RESTAURATIE KERKGEBOUW
Ccisttnrq?
%eif6estuur C&sttnray
De afgelopen weken vertelden we u, wat er zoal aan onze kerk gerestaureerd dient te worden. Een
belangrijk en kostbaar onderdeel vormt de restauratie van de gebrandschilderde ramen. Over de
drie prachtige ramen op het priesterkoor willen we u graag wat meer informatie geven.
Het middelste gebrandschilderde raam is een geschenk van onze parochie aan pastoor Rieter, die
van 1941 - 1953 in Castenray pastoor was, In 1951 vierde hij hier zijn 25-jarig priesterfeest en bij
die gelegenheid werd er door de parochianen geld ingezameld, dat bestemd werd voor een
gebrandschilderd raam in de zojuist herbouwde kerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er in
Castenray diverse inwoners die onderduikers herbergden en een groot aantal van deze
onderduikers droeg eveneens uit dankbaarheid voor de opvang een financieel steentje bij.aan dit
cadeau.
De opdracht voor het ontwerp van het gebrandschilderde raam werd gegeven aan de bekende
Limburgse kunstenaar Charles Eyck, Vandaag willen we u uitgebreid informeren over het leven
van deze kunstenaar.
Charles Eyck werd op 24 maart 1897 in Meerssen geboren als
vijfde in een gezin van 14 kinderen. Toen hij 11 jaar was, werd
hij getroffen door roodvonk en tyfus en ten gevolge daarvan werd
hij doofstom. Met 14 jaar kwam hij als decorateur te werken bij
Ceramique, een aardewerkfabriek in Maastricht. Daar tekende hij
versieringen op serviesgoed. In 1915 ging hij werken bij een
schildersbedrijf in Maastricht en via de schrijfster Maria Viola, kunstredactrice van het
Handelsblad, kwam hij op de Kunstacademie in Rotterdam terecht, waar hij ook leerde liplezen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij door ondervoeding opnieuw zwaar ziek en na zijn herstel
liet hij zich inschrijven op de Rijksacademie in Amsterdam, waar hij onder leiding van een aantal
gerenommeerde professoren studeerde. Als kunstenaar maakte hij een goede ontwikkeling door,
maar wonende in de Jordaan ondervond hij bittere armoe.
Voor zijn eindexamenwerk 'De Verloren Zoon' verwierf hij een groot geldbedrag, dat besteed
moest worden aan een 3-jarige studie van kunstobjecten in Frankrijk en Italië. In dit laatste land
ontmoette hij de Zweedse schilderes Karin Meyer, met wie hij in 1924 in Stockholm trouwde. Het
echtpaar kreeg twee kinderen van wie er één deels verlamd raakte. Voor zijn schilderwerken kreeg
Charles Eyck een Internationale Kunstprijs, maar financieel ging het hem minder voor de wind.
Slechts armoe viel hem ten deel. Daar kwam pas een einde aan, toen vrienden voor hem in Parijs
een tentoonstelling organiseerden, waarbij al zijn geëxposeerde werken verkocht werden. Na
enkele exposities in Amsterdam en Den Haag kwamen de opdrachten binnen. Voor verschillende
kerken werd hij rond 1930 gevraagd, om muurschilderingen te maken.
In 1933 kwam Charles Eyck in contact met de dan reeds beroemde glazenier Joep Nicolaas, van
wie hij het glazeniersvak leerde. Er volgden studiereizen naar Zuid-Frankrijk, Portugal en Noord-
Afrika. In 1934 vestigde hij zich in Zuid-Frankrijk en bleven de opdrachten binnenstromen. Zo
maakte hij o.a. werken voor de Nederlandse Paviljoens op de Wereldtentoonstellingen in