\/a*tuii <U Stcatosfeec
10 jaren
Aangezocht om een korte bijdrage te
leveren voor ..de Zwijger" bij gelegenheid
van het -40-jarige Priesterfeest van onzen
HoogEerw. Heer Deken W. Berden, wil
ik gaarne aan dit verzoek voldoen omdat
het hier geldt te huldigen een onzer hoog
staande geestelijken, die gedurende een groot
gedeelte van zijne priesterlijke loopbaan in
onze gemeente werkzaam is geweest.
40 jaren priester. Van deze 40 jaren
werden 16 jaren doorgebracht in deze ge
meente, en wel 6 jaren als rector te Oostrum
en 10 jaren als pastoor-deken te Venray.
Vele Oostrummers zullen zich rector
Berden nog herinneren, en op dezen her
denkingsdag zal ongetwijfeld hun dank uit
gaan naar hem die zooveel heeft gedaan
voor hun zielenheil. Als goed herder be
steedde hij groote zorg aan het onderwijs.
Onder zijn rectoraat ging de toen bestaande
openbare school over in eene bijzondere,
de eerste omzetting die op dit gebied in de
gemeente Venray plaats vond. Ook de
verfraaiing van het dorp had zijn volle
belangstelling, Het in den toren aange
brachte uurwerk met 4 wijzerplaten hield
tot voor korten tijd de herinnering aan zijn
verblijf te Oostrum levendig. Op zijn
initiatief werd overgegaan tot het dichten
van de zich in het midden van het dorp
bevindende kuil en tot het ter plaatse op
richten van een zuil dragende de beeltenis
van O. L. Vrouw van Oostrum, wier groote
vereerder hij steeds was en thans nog steeds is.
Het valt dan ook niet te verwonderen,
dat hij als pastoor-deken te Venray terug
gekeerd weer de groote ijveraar voor de
devotie tot O. L. Vrouwke van Oostrum
werd.
Het ligt niet op mijn weg na te gaan in
welke mate den juLilaris lof toekomt voor
de vervulling van zijne taak op het gebied
der zielzorg. Zijn verdiensten op dit terrein
uit te stippelen laat ik liever over aan meer
bevoegden. Ik wil hier meer de aandacht
vestigen op zijn groot meeleven met zieken
en bedroefden, op zijne groote liefde voor
armen en hulpbehoevenden. Ook hier in
Venray had het onderwijs en de opvoeding
der jeugd steeds zijn volle aandacht en alles
stelde hij in het werk om dit op een steeds
hooger peil te brengen. Zich bewust zijnde
van den grooten invloed, welken een goed
geleid vereeniginysleven voor de samenleving
heeft, bevorderde hij dit zooveel in zijn
vermogen lag. Onder zijn bestuur kwam tot
stand de inventariseering en ordening van
het kerkelijk archief en werd begonnen met
de groote_ restauratie van de monumentale
kerk van St. Petrus Banden, welker restau
ratie hij zich tot levenstaak had gesteld.
l
I
Zelier. versta ndeiijlce vorming staat hoog
bij hem nnngcsclireven, maar vóór alles wenst
hij zijn school Ie zien nis een instituut voor
wils- eu liuruktcrvormlng. die van zijn jongen*
katholieken van de daad moet maken,
Gods wonderbare genadewerking doet
zichlbuar hel goede zaad ontkiemen, dut met
zo gulle Hand in de voor van het ontvanke
lijk kinderhart gezaaid wordt, wnnl talrijk zijn
de priesterroepingen in ons goede Venroy.
Dit is steeds de kroon op liet werk van den
deken als hij jubelend een van Venrays
jongeren naar het altaar kan leiden en aan
God een nieuwen priester, een anderen
Christus kan aanbieden,
Welk een. tragiek veroorzaakte.de oorlog
in ons schoolwezen. Hoe pijnlijk'moeten de
naweeën zijn voor een fijn-besnaard, priester
lijk gemoed De scholen verwoest cn de
jeugd zonder bezielende leiding I Meermalen
waren wij getuige van zijn harle-leed hierom
en iedere gelegenheid greep hij aan, om zijn
heilige verontwaardiging te uiten, als hij zo
weinig steun kreeg in zijn gerechtvaardigde
eisen om de school te beginnen, die na
Pinksteren gelukkig weer zal gaan lnnctlon-
neren. Denk echter niet. dut deze deprime
rende omstandigheden onzen jubilaris hebben
leneergedrukt. Den leeuw past nu eenmaal
niet in een kooi. Noch Venrays moeilijke
positie, nóch zijn grijze haren zijn een rem
geweest voor zijn.energie. Inltinticl en voor
uitstrevendheid en reeds zijn er plannen ge
projecteerd voor een groter en ulzijdiger bloei
van ons onderwijs voor alle lagen der bevol
king. Moge het Hem beschoren zijn tol in
liet diamant dc rijpe vruchten te plukken,
waaraan zijn priesterarbeid de groeikracht
schonk.
NIHIIIflIimitHIUIIIIIIIMIIIIIinilllUMHtlMHUMvMMMIMINdllllUMMmilMIIUIIIIIIIIIIIUIMHIINIIIIimillllllllllllHIMtllHIlHimilMIMKHHeilllimUHItllllllHtllMUIMIIIIKlIHMHIlUinilllllllllKI
plein verzameld en St. Petrus nam het
woord en zelde„Broeders en Zusters,
doet allen, wat dc Heer U gebood, toont
Venray. dat her zijn Heiligen beeft be
houden, maar keert spoedig weerom,
wenl weldra komt de nieuwe dag".
Rn stil gingen alleD huns weegs, een
zame gestalten In doffe kleuren, omgeven
door een vage schijn, door de donkere
Niet weinig zonderlinge belevenissen,
r lezer, heb Ik tot nu toe op al die stratosfccr-
s tochten gehad. Maar, wat mij nu is over
komen moet ik II zeker vertellen.
Ik heb gedroomd, wat In zich niets
bijzonders isNormaal droom tk van heel
laag bljdegrondsche dingen, bijvoorbeeld
r over Engelsche sigaretten, die ik voor een
a cc ut kocht, nu echter heb ik ge-
droomd va* de hemel. ug i.ujj aA-w, swvai in vui uw uwen o o
1 Ik zal beginnen met LI te zeggen, dat gluurde, geknield bij de boog liggen, de 0arjl'. de weldoenster der armen, zij ging
ik onmogelijk kon vertellen hoe mooi liet Deken en dc oude koster Vermeulen, De IEer ve'e huizen in Venray in en uit en
daar was met een zacht zilver licht, dal grijze koster op êén knie, zwiebelde wat
sikkel van een opkomende maan.
Ik hoorde stappen komen, geen sol-
datenstappen, doch bchoedzume passen
van twee oude menschen.
„Niet in de kerk, laten wij hier blijven"
zei de een. toen zij vlak bij mij, onder straten,
de boog waren. Lezer,
..Ja. heer Deken, Iaat ons hier knielen," machtig
antwoordde de ander. En tot mijn groote zij trokken, onze Venraysche Heiligen,
verwondering zag ik. toen ik om de hoek zaU de lleiiige Elisabeth van Hon-
een droomend tnensch is een
wezen, ik zag ze allen, zooals
wij niet kennen met pnleiszalen van wit
marmer cn goud en binnenhoven met
bloemen van de schoonste kleuren en
fonteinen, die klaar zilver spoten
Ik droomde dan, dat Onze Lieve Heer,
toen de domme menschem het broeder
moorden In een allesvernietigende oodog
hadden gestaakt, met een soort adviesraad
van Heiligen vergaderde.
De wederopbouw van Europa kwam
natuurlijk ter sprake, want zoo goed is
O. L. Heer wel, dat Hij met oneindig
geduld telkens weer de stukken aaneen
zet. die wij gemaakt hebben.
Ik als gewoon menschje snapte natuur
lijk niets van alle hooge plannen die God
met zijn Heiligen maakte ten gunste van
dc rornmclwcreld daaronder en veritroold
keek ik daarom maar rond door de gioote
Hemel, verdoofd door muziek en kleuren
cn geuren, zoals wij ze op aarde nietkennen.
Plotseling echter koui ik tot bezinning,
doordat een der Heiligen het moet
Sr. Oda wel geweest zijn ons dorp
Venray noemde.
Ik luisterde natuurlijk scherp en God
sprak ...Broeders en Zusters, ook het dorpje
Venray Is ten offer gevallen aan dc ver
woesting van Ijzer en staal, dat ik voor
een beter doel schiep.
„Mijn tempel ligt te gronde. Uw beelden
zijn onder puin bedolven
,.Ik geloof, dat dc Venrayers. nu hun
groote Kerk er niet meer is, vergeten zijn,
dat Gij de bemiddelaars zljt om hen naar
Mijn Wil tot vredelievendheid te brengen".
,.fk beslom daarom, dat allen, die een
beeltenis in de Venraysche kerk hebben,
deze nacht door het dorp mogen trekken
om de bewoners te herrinneren aan hun
God. St. Petrus zal Uw leidsman zijn.
gaat in Vrede."
En, lezer, In een droom kun jc je
vliegensvlug verplaatsen van dc hemel
tot de aarde, dus in die stille Meinacht
stond ik opeens in de deuropening ..Onder bogen, rnanr
de Boog" en luisterde zoo scherp als ik Iets hebben
in dc oorlogsdagen mijn ooren gespitst
heb naar het komende gefluit der granaten.
Het wns over twaalven, een zoete
stilte, zoonis die alleen in schoone lente
nachten bestaat, lag over het dorp, dat
schraal verlicht werd door de scherpe
verlegen niet zijn groote zwarte hoed
tusschen duim en wijsvinger.
Tijd om mi) af te vragen wat de
Deken met zijn trouwe helper daar deden
had ik niet, want plotseling hoorde ik
vanuit de kerk hooge orgeltoonen, dezelf
de overschoone muziek als in de hemel.
En tusschen de zware kerkpilaren zag
Ik een zilver lichten komen, er viel wat
puin. en ik hoorde zacht voetgeschulfel.
En weer kan Ik U niet beschrijven, wat
ik daar zag binnen de kerkruine. De
knapste ichilder zou U dat spel van Üchl
en donker, van kleur en glanzend wit
niet voor kunnen toveren.
Een stoet van Heiligen, zoouls wij ze
kenden van de oude houten beelden trad
builen de kerkpoort,
Vooraan St. Petrus niet het boek en
de goudeD sleutel en Si. Oda zag ik met
de kwetterende, wipstaartende ekster op
haar arm en naast haar St. Saverus met
zijn schietspoel, en dan kwamen de H.
Catharina en St.|acobus, St. Andries met
het kruis, en Barbara en St Rochus.
Een kleurige. Indrukwekkende processie
van nlle zes en dertig Heiligen van onze
kerk. die hun holen onder het puin had
den verlaten en nu onder de boog door
op de groote mark! tesamen kwamen.
En vanuit de kerkruine klonk steeds
machtiger wordend orgelspel begeleidend
vele kristalheldere stemmen van het
engelenkoor van St. Cecilia, dat ik tus
schen de pilaren door In een heldere
schijn zag staan.
Muisstil in mija uis keek ik mijn oogen
bracht er klceren, voedsel en alles, wat
heel Venray thans ontbeert.
Ook Crlspinus en Crispinianus. de
patroons der schoenmakers, beoefenden
huls aaa huls hun eenvoudig ambt, zij
zoolden de afgetraptste schoenen, die de
zorgende hulsmoeders nergens meer ge
maakt konden krijgen.
St. Jan liet zijn arend hoog vliegen,
hemelhoog, en in wijde circels die steeds
kleiner werden kwam het evangelische
dier weer omlaag, totdat het plotseling
toeschoot Op de aarde en sinds dien nacht
wareu alle landmijnen uit Venraysch
lauden verdwenen.
Een lange tocht had St. Oda, zij
zegende alle kleinen met haar naam. zoet
slapend in hun wiegen en bedjes. Zij
bad bij de graven van alle in de oorlog
gevallen soldaten en burgers, en op de
„omziende berg" gekomen strekte zij
nogmaals zegenend haar lined over
Venray uit.
Ook St. Rochus. de patroon der be
smettelijke ziekten, trok door 't Venraysch
land en sinds zijn ommegang kenden dc
bewoners geen lastige jeukende ziekten
meer
Het verst van allen ging St Joris te
paard, langs Leunen en Overbroek naar
het Veulen. Het slunke dier draafde licht
over dc door zware tanksporen door
ploegde weg. En heelemaal. aun de zelf
kant van Venray. waar de Peel zijn
geheimzinnig nachtlied zingt, daar stonden
de muurresten van een oude iiof. daar
sliep de zwaar getroffen boer met vrouw
en vele kleine kinderen op de harde
uit, de stoet trok vla"k langs mi), achter- grond. Zij werden niet wakker na het
nan de heilige gebroeders Crispinus en
Crispinlanur en dan klonk Ineens het
doffe geklop van paardenhoeven. St. Joris,
vergeten achter In de kerk op de biecht
stoel, leidde zijn zwarte hengst met gouden
hoeven langs mij heen.
De Deken en dc koster lagen dlepge-
zij moeten zoo terluiks wel
gezien van al die pracht,
tenminste uit verbouwereerdheid gleed de
koster zijn hoed uit de vingers cn hij
bad alle latijnsche psalmen en koralen,
die hij ooit m de kerk met zoveel over
tuiging heeft voorgezegd.
Alle Heiligen waren nu op het markt-
harde werk en het warme spel overdag
St. Joris keek rond in de brokkelige
resten van de oude boerenhoeve. Hij
bond zijn paard vast aan een nog over
eind staande stutbalk, klopte het dier op
zijn glanzende nek cn toen begon de
heilige de moeizame cocht terug langs de
mulle wegen.
Er was echter Oén Heilige, lezer, die
verdwaald raakte In het nieuwe Venray
St. Margriet met de duivel, die haar in
het aardschc leven bekoorde, aan een
ketting, miste haar weg en kwam lerecht
op het „smaal pèdje", En ofschoon een
heilige natuurlijk alle macht over de
„Plcard
HiiimmiiiM minimum wiiiaiiiiimiiitHHiiiHi!
duivel heeft, werd het helache dier daar
zóó ellendig onrustig, dat hij harst -ilcl
meer te houden was.
St. Margriet sleepte 't beest aan zijn
kettmg voort, maar telkens moest hij
snuffelen, bi) elke tuinpoort in de inige
beukenhaag ging het ondier op zijn ruige
achterpooten staan en gromde.
Omdat de Heilige de duivel niet opge
toomd op Venray los wilde laten heeft
zij de terugtocht naar de maikt maar
direct aanvaard ln het vaste voornemen
vanuit de hemel voortaan een extra oogje
op dit geheimzinnige paadje te houden,
Er kwamen nu wonderwarme roode en
oranje kleuren aan de hemel in het oosten
en de Venraysche Heiligen verzamelden
zich langzaam weer rond St. Petrus.
Wat St. PietcrintuscbentIJdtotde Deken
en de koster heeft gezegd weet ik niet.
maar het moeten welerg troostrijke woorden
geweest zijn.
De Heilige Barbara. Lt weet wel. lezer,
met de kerktoren, inde armen, zinnebeeld
van Gods Kerk. was het eerste terug
geweest. Met die zware toren kon zij niet
door heel Venray gaan De engelen had
den de grove muurbrokken, die nis rotsen
lagen op de plek waar eens onze eigen
toren stond, geruimd, en in plaats daar
van had zij de hare gezet, nu hoog op
stekend boven de verwoeste hulzen in de
omtrek.
Toen zij allen dan verzameld waren,
ook St. Joris, die moe en met bestofte
laarzen het laatste aankwam, zetten de
engelen van St. Cecilia een veelstemmige
cantate ln en de kleurige stoet trok weer
lang3 de deken en koster, onder de boog
door dc kerk ln.
Zacht eindigde het koor en er wns een
diepe stilte.
De deken en de koster stonden verwezen,
zij deden enkele aarzelende stappen in de
richting van de kerk en slonden dan stil.
hoog tegen de slanke toren van St. Barbara
op te kijken. En In Venray'overheersdite
vau dien dag af de lach, want iedei was
gelijk geholpen, de zes en dertig Heiligen
hadden hun gunsten eerlijk verdeeld.
Zóó peinsde ik, lezer, nog altijd ui
mijn droom, moet deze wondervolle nacht
de reden zijn geweest, dat dc deken en
de koster sinds dien met blij en vrooiijk
gezicht door de verwoeste straten van
Venray liepen en dat.het Venraysche volk
weer rond en darte! kon zijn als Limburgers
past.
Dien morgen, werd ik wakker uit mijn
bemclsche droom, door een geroep pnrlei
mijn slaapkamerraam: ..Hu, Tommy,
Meliek I" en het leek ral] of Pietje Botermelk
zijn lilt harder toeriep dan anders. Zou
hij kwaad geweest zijn, dat hij het paard
van St. Joris niet had gekregen
K2-H5
■uiuiuiiiiiMHiiminiMniff