-7- Basilika St. Eucharius - St.Matthias in Trier. Het graf van St.Matthias in de basiliek te Trier. Enkele gezegden over St.Matthias: - Sinte Matthies schiet ennen hette stieën öp 't ies. (Het ijs gaat smelten, de winter nadert zijn einde). Wil xt ies nie smaelte, dan hebbe we nog 6 waeke iesplezier öp staelte. - Mit Sinte Matthies göt de kater nor de mies.(Geeft aan dat de lente in aantocht is). Sommigen vervolgen de spreuk met: Mit Sinte Fraens göt ze nog aens. Mit Sinte Machuut kömme de jonge d'r uut. 't Casels Broek - aflevering 34. Plantensoorten Het gebied kende en kent nog, een enorme variëteit aan planten. Langs de 500 m lange, bijna verlande, oude bedding van de Lollebeek zag ik een aantal jaren geleden in het vooijaar prachtige en zeer grote pollen Dotterbloemen. In het hele gebied kwamen vroeger honderden exemplaren voor. Ze zijn vrijwel geheel verdwenen. De laatste paar jaren heb ik er zelfs niet één meer gezien. De Waterviolier is een prachtige, sierlijke, in etages bloeiende plant. Ze heeft heldergroene, gevederde, ondergedoken bladeren en boven het water oprijzende trossen van op Pinksterbloemen gelijkende lichtpaarse bloemen. In mei/juni staat de plant in bloei. Het is een indicator van kwelwater, waar de plant enigszins van afhankelijk is. Het liefst staat de Waterviolier op een plek waar weinig stroming is en met een fikse modderlaag op een zandige bodem, die af en toe ook eens droogvalt. In 2003 bloeide de Waterviolier weer op enkele plaatsen in grote getale. Niet ver voor de betonnen brug over de Lollebeek, langs het voormalige pad naar de Lollebeekweg stonden weer een groot aantal Waterviolieren. Op deze plek kwamen ze voorheen nauwelijks voor. Een andere locatie met veel bloeiende Waterviolieren vinden we in de petgaten langs het mospaadje aan de zuidoostkant van het gebied. In de Castenrayse Loop groeit in de lente en de zomer veel Waterkers. Deze drijftilplant woekert dermate, dat de beek er mee dicht groeit. In de herfst wordt de plantenlaag uit de beek geschept en in het vooijaar verschijnen de eerste plantjes weer. De Holpijp moet niets hebben van vervuild water, maar komt voor in schoon, voedselrijk rietmoeras. Deze plant behoort tot de familie van de Paardestaarten en kan wel tot ruim een meter hoog worden. Massaal kwam ze voor in de geïsoleerde en relatief voedselarme petgaten, waar ze als verlander kon optreden. In 2003 kwam ze nog slechts op een paar plaatsen voor. De Wateraardbei is een opvallende plant met donkerrode bloemen, die zich in het voedselrijke moerasgebied prima thuis zou moeten voelen, maar nog op slechts enkele plaatsen te zien is. (wordt vervolgd).

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 7