Heemkundelokaal 't Moëzehool is geopend op donderdag van 13.30 16.00 uur. U bent van harte welkom! bijzondersmaar voor pastoor Litjens een grote hulp, omdat hij last had van evenwichtstoornis. Lang blijven staan zonder steun was voor hem erg moeilijk en in die tijd zat de kerk bij alle diensten nog behoorlijk vol. De opvolger van pastoor Litjens was pastoor Arts, van 1970-1978 pastoor in Castenray. Hij was pater van de Congregatie van de Missionarissen van het H. Hart. Pastoor Arts overleed op Kerstdag 1978 en de uitvaartdienst werd in de Castenrayse kerk gehouden. Hij werd echter niet in Castenray begraven, maar op het kloosterkerkhof te Tilburg. Pastoor Verheggen blijft derhalve de enige pastoor die op het kerkhof in Castenray begraven ligt. Monument voor slachtoffers neergeschoten bommenwerper in WO II Op donderdag 6 juni 2002 werden met het nodige ceremonieel in Klein Oirlo en bij het kapelletje aan de Oosterbosweg door onze stichting paneeltjes onthuld ter herinnering aan de slachtoffers van tijdens de Tweede Wereldoorlog neergestorte geallieerde bommenwerpers. De herdenking was zeer indrukwekkend, maar de geplaatste tekstpaneeltjes oogden als monument wat sober. Onze heemkundestichting bestond nog maar een jaar en geld voor een aansprekend monument was er niet. We vonden dat we degenen die toentertijd hun leven gaven voor onze bevrijding wel wat meer eer mochten aandoen en besloten op de locaties een meer in het oog springend monument te plaatsen. Beeldhouwer Martin Ooink, die ook het beeld van Nico van Melo maakte, hebben we begin van dit jaar benaderd met de vraag of hij twee stenen monumenten wilde maken. Uit een blauwstenen plaat van 150 bij 80 cm heeft hij het eerste monument voor de locatie Klein Oirlo gebeeldhouwd. Het is een reliëf geworden van een Halifax HR 799 bommenwerper die op het punt staat zich in de grond te boren. Met de uitstekende hulp van Jan Weijs is er een betonnen sokkel geplaatst, waarop de blauwstenen reliëfplaat bevestigd is. De betonnen sokkel is door Jan Weijs afgewerkt met oude stenen. Het oude tekstpaneeltje voldeed nog prima en is tegen de sokkel bevestigd. Het geheel ziet er heel fraai uit en doet recht aan de trieste gebeurtenis op 22 juni 1943. Jan, zeer bedankt voor jouw vakkundige hulp en eveneens dank aan Ivan Maes voor de oude stenen; bouwbedrijf Teunissen uit Ysselsteyn voor diverse materialen; de firma Hoex uit Oostrum voor vier zakken cement en Teunesen Zand en Grind voor beton- en metselzand. Castenrayse mensen vertellen Rachel Cohen deel 9 Ik moest weer verder, naar vrienden van hen. Daar hielp ik ook in de huishouding. Ik leerde schoonmaken, koken en kinderen verzorgen. Ik sliep op kussens op de grond. Ook deze familie kon zich de luxe van een inwonende hulp niet permitteren. De heer des huizes werkte in de kolenmijn en er woonde ook nog een opa in huis. Eens ging ik wandelen en kwam een niet Joods vriendinnetje tegen. Ze heette Francientje Haagsma. We hadden zes jaar samen in de klas gezeten. Zij kwam naar mij toe en vroeg: "Ben jij niet Rachel Cohen?" Ik antwoordde haar meteen: "Ik ken jou niet" en liep verder. Wat zij hiervan dacht, zou ik graag willen weten. De boerin. Zo kwam Ome Jan die geregeld op bezoek kwam bij "zijn" kinderen en hij nam mij mee naar een nieuwe onbekende bestemming. Nu reisden we richting Venray Aangekomen op het station werd me een fiets in de hand geduwd. (Men had er niet aan gedacht dat wij Joden al in geen jaren fietsen bezaten). Ik moest maar achter Ome Jan aanrijden. Wat doe je in zo'n geval? Je stapt op en fietst. Met Gods hulp ben ik goed aangekomen en zelfs niet in de greppel, die heel diep was, gevallen. Schijnbaar had ik mijn beschermengel achter op de bagage meegenomen. Zo kwam ik op het Schoor terecht. Daar wachtten me 'de Baas' en 'de Vrouw', zoals ik ze altijd noemde. Ze stonden klaar om mij te helpen. Ik kreeg een bed van stro, zoals toen gewoon was. Een hele kamer voor mij alleen, 's Nachts had ik muziek, want muizen zaten vaak aan het stro te knabbelen. Ik was er gauw aan gewend en voelde me echt thuis tot aan het einde van de oorlog. Ome Jan vertrok en ik bleef achter bij een heel lief, jong echtpaar met twee kleine jongens: Jan van zo'n twee en een half jaar en Leo zo'n jaar oud. Dit waren heel bijzondere mensen. Alhoewel de meeste Nederlanders geen felle antisemieten waren, waren er toch aardig veel die op de één of andere manier met de Duitsers samenwerkten. Allereerst de Nederlandse politie. De Duitsers ontsloegen uit de politiedienst elementen die anti-Duits waren en degenen die in dienst bleven, deden vaak actief en energiek mee met het opspeuren van Joodse onderduikers, (wordt vervolgd)

Castenrays dorpsblad De Schans | 2010 | | pagina 12