\M*x PEEL EN MAAS Donderdag 18 mei 2006 - Pagina 28 HET SCHIEËPERSKRUUS IN DE PEEL %.\S bleef de herder van huis, de koude tijd van het jaar stonden de scha pen in de kooien bij de boerderij. Zoekend naar de herder van het Schieëperskruus is vast te stel len, dat de gegevens van 1844 te oud zijn. Het katholieke reveil van het Rijke Roomsche Leven moest in de jaren daarna zijn groei nog krijgen; de bewuste herder heeft later in de tijd geleefd. Dat hij in de winterperiode dagelijks naar de oorspronkelijke bodem weer boven te brengen. Naar verwach ting zal de heide er weer spontaan ontkiemen. Er is een kruisvorm uitgegra ven in het zand, en een informa tiebord bij een zitbank licht de verbaasde wandelaar in over deze bijzondere plek. Het geheel wordt onderhouden door Zorgboerderij (tuinderij) de Lorr en de bosploeg zende gebieden. Dit wandelpa dennetwerk met een totale lengte van ongeveer 85 kilometer is kort geleden in gebruik genomen. Bij de uitwerking van het netwerk is dankbaar gebruik gemaakt van de kennis die de Merselose Natuur vrienden van het gebied en de vele routes hebben. De cultuurhis torische vereniging "t Roakeliezer' uit Merselo heeft gezorgd voor de geschiedenisinformatie, die viering van het 25-jarige jubileum van de Stichting Kruisen en Kapel len in de gemeente Venray. Op 2 juni 1981 ging de georganiseerde zorg voor het religieuze erfgoed lang de kant van de weg in Venray van start. Dat werk is onafgebro ken doorgezet tot op de dag van vandaag. Vanaf het eerste begin nam de groep als uitgangspunt om in zelfwerkzaamheid de zorg voor de monumentjes te vertalen De plek is te vinden door in de bossen langs de Bee- kweg bij de Ballonzuil linksaf te gaan. Vlak voor het einde van de bossen zal bij de Gras dijk voldoende parkeergele genheid worden aangegeven. Van daaruit is het dan nog vijf minuten lopen door het voor- jaarsbos. De route is beweg- wijzerd. door Koos Swinkels Volgende week donderdag, op Hemelvaartsdag, vindt in de Ballonzuilbossen een zeer bijzondere gebeurtenis plaats. Na de H. Mis van 11 uur in Merselo trekt het dorp met inwoners van Vredepeel en andere belangstellenden uit om getuige te zijn van de inze gening van een uniek kruis, dat daar in het zand is uitge graven. Het kruis wordt het Schieëperskruus herders- kruis) genoemd, naar aanlei ding van wat er zich honderd jaar geleden heeft afgespeeld. Enig in zijn soort In de provincie Limburg staan naar schatting ongeveer twee duizend veldkruisen, waarvan een kleine vijftig binnen Venray. In onze gemeente zijn enkele heel bijzondere. Zo worden twee hagelkruisen in Venray en Leu nen al genoemd in rekeningen van vóór 1600 en wordt van een ander kruis verondersteld dat het als herinnering werd geplaatst, omdat een kind er door een wolf is verscheurd. Een ander kruis is geplaatst uit dankbaarheid, omdat de ontginning bij een nieuwe boerderij wonderwel slaagde en een volgende herinnert aan een verzetsstrijder uit de Tweede Wereldoorlog. Bijzonder voor Venray, maar niet helemaal uniek. Er zijn parallellen te trekken met diverse kruisen elders in Limburg. Één kruis is echter volstrekt eenmalig, niet alleen voor Ven ray of Limburg; het kent nergens anders zijn weerga. We hebben het dan over het Schieëperskruus in de Peel, aan de rand van de Bal lonzuilbossen, tegen het Zwart Water aan. Ontdekking In het gemeentearchief wor den onder andere aantekeningen bewaard van Gerard Lemmens uit de jaren 1950. Hij maakte een uit voerige beschrijving van de veld namen in de Venrayse Peel, zoals hij die zich herinnerde uit zijn jeugdjaren, toen het gebied nog niet ontgonnen waren. Over het Schieëperskruus schreef hij:'Het kruis ligt westelijk van de Roëm- pot, iets naar het zuiden, waar het terrein hoger ligt. Men vertelt er van een scheper, die, wanneer hij 's zomers met zijn schapen in de Peel was, hier steeds zijn zondags plichten vervulde. Het dorp lag te ver en de schapen liet hij niet zonder hoede, daarom had hij hier in de heigrond met z'n schiëpers- schupke een kruis uitgestoken, en dit was dan de kerk. 's Winters en tegen de winter terug in het dorp, haalde hij "z'n schaai" in door dan elke dag naar de kerk te gaan! Inderdaad hebben wij in onze jeugd de diepuitgehaalde kruis vorm nog gezien'. Speurwerk In april 2005 zijn door Koos Swinkels van de Venrayse Stich ting Kruisen en Kapellen deze aantekeningen uit het stof gehaald en heeft hij de mogelijke plek gezocht van dit buitengewone veldkruis. Gestart werd in de Ballonzuil bossen, gezien vanaf de zandweg van de Ballonzuil richting Vrede peel, de laatste drie secties aan de linker- en rechterkant. Daarvoor pleitten enkele feiten. Het Room- potjesvlies lag volgens de topogra fische kaart van 1892 links aan een landweg, die vanuit de buurtschap Beek bij Merselo naar het Zwart Water leidde. Vanaf de Ballonzuil is dit de nog bestaande huidige zandweg richting Vredepeel. Lemmens zegt verder:'De Roë- mpot ligt noordwestelijk van de Ballonzuil. De benaming is een verzameling van een drietal ven nen: het Putjesven, het Roëmputje en het Roëmputjesvlies. In het natte seizoen vormden ze toen tertijd één waterplas; in het droge seizoen viel het vlies droog, bleef het Roëmputje modderig en bleef in het diepere Putjesven water. Er was enige waterafvloeiing in de winter naar de Lobeek' Uit een inventarisatie van 60 schaapskooien in de gemeente Venray tussen 1800 en 1910 blijkt, dat er twee kooien gestaan hebben in de betreffende delen van wat nu het bos is. Één van de twee stallen was van Poels uit de Hiept, de andere was de Beckse kooi. In de ruime omge ving is geen andere kooi bekend. De Beckse kooi is de kooi van de buurtschap Beek, niet ver van de Hiept. Het ligt voor de hand, dat beide kooien van een boer uit één van die Merselose buurtschappen zijn geweest, omdat de kudden in de regel steeds in hetzelfde gebied van de heidevelden weid den. Merselo had de Peel met 22 kooien in gebruik vanaf de grens met Vierlingsbeek tot aan de Deurneseweg. Een landkaart uit 1844 toont beide kooien als SK. De Beckse kooi stond vlakbij het hoogste punt van de omgeving op 26,80 m. Die van Poels stond in de buurt van de grens met Overloon, bij de Lange Paal. Volgens de kaart van 1891 is de Beckse kooi afgebroken, in plaats daarvan staat er een nieuwe, dichter bij de Roëmpot. Het is de laatste situatie vóór de grote veranderingen, en die slaat op de beschrijving van Lemmens rond 1910. Hij moet deze laatste kooi bedoeld hebben. herder een jongen, die tot de tijd dat hij sterk genoeg was voor het boerenwerk, zijn tijd doorbracht in de Peel. Ook kwam het voor, dat mannen met een lichte handi cap herder werden en dat verder bleven, omdat zij het zware werk niet aankonden. Al vroeg in de negentiende eeuw trokken ondernemende Venrayers er op uit om het vlees van de schapen over grote afstan den te verhandelen. Dat initiatief groeide uit tot de Grote en de Kleine Schaapscompagnie, die de schapen te voet lieten vervoeren naar de markten van Noord-Frank rijk en Parijs, later ook per trein, en per schip naar Londen. Onder andere de families Poels, Raedts, Trynes, van Meijel en Eibers wer den er groot mee. In de bloeitijd van de ondernemingen verhan delden zij duizenden schapen per jaar. Dat veranderde drastisch, toen de Peelgronden werden ont gonnen en de schapen verdwe nen bij gebrek aan heidegronden. De compagnieën waren toen al vlees gaan verhandelen over half Europa en Argentinië, maar dat is een ander verhaal. Ontginningen Het uitgegraven kruis is niet terug gevonden. In het begin van Op oude kaartenzoals de Pro vincieatlas van 1844is goed te ziendat de Peel toen een groot onontgonnen gebied was met alle ruimte voor de herders met hun kuddes. Plet Roomputjesvlies is aangegeven. Schapen in de Peel De woeste gronden van de Peel zijn altijd belangrijk geweest als weidegebied voor de schapen van de boeren er omheen. De dieren zorgden allereerst in de schaaps kooien voor mest, en dat was in de tijd vóór de invoering van de kunstmest een kostbaar goed, en ook de belangrijkste reden voor de schapenhouderij. De wol en het vlees kwamen op de tweede plaats. De kooien werden in dat stuk Peel gebouwd, dat van ouds her voor beweiding aan het betref fende dorp of de buurtschap was toegewezen. Een boer met veel schapen had een kooi voor zich zelf, kleinere kuddes werden vaak bijeengevoegd. In het midden van de negentiende eeuw stonden er zo tientallen kooien in de gemeen te Venray. In het voorjaar trok de herder met zijn schapen de Peel in, om daar tot in het najaar te blijven. Zeker als de kooi afgelegen was, kwam hij in die periode weinig in zijn dorp, omdat hij op de dieren bleef passen. Zijn eten werd hem wel gebracht. In de regel was de Eenzaam trekt de herder met zijn schapen door de uitgestrekte Peel, Schilderij van August van Bergenmuseum 't Freulekes- huus.. uitgegraven sloten opvallend veel dieper dan elders, en er staat nog water in. Daar was het Putjesven. Eén van de sloten leidt vanaf die plek weg, over de zandweg, alsof die een afwatering geweest is. Die toestand komt in de omgeving niet vaker voor, waarmee de plek van de voormalige waterplas vast staat. De Roëmpot sloot er volgens Lemmens op aan. Het gebied ten noordwesten van het vlies, rich ting Zwart Water, ligt hoger en is licht glooiend. Daar moet volgens de beschrijvingen het kruis bij de kooi gelegen hebben. Bovendien is er een klef, een zandduin, 'waar het terrein hoger ligt', op 26,60 m. Historisch onderzoek De boeren van de Hiept en de Beek hadden in de negentiende eeuw veel schapen. Bij de scha pentelling van 1844 hadden drie boeren van de Hiept samen 95 schapen (Vergeldt 30, Claessens 30 en van Dijck 35). De Beek had er 167 (Baten 67,Arts 28,Verhoe ven 22, Hendriks 10 en Keysers 40). Op de Hiept waren toen twee herders in dienst, bij Vergeldt en bij van Dijck. De schapen van de Beek werden toen gehoed door twee herders, die werkten bij Baten en Verhoeven. Het waren 1900 konden gemeenten rente loze voorschotten en technische hulp van het Rijk krijgen bij het bebossen van hun woeste nog onontgonnen gronden. Venray was de eerste gemeente in Neder land waaraan een renteloos voor schot werd verstrekt en wel voor de bebossing van het gebied rond de Ballonzuil vanaf 1907. In de periode tussen deze eerste ontgin- ningsbossen en 1935 zijn vrijwel alle gemeentebossen aangelegd. Het Zwart Water bleef onontgon nen tot begin 1950. Door deze ontwikkelingen zijn de heidevel den vanaf begin 1900 verdwe nen en met hen verdween ook het peelschaap uit het landschap. Bij de ontginning van het Ballon- zuilgebied is de hei omgeploegd en zijn er in de lage delen even wijdig aan elkaar op regelmatige afstanden geulen door het gebied gegraven. Het uitgegraven zand werd verspreid over de omgeving. De aanplant van het bos en het jarenlange oogsten van het hout zorgden voor de rest om de spo ren van het Schieëperskruus uit te wissen. Het zelfde geldt voor de schaapskooien. Die werden in de regel zonder funderingen bovenop de grond gebouwd, en bij afbraak werd al het bruikbare materiaal op de kar mee naar huis genomen. De laatste stallen wer den door Defensie opgekocht en als schietschijf gebruikt bij leger- manoeuvres. Het verhaal voor de Roëmpot is anders. Dat ven is verdwenen, maar er zijn nog sporen merkbaar. Links van de zandweg naar Vrede peel zijn langs de brandgangen de de kerk ging als compensatie, kan niet anders gebeurd zijn dan met een gang naar de Venrayse Grote Kerk. Merselo kende toentertijd geen dagelijkse mis. Hoewel de Hiept daarvoor het dichtste in de buurt is en dus het meest voor de hand ligt, zal vooral op de Beek gezocht moeten worden naar herders rond 1900. De Beekse kooi stond immers bij de Roëm pot. De herder is niet met zeker heid gevonden; daarvoor waren er teveel kandidaten. Maar wie weet, lopen zijn nakomelingen nog in Merselo rond! De reconstructie De stichting vindt het terug brengen van het uitgegraven kruis de moeite waard, omdat daarmee een volstrekt uniek monumentje van devotie ontstaan is, dat her innert aan de tijd, dat de Ballon zuilbossen een deel waren van de woeste Peel. Bovendien geeft het een meetwaarde aan het bezoek van de vele recreanten in het gebied. Daarom zocht Koos Swin kels in mei van het vorige jaar contact met de Marke, de stich ting die sinds 1997 de Venrayse gemeentebossen onderhoudt. Zijn speurwerk sloot precies aan bij de actie, die de Marke nog steeds voert: 'Waar gebeurt(d), verhalen jongens tussen de 10 en 20 jaar, zoals in het algemeen het geval was bij de tientallen herders in Venray. De cijfers tonen aan, dat de schapenhouderij een grote omvang kende en dat er dus ook veel herders nodig waren. Een elfjarige herdersjongen ver diende rond 1900 vier gulden per jaar. Als hij twaalf jaar was, zes gul den en een leren broek. Als veer tienjarige leverde het werk tien gulden op. Verder kreeg hij vijf schapen 'voor het voer'dat wil zeggen dat hij die mocht houden en verhandelen. Een schaap bracht toen ongeveer dertien gulden op, een lam acht. Van half maart tot 'de roeëzekrans'(de oktobermaand) De schaapskudde van Martien Poels (Potten Tien) uit Merselo-Haag graast op de Grasdijk in de bossen van de Ballonzuil kort na de Tweede Wereldoorlogvlakbij de plek waar nu het Schieëperskruus is. uit de bossen van Venray'. Die ver halen kunnen gebundeld worden, bijdragen aan het beseffen van de betekenis van de bossen, maar ook van invloed zijn op de beheersbe- slissingen. Directeur de Baaij was dan ook onmiddellijk voor het ini tiatief te vinden, net als mevrouw de Bresser van de gemeente Ven ray, die betrokken is bij het prakti sche beheer. In het najaar werd in verder overleg met de Wildbehee reenheid Venray en wandelsport vereniging de Natuurvrienden in Merselo de meest waarschijnlijke plek gezocht, en ook gevonden. Daarop volgde het nodige zaag- werk om een stukje bos weer een open karakter te geven. Ook is de bovengrond verwijderd om van de GGZ-groep Noord- en Mid den Limburg. Oorlogsherinneringen Bij het opschonen van het ter rein bleek, dat er een aantal spo ren uit de Tweede Wereldoorlog in de onmiddellijke omgeving van de plek bewaard is gebleven, vooral links van het kruis. Eind september 1944 stokte de opmars van de geallieerden, toen zij van uit Oploo en St.-Anthonis opruk ten naar Venray, bij Overloon. Op 12 oktober werd er een veldslag geleverd, die het dorp van de kaart veegde. Honderden Duitse soldaten van het 21 Fallschirm- regiment waren in de weken ervoor Merselo binnen getrokken en hadden alle schoppen en spa den gevorderd. Daarmee groeven zij zich in, van Dalland en 't Roo- zendaal tot Overloon. Hun posi ties kozen ze in de bosranden, ook langs het Zwart Water, en zij had den inkwartiering bij de boeren in de omgeving. Hun bivak kozen ze op korte afstand achter hun stel lingen. De meesten waren jonger dan 20 jaar en eigenlijk vliegveld- personeel, dat na een opleiding van enkele dagen naar zijn eerste gevechtservaring marcheerde. Op 16 oktober werden de Ballonzuil bossen daardoor met betrekke lijk weinig moeite veroverd door de Achtste Brigade van de Britse Derde Infanteriedivisie, de Suf- folks, en Merselo werd bevrijd. Aan beide zijden sneuvelden sol daten, ook vlak bij het Schieëpers kruus. Half verdwenen mangaten, grotere kuilen en loopgraven zijn de stille getuigen van een Duits bivak uit die woelige periode. Ook zij horen bij de geschiedenis van de Ballonzuilbossen. Wandelroutes In de Ballonzuilbossen is een aantal wandelpaden, die onder deel zijn van het wandelpadennet werk 'Agrarisch Cultuurlandschap Merselo'. Deze paden, opgezet als een knooppuntennetwerk, bieden de mogelijkheid zelf een wandel route samen te stellen die past bij de wensen en mogelijkheden van de recreant. De met palen gemar keerde paden leiden langs veel mooie plekken in het buitenge bied van Merselo en de aangren- op de diverse inlichtingenborden en op de bijbehorende wandel- kaart zijn vermeld. De dorpsraad van Merselo heeft het initiatief genomen voor de inrichting van het netwerk, en de financiering is met behulp van Europese subsi dies rond gekomen. Uiteraard was hierbij ook de medewerking van de diverse grondeigenaren, zoals de gemeente Venray, Staatsbosbe heer, Waterschap Peel en Maasval- in een formule, waarin in over leg met eigenaren werd gezocht naar de oudst bekende situatie en die zoveel mogelijk te behouden respectievelijk terug te brengen. Bouwbedrijven adopteerden in de begintijd het groot onderhoud van enkele kapellen. Van overal vandaan werd en wordt het werk financieel gesteund. Tegenwoor dig vindt de stichting onderdak in het souterrain van de gymzaal Aantekeningen van Os wald Janssen in Engelse krijgsgevangen schapbetrekking hebbend op het verloop van de strijd in de Ende poel op 16 oktober 1945. lei en meerdere particulieren van belang. Het Schieëperskruus is op korte afstand van knooppunt 58 te vinden, lopend in de richting van knooppunt 59- Zilveren jubileum Het terugbrengen van het Schie ëperskruus is de opmaat voor de De inmiddels afgebroken thuisschaapskooi bij de boerderij Beek 8 in Merselo. ca, 1960. aan de Pastoor van der Gaetstraat, tegenover huisnummer 89- Het jubileum wordt verder gevierd met een overzichtsten toonstelling in museum 't Freule- keshuus, die op 2 juni om 17.00 uur geopend wordt en die de hele zomer loopt. Daags erna, op zaterdag 3 juni, houdt de stich ting een feestelijke open dag en daarbij een receptie in haar ate lier van 13.00 tot 16.00 uur. Tot slot komt mgr. De Jong 's avonds naar Heide, waar hij de avondmis zal opdragen. Daarna trekt men in processie naar de Heidseschool- weg, waar de stichting het daar door haar heropgerichte kruis zal overdragen. Inzegening van het Schieëperskruus Volgende week, op Hemel vaartsdag, zal kapelaan Crasborn in Merselo voor gaan in de H. Mis van 11 uur. Daarna volgt de inzegening van het bijzondere kruis in de Ballonzuilbossen. Vanaf het kruispunt van de weg van de Ballonzuil naar de Vredepeel en de Zanddijk trekt om half 1 de stoet naar het nieuwe kruis. De plechtigheid zal wor den opgeluisterd door fanfare Sint-Oda en de kerkkoren van Vredepeel en Merselo. Een aardige bijzonderheid is, dat een herder met een kudde schapen erbij zal zijn om zo de schakel met de tijden van weleer te vormen. "iinjikl, y,, fff/' h'/jflj Siehe ^relttt Sla r-i rt'Jj?. ~y li Buitengewoon evenement op Hemelvaartsdag ,A-„ 4-

Peel en Maas | 2006 | | pagina 28