11 ESN DAGJE BIJ DE BAKKER Eindelijk, we mochten erheen. Waar heen zal je vragen. Naar de bakker. Dat was pas leuk. We moesten ora 20 voor één op school zijn met de fiets. De kinderen die in de Lollebeekweg woonden, mochten wachten tot wij voorbij kwamen. Dat had de juf gezegd. Er gingen k mama's mee. De bakker woonde in de Meterik. De juf ging eens kijken of Guido nog niet kwam. De juf nam Guido mee toen zij zag dat hij een heel klein fietsje had. Eindelijk waren we bij de bakker..Toen we binnen waren moesten we de jas afgeven. Midden in de bakkerij stond een tafel. De baktafel. Op de baktafel lag dit om deeg te maken: bloem, gist, suiker, zout, melkpoeder en vet. Dat deed de bakker allemaal in de mengmachine. En hij deed er nog wat water bij. Acht minuten erin en... klaar. De bakker had nog een mengmachine, maar die duurde 20 minuten. Toen de machine draaide met het deeg erin mochten we om de beurt kijken. Het deeg was klaar. De bakker haalde het uit de machine. Toen legde hij drie witte doeken op de baktafel en strooide er bloem over. De bakker haalde het deeg uit de mengmachine. Hij pakte een weegschaal. Hij ging het wegen en maakte er 9 stukken van. Even groot en zwaar. De bakker legde alle negen stukken deeg op twee doeken. Dus er was er nog een over. Die doek legde hij over 6 stukken deeg die op 1 doek lagen. De andere 3 hadden de doek maar half nodig en hij legde de andere helft erover. Toen legde de bakker er een plastic doek over. Het deeg moest er onder rijzen.Dat duurde een tijdje. Hij haalde de doeken eraf. Toen pakte de bakker een ijzeren plaat waar allemaal kuiltjes in zaten. Daar legde hij een van de 9 stukken op en drukte het helemaal plat. De bakker schoof de plaat in de opbolmachine en haalde een hendel opzij en toen begon de opbolmachine in het midden te schudden. De bakker haalde de plaat eruit en er waren 30 bolletjes van getoverd. Dat deed de bakker pok met de andere 8 stukken. Dat was gebeurd en er waren er 270 bolletjes van gemaakt. We kregen allemaal 10 bolletjes. Toen pakte de bakker een machine waar boven in een gat was. Daar mochten we allemaal lén bolletjes indoen en dat bolletje kwam er als een rolletje uit. Iedereen had ook een bolletje met sesamzaad. We moesten een bolletje in het water soppen en dan in het sesamzaad. Toen hadden we nog 8 bolletjes over. Van die 8 bolletjes maakte ik: van 3 bolletjes een vlecht, van een beer, vam li een slak. We waren allemaal klaar en de broodjes gingen in de rijskast. Toen mochten we buiten spelen. We deden voetballen. Toem we binnen kwamen kregen we limonade en cake. De broodjes moesten in de oven. De kinderen mochten ieder hun eigen plaat in de oven zetten. Nee, toch niet allemaal. Maar ik mocht nog net mijn plaat in de oven zetten. Toen rife broodjes in de oven stonden liet de bakker zien wat hij kon. Hij maakte een poppetje en toen pakte hij de stans met niet goed deeg erin en deed dat op het poppetje. De broodjes waren klaar en wat waren ze dik geworden. De knecht van de bakker pakte een potje met olie en water erin en smeerde het over de broodjes. Dat deed hij 2 keer want de broodjes blonken nog niet goed. Wij moesten de zak pakken en de kinderen die geen zak hadden, kregen er een. Toen alle broodjes in de zakken zaten, kregen we nog twee broodjes van de bakker die met onze broodjes gebakken had. De juf had nog wat nagepraat. Dat was gedaan en we fietsten weer naar school. Maar de bakker hadden we eerst nog een hand gegeven. De juf was al op school met de auto. We kregen ieder onze eigen zak. Ik was heel trots dat ik zelf gebakken had en ik ging blij naar huis. V-V:- Marcel Dinghs, 8 jaar.

Castenrays dorpsblad De Schans | 1982 | | pagina 11