2. Statuten der Vereeniging Stamboek voor het Nederlandsche Trekpaard /Reglement op de Stamboekhouding. 3. Statuten der Vereeniging het Limburgsch Paardenstamboek (1904). 4. Huishoudelijk Reglement der Afdeeling Limburg van het Stamboek voor het Nederlandsche Trekpaard. 5. 't Militaire Schietboekje (van Engelbert Martens, de vader van Jan, die als jongeman in Well woonde). 6. Een overlijdensbericht van zuster Marie Willibrorda (Johanna Philipsen, een zus van moeder Martens) uit 1966. 7. Herinneringsprentjes van pastoor Gerards (Oirlo 1944) en missionaris Coen Classens (Oirlo 1949) 8. Een nieuwjaarswens uit 1949 van Ben, die bij Martens in Klein Oirlo was ondergedoken. Hij emigreerde direct na de oorlog naar Forest Hills in de staat New York van de Verenigde Staten. Verder kregen we van Jan Martens nog een financiële schenking. Jan, wederom zeer bedankt! We kennen allemaal het grapje van mensen die naar Duitsland gaan en hun fiets terugvragen. Of van Duitsers die naar Nederland komen, waarvan wel gezegd wordt dat ze onze fietsen terug komen brengen. Dat stamt uit de Tweede Wereldoorlog, toen de Duitse bezetters veel fietsen vorderden. Maar niet alle fietsen werden gevorderd. Van de familie Duijkers-Rambags (kinderen van Teng en Marie) kregen we een authentieke kaart van Freistellung Fahrradforderung (Vrijstelling vordering van rijwielen) gedateerd 6 augustus 1942. Zeer bedankt daarvoor! Onderhoud wegkruisen en monumenten Vorige week hebben we onderhoud gepleegd aan de drie wegkruisen en enkele monumentjes. We doen dit voortaan twee keer per jaar, vóór Pasen en in het najaar. Castenrayse mensen vertellen Hub Kuijpers, Pater Humberto - deel 9 Nijmegen Na het noviciaat ging ik naar het Groot Seminarie in Brakkenstein, Nijmegen, vanwaar ik twee jaar filosofie heb gestudeerd op het Jezuïetencollege Berchmanianum. Filosofie ging me beter af dan het gymnasium. Theologie studeerden we gedurende vier jaar op de Universiteit. Het was de belangrijke tijd van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) met zijn Kerkvernieuwing. Overal werden seminaries opgeheven. En veel seminaristen vonden hun verdere weg via de Universiteit in een beroep. Op de Universiteit werd de Bijbel en het geloof koud wetenschappelijk benaderd, maar thuis, in onze kloostergemeenschap hadden we warme vieringen van het geloof met iedere dag gezongen Officie (morgen- en avondgebed) en Eucharistieviering. Dat vieren en beleven heeft bij mij het religieuze elan steeds levend gehouden. Van de directeur van het scholastikaat kreeg ik verlof om, anders dan voorheen, alleen op vakantie te gaan, waarvoor ik uiteraard een serieus motief moest hebben. Zo ben ik met de Bouworde van pater Werenfried van Straeten naar Lyon geweest. Dat was de streek van onze Stichter Pater Eymard, die in 1962 heilig verklaard werd door Paus Johannes de XXIII. Ik kreeg ook de gelegenheid tijdens de theologiestudie mij voor te bereiden op de missie in Mozambique. Dus volgde ik extra colleges over de Kerk en de geschiedenis van Afrika en over de problematiek in de ontwikkelingslanden. Tevens begon ik Portugees te studeren. Mozambique was in die tijd nog een Portugese kolonie. Sinds de tijd van het klein seminarie heb ik interesse gekregen voor bekende schilders. Bij mijn grootmoeder in Horst ging ik oude fotolij sten halen om kunstplaten in te lijsten. En tijdens het noviciaat heb ik de wereld van de iconen ontdekt op de laatste bladzijde van de Katholieke Illustratie. Bij de Redemptoristen van de Nebo in Nijmegen heb ik een goede methode geleerd om iconen op te plakken. Dat heb ik meer dan veertig jaar gedaan. Als nieuwe stap, tijdens mijn sabbatjaar in 2003, ben ik in Jeruzalem begonnen met iconen te schilderen en dit jaar (2008) tijdens mijn vakantie, heb ik twee maal een cursus icoonschilderen gevolgd. Heemkundelokaal 't Moëzehool is met ingang van 8 april voortaan geopend op donderdag van 18.30-20.30 uur. 13

Castenrays dorpsblad De Schans | 2010 | | pagina 13