-18-
De Koningsvarens die in de nattere gedeelten groeiden verdwenen, omdat ze een zeer ondiep en
weinig vertakt wortelstelsel hadden, dat geheel op het grondwater was ingesteld. Toen de
grondwaterstand verlaagd werd, kwamen de wortelstelsels van deze statige varens boven het
grondwater te liggen en konden ze niet genoeg water meer opnemen. De Koningsvarens die er
tegenwoordig nog groeien, staan op hogere plaatsen, b.v. boven op een dijkje. Daar groeiden ze voor
de verlaging van de waterstand ook al. Hun wortelstelsels hadden zich dus al op een lagere
waterstand ingesteld en zijn daardoor verder vertakt. De lange, fijne wortels reiken tot aan het water,
waardoor de varens niet verdrogen.
Vanuit Castenray werden de protesten tegen de verlaging van de waterstand steeds talrijker en
heftiger. Staatsbosbeheer probeerde op alle mogelijke manieren de verdroging tegen te gaan. In april
1972 werden een drietal petgaten gedeeltelijk open gegraven, waardoor de Slangewortels daar weer
voldoende water hadden. Maar elders ging de verdroging onverminderd voort.
Met het Waterschap Noord Limburg werd afgesproken, om de stuw stroomafwaarts, die in 1977 in de
Lollebeek geplaatst werd, zo hoog mogelijk te houden. Dit gaf aan een aantal planten enige
verlichting en de Waterviolier keerde op een enkele plek weer terug. In 2003 heb ik ze op enkele
plaatsen gelukkig weer volop zien bloeien.
Van het prachtige gebied, zoals de ouderen dat nog kennen, is echter nog maar gedeeltelijk iets terug
te zien.
Door de verlaging van de waterstand zijn geheel nieuwe vegetaties ontstaan. Deze bestaan vooral uit
nitraatminnende planten en soorten die meestal in een verstoord milieu voor komen. Andere planten,
zoals de Grote Lisdodde, breidden zich explosief uit.
In veel elzenbroekbossen ontstonden grote bramen- en brandnetelvelden.
Aan weerszijden van de nieuwe Lollebeek verschenen grote oppervlakten Pitrus.
De Uitgerekte Zegge breidde zich massaal uit. Normaal groeide deze plant alleen op de elzenstobben,
maar door de verlaging van de waterstand werden die groeiplaatsen te droog. Op de bijna
drooggevallen bodem tussen de elzenstobben vond de Uitgerekte Zegge een uitermate gunstig
groeimiiieu en veel petgaten zijn nu dan ook vrijwel geheel dicht gegroeid met deze plant.
Winter - januari 2003. De in 1977 geplaatste stuw stroomafwaarts in de Lollebeek bij het begin van de wandelroute,
komende vanaf de Rietweg. Foto JS.
'1