Dagboek van zuster Verona - deel 37
1 mei
Moeder wij rekenen op U, bid voor ons om vrede. Classens bracht 4lA pond vlees, Baeten gesneden
ham en boter. Zr. Debora tobt geweldig met het versleten fornuis en wij tobben met de kou in de
school. Zr. Gertraud en Zr. Odorika zorgen weer voor de was. Het is geen Meiweerl Maar Maria
brengt vrede, heel zeker. Moeder, help toch de arme noodlijdende mensen.
2 mei
Een zeer gezegende dag voor ons. Worst van Jeuken, veel vlees van Zanders, boter van Duijkers,
twee worsten en balkenbrij van Van den Berg. Spek, worst, vet, balkenbrij van Michels, eitjes van
f Zusters. Goede God, wij danken U! Wij zijn toch de verwende kinderen van de Goddelijke
Voorzienigheid. Bij Swinkels stonden honderd koeien, gereed om verdeeld te worden. Wij konden
naar believen melk kopen. Dat was een meevaller. Ik haalde tien liter en wij maakten boter. De
krant zegt dat Hitier dood is. Wat een einde!!
3 mei
De timmerlui zijn bezig het noodzakelijkste op te knappen, vooral in de kapel. De Duitsers hebben
in het plafond en de vloer een groot gat gemaakt, precies onder het torentje. Bij gevaar lieten zij
zich uit de toren door die gaten naar beneden in de zusterskamer langs een dik touw. Een Oirlose
onderwijzer heeft dit een keer gezien.
4 mei
Wij kregen een tuit melk. Wij kregen nu stijve, witte katoen voor de ramen. Widdershoven heeft
ons bezocht. Ook is hij bij meneer Pastoor langs geweest.
5 mei
God zij dank. Heerlijk. Vrij!! Toen wij uit de kerk kwamen, hoorden wij tot onze grote blijdschap
dat Nederland vrij was en dat het grootste gedeelte van 't Duitse leger gecapituleerd had. Onderweg
zagen wij al de Nederlandse driekleur overal wapperen. De Deum, laudamus! Vrede. Vrijheid! Een
einde van het onnoemelijke lijden van vele miljoenen. Maria heeft geholpen, Maria helpt, Maria zal
ook verder helpen. Wij kregen recreatie! Oranje strikjes en vlaggen werden voor de dag gehaald. In
de granaatgaten en stukke ramen prijkten weldra overal kleine vlaggetjes. Onze grote schoolvlag is
stukgescheurd. Grote drukte in de keuken. Fornuis wil niet branden. Boter karnen, koffie malen op
een geleende koffiemolen. Wat zijn wij blijO.L. Vrouw heeft de gebeden harer kinderen verhoord.
Moeder, wij danken U. St. Jozef, wij danken U. Goede mensen brachten twee grote stukken spek,
worst, vlees, boter. Classens melk en vlees. Zr.Jozefita kreeg tien eitjes. De jongens hadden geen
school. Om zeven uur was Meilof. Wat zijn wij toch gelukkig. De overweldiger heeft zijn verdiende
loon.
6 mei
Zondag. Zeer slecht weer, het waait en regent voortdurend.
7 mei
Na de H. Mis Kruisprocessie. Een noodkerk, dus ook een andere processieweg. Veel langer dan
anders. Na de koffie heb ik tegenwoordig een uurtje gymnastische oefeningen bij het kloven van
hout voor Zr. Debora, in diepe verborgenheid. Zij bezwijkt haast onder de veelsoortige bezigheden.
Zr. Odorika is haar assistente. Ze schilt de aardappels en haalt veel water van de schoolpomp. Het is
een soort stadspomp! Alleen de bijbehorende praatjes ontbreken. Na de middag hoorden wij van
totale capitulatie! Grote God, wij loven U.
8 mei
Kermisprocessie. Wij gingen ver, het was warm. Wij kregen weer veel goede gaven, vlees, worst,
melk.
9 mei
Zr. Gertraud heeft tomatenplanten gezet.
10 mei
Veel jongens kwamen weer uit Duitsland terug. Zr. Damase kreeg zes eendeneieren en vier pond
boter. Overal wordt al dagen gevlagd. Waar ze een gescheurde vlag hebben, laten ze ook deze
dapper wapperen.
5