te maken. De hele dag was het buiten zeer druk. Troepenverplaatsing. Nieuwe Engelse soldaten
kwamen onderdak zoeken. De eerste uitgave van de Venrayse krant 'De Zwijger' kwam in ons
bezit.
29 november
Er gebeurde niets bijzonders. Ik kreeg van de Engelsen twee bussen biscuits. Meneer Pastoor
verhuisde naar Classens in Oirlo. De pastorie heeft een bom gehad. Deze drong nog door de zware
gevel van de kelder. De helft van het huis is ongeveer weggeslagen. Het rookvlees, dat wij in de
kloosterkelder achterlieten, was gestolen. De Engelsen vertrokken, 's Nachts werd soms hevig
geschoten.
30 november
Gisteren hebben wij in het klooster en in de school gewerkt. Het is overal een onbeschrijfelijke
warboel. Wij zoeken alles uit het puin op, binnen en buiten, boven en beneden, om het bij elkaar te
leggen in de zusterskamer. Het is zo koud en tochtig. Karren vol puin liggen binnen. Het ziet er uit
of in het klooster een troep vee gehuisd heeft. De beste paramenten {kazuifels en altaardoeken in de
liturgische kleuren JS) en andere waardevolle zaken van de kerk en de kapel hebben de Duitsers in
de kolenkelder gegooid. Alle afval, etensresten enz. hebben ze er bovenop gegooid. Alles is
bedorven. Voortdurend komen Engelse soldaten in het klooster en de school. Ze zijn zeer
vriendelijk. Ze hebben een busje thee gegeven. Wij zijn laat naar bed gegaan en hebben heerlijk
geslapen. Hevig geschoten.
1 december
Wij gaan dagelijks naar klooster en school om op te ruimen. Voortdurend waren er Engelse
soldaten. Ze gebruiken het kapellentorentje als uitkijktoren. In onze nabijheid werd het zwaar
geschut geplaatst. Zulke kanonnen waren nog niet hier. In de spreekkamer van de school is een
telefooncentrale. De soldaten spreken gaarne met ons. Ze kunnen wat Hollands en Frans. Er wordt
hier veel gestolen. Ook bij ons en wij zijn al zo arm. Zr. Hendrina heeft met Zr. Gertraud uit de
grond gehaald, wat nog niet gestolen was.
2 december
Zr. Hendrina, Zr. Gertraud, Zr. Debora en ik waren weer naar het klooster. Wij rapen uit het puin op
wat nog goed is, dat kunnen we nog wekenlang doen. De mensen vragen om de ziekenzuster. Zij is
nog in Meerlo. Wij weten niet of wij in Oirlo kunnen blijven. De Engelsen praatten al weer over
evacueren. Het zwaar geschut buldert oorverdovend. De mensen, die in de nabijheid wonen, moeten
hun huizen verlaten. Alles trilt en beeft. De ruiten barsten, pannen vliegen van de daken. Zr.
Gertraud heeft de was ingestoken bij Rongen. Het is een grote! Wij wilden een mik halen. Er is
niets te krijgen. De bakker kwam juist terug. Vannacht hevig geschoten.
3 december
Meneer Pastoor heeft voor het
eerst H. Mis gelezen in de
kamer bij Classens. Hesen
gaven een stuk ham. Zr.
Hendrina en ik waren bij
meneer pastoor. Zijn
Eerwaarde gaf verlof om
werkers op te scharrelen, die
het klooster bewoonbaar
maakten. Het regent zo erg. Overal regent het binnen. De Engelsen haalden uit het puin in de
school wat nog van de bruidskleedjes en rokjes over was. Wij vonden nog kachelborstels, God zij
dank. Ik heb ze uitgewassen en nu doen ze dienst als schoenborstels. Twee strijkijzers gevonden.
15
Castenrayse jongens bij de op 5
oktober 1944 langs de Oosterbos
weg neegestorte B57 bommenwer
per.