Horsterweg, die vroeger Venrayseweg en Provincialeweg als naam had. VLn.r.: Gerrit; Diny
Nellie; Jet Duijkers.
Castenrayse mensen vertellen - Hub Kuijpers, Pater Humberto - deel 5
Een mooie religieuze ervaring was de jaarlijkse processie naar het Maria-bedevaartsoord in Tienray
en de processie door de velden op de quatertemperdagen (vier seizoengebonden dagen met vaste
gebedsthema's zoals boete en sociale noden) om Gods zegen over de gewassen af te smeken en te
bidden voor een goede oogst. Op het hoogfeest van Maria ten Hemelopneming maakten we een
kruudwis (kruud kruid en wis bos), samengesteld uit graansoorten (m.n. haver), kruiden (o.a. het
duizendblad en het boerenwormkruid), een bietenblad en vruchten (appel of peer). Het ging om een
oud heidens gebruik dat gekerstend is. Met dit gezegende veldboeket richt de Kerk zich tot God,
Schepper van alle gewassen en vruchten (vgl. Gn 1,12) om zegen af te smeken en rampspoed te
keren, vooral het gevaar van onweer en blikseminslag. In Kessel bestaat dit gebruik nog, of weer.
Mijn eerste jeugdzonden waren zonder verlof ver van huis gaan schupe in de bossen achter in de
Straot en op het Schoor, kattenkwaad uithalen, met name boven in de bomen nesten van kraaien,
eksters, uilen en ingkatse (eekhoorns) uithalen. Het was gevaarlijk en je kleren leden er wel
behoorlijk onder. Mijn ouders zagen dat niet graag. Laat thuis komen hoorde daarbij, de rozenkrans
was dan al gebeden en dan kreeg ik er van langs. Belangrijk en aangenaam was voor ons, kinderen,
de brejpot scharre als er in de buurt of bij ons thuis een varken geslacht was.
Om rond te komen, had vader nog wat bijverdiensten naast het scheren en knippen van de boeren. Hij
maakte schetsen van koeien. Het ging erom koeien te identificeren door middel van een document.
Hij ging ook melk scheppen bij de boeren. De melkmonsters werden met de centrifuge zo snel
rondgeslingerd dat het vet zich van de melk scheidde. Op basis van de resultaten werkte vader de
tabellen uit van het vetgehalte. Ik moest hem daarbij helpen en de uitslag naar de boeren brengen. Zo
leerde ik veel achterdeuren kennen, maar ook gevreesde honden.
Onze ontspanning speelde zich af in het struukhaolt, waar we op zoek gingen naar tortelduiven; bij
de beek, waar we baarsjes en kikkendril vingen en kikkers opbliezen; in het Broek met schaatsen, dat
we geleerd hadden met veel vallen en opstaan, met dikke knieën dus; schaatsen ook op de viswejjer
van Weijs Grad; spelen op de Witte Berg met onbekende grenzen, waar we het einde van de wereld
vermoedden; spelen in de oorlogsruïne van de lagere school aan de Provinciale weg. Een spelletje dat
ik mij herinner was, dat we boven in een ruimte kropen en een wedstrijd hielden wie vandaar uit het
verste kon plassen. Wij,jongens, moesten het dan opnemen tegen een zeer geëmancipeerd meisje. Ja,
en dan had je nog in het geheim doktertje spelen in de henneköj van ome Handrie, We waren
gespecialiseerd in seksuologie. Tante Wies, zus van tante Bertha, kwam ons dan wel eens verrassen
met haar verbiedende vinger en dan was het spelletje zo afgelopen.
Onze meer officiële spelen waren landpikken, handballen, waarbij een soort tennisbal met de vuist
werd weggeslagen, en bokspringen. Wat we ook fijn vonden, was dat de klokken met Pasen van
Rome terugkwamen en dan overal gekleurde eieren uitzaaiden. Wij zochten die dan in het gras en
onder de heg. Bij het avondeten mochten we zoveel eieren eten als we wilden. Ik ben eens tot negen
gekomen. De gekleurde eierdoppen werden buiten aan de heg opgehangen. Als de bouwappelen
(YellowTransparant) ongeveer rijp waren, maakten we een mojjik, een soort nest of schuilplaats van
hooi, waar we de appels in verstopten om ze te laten rijpen. Ook maakten we zelf een 'radio', d.w.z.
we stopten een meikevertje in een luciferdoosje. Het zat meestal op de aspergeplanten en kon erg
mooi zingen en dan luisterden we naar zijn zang met het luciferdoosje aan ons oor. Met Sinterklaas
verraste vader ons eens met een slee die hij zelf gemaakt had van een aardappelkistje. En wat heb ik
gespeeld met de meccanodoos! Ook was ik regelmatig bezig met figuurzagen.
Het dorp werd gemarkeerd door ruiterfeesten. Castenray had een indrukwekkende ruiterclub: Maes,
Seijkens, Wismans, enz. Ook weet ik nog dat men een fietsrace georganiseerd had, uiteraard op de
gewone fiets. Er lag nogal wat grind op de weg en in de bochten. Menige renner ging dus onderuit.
Andere evenementen waren schoolreisjes en toneelspel op school. Zo hebben we een keer Tijl
Uilenspiegel als Imker gespeeld. Onze grote onderwijzer was meester Vollebergh. Maar ook meester
Van Heugten heeft indruk op ons gemaakt en niet alleen als hij 'droomde' voor de klas. Hij had dan
een soort psychische black out. Op een keer sprong hij over de banken en rende achter mijn broer
Harrie aan, (wordt vervolgd)
Heemkundelokaal 't Moëzehool is op donderdag 4 maart niet geopend! We hebben die middag
een instructie voor RooyNet in het Erfgoedhuis op het St. Annaterrein te Venray.