Rechts van de Corridor, trokken de Engelsen vanuit Heeze in de richting Helmond en vanuit Leende richting Someren, waar een bruggenhoofd over de Zuid-Willemsvaart werd veroverd. Vanuit dit bruggenhoofd waaierden de Engelsen uit naar Helmond, naar Deurne en naar Meijel. Vanuit Meijel werden de Duitsers terug gedreven tot achter de Noordervaart en het Kanaal van Deurne. De Engelse troepen op weg naar Deurne bereikten hun doel op 24 september na zware gevechten bij Liessel en Ommel. Het gebulder der kanonnen in de strijd om Liessel was in Castenray duidelijk te horen.Via De Rips en Sint Anthonis bereikten de Engelsen op 26 september de Maas bij Sambeek. De Engelse troepen op weg naar Helmond en Gemert dreigden de Duitsers tussen de Corridor en de weg Deurne -Boxmeer in te sluiten en ze trokken zich dan ook ijlings terug via Gemert, Westerbeek (De Twist) en Stevensbeek naar de Maas bij Vortum-Mullem. De routes van de Engelse en Duitse troepen kruisten elkaar zonder erg in de nacht van 25 september en moeten elkaar rakelings gepasseerd zijn in de buurt van De Rips en Elsendorp. Eind september lagen de strijdende partijen in een wijde boog om Venray en Overloon heen. Enkele dagen later klopten drie Duitse soldaten bij ons thuis aan en vorderden het kantoortje, een klein kamertje naast de voordeur. Het zou maar voor enkele dagen zijn, zeiden ze. Het bleken later deserteurs te zijn, maar dat hadden we toen nog niet in de gaten. Ze hielden zich rustig en kwamen nauwelijks buiten. Soms ging een van de drie "op instructies uit" en bracht dan etenswaar mee. 's Avonds vroegen ze, of ze zich in onze huiskamer, waar de kachel brandde, mochten warmen. Uit gesprekken bleek dat ze heel verschillend over de oorlog dachten. De een was het spuugzat. De jongste hoopte dat de 'Geheimwaffen', die Hitler had beloofd de oorlogskansen nog konden keren. De derde had het geregeld met Jos aan de stok. Vader vroeg Jos zich wat in te houden, omdat hij vreesde dat ze anders het huis helemaal zouden vorderen. Ze vertelden ook dat ze tijdens de strijd om Deurne het kasteel hadden verdedigd en dat de freule hen had verraden aan de Engelsen en dat ze daarom het kasteel uit wraak in brand gestoken hadden en onder dekking van de rook waren ontsnapt. Op 7 oktober, toen we aan tafel zaten, het moet tegen twaalven zijn geweest, hoorde ik zwaar geronk van vliegtuigmotoren. Ik keek om en zag een uitzonderlijk laag vliegende BI7, een 4- motorige Amerikaanse bommenwerper, waarvan de rechter propellers stil stonden. Hij verloor hoogte omdat hij op twee motoren niet in de lucht kon blijven. In een flits zag ik rechts van de boerderij van Grad Dinghs de bemanning van het luchtafweerkanon, dat tussen de korenmij ten van Thei Strijbos (Tummans Theistond opgesteld, weg sprinten. Toen de bommenwerper voorbij was en het gevaar geweken, renden ze terug en brachten het kanon in stelling, maar ze waren natuurlijk veel te laat op hun post terug. Ik liep vlug naar de andere kant van het huis en verwachtte eigenlijk dat het Vliegend Fort, zoals de B17 ook wel werd genoemd, tegen de kerktoren was gevlogen, maar zo laag was het nou ook weer niet. Gelukkig voor de bewoners van 'De Straot' crashte het pas ruim twee en een halve km verderop, aan de andere kant van 'de Berg'. Het lag in de bosrand te branden toen ik aankwam en daar lag het na de bevrijding nog. Ik was natuurlijk niet de enige, die langs de zandweg stond te kijken. Er stonden ook twee Duitsers met fietsen. Ze beweerden tegen een paar andere soldaten dat zij het toestel "abgeschossen" hadden. De snoevers. Ze hadden zelfs geen schot gelost. Daar in het open veld deed ik mijn eerste 'frontervaring' op. We stonden zover van huis binnen het bereik van de Engelse artillerie aan het Defensiekanaal, die in onze richting schoot. Gelukkig voor ons, die nog zo groen als gras waren en de gevaren van het front nog niet kenden, riep een onderduiker, die als sergeant in 1940 op de Grebbeberg had gevochten, dat we in het karrenspoor dekking moesten zoeken tegen de granaatscherven. Toen het schieten even ophield, renden we het dennenbos in en dachten daar veilig te zijn omdat ze 'ons niet meer konden zien'. Aan de stofwolken was te zien, dat de granaten enkele honderden meters van ons af insloegen in de buurt van het brandende wrak. Later hoorde ik dat de piloten boven Meerlo al uit het toestel waren gesprongen en gevangen genomen. Zo verliep mijn vuurdoop. Ik was er danig van in paniek geraakt. Doodsangst had ik uitgestaan daar aan de rand van 'de Berg', het vroegere speelterrein op woensdagmiddag van de Castenrayse jeugd. -7-

Castenrays dorpsblad De Schans | 2005 | | pagina 7