boerderij die stond naast de boerderij van Toon Strijbos (Lomshof). De kinderen Heidens zijn bezig
met de oogst in het Molenveld tussen Michels en het wegkruis in Klein Oirlo. Met de door een paard
getrokken maaibalk werd het koren gemaaid. Met een handvol halmen werd een bos van het
gemaaide koren bij elkaar gebonden tot een korenschoof ('n gaerf). De 'gaerve' werden met enkele
tegen elkaar rechtop gezet in een gast om te drogen. Later werden ze op een wagen geladen en
vervolgens naar een plek op het veld gebracht, waar ze werden opgestapeld in een 'miet', een
korenmijt In het late najaar werden de 'gaerve' gedorst.
Op deze foto zien we kinderen van de familie Heidens uit Klein Oirlo. V.l.n.r.: Nel; Sjeng; Piet; An;
Thei Heidens. De foto is in elk geval vóór 1944 genomen, omdat de molen van Michels er opstaat.
Deze stond tegenover de Heesakker, de weg naar het sportcomplex van Oirlo en Castenray. Deze
molen werd in 1944 door de Duitse bezetters opgeblazen, omdat hij als uitkijkpost zou kunnen dienen
voor de geallieerden.
Bezoek jury Kern met Pit
Op donderdag 16 september is de jury van Kem met Pit op bezoek geweest in het heemkundelokaal
in verband met de beoordeling van het project 'Herleving Historie Hengstenassociatie
Vooruitgang Venray-Horst-Sevenum e.o.' Het project werd uitvoerig besproken en de juryleden
waren vol lof over de uitvoering van het project. Op 6 april 2011 vindt in het Gouvernementsgebouw
te Maastricht de uitreiking plaats van de predikaten voor de geslaagde Limburgse projecten. We zullen
daar met een informatiestand over het project vertegenwoordigd zijn.
Castenrayse mensen vertellen Rachel Cohen deel 5
De Duitse soldaten trokken het land binnen en bezetten onze scholen. Voor ons leerlingen dus
vakantie! Ik zei tegen vader: "Laten we naar de Veluwe gaan, daar zal wel geen oorlog zijn." Maar tot
mijn spijt werd mij uitgelegd dat daar hard werd gevochten aan de Grebbenlinie. Veel begreep ik nog
niet met mijn 11 jaren. Wij woonden langs de hoofdweg naar Duitsland. Zo zagen wij hoe de
Hollandse soldaten als krijgsgevangenen naar Duitsland werden gestuurd. Eerst waren de gevolgen
van de oorlog niet merkbaar voor ons kinderen. De Duitsers gingen namelijk in West-Europa anders te
werk dan in het Oosten. In Polen was de plaatselijke bevolking fel antisemitisch en steunden zij met
veel plezier de Duitsers bij het achtervolgen, vernederen en vermoorden van het Joodse volk.
De Polen hielpen ijverig mee om kinderen en ouderen van dagen, zwangere vrouwen en jonge mensen op de
meest gruwelijke manieren om het leven te helpen. Maar in West-Europa waren de Duitsers voorzichtiger; zij
namen aan dat alhoewel de Nederlanders volbloed Ariërs waren met blauwe ogen en blond haar, waar zelfs de
Führer zich niet op kon beroepen, dat de Nederlander met zijn goedmoedige natuur zich zou verzetten tegen de
openlijke moord van onschuldige medeburgers. Dus de sluwe Mof moest zijn bloeddorst wat beheersen.
Geleidelijk begon hij de Joden af te scheiden van de rest van de bevolking. Op 23 november 1940 werden alle
Joden ontslagen uit overheidsfuncties. De universiteiten van Leiden en Delft protesteerden daartegen en werden
door de Duitsers gesloten. Op 22 februari 1941 werden de eerste razzia's gehouden op Joden in Amsterdam.
Ook dat ging niet zonder protest van een gedeelte van de Hollandse medeburger. Op 25 en 26 februari staakten
de arbeiders van Amsterdam als solidariteitsdemonstratie met de vervolgde Joden.
Hoofdstuk 3. In het nauw
Maar lang hielp dat niet. In 1942 begon alles voor ons te veranderen. Op 29 April 1942 werd de Jodenster in
Nederland ingevoerd. Van veraf kon men zien: daar komt een Jood aan. De eerste arbeiderstransporten werden
opgehaald. We mochten niet meer in de parken wandelen. Op de cafés stond Noor Joden verboden
Voor de volwassenen was het leven nog veel moeilijker. Vaders zaak werd door de Duitsers gesloten en de
waren werden ingepikt. Dus was vader zonder werk. Geen inkomen en een vrouw en zes kleine kinderen te
onderhouden. Hoe het is gegaan, weet ik niet, maar Vader had plotseling een nieuwe 'penoze' (inkomen). Een
'vriend' van hem had een kattenbakcentrale opgezet met Vaders schijnbaar bijna laatste geld. Ze brachten deur
aan deur schone, emaillen, ronde bakken met turfafval, waarin de katten hun uitwerpselen deponeerden. De
vuile bakken werden afgehaald terzelfder tijd. Lang heeft dat niet geduurd; die 'vriend' is er schijnbaar met de
winst vandoor gegaan. Diezelfde 'vriend' is eens 's avonds laat bij ons langsgekomen. Hij deed net of hij een
SS'er was. Hij stommelde op de trap, alsof hij laarzen aanhad en riep in het Duits: "1st Herr Cohen zuhause?"
(wordt vervolgd)