5fitf^§y_2_-_Blitter|wi:}ck 2 t I 2-2 In een goede en vooral in de beginfase zeer spectaculaire wedstrijd, slaagde S.V.C, er opnieuw in, B.V.V, te verrassen. 1 dik verdiend punt was de buit na afloop, maar daarmee mocht vooral Blitterswijck zich gelukkig tonen, aangezien de Castenray-reserves de bet-ere kansen in deze ontmoeting creëerden. Bijzonder sensationeel was - zoals reeds vermeld^- het eerste kwartier, waarin maar liefst 4 doelpunten werden gescoord. De eeiste S.V.C.-aanval bracht een B.V.V.-verdediger dermate in paniek, dat hij de bal met de hand wegsloeg. Huub van Rhee verzilvert de toegekende strafschop en brak direct daarop weer door. De Blitters- wijckse verdediging moest de noodrem opnieuw hanteren - de remstrepen waren na de wedstrijd nog duidelijk zichtbaar - en ontnam S.V.C. hiermet een 100% kans. Schitterend was de manier daarna, waarop Theo Houwen de terechttoegekende vrije trap benutte. Vlak langs de muur schietend verraste hij vriend, en vijand. De kromme boogbsl verdween achter een kansloze keeper in de touwen. Na afloop grapte Theo Houwen op de persconferentie altijd banaan op de boterham te eten. Vandaar., die kromme bal dus. Castenray leek op rozen te zitten, maar gaf de voorsprong weer even snel uit handen. Het merkwaardige was echter, dat S.V.C. na die twee optaters rustig bleef voetballen en knokken, vooral dat, met een voorbeeldige inzet. De Castenray-defensie met als uitblinkers Arno Rambags en Jan Tielen beet zich in de tegenstander "rast en gaf practised geen kans meer weg. De S.V.C-spitsen op hun beurt, bleven de volledige aandacht opeisen van de Blitterswijek- schterhoede, maar de grootste winst van Castenray lag toch op het middenveld, waar de kilometervreters Joost Classens en André Seykens spelverdeler Theo Houwen knap bleven assisteren. Onvermoeibaar leken Joost en André. Oscar heeft na afloop van de wedstrijd uit diepe bewondering zijn alpinopet voor beide heren afgenomen! Tot het einde toe, bleef de wedstrijd het aanzien volledig waard en na het laatste fluitsignaal van kippentrainer Hanen, mocht S.V.C. het 14-=-. competitie- punt in de armen sluiten. Mannen, Oscar heeft 's nachts van deze prestatie nog heerlijk gedroomd. Bedankt! ^tii§4_2__r_=Q§|tegray_2 0-2 Over de eerste helft kunnen we kort en krachtig zijn; angsthazen voetbal van het ergste soort. Na een aantal pittige uitspraken tijdens de rust - 2 spelers slikten van schrik hun bekertje in - voegde Castenray meteen de daad bij het woord, liet er geen gras over groeien (daarvoor was het toch veel te droog) en stond binnen 20 minuten op leen 2-0 voorsprong. Christjan Broere onderschepte een D.I.S.-uittrap ter hoogte van de middenlijn, gooi de de versnellingspook in de R van racen en remde pas af, nadat de bal via Huub van Rhee in het Qirlo-doei was beland. Meer ontspannen voetballend kwam men nu tot beter voetbal, zeker nadat Twan Fleurkens zeer verrassend met een boogbal van grote afstand geschoten, voor 2-0 had kunnen zorgen. Frank Weys en Henk Baltissen-Beton kwamen nu pas goed op toeren en werden met hun rushes ware plaaggeesten voor de Oirlose achterhoede. Beide spelers waren zeer dicht bij eer, verdiende treffer, maar domme pech en de lat voor kwamen een afgang voor het aangeslagen D.I.S. De 0-5 eindstand kwam tenslotte van het hoofd van Twan Fleurkens (opnieuw één van de betere spelers deze ochtend), die hoog opspringend een corner van Theo Houwen inknikte. Castenray heeft nu nog de op papier loodzwax-e ontmoetingen tegen de kopploegen Ysselstein en Broeknuizenvorst voor de boeg. Met de 4 punter voorsprong op DiS en de 5 punten voorsprong op Kronenberg, behoort S.V.C, nog steeds tot de degradatie-kandidaten. Voor de andere .ploegen in deze afdeling staan geen belangen meer op net spel, terwijl met name Ysselstein en na zondag misschien ook Excelsior nog wei degelijk kampioensbspiraties koesteren. En dat zou wel eens een groot voordeel voor DiS en Kronenberg kunnen betekenen. Daarom waarschuwt Os.car in zijn slotwoord voor een te groot optimisme! Mannen het gevaar is nog steeds niet geweken!! 5 C 0

Castenrays dorpsblad De Schans | 1982 | | pagina 11