Stichting Heemkundig Genootschap Castenray -2- Donderdag 26 augustus: Vergadering Comité Restauratie Kerk bij Pieter Maes. Aanvang 15.00 uur. Maandag 30 augustus: Vergadering (le lustrum) Lokaal Historisch Platform in De Kemphaan te Venray. Aanvang 20.00 uur. Woensdag 1 september: Vergadering bij Jan Strijbos. Aanvang 19.30 uur. 4. Zaterdag 20 november: Herdenking 60 Jaar Bevrijding en 60 Jaar Deportaties in de H.Mis van j 19.00 uur met aansluitend onthulling herdenkingsplaquette voor gedeporteerden en vervolgens samenkomst in het gemeenschapshuis. Boerengezegden D,n doeëd op de lippe hebbe. (Er slecht uitzien met blauwe lippen.) Bedörve broeëd ien de tes hebbe. (Een onhoorbaar gelaten wind die ontzettend stinkt.) De ju ienhebbe. (Boze zin hebben.) Mellek is biër vur de jonge en biër is mellek vur de aide. Öw aege de haör van de ziel schraöje. (Iets eten wat erg heet is.) Het na-oorlogsorkest. Het zal rond het jaar 1951 zijn geweest, dat ik, Toon Kuijpers, na lang zaniken, van mijn vader een tweedehands banjo kreeg. Ik wist niet hoe ik het ding moest vasthouden, laat staan bespelen. Op een gegeven moment zei mijn vader tegen mij, dat ik maar eens naar Vissers Jan moest gaan, die zou wel weten, hoe ik met zo'n instrument moest omgaan. Mijn vader wist natuurlijk, dat Vissers Jan gedurende de oorlogsjaren, in zijn onderduikerstijd, in het plaatselijke orkestje had gespeeld. Vissers Jan woonde in die dagen enkele huizen bij ons vandaan op de huidige Horsterweg 34. Dagelijks kwam Jan te voet bij ons voorbij, als hij van zijn werk kwam bij timmerbedrijf Dinghs, waar hij als timmerman werkte. Ik wachtte hem op en vroeg hem, of hij mij banjospelen wilde leren. Jan, direct enthousiast, vroeg mij: "Heb jij dan zo'n ding?" Toen ik hem dat bevestigde, zei hij dat ik maar eens aan moest komen. Ik toog reeds dezelfde avond met mijn tweedehands banjo naar Jan. Ik trof hem thuis aan al tokkelend op zijn eigen instrument, dat hij al van de zolder had gehaald. Hij leerde mij in enkele maanden tijd niet alleen de beginselen van het bespelen van dat snaarinstrument, maar ook het vasthouden, de houding en het stemmen ervan.Vele avonden hebben we geoefend. Jan vertaalde de muzieknoten naar de grepen op de banjo, zodat ik al snel een toonladdertje kon spelen. Zo'n banjo heeft 4 maal 2 stel snaren. De brug waarover de snaren gespannen worden, wordt gedragen door een soort trommelvel. Het instrument wordt bespeeld door met een plectrum in de rechterhand over de snaren te gaan. Met de linkerhand worden de snaren korter of langer gemaakt, waardoor de hogere en lagere tonen ontstaan. Al ras speelden Jan en ik samen enkele nummers. Uiteraard dezelfde nummers die Jan met zijn orkest in de oorlog had gespeeld. Zelf tweestemmig. Hoe het allemaal in zijn werk is gegaan, kan ik me niet meer precies voor de geest halen, maar er kwamen meer liefhebbers meespelen, die op advies van Vissers Jan, een nieuw of tweedehands instrument hadden gekocht. Op volle sterkte bestond ons orkest nadien uit de volgende leden: ticfjtmg fjeemfcunSig <5enootscf)ai tasttnray Ifffo, r—~-

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 2