„DE ZWIJGER
3
DE FILM EN WIJ
Het probleem Film, dat vóór, en vooral
gedurende de oorlog in hef brandpunt der
belangstelling stond, zal nu weer opnieuw
de aandacht gaan trekken van leidende
persoonlijkheden in Kerk en Land.
Er bestaat inderdaad het probleem Film.
Door de techniek, die vooral op filmgebied
grote sprongen maakte en ontelbare verras
sende mogelijkheden schiep, heeft de bios
coop in betrekkelijk korte tijd een zeer grote
invloed verkregen, niet alleen op het per
soonlijk leven van den enkeling, maar zelfs
op een zeer groot deel van de volksgemeen
schap.
Wij katholieken stonden in het algemeen
niet bijzonder sympathiek tegenover de
film, en wel om verschillende redenen.
Vooreerst was daar het lage morele peil,
waarop de meeste films stonden Het is nu
eenmaal een feit dat de filmproducenten voor
een zeer groot gedeelte onverschillig waren,
waar het betrof het zedelijk gehalte van
hun producten. Het vervaardigen van films
ontwikkelde zich tot een industrie, met alle
gevolgen van dien. Bij zulk een stand van
zaken is het zeer begrijpelijk en vanzelf
sprekend. dat de katholieken in het verle
den een zeer gereserveerde houding aan
namen t.o.v. iets, dat niet strookte met hun
zedelijkheidsbegrippen.
Vervolgens is er een ander verschijnsel,
dat ons minder sympathiek toescheen en
van invloed is geweest op onze negatieve
houding. Immers, afgezien van het feit. dat
een zeer groot gedeelte der films moreel niet
aan onze eisen voldeden, ook cultureel ver
toonden zij een zodanig tekort* dat zii niet
tot de factoren gerekend konden worden,
die een positief-culturele opvoeding bevor
deren.
Deze beide tekorten waren het, die ons
een afkeurende oordeel deden vormen over
de gemiddelde film, zoals die in ons land
vertoond werd, de goede niet te na ge
sproken.
Wanneer wij echter orys standpunt moe
ten bepalen ten opzichte van de film in het
algemeen, dan zal dit heel anders kunnen
zijn. Ook voor den katholiek is de film een
uitvinding, die het mensdom rijker kan ma
ken in alle opzichten. Iedere technische
vondst kan den mens als mens een stuk
omhoog heffen, als zij tenminste op de juiste
wijze wordt aangewend.
Welke zijn dan de eisen die de Kerk en
iedere goede katholiek aan de film stelt? In
bovenstaande regels gaven wij in de critiek
op de tegenwoordige film reeds de voor
naamste punten aan. Een film mag n.l. niet
in strijd zijn met onze beginselen van de mo
raal. Het was daarom niet juist dat de Rijks
keuring wettelijk hef eenige orgaan was dat
kon oordelen over de moraliteit van de
films De katholieken hebben hun eigen be
ginselen en willen de films., clie dooi ka-
rholieken gezien worden, beoordeeld zien
naar hun eigen princiepen.
Vervolgens en dit is niet een specifiek
katholieke eis verwachten wij van de film
een zeker cultureel gehalte. Immers, wij
zien de film als een voorname factor in de
opvoeding van den mens en daarom moet
het peil van de film zodanig opgevoerd wor
den dat hij cultuurdrager kan zijn. Dan
pas wordt hij een der belangrijkste factoren
die bijdragen tot de culturele verheffing
van ons volk.
Zo beschouwd volgt daaruit een conclusie,
die voor ons van zeer groot gewicht is.
Als de film inderdaad een opvoedende, een
culturele waarde kan bezitten, dan moeten
de katholieken ook verder gaan en niet al
leen bun goedkeuring hechten aan zulk een
film, maar hem gaan gebruiken om den
mens, vooral den katholiek moreel en cul
tureel op een hoger plan te brengen. Wij
moeten in de toekomst, veel meer dan dal
in het verleden het geval was, de film aan
wenden als een middel om dar doel te be
reiken. Wij moeten positief gebruik gaan
maken van deze onuitputtelijke mogelijkheid-
Niet alleen afkeurend of goedkeurend moet
onze houding worden, maar wanneer wij
eenmaal een lilm gekenmerkt hebben als te
voldoen aan onze eisen van moraal en cul
tuur. dan moeten wij zulk een film ook daad
werkelijk aanbevelen, omdat hij in staat is
den mens op een hoger plan te brengen.
En tenslotte: Waarom zouden we niet op
grotere schaal verder gaan met het produ
ceren van specifiek-katholieke en van andere
goede films? Een goed begin was voor de
oorlog reeds gemaakt Hier ligt de mogelijk
heid om positief in te werken op den ka
tholieken bioscoopbezoeker en hem vanaf
het witte doek de katholieke geest en het
katholieke leven in zich te laten opnemen.
Een moeilijke taak, maar de moeite over
waard.
Kerkelijke en wereldlijke overheid zullen
moeten samenwerken om het probleem Film
tot een bevredigende oplossing te brengen.
Zolang die oplossing er niet is zal een ieder
de nodige waakzaamheid in acht moeten
nemen bij het bezoeken van bioscopen.
Willen wij een nieuw en beter Nederland,
dan zal ook het filmwezen moeten delen in
cleze vernieuwing en verbetering.
H.
De beste stuurlui
„niet!" aan de wal
Allen kennen wij de noden van onze oude
samenleving, allen zijn wij bet erover eens.
dat er verandering moer komen, iedereen
wil vernieuwing op politiek en maatschap
pelijk gebied!
In deze vier jaren van bezetting, waarin
eigen inzichten, particulier initiatief, elke
vruchrbare gedachtenwisseliny systematisch
onmogelijk, gemaakt werden, hebben zich
ondanks alles toch nieuwe inzichten en denk
beelden baangebroken, die nu na de be
vrijding wijdse perspectieven „konden"
openen, Tot ons aller groote teleurslelliny
lijkt het echter, dat zelfs nu geen eenheid
omtrent de oplossing der voornaamste pro
blemen te vinden is I
Te verwonderen valt dit geenszins, als wij
bedenken boe groot de reactie wel moet
zijn op de systematisch inyestompte een-
heidskost op ieder gebied van bet openbare
leven en hoe de crltischc geest van den
Nederlander nu scherper dan ooit aan den
day rreedc.
Bij alle verdeeldheid vallen bepaalde
symptomen op, die hoopgevend voor de
toekomst zijn in zoverre zij de mogelijkheid
open laten tot samenwerking tot sociale op
bouw.
In dit bescheiden opstel willen wij niet
spreken over een reorganisatie op politiek
gebied, daar dit vóór de totale bevrijding
van ons vaderland op z'n minst yenomen
voorbarig is en de regering bovendien een
Militair Gezag heeft ingesteld, dat een interim
moer zijn tor de wil van het volk zich
po'iriek gemanifesteerd heeft.
Veel vruchtbaarder lijkt bet ons. ons nu
op maatschappelijke toestanden Ce bezinnen.
Wij allen verfoeiden op dit gebied de
verdeeldheid en isolatie, de tegenstellingen
en het grove egoïsme. Vooral de scherpe
controverse tusschen werkgever en werk
nemer, de ontwikkeling van het grootbedrijf,
dat in zijn koel en rationeel streven naar
yeld. overheersing, concentratie en macht
niet alleen een gezonde middenstand dreigde,
te v> uiyen, doeti mede-oorzaak was, dat
door verregaande rationalisering en [mecha
nisering een overproductie ontstond, die
massale werkeloosheid, pauperisme en maat
schappelijke tegenstellingen deed ontstaan.
Hoe moeten deze geweldige problemen
worden opgelost'?
Wat wij op de eerste plaats nodig heb
ben, dar. zijn leiders l
Geen stuurlui aan de wal, geen kankeraars
en betweters, geen criticasters, eeuwige af-
brekers en negativisten!
Neen, spontaan moeren zij die leiding