Maandag 2 mei: Foto- /filmavond 'Levende Kruisweg' in
De Wis. Aanvang 20.00 uur. Voor iedere belangstellende.
-11-
Marie Friesen en haar moeder sliepen toen al enkele dagen bij ons in de kelder. Zij waren de schrik van een
jaar eerder nog niet te boven toen in de nacht van 8 op 9 april tijdens een luchtgevecht een Engels vliegtuig
zijn brand- en fosforbommenlast boven Castenray had laten vallen. Hun boerderij, stallen, schuur en veestapel,
de timmermanswerkplaats van Dinghs en de boerderij van Philipsen Piet aan 'De Straot' waren toen in
vlammen opgegaan.
Toen 'Achter-Casele' moest evacueren kwam daar de familie Steeghs bij. De mannen telden niet mee, want
die waren ondergedoken of sliepen in of bij de intussen herbouwde boerderij, of opzij van ons huis in een
schuilkelder, die was gebouwd door de Duitsers, die ons huis eerder gevorderd hadden. Het was een degelijke
schuilplaats met eiken balken, rustend op eiken staanders. Daar lag een ijzeren plaat overheen met nog een
dikke laag zand, aldus Henk Arts, de huidige bewoner, die de schuilkelder nog niet zo lang geleden zelfheeft
gesloopt.
Oom Kobus bracht de negen zusters van het klooster in Oirlo mee. Zij huisden op stoelen in de achterste
kelder, de kolenkelder. Met de zusters was Christientje Jans uit Maashees mee gekomen. Dat blonde
Christientje was bij een artilleriebeschieting in Oirlo, door een granaatscherf in de rug getroffen, toen ze naar
de schuilkelder rende. Ze had nog geroepen: Mama ik kan nie mer loeëpeen dat bleek de harde waarheid.
De zusters uit Oirlo, als wijkzusters van het Groene Kruis de enige medische deskundigen zo dicht achter het
front, werden er bij gehaald en hadden zich over Christientje ontfermd en haar sindsdien verzorgd. Bij de
evacuatie van Oirlo hadden mijn neven haar vervoerd en zo kwam ze bij ons in de kelder terecht. Ze lag in de
middelste kelder op een rustig plekje op een matrasje, ze zag alles, hoorde alles, huilde niet en klaagde niet. Ze
kon alleen haar bovenlijfje bewegen. Als Wolff, zittend op de trap, voor haar op zijn mondharmonica speelde
en dat deed hij vrijwel iedere avond, dan sloeg ze met haar handje de maat en dat ontroerde ons allemaal.
Christientje heeft nooit meer kunnen lopen en is enkele jaren na de oorlog in de Sint Maartenskliniek in
Nijmegen overleden.
Er waren ook nog twee mannen meegekomen, een Rotterdammer en een Amsterdammer, uit het strafkamp
IJsselstein. Toen het front steeds dichterbij kwam, waren de bewakers vertrokken en hadden de gevangenen
aan hun lot over gelaten. Waarschijnlijk waren de twee opgepakt wegens 'zwarte handel'. Zo noemde de
overheid toen alle handel, die gedreven werd buiten de distributie om. Half Nederland was in die tijd dan ook
zwarthandelaar. Alles bij elkaar moesten Marie Friesen en Moeke dagelijks koken voor een dertigtal mensen.
Gelukkig hadden ze daarbij helpers genoeg. Bovendien zorgden Ties d'n Bekker en Wim en Huub van Rhee
dat er dagelijks vers brood te krijgen was. De laatste zondag voor de evacuatie droeg Pater Vroemen, die door
de oorlog niet naar de missie in Brazilië kon en zich in Castenray in de zielzorg verdienstelijk maakte, in onze
voorkamer de mis op. Hij sloot de dienst af met de generale absolutie. Ik voelde de oorlogsdreiging op dat
moment heel sterk, maar tegelijkertijd stelde het me ook gerust. Er kon me niets gebeuren, dacht ik, we waren
in Gods hand. Die middag werden op het kerkhof twee Duitse soldaten met militaire eer begraven. Wij stonden
er allemaal achter het huis op de stoep naar te kijken. Toen de saluutschoten weerklonken, zei Wolff nog:
"Dasz ist gefahrlich" en zijn woorden waren nog niet koud, toen de Engelse granaten ons al om de oren
vlogen. Een granaat ontplofte, toen hij de A-paal van het bovengrondse elektriciteitsnet voor het huis trof en
joeg een regen van granaatscherven tegen de voorgevel en door de ruiten naar binnen. Kees, een van de ex-
gevangenen had dekking gezocht op de trap in de hal en kreeg een granaatscherf in zijn been. De schade bleef
verder beperkt, maar is nog altijd te zien aan de gevel. Ook een chiffonnière, een mahoniehouten ladekast in de
eetkamer liep schade op, maar daar maakte in die tijd niemand zich druk om. Nog steeds vind ik het een
wonder, dat verder niemand getroffen is, terwijl op dat moment alleen de zusters veilig in de kelder waren.
Hoeveel ruiten er toen bij ons zijn gesneuveld, weet ik niet, maar ongetwijfeld waren het er heel wat meer dan
in de hele oorlog bij Philipsen aan de Horsterweg. Hij had voordat de granatenregen in Castenray losbarstte
met dagelijks soms vier salvo's granaten, uit voorzorg alle ramen uit de sponningen getild en in de kelder in
veiligheid gebracht. Hij gold sindsdien dan ook als de slimste man van Castenray.
Wolff, altijd weer Wolff, had intussen via de veldtelefoon de Duitse Rode Kruispost bij Thei Strijbos,
('Tummans Thei'), gebeld en daar werd de scherf uit het been van de ex-gedetineerde verwijderd. Zr. Damase,
die mee was gegaan, besprak daama de toestand van Christientje met de Duitse arts, die haar uitnodigde met
het meisje langs te komen. Dat gebeurde nog diezelfde dag. Hij bekeek de wond, keek de zuster aan en zei, dat
ze in Duitsland zo'n patiëntje een spuitje zouden geven. Zuster Damase reageerde fel en gaf hem in onvervalst
Duits te verstaan, dat hier andere normen golden dan in Nazi-Duitsland en dat zij de opvattingen van de Nazi's
over dood en leven niet deelde, om vervolgens met Christientje weer naar onze kelder terug te keren.
Voor correcties en aanvullingen: ajw vollebergh, lage driesstraat 16, 5268br helvoirt e-mail aiwvollebergh@Drettel.nl
av 10042005