Gewoonten en gebruiken rond 1900 - deel 18 3e Rij v.Ln.r.: led Roelofs; Deken Berden; Mgr. Lemmens; Pastoor Verheggen; kapelaan Van Wijngaarden; Fien Duijkers; Onderste rij v.Ln.r.: Truus Vollenberg; Wies Cremers; Marieke Arts; Marie Emonts; Mien Philipsen; Riek Roelofs; Nelleke Arts; To Classens; Cor Drabbels; Keijsers. De kinderen mochten vlak vóór Sinterklaas, meestal op de zondagavond vóór het feest, een klomp of schoen zetten bij de open schouw. In de klomp of schoen kwam voer voor het paard van Sinterklaas, bestaande uit hooi, brood of wortelen. Ook werd er een bakje water bij gezet. De beloning was vaak een snee peperkoek. Meestal op de zondag vóór 6 december kwam Sinterklaas in het Patronaat. Hij werd ingehaald op een schimmel of zittend in een koets. De kinderen hadden op school allerlei stukjes ingestudeerd en deze werden opgevoerd. Sommige kinderen moesten bij Sinterklaas op het matje komen, omdat ze ondeugend waren geweest. Anderen werden beloond en geprezen om hun goed gedrag. Op 6 december waren de meeste kinderen al vroeg uit de veren. Van de spanning hadden ze maar weinig geslapen en wekten ook hun ouders in alle vroegte. In de kamer stonden de cadeautjes op tafel en bij de kachel klaar. Meestal waren het nuttige geschenken die men hard nodig had, zoals kledingstukken, maar ook kreeg men wel een rozenkrans of een kerkboekje. Natuurlijk was er ook speelgoed dat dikwijls zelf gemaakt was, want veel geld om speelgoed te kopen was er niet. Ook kreeg men gerepareerd en opgeknapt speelgoed, dat men lange tijd op zolder of in de ouderlijke slaapkamer bewaard had. Houten speelgoed, zoals een poppenhuis, een hobbelpaard, een kruiwagentje, een paard op wieltjes of iets dergelijks, werd jaren achter elkaar gebruikt voor de opeenvolgende kinderen. Het speelgoed werd enkele weken voor Sinterklaas zonodig opgeknapt en fris beschilderd. De meisjes kregen dikwijls een krentenpop en de jongens een paard, haan of konijn van gebakken deeg en krenten. Ook waren er taaitaaipoppen, speculaas en wat appels, peren en noten. Op 8 december was het Maria Onbevlekte Ontvangenis en de kerkdiensten waren dan als op zondag. Tevens begon dan de Adventstijd. Net als in de vastentijd werd er dan niet getrouwd. Op de derde woensdag van de Advent was de Gulden Mis die al in de middeleeuwen opgedragen werd ter ere van het moederschap van Maria. Het was een mis met veel kaarslicht, waarbij de kinderen een gulden beloofd werd voor degene die het eerst in de H. Mis was. Niemand kreeg ooit die gulden, want de koster was altijd eerder. Op 13 december was het naamfeest van St. Lucia. Tot 1900 werd die dag in Venray als een zondag gevierd, omdat Venray een eeuw eerder zwaar getroffen was door dysenterie (rode loop). St. Lucia werd aangeroepen en in het oudste deel van de Langstraat stopte de ziekte. In Castenray stond een beeldje van St. Lucia in het Lucia-Jozef-Johanneskapelletje aan de Castenrayse Berg, maar Lucia werd in het dorp niet in het bijzonder vereerd. Op 25 december vierde men kerstmis (Christusmis), de geboorte van Jezus Christus. In elke woning stond een kerstboom met daaronder de kerststal. De kerstboom kwam pas rond 1900 vanuit Duitsland overwaaien. De kerststal met de gipsen kerstgroep stond al ver vóór 1900 in de huizen. Sommige boeren legden hooi buiten, omdat ze dachten dat het kerstkind het hooi zou zegenen. Op Eerste Kerstdag begon de nachtmis om vijf uur 's morgens en werd gevolgd door twee missen. Aangezien het erg donker was, nam men de stallamp mee voor onderweg. Bij gelegenheid van kerstmis werden zwartgelakte klompen gedragen. Om half acht 's morgens begon de Herdertjesmis en om half tien de hoogmis, 's Middags was dan om drie uur het lof. Kerstmis was een echt kerkfeest, want de mensen brachten vele uren in de kerk door. Daarnaast werd er tijdens de kerstdagen goed gegeten en gedronken. Thuis werden de op school geleerde kerstliedjes gezongen. Op 28 december vierde men rond 1900 hier het feest van Onnozele Kinderen. Er werd herdacht dat koning Herodus op zijn jacht naar Jezus alle kinderen tot twee jaar van elk gezin liet doden. Om ouder te lijken hulden de kinderen zich bij de herdenking in kleren van volwassenen. De jongste zonen in vaders jas met horlogeketting en de jongste dochters met moeders kleren en muts op trokken dan door de straten. Zij waren die dag ook de baas in huis en mochten zeggen wat er gegeten zou worden en soms hoe laat ze naar bed moesten. 13

Castenrays dorpsblad De Schans | 2008 | | pagina 13