De heer Vermeulen herhaalt, dat thans verschillende der onderteekenaars met de schoolactie in de richting, waarin die thans gevoerd wordt, het niet meer eens zijn. De heer Odenhoven steunt het voorstel Millen om deze zaak aan te houden en hoopt dan maar, dat Venray 's katholieke bevolking zal weten gedaan te krijgen, dat er een bevredigende oplossing gevonden wordt. Wethouder Nelissen is het volkomen eens met den heer Vermeulen. Velen, om niet te zeggen de meeste der onderteekenaars zijn het thans niet meer met de stichting van de school eens, nu ze weten dat het eene neutrale school zal moeten worden. Ook niet in Klein-Oirlo. Dit hoort ook overigens, ook historisch, wel degelijk bij Oirlo. Dat er 18 gezinnen bij Castenray zijn gevoegd, is door Oirlo goedgevonden om de bestaansmogelijkheden der school te Castenray te helpen bevorderen. En opmerkelijk is toch zeker wel, dat er van Klein-Oirlo nu al ouders zijn, die kinderen naar Oirlo zenden, waarvoor ze dat niet verplicht zijn, dus die ze nog gerust naar Castenray mogen zenden. De heer Steeshs herhaalt nogmaals, dat Klein-Oirlo als geheel genomen in 1928 alleen aan de omzetting van de openbare school te Castenray in eene R. K bijzondere heeft meegewerkt, in die veronderstelling, dat de kinderen van Klein-Oirlo naar die school zouden kunnen blijven gaan. De heer Millen zou graag zijn voorstel in stemming willen zien. En wat de kwestie betreft, dat menschen van Klein-Oirlo hun kinderen naar Oirlo zenden, dat gebeurt om heel andere redenen. Daar zitten crisis-aangelegenheden tusschen. Schoolfoto uit± 1930 met rechts meester Vollebergh en juffrouw Derksen en links meester van de Voort. De Voorzitter zegt, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders het verstrekkend is en dus het eerst in stemming moet komen. De heer Nelissen komt op tegen wat de heer Millen zegt omtrent een verband met crisis aangelegenheden. Dat er kinderen van Klein-Oirlo vrijwillig naar Oirlo ter school komen, heeft heelemaal niets te maken met wat de heer Millen blijkbaar bedoelt. De heer Pubben zou eveneens deze zaak eens aanhouden. Mogelijk komen er dan in dien tijd andere gezichtspunten en andere gedachten. Hij ook is er van overtuigd, dat de menschen niet weten en zeker ook niet willen, wat ze feitelijk vragen. De Voorzitter stelt voor de discussies over dit onderwerp te staken en brengt dit in stemming. Voor stemden de heeren Nelissen, Vermeulen, Reintjes, Poels, Houben, Goumans en Pubben. Tegen de heeren Janssen, Odenhoven, van Dijck, van Haren, Arts, Millen, Steeghs en van Boven. De heer Odenhoven bepleit nu andermaal aanhouding van deze zaak, overeenkomstig het voorstel Millen en zou dat dus in stemming wenschen te zien. Ook de heer van Haren vindt dit voorlopig het beste, wat we kunnen doen; intusschen is het dan Kerstmis geweest en kunnen door overleg en van weerskanten wat geven en nemen belanghebbenden wellicht in één schip worden gebracht. De Voorzitter herhaalt, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders het verst gaat en dus ook het eerst in stemming moet komen.

Castenrays dorpsblad De Schans | 2006 | | pagina 17