Stichting Heemkundig Genootschap Castenray Herdenking gedeporteerden WO II -16- Woensdag 10 maart: Vergadering bij Jan Strijbos. Aanvang 19.30 uur. Deze vergadering komt in plaats van de voor vandaag geplande vergadering. Maandag 15 maart: Lezing over 10 jaar onderzoek in het gemeentearchief door archivaris Paul van Meegeren in zaal 't Trefpunt Beukenrode. De lezing is voor iedereen gratis toegankelijk. Aanvang 19.30 uur. Vrijdag 19 maart: Bezoek met partner aan het Peelmuseum te IJsselsteyn met aansluitend een etentje (volledig voor eigen kosten) in Het Maasdal te Horst. Vertrek 17.45 uur. Boerengezegden Die riëzele nie van d'n urste scheut! (Niet onmiddellijk actie ondernemen, terwijl dit zou moeten.) Dat is ennen hoeëp stroont, anders niks! (Dat is iemand van niks!) "Op is moj", zaej de jong, mar alles öp kan ik nie moj viende! An de laeste mem hange. (Achteraan komen, of: Het minste krijgen.) De waeg nor de böksetés goëd kunne viende. (Vrijgevig zijn.) In oktober en november 1944 werden vlak voor de bevrijding van onze regio in Noord- en Midden-Limburg ongeveer 3000 jongens en mannen door de Duitse bezetter opgepakt en gedeporteerd, om te gaan werken in de Duitse oorlogsindustrie. Met bruut geweld werden deze jongens van soms pas 15 jaar oud en mannen tot een leeftijd van 60 jaar oud uit hun gezinnen weggerukt, hun familieleden wanhopig en geheel ontredderd achterlatend. In stinkende goederen- en veewagons werden ze naar Duitsland getransporteerd, waar ze onder de meest erbarmelijke omstandigheden tewerkgesteld werden. Knagende honger, bittere kou, slechte hygiënische omstandigheden en zwaar werk werd hun lot. Daarbij kwam de grote onzekerheid over hun eigen leven en dat van hun gezinsleden. Meer dan 120 gedeporteerden overleefden de tragedie niet. De razzia's, de deportatie en haar gevolgen vormden een traumatische ervaring voor de gedeporteerden én de achterblijvers, die bij de meesten niet of nauwelijks verwerkt kon worden. Op psychische hulp konden deze oorlogsslachtoffers niet rekenen en de gevolgen zijn tot op heden merkbaar. De helse pijn van de dwangarbeid zit bij de meesten zo diep, dat ze er nooit helemaal overheen zullen groeien. Velen van hen zijn inmiddels overleden en hebben de pijn meegenomen in het graf. Samen met alle andere oorlogsellende vormen de razzia's en deportaties door de nazi's de grootste ramp uit de Noord- en Midden-Limburgse geschiedenis. Een ramp waar pas dc laatste jaren echt aandacht aan geschonken is. Nog slechts enkele honderden ex-dwangarbeiders zijn in leven en hun tragische geschiedenis dreigt in de vergetelheid te geraken. Het is eind dit jaar precies 60 jaar geleden dat deze tragedie zich voltrok en de Stichting Deportatie Oktober 1944 Noord- en Midden-Limburg wil dit aangrijpende stuk geschiedenis voor altijd in herinnering houden. Aanvankelijk wilde men dit onder meer doen door het oprichten van een reeks van identieke monumenten in de 50 getroffen doipen in onze regio, zodat er één groot regionaal monument zou ontstaan. Dit idee wordt echter niet haalbaar geacht en het voorstel is nu, om in elk getroffen dorp roestvrijstalen plaquettes te plaatsen met daarop de namen van de gedeporteerden en de contouren van het oorspronkelijke monument gelaserd. ticfjtmg fjeemftunÖtg 6enootscf)a] tastenrtrp WERKGROEP HERDENKING DEPORTATIES 1944 GEMEENTE VENRAY

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 16