RESTAURATIE KERKGEBOUW
CAS&
%er£6estuur Castenray
De vleermuizen in onze kerk
U hebt ze wellicht wel eens zien vliegen, de vleermuizen die de kerkzolder bewoonden. Het waren er enkele
tientallen. De dakdekkers dachten zelfs meer dan honderd, maar door de restauratie van het dak zijn ze
allemaal verdwenen. Hopelijk komen ze na de winter weer terug, want het zijn erg nuttige beestjes, deze enige
zoogdieren in ons land die kunnen vliegen.
Sinds 1973 zijn ze bij de wet beschermd en je mag ze dan ook niet verstoren, of hun woonplaats beschadigen.
Verstoren was nu echter een noodzakelijk kwaad, maar hun woonplek is onbeschadigd gebleven. Er zijn
vliegopeningen onder de goten gelaten, zodat ze weer gemakkelijk terug kunnen komen.
Sommige mensen vinden vleermuizen maar griezelige diertjes. Vroeger dacht men dat ze van de duivel
kwamen, omdat ze in het nachtelijk donker rondje huis vlogen. Men spijkerde zelfs vleermuizen tegen de
deuren, om de boze geesten buiten te houden. Ook tegenwoordig zijn er nog veel mensen die vleermuizen heel
eng vinden, omdat ze denken dat ze in je haren vliegen, of ziektes overbrengen. Niets is minder waar.
Vleermuizen zijn juist heel bijzonder en nuttig. Het zijn echte insecteneters, die per nacht ruim een kwart van
hun lichaamsgewicht aan insecten moeten eten. Dat zijn elke nacht zo'n 300 muggen, motten en kevertjes. In
de avondschemering verlaten ze hun verblijfplaats om op jacht te gaan en rond die tijd kon je ze steevast rond
de kerk zien vliegen. Op het moment van uitvliegen werden ze ook regelmatig geteld door natuurorganisaties.
Vleermuizen jagen 's nachts een paar uur en keren dan weer terug naar hun verblijfplaats, waar ze overdag een
goede schuilplaats hebben. Dat ze 's nachts jagen, heeft te maken met het feit dat ze dan geen concurrentie
ondervinden van insectenetende vogels. Verder hoeven ze 's nachts niet bang te zijn voor roofdieren. Om in
het donker de weg goed te kunnen vinden, hebben ze speciale aanpassingen nodig, zoals grote ogen met een
reflecterende laag achter in de ogen. Op die manier kunnen ze bij heel weinig licht toch nog zien, net zoals een
kat. Maar deze 'kattenogen' zijn onvoldoende om, soms in het pikkedonker, insecten te kunnen vangen.
Daarom maken ze gebruik van echolocatie. Om aan de hand van echo's een scherp beeld te krijgen, moeten de
vleermuizen een reeks van zeer hoge (ultrasone) geluiden uitstoten en deze weer met hun oren opvangen.
Sommige mensen raken steeds weer gefascineerd door hun acrobatische vliegcapriolen. Vroeger gooiden we
altijd een hoed of iets dergelijks de lucht in, wanneer er vleermuizen rond de boerderij vlogen. Je zag de
diertjes dan altijd op het laatste moment het voorwerp ontwijken. De 'prooi' was duidelijk te groot voor hen.
In onze kerk zaten drie soorten vleermuizen: de laatvlieger, de gewone grootoorvleermuis en de grijze
grootoorvleermuis
De laatvlieger is een van de grootste vleermuizen in Nederland en het diertje dankt zijn naam aan het feit dat
hij later uitvliegt dan een andere grote vleermuis: de rosse vleermuis. Deze wordt ook wel vroegvlieger
genoemd. De laatvlieger is ook een echte gebouwenbewoner, terwijl de rosse vleermuis veelal in bomen slaapt.
De laatvlieger komt in ons land vrij algemeen voor. In onze kerk zaten er daar ook verreweg de meeste van. Ze
zaten zelfs onder het lood dat over de nok zat. Toen de dakdekker ze voorzichtig verplaatste, lieten ze hun
scherpe tandjes zien. Zonder handschoenen kun je ze dan ook beter niet vastpakken. Over het algemeen zijn
laatvliegers erg plaatstrouw en ze gebruiken dikwijls jaar najaar, zowel in de zomer als in de winter, hetzelfde
gebouw. Het heeft dan ook alle kans dat ze volgend jaar weer onze kerkzolder bewonen. Het vele mest van de
diertjes moeten we maar voor lief nemen. Trouwens, het IKL heeft onlangs de kerkzolder nog helemaal schoon
gezogen.
De grijze grootoorvleermuizen hebben een duidelijke voorkeur voor grote, open ruimtes. Onze kerkzolder is
dus een ideale plek voor deze soort. Ze leven vooral van grotere insecten, zoals nachtvlinders die ze opsporen
aan de hand van de geluiden die deze insecten zelf maken. Vandaar ook de grote oren.
ticfjtmg fjcwfiunStg 6e»tootscfia:
Castenrcrp