Stichting Heemkundig Genootschap Castenray -3- J& Woensdag 5 januari 2005: Vergadering bij Jan Strijbos. Aanvang 19.30 uur. Boerengezegden "De visse hebbe 't mar goed", zaej de pruver, "ze dreenke as ze wille en hoeve niks te betale!" 9 D'n baeste Pruus het nog 'n paerd gestole, mar d'n ezel het ie laote staon. 9 Ge mot gén schael oeëge make. (Je moet iedereen gelijk behandelen.) 9 Mitliej is gén zalf! 9 Ik heb 'm de gros gewisseld! (Ik heb hem zijn vet gegeven.) Van de door de kinderen van de basisschool opgetekende deportatieverhalen onderstaand dat van Ger Philipsen. Hiermee sluiten we de herdenking van de razzia's en deportaties in 1944 af. U kunt alle verhalen en foto's van de herdenking vinden op www.kerkrazzia.nl. Verhaal van Ger Philipsen Deportatie-interview met Ger Philipsen door Stan en Jeroen. Voorverhaal Het is 1939, ook de mobilisatie in Limburg begint. Iedereen die een auto of een paard heeft, moet hem na een keuring aan het leger geven. Zo ook Ger Philipsen. Onderweg komt hij zijn vader tegen die met de fiets terugkomt en zegt dat ze geen paarden meer nodig hebben, ze hebben er genoeg. Na dat gehoord te hebben, gaat Ger ook maar naar huis. Ondertussen worden ook de militairen naar de grens, de Peel en langs de Maas gestuurd om te patrouilleren. Terwijl in Klein Oirlo (de woonplaats van Ger Philipsen) nog alles gewoon zijn gangetje gaat, is Hitier Polen binnengevallen en begint ook de aanval op Frankrijk. Maar ze komen niet door de verdediging en daarom gaat het Duitse nazi-leger maar via België, waar de verdediging niet zo sterk is en zo is Nederland ook een makkie en dat alles gebeurt in het voorjaar van 1940. Het leven in de oorlog van Ger Philipsen. Ger zijn broer Jan moest elke dag voor de Duitsers loopgraven bouwen. Op een dag zei Ger tegen Jan, dat hij wel zou gaan vandaag. "Blijf jij maar liggen." Maar toen Ger naar de Duitsers ging om het van zijn broer over te nemen, werd hij opgepakt door een aantal andere Duitsers die in het geheim een razzia hielden. Hij werd naar 'Heidens Kuuëp'gebracht, waar alle opgepakte mannen werden heengebracht. Later gingen ze op weg, te voet, via Tienray, Swolgen, Broekhuizenvorst naar Broekhuizen. Daar gingen ze met de pont de Maas over en werden ze aan de andere kant opgevangen door de 'grüne Polizei'. Ze gingen weer verder naar Arcen, waar ze moesten wachten op het erf van een kolenboer en daar moesten ze wachten tot ze weer verder naar Venlo gingen. Laat in de middag kwamen de Duitsers met een stel goederenwagons, open tramwagons en een auto-trekker op rupsbanden, waar ze op moesten stappen en richting Venlo gingen. Toen ze op het station waren, stapten ze over in veewagens. Ze mochten een beetje eten van thuis meenemen en een beetje uitrusten. Toen iedereen er in zat, kwamen ze hun wagon controleren. Na hen geteld te hebben, zeiden ze, dat ze met één te veel waren en ze lieten de oudste naar huis gaan. Toen ze gingen, begonnen ze uit volle borst te zingen: "Vaarwel mijn dierbaar vaderland", dat was ingezet door Teng Vollenberg. De reis ging verder naar Kaldenkirchen. Daar aangekomen gingen ze wat slapen, iedereen tegen elkaar aan en het lukte ook nog! 's Morgens toen ze wakker werden, moest bijna iedereen naar de w.c., maar die was er alleen voor de bewakers, dus moesten ze met z'n allen door een gat poepen dat net groot genoeg was. Ger Philipsen keek zo goed en zo slecht als hij kon naar buiten. Het leek niet zo slecht, maar dat was snel weer over, want buiten ticfjtmg fjeemfumStg 6titootscfiaj: Castenray Wei*,

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 3