15 had meestal een zwarte pet op en een rode vlag in de hand. Tegenwoordig wordt de overweg beveiligd door een automatische knipperlichtinstallatie met bel. De spoorlijn Nijmegen-Venlo, ook wel de 'Maaslijnof 'Heilige Lijngenoemd, werd officieel geopend op 1 juni 1883. Na station Blerick sluit de Maaslijn aan op Staatslijn E met onder meer het traject Venlo-Roermond en vervolgens verder naar Zuid Limburg. De exploitatie van de Maaslijn kwam net als bij de meeste staatslijnen in handen van de Staatsspoorwegen. Vanaf 1917 exploiteerde de N. V Nederlandse Spoorwegen de spoorlijn. De lijn was tot de komst van de spoorlijn Eindhoven- Weert een belangrijke schakel voor de kolentreinen die tussen de Staatsmijnen in Limburg en de rest van Nederland rijden. Voor reizigersvervoer was de spoorlijn aanvankelijk minder van belang. Grote groepen mensen togen naar het spoor om de eerste trein te zien langskomen. Iedereen was verbaasd dat de trein, getrokken door een stoomlocomotief, met een snelheid van 30 km per uur niet van de rails liep. Op 1 mei 1916 werd het station Oirlo-Castenray geopend. Het diende vooral voor het vervoer van landbouwproducten per trein. In 1930 werd het personenvervoer vanaf het stationnetje opgeheven en enkele jaren later werd ook het goederenvervoer gestaakt. Vlak voor de oorlog werd het gebouwtje gesloopt. In 1997 is het traject Nijmegen-Venlo gemoderniseerd. De provincie Limburg heeft het reizigersvervoer op de Maaslijn eind 2006 overgenomen van het Rijk. Daarom is de Maaslijn samen met het overige openbaar vervoer in Limburg openbaar aanbesteed. De concessie is met ingang van 10 december 2006 verleend aan Veolia Transport en heeft een looptijd van tien jaar. Schenking Van Jan en Net Geerets ontvingen we het boek 'Trekpaarden' uit 1950. Auteur is ir. C.HJ. Maliepaard. Zeer bedankt daarvoor! Castenrayse mensen vertellen Rachel Cohen deel 2 Wij woonden op de paardenmarkt, waar elk jaar kermis was. We hadden dan de 'steile wand' voor de deur met razende motorfietsen, draaimolens, etc. Ook mocht ik elke dag op de Belgische knol van de vuilniswagen meerijden, een blokje rond. Eén dag was ik op de kleuterschool. Waarom zo kort weet ik niet. Ik herinner me daarvan alleen nog hoge zwarte muren, halverwege wit gekalkt en een grote potkachel in de hoek en hoge ramen. Dit was mijn hele kleuteropleiding. Toen mijn broer Jaap 6 jaar oud was, stuurden mijn ouders hem naar Amsterdam naar de Joodse Herman Elte school. Maar toen ik zes werd, verhuisden we naar Arnhem. Daar woonden mijn oom, opperrabbijn Joel Josef Vredenburg en mijn tante Esther, geboren Hamberger, met hun dochter Josine en zoon Izak. Oom Jo was d,e broer van mijn grootmoeder Rachel Jacobson-Vredeburg. Mijn grootvader heette Elias Jacobson. In Arnhem ging ik op school tot 1941We woonden aan de Statenlaan 109. Vader ging van maandagmorgen tot donderdag avond op reis, meestal naar Limburg. Hij was grossier in textiel. Hij nam onderweg orders op en bestelde goederen in de fabrieken. Wanneer de goederen aankwamen, dan pakten wij ze uit beneden onder aan de trap en gaven we pakjes ondergoed door naar boven, waar dat in het magazijntje terecht kwam. Dan legde Pa alles netjes op de stellingen. Ma tikte de facturen. Pa deed de bestellingen in dozen. Hij leerde ons hoe in te pakken, papier precies op maat af te snijden. Ook leerden we hoe het plakband erop te kleven en touw te binden, dat het niet los zou gaan onderweg. Vader kocht ook tweede keus interlock ondergoed en waslappen. Dat werd per kilo aan de marktkooplui verkocht. Op zondag kwamen die meestal op bezoek. Bij zo'n bezoek werden de kooplui getrakteerd op koffie en boterkoek en vader presenteerde sigaren. Van Arnhem herinner ik me vooral de Joodse school, die wij elke zondagmorgen en woensdagmiddag bezochten. Wij kregen les van de heer Pinto. Hij gaf les aan de eerste en zesde klas, de tweede en de vijfde klas kregen les van de heer Modievsky, en de derde en vierde klas van de heer Boas. Joodse letters leerden we uit een boekje van de vorige eeuw, Hollandse woorden in Hebreeuwse letters. De jongens leerden lezen uit de Thora en de meisjes mochten er bij aanwezig zijn. In 1939 kwamen heel wat vluchtelingen naar Holland, en waren de klaslokalen en gangen vol matrassen om de kinderen uit Duitsland op te vangen. We hadden een goede jeugdsjoel, waar elke Sabbatmorgen dienst gehouden werd. (wordt vervolgd)

Castenrays dorpsblad De Schans | 2010 | | pagina 15