SSHfUS r DORPS BLAD VOOR CASTENRAY jaargang nr. 11 WEEKBLAD 1982 Redaktie-adres: Castelostraat k Inleveren copy: tot dinsdags 19.oo uur Nr. 23 11 Juni 1982 PASTOOR LITJENS. rustend In Baarlo. kjjkt, na zo veel Jaren, terug naar Castenray. Zo schreef P.Litjens zelf boven het artikel, waar in hij met een paar woorden en zinnen, een indruk wil geven van zijn leven en wer ken als pastoor van Castenray. Als opvolger van pastoor Geurts werd hy op 18 Maart 1962 in Castenray geïnstalleerd. Een jaar later, 21 April 1963, vierde hy er zijn zilveren priesterfeest. Dat was op Beloken Pasen. Als parochiegeschenk werd er bij de parochi anen gecollecteerd voor een mooie loper in de kerk, terwyl er ook nog geld over was om het Tabernakel -opnieuw te vergulden. Wereldschokkende gebeurtenissen hebben er zich tijdens zijn pastoraat niet voorgedaan. Het zijn rustige na-oorlogse jaren. Maar laat ik het woord geven aan de pastoor zelf: "Dat mijmerend terugzien gebeurt met een zeker heimwee. Ik ben niet meer in staat tot nor maal priesterlijk werk. My past grote dankbaar heid. Myn handicap bezorgt mij practisch geen pyn en geeft mij niet te veel last. Ik kan en mag dagelijks de H.Mis zittend vieren en zo regelmatig doen wat by een priester een eerste plaats dient te hebben. De normale gang van zaken is, dat een priester, na dat hy enkele jaren in de zielzorg heeft gewerkt als kapelaan, pastoor wordt. Door omstandigheden kwam de benoeming tot pastoor voor mij nogal laat. Ik was byna 24 jaar priester toen ik pastoor werd. Mede daardoor kan ik me voorstellen dat de vreugde om de nieuwe pastoor, die pas toor Geurts zou opvolgen, niet onverdeeld was. Ik was afkomstig uit het naburige Leunen, en by vele parochianen niet helemaal on bekend. Ik was na mijn wyding in 1958 eerst in Baarlo 4 jaar kapelaan geweest en daar na in Sevenum 19^ jaar. Mij stond de benoeming in Castenray heel goed aan. Ik heb aan deze jonge parochie prettige herinneringen. Een van de leukste herinneringen uit het begin van myn pastoraat in Castenray is de ontdekking van een mooi klokje. Myn gedachten gingen aanstonds uit naar een middel om de diensten in de kerk aan te kondigen. Met des kundige hulp werd dit klokje opgeknapt, gezandstraald, gepoetst en van een stevi ge ophang voorzien en bij de deur van de sacristie opgehangen. In het vervolg wer den begin en einde van de diensten met welluidende klank aangekondigd. Iets wat mij als zeer aangenaam in het geheugen is gebleven was de spontane aanbie ding van enkele jongeren. Zij stelden zich beschikbaar om in de Zondagse Hoogmis mee te werken als acolyth (grote misdienaar). De correctheid en de yanzelfspre- r si* '5W

Castenrays dorpsblad De Schans | 1982 | | pagina 1