Stichting Heemkundig Genootschap
Castenray
-2-
Boerengezegden
9 Wie veul mit gekke umgöt, is aeges de gek. (Wie met pek omgaat, wordt er mee besmet.)
9 As de ieën hand de ander waest, werre ze bejs schón.
9 De pestoeër zaegent zien aege ok 't urst, aliieër hij an de mis begint. (Eerst aan jezelf denken.)
9 Zoeë zinge ze nie, asse van Kaevelaer kömme. (Zo wil ik niet dat het gebeurt.)
9 Dén jept enne goeje. (Die drinkt veel.) f
't Casels Broek - aflevering 10. Vervolg van het hoofdstuk 'Schaatsen'.
Na de oorlog zag je ook de eerste kunstschaatsen met aan de voorkant een spitse punt, of gekartelde
rand. Die waren uitermate geschikt om te ijshockeyen en om allerlei figuren te schaatsen. De eerste
kunstschaatsen moest je met een sleuteltje onder je schoenen vastdraaien. Die klemden zich dan aan
weerskanten van de schoenzolen vast. Ze zaten niet altijd goed vast en zo kon het gebeuren dat je
tijdens het schaatsen wel eens een schaats verloor met daarbij soms de hak van je schoen. Nee, het
was niet al te best voor de schoenzolen. Later kon je kunstschaatsen kopen, die onder de schoenen
geschroefd waren. Zwarte schoenen voor de heren en helderwitte voor de dames.
Mart Strijbos kan zich nog goed herinneren, dat de paters Franciscanen uit Venray altijd zo zwierig
en elegant over het ijs gleden op hun houten zwaaiers. "In de oorlog, zo rond 1943, lagen in het
Patronaat Oostenrijkse soldaten gelegerd. Ze waren dikwijls aan het exerceren. Een enkeling ging
ook wel eens in 7 Broek schaatsen. Ze leenden de schaatsen van de Castenrayse jongeren. Van de
Duitsers had je geen last, die hadden het zelf ook moeilijk. Soms kochten ze bij ons voor een paar
centen wat melk en dronken die op. Hadden ze geen geld, dan kregen ze de melk gratis.
"Ik weet nog goed", vertelde Annie Michels-van Rhee, "dat direct na de bevrijding een Ierse soldaat
alleen op het ijs was. Hij was zo prachtig aan het kunstschaatsen. Iedereen had voor hem ruimte
gemaakt en was erg onder de indruk. De Ierse soldaten zonderden zich altijd wat af van de Engelsen.
Ze moesten er niet veel van hebben, terwijl wij het juist met de Engelsen hadden.
Zo waren de schaatsbanen telkenjare na enkele dagen vorst een bron van vermaak voor velen. Er
werd zelfs een enkele keer 's avonds geschaatst, want met grote schijnwerpers was het grote
schaatswater helder verlicht. Uit luidsprekers schalde muziek de koude winteravond in.
Handrie Wismans: "We hebben er zelfs Oud op Nieuw aangeschaatst.
Mart Strijbos: "Rond 1950 werd er vanuit Steeghs een elektriciteitskabel naar het Broek getrokken.
Daarmee wilde men de baan verlichten, maar pastoor Rieter greep in. Hij wilde niet dat er in de
avond geschaatst werd, want er werd te veel 'gerotzooid' in het riet. i
Als de dooi inzette, werd er toch zo lang mogelijk doorgeschaatst. Het ijs golfde dan op en neer, v
wanneer het druk was. Je hoorde dan ook telkens een vervaarlijk gekraak en er verschenen overal
barsten in het ijs. Menigeen moest deze waaghalzerij met een natte broek bekopen.
Als de avond inviel, toog men te voet huiswaarts, de aan elkaar gebonden schaatsen aan weerskanten
over de schouders hangend. Nat en totaal verkleumd kwam je dan huilend thuis, waar
de halfbevroren handen in lauw water werden gestopt. Voor de snorrende kachel kon je dan met
tintelende vingers en tenen weer enigszins op verhaal komen.
(Bij deze aflevering horen een tweetal oude foto's, maar door problemen met het mailen moet u deze
helaas missen. JS)
>ticf)ting fjeemftunSig 6en.ootscf)ai
Castenray
rwt^V
ëJ*