Op 18 februari 1947 werd prinses Marijke, later Christina, geboren. Gelijk met haar werd Castenray
verblijd met de geboorte van twee kinderen, namelijk Gerry, de dochter van kapper Sjang Kuijpers
en Mina Hoeymakers, en Pierre, de zoon van tuinder Piet Smulders en Cis Philipsen.
Teng Jeuken stelde voor om met de Willem Barentsz deze twee nieuwgeborenen naar de kerk ter
doop te varen. Het schip, getrokken door twee paarden van de ruiterclub, werd voorgevaren bij
Sjang Kuijpers aan de toenmalige Venrayseweg. Daar stonden de buurvrouwen Bertha Kuijpers, de
vrouw van Handrie en Johanna van de Pasch, de vrouw van Petrannes Heiligers, al klaar met het
kind, natuurlijk goed ingepakt tegen de felle vrieskou. Allen werden voorzichtig op het schip
geladenen in optocht ging het naar de kerk, naar het toentertijd als noodkerk ingerichte
Patronaat Na het doopsel van Gerry moest de dopeling bij Piet en Cis Smulders opgehaald worden.
Die familie woonde in een noodwoning aan de huidige Rietweg, vlakbij 't Cassels Broek. De twee
buurvrouwen, Dora van de Pasch, de vrouw van koster Tinus Kuijpers, en Marie Weijs, de vrouw
van Handrie Dinghs stonden met hun boreling Pierre klaar om op het schip plaats te nemen. Voor
de ruiterclub was het een mooie belevenis om met veel geploeter deze dopeling weer af te leveren bij
zijn geboortehuis. Een grote groep notabelen van het dorp trok mee met deze optocht en was getuige
van een prachtig stuk dorpsgebeuren. Tijdens de tocht zongen de mensen voor de nieuwgeboren
prinses Marijke, maar vooral ook voor Gerry Kuijpers en Pierre Smulders. In het onderstaande
stuk vertelt Piet Philipsen over de oude foto van vandaag.
Schenking
Van Hay Dinghs ontvingen we het boekje 'Os goei paerdetrémke', de geschiedenis van de
Gemeentetram Venray. Toen op 1 juni 1883 de spoorlijn Nijmegen-Blerick geopend werd, kreeg
Venray een eigen station. Dat lag echter bijna 4 km verder in Oostrum. In die tijd waren er in Venray
twee zeer gerenommeerde hotels: de Gouden Leeuw op het Henseniusplein en De Zwaan (Au Cygne)
aan de Grote Markt. Beide onderhielden een wagendienst met het station. Op 15 juni 1909 kreeg
Venray de tramdienst per paardentram naar het station. Slechts 17 jaar heeft de paardentram dienst
gedaan. In 1926 werd hij vervangen door een gemeente-autobus. De vooruitgang was ook op dat
gebied niet te stuiten. Hay, zeer bedankt voor dit informatieve boekje.
Castenrayse mensen vertellen Piet Philipsen deel 3
Passages uit een brief die Piet Philipsen in 2003 schreef aan Toon Kuijpers (van Handrie). Piet woonde
in de boerderij bij De Kaöster die vroeger stond op de plek van het dubbele woningblok.
Nogmaals bedankt dat u zo snel het verhaal in dialect had gestuurd. Hier ben ik ook heel blij mee.
Door het boek 'Vastelaovend same 4x11 jaor 1956-2000' is mijn dialect van Castenray weer een
beetje opgekrikt. Ik moest het wel vaak drie keer lezen voordat ik het begreep, maar steeds meer
kwamen de herinneringen van de woorden weer terug. Ik heb nog als enigste van de familie een heel
goed contact met de familie Vullings en kom gemiddeld twee keer per jaar die kant op. Maar toch hoor
je niet meer zo erg dat dialect uit Castenray als vroeger en zoals het in het boek staat of in uw verhaal,
zoals 'kieps' (pet of hoed) en 'naobere' en 'doonste naobere' (buren of directe buren).
De foto die ik van u heb ontvangen, ken ik van vroeger, maar ik had hem niet. Het is inderdaad het
doopsel met de Willem Barentsz in 1947 van Pierre Smulders. Piet Smulders, mijn oom, ken ik wel, de
rest ken ik ook niet, ja natuurlijk mijn vader wel. Ik denk dat de tweede persoon misschien een zus van
Piet Smulders is en dat zij peettante is en daarom de baby vasthoudt. Mijn vader was peetoom van
Pierre. De foto zal inderdaad bij het huis van Smulders gemaakt zijn. Ook ik was op de Willem
Barentsz. Mijn moeder was namelijk zwanger van mij en zij stond er ook op.
Ik was wel even geschrokken dat de vrouw van de koster recentelijk is gestorven. In 2000 toen we bij
Jan Strijbos waren, was ze de oudste inwoonster van Castenray.
Bij de koster was ik het laatst geweest een halfjaar voordat hij is gestorven. Dit waren hele lieve en
aardige mensen. Verder heb ik nog een paar blaadjes met foto's toegevoegd om nog wat herinneringen
op te halen, zoals de Mök, of in mijn verbeelding uw vader en ook mijn grootouders Philipsen. Opa
Philipsen heb ik nooit gekend en oma Philipsen was een kreng, maar dat is ook op de foto te zien. Ook
een foto van de boerderijDe vrouw op de luchtfoto moet vrouw Jakobs zijn. Ik wist ook niet dat deze
boerderij was afgebrand in de oorlog, (wordt vervolgd)
17