Castenrayse mensen vertellen juffrouw Timmermans deel 1
In mei 2003 nam Toon Kuijpers, toen nog lid van onze stichting, een interview af bij juffrouw
Timmermans. Zij was tussen de beide wereldoorlogen een tijd lang onderwijzeres aan de school in
Castenray. Hier volgt haar verhaal.
"Ik heb een heel mooie periode gekend aan de lagere school te Castenray, waar ik veel, heel veel van
meester Volleberg heb geleerd.
Ik ben die meester mijn lange leven lang niet vergeten. Ook heden ten dage denk ik nog vaak met een
tevreden gevoel terug aan hem en zijn dorp, waar tevreden en rustig levende mensen woonden.
Natuurlijk speelde meester van der Voort en juffrouw Derksen eveneens een belangrijke rol in mijn
toen nog onervaren, jonge leven. Ook aan hen denk ik met grote tevredenheid terug".
Aan het woord is juffrouw Timmermans. Bij de Castenrayse jeugd in die tijd beter bekend als 'Juf
Turn'.
Juffrouw Timmermans vervolgt haar verhaal: "Ik werd in 1910 op een boerderij in een dorpje even
klein als Castenray, Egchel, in de gemeente Helden, geboren.
Ik ben gehandicapt geboren en mijn ouders hebben heel veel zorgen aan mij besteed. Niet alleen
gedurende mijn eerste levensjaren, toen mijn vader diverse keren met mij naar een ziekenhuis in
Utrecht reisde, maar ook tijdens mijn verdere jeugd heeft mijn vader heel veel zorgen aan mij
besteed. Doordat ik moeilijk kon lopen, bracht de knecht mij dagelijks met de kar naar de lagere
school in het dorp en haalde mij 's avonds weer op.
Mijn jonge jaren speelden zich af in een tijd van werkeloosheid en armoede. In geheel West Europa
heerste na de Eerste Wereldoorlog armoe en ellende, zowel in de steden als in de dorpen op het
platteland. Zo ook in ons dorp.
Zoals in die tijd gebruikelijk was, werden meisjes met een handicap opgeleid tot coupeuse. Zij
konden dan tegen enige vergoeding wat naai- en herstelwerk in de over het algemeen grote gezinnen
gaan verrichten om zodoende in hun onderhoud te kunnen voorzien.
"Niks daarvan", zei mijn vader, toen ook dat voor mij werd geopperd. "Geen sprake van. Jij wordt
schooljuffrouw." In die tijd waren de vaders nog de baas in het gezin en zo gebeurde het dat ik twee
jaar werd ondergebracht op de kostschool bij de zusters in Steyl, waar ik de zevende klas van de
lagere school deed. Mijn vader vond dat beter, mede en vooral omdat ik in het dorp vanwege mijn
handicap nogal werd gepest. Ik heb toen aan den lijve ondervonden hoe erg het voor kinderen is
gepest te worden.
Daarna ben ik in het internaat in Blerick geplaatst, waar ik vier jaren de kweekopleiding heb gevolgd.
Het was een moeilijke tijd bij de nonnen, die zeer streng doch rechtvaardig optraden en alleen het
goede voorhadden met hun meisjes. Maar ik zal die strengheid en die beklemming nooit vergeten.
Het was geen mooie tijd in mijn jonge leven.
Ik slaagde in 1928 als onderwijzeres. Toen zat ik thuis en had geen werk. Het was in de crisistijd. In
die tijd heb ik twee dagen per week mee les mogen geven aan de lagere school in Helden.
Naar Castenray.
Voordat Richard Verheggen uit Buggenum rector van Castenray werd, was hij kapelaan geweest in
Helden. Toen Castenray in 1932 wegens een boventallig aantal kinderen een leerkracht nodig had,
seinde rector Verheggen mij in dat ik moest solliciteren. Ik deed dat met succes, mede dank zij de
steun die ik daarbij ondervond van meester Vollebergh. Ik moest toen onder toeziend oog van
meester Vollebergh les geven. De meester had snel gezien dat ik aan de eisen die men toen stelde
ruimschoots voldeed.
Twee en een half jaar heb ik in Castenray gewerkt. Plotseling moest ik toen vertrekken wegens de
daling in het aantal kinderen dóór de kwestie 'schoolstrijd Oirlo-Castenfay'.
Rector Verheggen moest dap de kinderen van school halen en zorgen dat ze in Oirlo naar school
gingen. Hij kende het stille verdriet van vele ouders, (wordt vervolgd)
19