-3-
Jan Vissers; Gon Reijnders, de vrouw van Piet Emonts; Mia Willemse, de vrouw van Louis Peeters;
Mien Philipsen (Horst); Grad Rambags en Toon Kuijpers.
Elke week werd er bij Vissers Jan, die inmiddels naast het "werkhuus" van aannemer Dinghs aan de
huidige Matthiasstraat een nieuw huis had gebouwd, in de kamer geoefend.
Fien, de vrouw van Jan zorgde steeds voor een lekkere 'tas' koffie.
Ons vrij beperkte repertoire bestond, voor zover ik me kan herinneren, uit de volgende stukken:
Wien bleibt Wien Suikerbossie Sarie mareis Tante Lientje Lustig ist das Zigeunerleben
Home sweet home Velthemse mars Casels liedje Nog diverse andere.
Het was in Castenray inmiddels bekend geworden dat er een orkestje bestond. Op een gegeven
moment werden we gevraagd, om op de jaarlijkse feestvergadering van de plaatselijke boerenbond op
te treden. Uiteraard werd daar door onze orkestleider, Vissers Jan, positief op gereageerd. Direct na
de vergadering, gedurende de koffietafel, zouden wij optreden. Met kloppend hart zaten we op de
buun opgesteld achter de gordijnen, in afwachting tot die werden geopend.
Tevoren werden onder leiding van de orkestleider de instrumenten op elkaar afgestemd, hetgeen een
hele toer was, gezien de tweedehands kwaliteit van de banjo's.
De gordijnen gingen open en we speelden, zij het met de nodige zenuwen, enkele stukken. Gezien het
warme applaus dat we ontvingen, bleek onze muziek in de smaak te vallen. We mochten de buun
verlaten, na toezegging, om later op de avond nog een keer op te treden.
Reeds tevoren had Vissers Jan aan de voorzitter van de vereniging, te kennen gegeven, dat ons orkest
nog geen naam had. Op zijn initiatief werden er tijdens de vergadering briefjes uitgedeeld, waarop
alle aanwezigen een naam voor het nieuwe orkest konden invullen. Er werd een zeer neutrale jury
samengesteld. De prijs viel op de naam "De Banjoliers".
De prijswinnaar werd H.Philipsen, alias Rieter Driek van het Schoor. Hem werd door Vissers Jan als
prijs een doos sigaren overhandigd.
Ons orkest stond vanaf dat moment bekend als 'De Banjoliers'.
Later op de avond speelden we nog enkele stukken en eindigden ons eerste optreden met het "Casels
Liedje", dat door de hele zaal staande werd meegezongen.
Dat eerste optreden zouden we nooit vergeten.
Als gevolg van elders studeren en het feit dat sommigen in militaire dienst moesten, hield het orkest
rond het jaar 1955 op te bestaan. Ook de opkomst van de radio, de grammofoon en andere
ontwikkelingen waren van invloed op het voortijdige einde van dit orkest.
De kinderen van Jan en Fien Vissers, Henk en Mart, groeiden op en verdienden de nodige
ouderaandacht. Ik heb de teloorgang van dit orkestje altijd als zeer jammer ervaren.
Vissers Jan, die op het gebied van muziek niet kon stilzitten, bouwde zelf een Hawaii-gitaar, welke
hij later nog zelf bespeelde. Nadien bouwde hij bovendien nog een bandrecorder, waarmee hij zijn
zelf gespeelde stukjes muziek opnam en afspeelde.
Eenmaal in 1980 met zijn Fien verhuisd naar Horst, bespeelde hij nog jarenlang het orgel tijdens de
diensten in het plaatselijke bejaardencentrum "Berkele Heem".
Hij was actief op het gebied van muziek, totdat zijn gezondheid het niet meer langer toeliet en hij
zich moest beperken tot het beluisteren van zijn muziek, waaraan hij zijn stille, wat in zichzelf
gekeerde hart, had verpand.
Sinds ik hem heb gevraagd mij het banjospelen te leren, denk ik met veel waardering en met veel
respect terug aan Vissers Jan.
Op 17 maart 2003, stierf hij, te midden van zijn vrouw Fien en zijn (schoon)kinderen en
kleinkinderen, met daadwerkelijk zijn banjo in zijn handen, in het ziekenhuis in Venlo.
Met waardering en respect,
Toon Kuijpers, juli 2004.
Evenals de Schans gaan ook wij met vakantie. We wensen iedereen, die de rust en ontspanning
zoekt, een aangenaam verpozen en daarna weer een behouden thuiskomst.