ik een grote, reigerachtige vogel opvliegen, maar ik wist toen nog niet dat het een Roerdomp was. In
de winter, toen het Broek dichtgevroren was, is de vogel door de kou bevangen en verzwakt door
gebrek aan voedsel, gevangen.
Uiteindelijk kwam er een einde aan het mysterie, toen de voortbrenger van het merkwaardige geluid
zich totaal verzwakt door voedselgebrek liet vangen door enkele Castenrayse jagers. Het bleek te
gaan om een Roerdomp.
Roerdompen komen vrijwel uitsluitend voor in uitgestrekte rietmoerassen, of bij meertjes waarvan de
oevers met veel riet zijn begroeid. Het zijn vrij schaarse broedvogels, die in ons land deels als
standvogel en deels als trekvogel voor komen.
Zijn ze in het noorden en westen van ons land al vrij zeldzaam, in Noord Limburg zijn ze in
verhouding nog veel zeldzamer, omdat deze streek nu eenmaal minder waterrijk is. Een enkele keer
worden ze nog wel eens waargenomen in moerassige gebieden als het natuurreservaat de Groote Peel
bij Ospel.
Vogelkenners denken dat er rond 1970 nog zo'n zevenhonderd paartjes in ons land voorkwamen.
Anno 2003 schat men dit aantal op nog slechts driehonderd paartjes. Vandaar dat Sovon
Vogelonderzoek, de landelijke organisatie op het gebied van vogeltellingen, het jaar 2003 heeft
uitgeroepen tot Jaar van de Roerdomp.
Het dreunende geluid van de Roerdomp houdt het midden tussen het geloei van een koe en het geluid
van een misthoorn en is tot op enkele honderden meters in de omtrek te horen.
De vogel is van nature erg schuw en hij leidt bij voorkeur een teruggetrokken leven. Bij onraad neemt
hij de zo karakteristieke paalhouding aan, waarbij hij zijn hals uitstrekt en met zijn snavel naar boven
wijst. Door zijn gestreepte hals is hij zo vrijwel onzichtbaar tussen de dorre rietstengels.
Zijn verenkleed is overwegend licht en donker bruin met verticale lichte en donkere strepen. Een
vrijwel perfecte camouflage in zijn leefomgeving.
Strenge winters eisen, net als onder reigers, veel slachtoffers onder de Roerdompen, omdat ze hun
hoofdvoedsel, de vis, dan niet kunnen bemachtigen. Verder bestaat hun voedsel vooral uit kikkers,
kikkervisjes, salamanders, muizen, insecten en zelfs jonge vogels.
Tegenwoordig worden deze zeldzame vogels bedreigt met uitsterven.
De Castenrayse Roerdomp werd bij Leike
Willemssen aan de Lollebeekweg waar
tegenwoordig Jac Seijkens woont) in het
hondenhok gezet en men probeerde hem weer op
krachten te laten komen. Helaas mislukte deze
poging en de Roerdomp bezweek.
Ik herinner me nog dat ik (destijds 13 jaar) de
roerdomp in het hondenhok gezien heb. De vogel
maakte toen een zielige indruk op mij, omdat hij e
erg schuw en verzwakt uitzag.
In het Gemeentearchief te Venlo heb ik enkele
middagen gezocht naar krantenartikelen over de
'Castenrayse roerdomp', in de krant ook wel 'domphoorn' genoemd. Een zestal artikelen heb ik
achterhaald en we zullen kijken of publicatie van enkele artikelen mogelijk is.
Winter 1958/1959.
Leike Willemssen bij de Roerdomp. Met een stok probeert
hij de schuwe vogel ten behoeve van de foto te bewegen
overeind te komen.