-8- Ze moesten loopgraven langs de Horsterweg in Castenray graven. De Duitsers zeiden dat het gevaarlijk was met al die Engelse jachtvliegtuigen die overvlogen. Toen zijn ze de schoppen gaan inleveren bij Gr ad Dinghs in Castenray. Toen mochten ze thuis nog kleding gaan halen die ze al die tijd gedragen hebben, ze mochten geen afscheid nemen. Toen liepen ze naar Klein Oirlo. De Duitsers waren ruw, maar niet onvriendelijk. Ze hadden geen honden of tanks, maar wel geweren, revolvers en machinegeweren. Van Klein Oirlo liepen ze naar Tienray, Swolgen, Broekhuizenvorst en toen naar Broekhuizen, waar ze via de pont naar Ar een gingen. Van daaruit naar Venlo, waar er een heel grote groep bij kwam. Ik probeerde onderweg nog te ontsnappen door te doen alsof ik ging plassen achter een hooimijt, maar een Duitser zag dat en schopte mij onder mijn achterste. Toen ben ik vlug weer terug in de rij gegaan. Er waren veel bewakers. Vanuit Venlo gingen we in een opendak-trein naar Braile (Breyell JS). We werden onderweg beschoten door Engelse jachtvliegtuigen en daar vielen veel doden bij. In Braile moesten we overstappen in veewagens die ons naar Wuppertal brachten. Daar aangekomen, moesten we van 's morgens vroeg tot 's avonds laat telefoonkabels langs de spoorbaan aanleggen. Alles wat we te eten kregen was koolsoep en een beetje brood. Daar moesten we het mee doen. Op zondag hoefden we niet te werken en dan gingen we bidden voor een snelle vrijlating. Ook gingen we op zondag schooien in Wuppertal voor eten en er waren veel vriendelijke mensen die ons wat gaven. We hadden stromatten in scholen in Wuppertal in de wijk Eldeveld om op te slapen, maar die bleken vol met vlooien te zitten, vandaar dat we toen maar op de grond zijn gaan liggen. Er was één kraantje op een andere afdeling, dat we soms konden gebruiken om ons te wassen. Kleren konden we niet wassen. En wat we aanhadden, was alles wat we hadden. We kregen geen post en mochten ook niks versturen. Met kerst kregen we een aardappel en een stuk bedorven vlees. Ondertussen waren er veel bombardementen. We werden omsingeld door Duitsers in Oberkassei, toen we een stel zwarte Amerikanen zagen en we vroegen om hulp. Daar de taal een probleem was, moesten we onze identiteitkaarten laten zien. Toen werden we geholpen. De Amerikanen wisten een weg om te ontsnappen uit Oberkassel. Er werd veel gevochten, maar gelukkig niemand gedood. We kregen broden en sigaretten, die we op weg naar huis allemaal hebben opgerookt. We werden in auto 's van de Amerikanen naar huis gebracht. Daar aangekomen, was er niemand thuis. Het buurmeisje kwam wel even kletsen. Er kwam een vriend en die zei dat mijn fiets net gestolen was. Ik gooide mijn klompen uit en rende er achteraan. Toen ik bij hem was, heb ik hem van mijn fiets getrokken, die ik toen ook terug kreeg. Het was een heel groot risico wat ik genomen heb, want die Duitser had een pistool bij zich. Bij thuiskomst bleek mijn familie er te zijn, die al die tijd heel ongerust waren geweest, want ze wisten niet waar ik was. Geld voor een feest was er niet, maar mijn familie heeft wel al die tijd te eten gehad, omdat ze een aardappelveld hadden. Ik ben weer vlug als slager aan het werk gegaan. Toen ons dorp werd bevrijd, zijn er gelukkig geen slachtoffers gevallen. crematie onderneming Pr. A4arijkestraat la -5802 BWenray Venrayseweg 104 5961AJ Horst telefoon 0478 55 01 50 telefoon 077 398 70 99 Wij zijn lag en nacht bereikbaar on Ier telefoonnr. 0478 550150

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 8