m REDAKT1E: DORPSRAAD J AARGANGi 28 NO. 41- D.D. 10 augustus 1990 DEZE KEER... DE LITURGISCHE GEWADEN Kerk diensten (11-17 augustus) Negentiende Zondag door het Jaar ZA 11/8 19-OOu Jrd.Fam.Philipsen-Groetelaers; Mndd.N.Michels-Lamers; D.Kleuskens Wijnen ZO 12/8 9.30u (Ned.Hoogmis): Geestelijk welzijn van de Parochie. 11.15u Overleden ouders Lemmens-Poels; Overl.fam.Sikes-Verhoeven. MA 13/8 19-OOu Math.Arts+overl.familie; Gerardus vd Munckhof. WO 15/8 19.00u Jrd.Ant.Pouwels+overl.familie; Jrd.Pieter Verheijen+echtgenote; Overl.ouders Philipsen-Cremers; Godefridus Vermeulen+echtgenote. DQ 16/8 14.00u T.i.v. het Bruidspaar van Bommel-In't Hulst. VR 17/8 14.00u T.i.v. het Bruidspaar Jenniskens-Timmers. 19-00u G n Dienst! MISDIENAARSBEURTEN: Za 19.00u N.Jaspers+B.Pouwels; Zo 9-30u Marj.Potten+B.Slangen; 11.15u R.+TjJenniskens; MA+WO 19.00u Sj.+I.Slangen; DONDERDAG 14.00u N.+K.Jaspers VRIJDAG 14OOu E.Jenniskens+A.Philipsen. Spreuk van de week: "Luisteren kan zoveel zeggen!" (B.Z.N.) Doopschema (September): Op de zondagen 9 en 23 kan in onze kerk het Sacrament van het Doopsel worden toegediend. Eventueel ook op andere dagen buiten de niet genoemde zondagen. Er zijn verschillende liturgische gewadenDe normale kleding voor de priester tijdens de heilige mis bestaat uitEen albe. Dat is een lang, wit gewaadsoms bekleedt de priester zich eerst met een amict of schouderdoek, voordat hij de albe aantrekt. De albe kan om het middel van de priester samengehouden worden met een koord of cingei. - De stola. Over de schouders legt de priester een lange, smalle band van stof, die dezelfde kleur heeft als het kazuifel.' Dit is de stool of stola. De twee uiteinden draagt de priester languit over zijn borst naar beneden. Deze stola is een teken van de priesterlijke waardig heid, als ze zo gedragen wordt. - Het kazuifel. De albe met stool wordt bedekt met een ruim liturgisch gewaad, dat als een gesloten mantel gedragen wórdt. Het is het kazuifel. Alleen de priester draagt een kazuifel. Het is het eigen gewaad voor de viering van de mis. Bij enkele bijzondere vieringen kan de priester (soms ook op het einde van de mis) een koorkap of koormantel dragen. De diaken draagt over de albe ook een stola, maar deze is opzij gekruist. Het is de manier waarop .de diaken de stola draagt. Over een albe of stola heen kan hij een eigen liturgisch gewaad dragen, de dalmatiek. Deze heeft heel brede mouwen. De overig* dienaren In de mie dragen allemaal een albe (met cingel). De kleding van de "misdienaar kan-ook zijn een toog met superplie of rochet, een kort wit gewaad dat onge veer tot de knieön reikt, en waaronder de (zwarte of rode) toóg wordt gedragen. De kleur van de stola, het kazuifel en de daimatiek wisselt volgens de tijd van het kerkelijk jaar of volgens het feest, dat men viert. (Uit. Gids voor de mjSdjenaarsf Tabor. Brugge) 1 j

Ysselsteyns Nieuwsblad | 1990 | | pagina 1