiddelen, zoodat zelfs de intact gebleven bedrijven voorloopig zullen stagneren. Deze werkeloosheid, nog ver scherpt door duizenden repa triërende arbeiders, heeft natuur lijk een geheel ander karakter dan in de dertiger jaren, 't ls een der naweeën van de oorlog, een pro bleem van de overgangstijd en daardoor een vraagstuk van tijde lijke aard. 2. Het omzetten van een oor- logsproduccie naar een vredes- productie zal een hergroepering van de arbeiders noodzakelijk maken. Voor het herstel en de weder opbouw zal het tegenovergestelde moeten gebeuren van hetgeen de Duitsers tijdens de bezetting deden. 3. Er komt vast en zeker een tekort aan geschoolde arbeids krachten/ Vele vaklieden hebben moeten onderduiken, hebben ge zeten of zijn noodgedwongen werk buiten hun vak gaan verrichten. Deze minder valide krachten zullen moeten worden herschoold, vele anderen meest |ongeren zullen geschoold moeten worden en weer anderen zullen omgeschoold moeten wor den, omdat zij in andere beroe pen meer en beter werk kunnen presteren. Her Koninklijk Besluit van Juli '44 voorziet hierin door de Arbeidsbureaux te belasten met scholing, herscholing en om scholing. 4. De arbeidsbemiddeling heeft bovendien nog een andere taak; er zal bij een tekort aan arbeids- krachten voorrang moeten wor den verleend aan de meest vitale bedrijven. Een zeer belangrijke taak is dus nog weggelegd voor het Rijks arbeidsbureau in Nederland en daarvoor heeft het de steun en de medewerking nodig van allen, die arbeiden. In een nieuwe maatschappij, waarbij geen vrij spel gelaten mag worden aan de krachten uit het bedrijfsleven zal een ordenend apparaat steeds nodig blijken, al hopen wij, dat bet niet langer dan hoogst nood zakelijk in handen van de staat zal blijven, maar spoedig in een nieuwe vorm gehanteerd wordt door de beroepsstand, waar werk gever en werknemer op een na tuurlijke wijze hun gezamenlijke belangen behartigen. Gg. Brieven van onze lezers... Een huivering bekruipt 0113 bij hot lezen van flit, woordje Dacliau, hoo- veie goede Nederlanders zijn daar mishandeld en verhongerd. Hoevelc goede Nederlanders hebben daar hun laatste strijd gastreden. En... hoevolo goede Nederlanders keren nu, eindelijk door onze regeering geholpen naar Nederland terug. Vol hoop en bezield met hot voor nemen, do krachten aio hen overge bleven' zijn. in dienst, to stollen van de vernieuwing van ons Vaderland, keren zij terug in een Nederland, dat thans geheel bevrijd is van den ge- haten bozotter. Hoe klein moeten wjj ons voelen wanneer wij denken aan de offers die deze monsehon gebracht hebben. Wij, die onze zoo duur gekocht,o vrijheid, meestal gebruiken om op alles en op iedereen critiek uit te oefenen. O,ik w'j in Venray. Laten wij toch eens beseffen, dat offers, zooals die in Dachau zijn gebracht, ons méér waard moeten zijn dan het beslechten van de een oi'andere vete. Wy zijn er allen van overtuigd, dat het in Venray anders moet wordon. Zullen wij dan esns beginnen, om te traekton elkander heler te begriipen. Ook gij arbeiders en middenstanders gii hebt elkander noodig. Laten wij beseffen, dat wij niet alleen werken om aan lint einde van de week, zoveel of zoveel geld te beuren. Zeker wij moeten kunnen leven, wi; allen heb ben recht op een rechtvaardig loon. Maar dat is toch niet het voornaamste. Wij moeten weer Leren mal, blijd schap ons werk te doen. Ons werk, dat. een deel van dat, grote werk, de wederopbouw van Venray en daardoor van ons lieve mooie Vaderland. liet moet voor ons een eer zijn mee te mogen werken aan den wederopbouw. Wij moeten ook trachten niet altijd het slechte in co wereld te zien. Er gebeuren God zij dank zovele goede

De Zwijger | 1945 | | pagina 1