Stichting Heemkundig Genootschap
Castenray
-11-
Woensdag 1 september: Vergadering bij Jan Strijbos. Aanvang 19.30 uur.
Donderdag 21 oktober: Vergadering Comité Restauratie Kerk bij Pieter Maes. Aanvang 15.00 uur.
Zaterdag 20 november: Herdenking 60 Jaar Bevrijding en 60 Jaar Deportaties in de H.Mis van
19.00 uur met aansluitend onthulling herdenkingsplaquette voor
gedeporteerden en vervolgens samenkomst in het gemeenschapshuis.
Boerengezegden
Enne goejen bessem is mar alles. (Een goede huisvrouw is alles waard.)
'n Betje behaej zien. (Een bedrijvig iemand zijn; een bezige bij.)
"Waerke is zaleg", zén de begiene en mit ur zeuvene klutste ze 'n ej.
Gén piëp tebak werd zien. (Zich helemaal niet goed voelen.)
Dén de naam hit van vroeg ópstaon, kan raösteg lang bliëve slaope.
Schenkingen
Van Mart Arts kregen we een vuurstenen spitskling, die aan beide lange zijden geretoucheerd is. Hij
vond deze tijdens het schoffelen op zijn stuk land aan de Diepeling.
Een kling is een regelmatige, langgerekte afslag, die men in de Steentijd van een brok vuursteen
afsloeg. Van klingen kon men weer allerlei kleine werktuigen maken, zoals messen, stekers om gaten
in huiden te maken, schrabbers, e.d.
Sommige klingen konden wel 20 cm lang zijn, afhankelijk van het
doel waarvoor ze dienden, maar meestal waren ze korter, zo'n 5 tot 10
cm.
Het afslaan van de klingen van een brok vuursteen was een secuur
karwei. Meestal werd een ruwe vuursteenknol eerst 'onthoofd', zodat
een vlakke kant verkregen werd. Deze vlakke kant gebruikte men
vervolgens als slagvlak. Wanneer men juist te werk ging, konden van
een vuursteenknol verschillende klingen geslagen worden. Bij het
retoucheren van één of beide lange zijden werden kleine stukjes
afgeslagen, zodat een soort kartelrand gekregen werd. Men gebruikte een dergelijke kling veelal als
schrabber, om huiden schoon te maken. Het vuursteen werd veel gevonden in de kalkafzettingen in
Zuid-Limburg. Er was in de Jonge Steentijd, een periode van 5000 tot 2000 jaar voor Christus, een
levendige handel in vuursteen, omdat brons en ijzer nog onbekende grondstoffen waren. In het Zuid
Limburgse Rijckholt deed men aan vuursteenmijnbouw, die enkele eeuwen duurde. Reizende
handelaren zorgden er voor, dat ook onze streken van vuursteen voorzien werden.
Hoe oud de door Mart Arts gevonden kling precies is, is moeilijk te zeggen, omdat in de Bronstijd
(2000-800 v.Chr.) ook nog vuurstenen werktuigen gebruikt werden. De meeste vuurstenen vondsten
binnen de gemeente Venray stammen echter uit de Nieuwe of Jonge Steentijd (Neolithicum 5000
2000 v.Chr.), zodat het aannemelijk is, dat ook deze vondst in die periode geplaatst kan worden. De
oude landbouwgronden in onze streek zijn de voornaamste vindplaatsen van archeologisch materiaal.
Ook Klein Oirlo behoort hierbijDe vondst geeft in elk aan, zoals ook eerdere vondsten in het gebied
van de Diepeling, dat er zo'n 2000 jaar voor Christus reeds menselijke activiteiten plaatsvonden. We
Stichting fjcemfiunotg 6enoots
Casttnray
Links een vuursteenknol en rechts een afgeslagen kling.