4Sprokkel' dingen uit
Merselo's historie
EL EN MAAS
donderdag 28 juni 2001 - Pagina 19
De school in Merselo (1843)
1843 werd er in het
rtogdom Limburg de toestand
de scholen bekeken. Zo staat
Ier het gehucht Merselo ver-
jd, dat er 576 mensen wonen
ay in totaal 4436). Verder dat
;n openbare jongens- en meis-
ichool is, bestaande uit één ver
hangt 8 el, breed 6 el en hoog
:1). Daarin staat 1 tafel met 6
':en. De school in het Dorp
;ft een leesmachine (van
ineen L.R.) en 2 borden, in
jrselo is dit niet aanwezig. De
looi is een openbare school,
de onderwijzer een trakte-
it heeft van 50,-, vermeerderd
;t het schoolgeld van de leerlin-
Over de ouderdom van de
looi is weinig bekend: 'bestaat
vanouds, maar de dagtekening
inbekend'.
onderwijzer heet Antoon
artin Arts, oud 38-"jaar, gehuwd
drie kinderen. Hij is sedert 4-
-1823 in functie.
GENEESKUNST IN
MERSELO (1725)
Zoals de pastorale zorg eeuwen-
ng hier in Venray een centraal
nspreekpunt had in de pastoor
in de Grote Kerk, zo gold dat in
ikere zin voor de geneeskundige
irzorging in de persoon van de in
;t centrum van Venray woonach-
ge barbier of chirurgyn. Toch
ivamen wij rond 1725 een vrouw
gen, die in het buitengebied van
inray, nl. Merselo, mensen
ihandelde met brandwonden,
anvankelijk dachten wij dat wij
doen hadden met een soort alter-
jtieve geneeswijze, maar toen wij
aar ingediende rekening bij het
rmengilde zagen, was daarin
irake van een vergoeding voor
'meesterloon' (medische
ihandeling). Haar naam was:
unisken (Antonia) Peters (1728).
Bekenne ick ontfangen te hebben
yt handen van den aermenmester
hyes Claes van mesterloon van
et gebraent kent (kind) en Lamert
loem: 6 gld en 8 stuiver'.
In 1724 was zij zelfs twee maal
hulp geroepen: 'Voor den brandt
genesen van Gerad Keysers
indt aen een vrou te Merselo (dat
ïoet zij dus zijn) en 'aan
heunisken to Merselo betaelt
oor het cureren van de brandt van
y in het gasthuys 9 gld en 12
uivers'.
'In 1727 betaelt van eenen
ebranden aerm te helen van Peter
luppen aen Tunnisken Peters 3
ld. 16 stuivers'.
Het rampjaar 1599 in Merselo
Meer dan eens is Venray en dus
ok Merselo gedurende de tachtig-
arige oorlog (1568-1648)
bezochtdoor voorbijtrekkende
n plunderende troepen van vriend
n vijand. In 1599 was het zelfs
eel erg. Rond Allerheiligen kwam
raaf Frederick met zijn leger naar
enray en bleef hier zeven weken
ggen. Meer dan dertig boomgaar-
len en meer dan 200 huizen, schu-
en en schoppen werden vernield.
)it lot trof in het bijzonder
lerselo. Wij laten hier een over-
icht volgen met nog wat persoon
lijke aanvullingen:
Derick op den Haesenacker: een
Bladzijde uit het Venrayse Meetboeck 1628), vervaardigd door Lennard
tabben. Hij was getrouwd met een zus van Godefridus Henschenius.
hues en een schuer al ewech. De
familienaam Haesenacker is
ontstaan uit de hoeve 'de Hae
senacker in de buurtschap 'de
Hiep(t)'. De Hiep(t) verbergt
graag familienamen zodat
Michiel op de Hiept eigenlijk
Michiel Hasenackers heet.
Vreemd is, dat de Hiept in de
belastinglij sten altijd bij Merse
lo hoort, evenals het Odakapel-
letje, dat kerkelijk bij de
parochie Merselo hoorde.
Lessken op de Hiept: een hues en
schuer aeneen al ewech
(away?). Achter deze familie
naam zou zich wel eens een Ver
stegen kunnen verbergen (Leys-
ken Vestegen).
f. Toeuken op de Hevpt: hues en
schuer aeneen al eewech. De
afstammeling van deze familie
namen heten later Theuckens.
L Den Langen Jan: hues en schuer
aeneen al eewech. Den langen
Jan zou wel eens Jan op de Hypt
kunnen zijn.
5. Jan Hanrvchs: het getyémmer al
afghebrant en afgebroken,
woont ook in de buurtschap 'de
Hiept'
6. Jan Plenck. vermoedelijk Jan
Tieskens geheten.
7. Gossen Lemmens: hues en schu
er al eewech: idem 'de Hiept'.
Op de Hiept stond vroeger de
Bossche Molen, waar o.a. de
boeren uit Merselo het koren
naar toe moesten brengen om te
malen (molendwang).
8. Art Jacobs: hues en schuer.
9. Gertigen Tunvs: hues en schuer
aen een, al eewech.
10. Jacob Martens: hues en schuer,
noch een hues al eewech en ut
koren ende kysten gerantsoent
foer 55 gulden (losprijs?). Jacob
Martens behoort bij de buurt
schap 'aen gen Beeck'. Zijn
kleinzoon heet Bast op de
Beeck.
11Klaes opgen Beeck: 2 getymer
affgebroken en een verdorfen
ende syn koren alsamen gheno-
men (Heet eigenlijk Klaes
Groenen).
12. Lvebeken opgen Beeck: hues en
schuer al verdoerffen.
13. Jacop Jans: 3 getymmer eewech
en twee getymmer al verdorffen
en XI malder koren ghenomen.
14. TVes Rueten: hues en schuer
aeneen, al af ende eeuwech ende
foer 25 gld. Ende opghegra-
venü! Thys Rutten is de zoon
van Ruth Jaecken en heet soms
ook Tyes Jaecken.
15. Jan Henskens: ock syn ghety-
mer verdorffen. Zie verder het
artikel: De Henskens en het
Stamhuis; Jan Henskens woon
de op 'Cleyndorp'Later komen
er andere namen op het Hens-
kensgoed.
16. Dervck van Hvesfaeren: hues
ende schuer al eewech.
17. Hanrvck aen gen Ent: hues
ende schuer al eewech. 3 malder
rogge. Vermoedelik Hanrick
Rutgens.
18. Peter van Brueggen: hues en
schuer, samen verdorfen ende 4
malder rogge. Komt ook in het
testament van Neesken Schoen
makers (1554) voor. Zijn vader
was Willemken van Bruggen,
(zie artikel over Neesken
Schoenmakers).
19. Tvesken Verbanen ut koren
utgedorst alsamen.
20. Jacop Brven: 2 getymer verdor
ven en wel 80 malder koren
ende een kyest opghegraven wel
wert 15 gld. In 1583 had Jacob
Bryen wel 126 schapen.
21Peter Nevenborchs: it hues afg
hebrant ende dey schuer ver
dorffen en 10 malder koren.
22. Gaertjen van de Waeter: 20 mal
der rogge. Gaertjen is in 1569
geboren.
23. Ruet Versleven: it hues al ver
dorffen ende schuer al eewech
ock an koren. De Versieyens
zijn een oud Venrays geslacht.
Bekend is het Sleye-goet in
Merselo en de Versieyens in de
tegenwoordige Raadhuisstraat,
naast de Clockert en op de
Landweer(t).
24. Gaert Jacops: hues en schuer
verdorffen en wel 10 malder
koren.
25. Tyes Hveps: huvs en schuer al
verdorven ende XI malder
koren ghe...
26. Gaertjen van de Water: is dit
dezelfde als onder 22? Alhoe
wel hier maar 4 malder wordt
opgegeven.
27. Jan Verhvept: it hues ende
schoep al eewech ende schuer
samen verdorffen en XVI mal
der
28. Jan Van Gullvck: een ghetymer
eewech en dey schuer verdorf
fen en wel XX malder koren.
29. Mvchel Martens: den schuer
verdorffen en X malder koren
en een kyest opghegraeffen myt
goet. Heel veel mensen in Ven
ray hadden op het laatst van de
tweede wereldoorlog goede en
slechte ervaringen met het ver
stoppen van kisten in de grond
(schanshoêpen). Vooral onze
bevrijders wisten er wel 'raad'
mee.
30. Jan Vermuellen: hues en schuer
ende schop, alsamen verdorffen
en 30 malder koren en twee pert
en de kyst wel 100 gld.
31Hanrvck Stvnnen: 4 ghetymer
eewech ende een verdorffen en
wel 25 malder koren en twee
pert.
32. Jan Martens' schuer al verdorf
fen ende een kyest 30 ende een
kyest 30 en XI malder koren.
33. Wvllem Koesters: 4 gethymmer
samen eewech ende it hues ver
dorffen en XV malder koren.
34. Hencken Hevnen: 4 malder
koren.
35. Huesmaen: syn schuer verdorf
fen, een malder koren.
36. Tunvs Hevnnen: VI malder
koren.
37. Mvchghel Hueben: XV malder
koren en een kyest wel 90 gld.
38. Jennvcken Ruetgens: gheno
men XX malder koren een een
kyest opghegraeffen wel wert
100 gld.
39. Jacob Verstegen: ghenomen
VIII malder koren en een kyest
opghegraeffen wel wert 150
gld.
40. Peter Bevleyen: 22 malder
koren en 2 ghetymmer al
eewech. Ook wel Peter Belien
geschreven.
41. Klein Michgelken.
42. Jenneken Tunnvs: (malder)
koren.
43. Peter op Koppelenborch: dev
schuer verdorffen en 4 malder.
44. Peter op den Kamp: V malder
koren.
45. Hanrvck vangen Haen: 2 mal
der koren en dey kier (kleding)
wel 25 gld.
46. Jan Lemens: XX malder koren.
47. Jacob Tvesen: VI malder koren.
48. Render Verhutten: ghenomen
wel XVII malder koren en twee
pert van 90 Dalier (daalder). De
familienaam is afgeleid van de
hoeve 'de Hut'
49. Thves Schevnen: ghenomen 5
malder rogge.
50. Jacob van de Water en Wvllem-
ken Scheven: oir beier hues ver
dorffen en dey schuer eewech
ende Wvllemken Scheven ghe
nomen XII malder koren.
51. Bryen Scheven: syn hues mit
twee ghetymmer.
52. Lvsbeth Hevnen: hues verdor
fen en wel malder koren.
53. Gaertjen Lemens: hues en schu
er al verdorfen en een ghetym
mer eewech en wel XX malder
koren en een kyest vor 50 gld en
twee pert gewont
54. Tunnvs Verhvept: syn schuer
verdorffen en XIII malder
koren.
55. Gvesken Gvesen: hues ende
schuer verdorffen en een ghe
tymmer eewech.
56. Peter Honnen eewech ende
eenen schop ock eewech en VI
malder koren.
57. Gaert Dvellen: hues en dey
schuer en noch een hues samen
eewech en VI malder koren.
58. Jan Messen: hues en schuer
eewech en VIII malder koren.
59. Dervck de Koepman: hues en
schuer al verdorffen en twee
malder koren. Derick de Koep
man is de zoon van This Jaec
ken!
60. Frens opge Sant: IV malder
koren.
Wij kunnen gerust stellen dat*er
van Merselo niet veel over is. Het
valt nog mee, dat er niet meer
doden gevallen zijn. Later vinden
wij nog in de totalen: Meresloe:
schueren, schoppen ende backhues
ewech 37; huys ewech 19;
Meresloe 525 malder koren.
HOOG BEZOEK IN
MERSELO
Op 2 juni 1627 komt op verzoek
van de Venrayse schepenen en de
gegoede naburen (de geërfden) de
Drossaard en de landscholtis
Hendrick Schenck naar Merselo
om een oculaire visie en inspectie
te doen van bepaalde afgetekende
gemeentegronden, welke de rege
ring van plan was te verkopen.
Hiertegen was door de inwoners
van dit gehucht geprotesteerd (ook
toen al), waardoor de verkoop
'gestuit' werd. Na twee zitdagen
lang partijen gehoord te hebben,
werden de afgebakende zes perce
len op last van de hoogwaardig
heidsbekleders verkocht. Matthijs
Alartsz, de landschrijver, heeft een
afschrift ervan gemaakt en zodoen
de weten wij, dat deze heren in
Merselo zijn geweest. Jammer, dat
wij niet weten aan wie de landerij
en verkocht zijn.
EEN LEUKE AFREKENING
UIT HET KERCKEBOEK
(1646)
Noch aan Peter Driessen van
doeck tot een albe ende coporael
doecken 13-17,5. Noch aan Jan
Remmen dat daer op die kermis
(Venrayse) mit die draghers der
Vanen ende S. Jans bilde verteert
was (nou, die had ik wel eens terug
willen zien komen). 2-7,5. Noch
aan Michael aengen Haen, strodec-
ker mit synen opperman 2-0. Noch
aan Ruth Verstegen van schoven 1 -
17,5. Noch aan Marten op
Weverslo van theynden 0-6. Noch
aan Jan Buysen, metselaer van een
oven af te breken en wederom op
te maecken 5-0. Noch aan Frans
Costers van Messen 2-16. Noch
aen Mr. Ambrosius voor syne sala
ris 30-0*. Noch aan Peter Poeyn
betaelt om dese rekening op te
maecken 1-10**.
Deze Poeyn valt vooral op
door zijn zeer verzorgd handschrift
en verzorgt op meerdere plaatsen
in Venray de 'boekhouding'.
Volgens mij heeft hij ook een
pa m pi er'-zaak in het dorp.
Deze Ambrosius komt reeds
voor in 1628 en wordt in 1647 als
custer genoemd, maar als hij in
1661 ook nog genoemd wordt,
moet hij al die tijd het koster
onderwijzerschap gecombineerd
hebben.
HOUBA NAAR MERSELO, DE
HAEN NAAR LEUNEN (1896)
Toen in de raadsvergadering van
Driessens, Ghoessen Bosshuys,
Claes van der Kynderen en
Wyllem van der Kynderen, als
dagelijks richter dit document
opmaakten. Er is ook een jaargetij
de van Heer Jan Gruters bekend.
3. Des Vrydaich Voir Roiyer Ker-
misdach is jairgetyt Mychel
Bryn en Lysken (doorgehaald),
syn huisfrouw, Lysken Jacop
Gortsz huysfrouw. Heyn Bryen,
Bely syn huisfr., Bryen oir soen,
Jan Mychels, Lysbeth syn
huisfr.; Raytken Mychels en
Meta syn uxor. Hier aff heft die
kerek I enckel erff malder rog
ge gelegen in den Acker in 1
mergen Iants tot Merseloe. Hier
Arcen: Gisbert Muysers; uit
Blerick: Jan Koopman en Antoon
Gielen: uit Belfeld: Pieter Jan
Nooten; uit Voorburg (Z.H.):
Leonard van Pommeren; uit
Altwijk bij Delft; Gerard Duyker
en verder nog een vreemdeling.
Van de zeven laatstgenoemden zijn
er drie gehuisvest bij Gerard
Volleberg, drie bij Theodorus
Peeters en een bij Godfried Claes
in het gehucht Merselo.
HET ONDERZOEK
Het kwam er dus op aan om op
heterdaad vast te stellen of deze
vicarus inderdaad les in het Latijn
gaf. De Vrederegter P.B. van de
Mortel is dus op 20 maart naar
Merselo getogen. Van dit heter
daad is echter niets van terecht
gekomen, daar hij in zijn verslag
spreekt van 'geen dadelijkheden'
bevonden te hebben van het lesge
ven. Wel had hij 's morgens vroeg
al geprobeerd om de vicaris te
spreken te krijgen, maar dat werd
bemoeilijkt door diens onpasse
lijkheid. In het huis waren wel een
meid en een jongeling, die beweer
de dat hij koster was en bediende
Merselo vanuit de lucht. De sporen die de oorlog heeft nagelaten, zijn nog
duidelijk te zien. (Foto: archief John v.d. Munckhof)
voir sal die kerek setten 3 kers-
sen ende laiten syngen mysse en
vigilie ende doen alst ghewon-
telich is. Den rogh gylt Gert
Huyben uyt den Acker vur-
schreven. Item dit voirschreven
jairgetyde heeft Ruytken
Mychels ende syn huysfr.
Gemaickt als sy van dat leven t'
doet syn, soe sullen sye dairin
oick in staen.
N.B. Brien(s) is een bekende fami
lie in Merselo 1478 Michael
Briens(en) shepene Luciafon-
datie (zie aldaar). Brien te Mer
selo komt vazn 1532-1540 voor
als tynspachter. Daarna zijn
vrouw Bely Briens (1540-1568
en daarna Syemon Belien!!)
(1568-1620). Pachters Jan
Mychels komen wij tegen rond
1545 (Leunen) en ook Rutgen
Michel s.
10-3-1896 de heer Th.H.H. Houba
uit een voordracht van drie met
acht stemmen voor en een blanco
tot hoofd van de school in Merselo
was benoemd, werd gelijktijdig
over de overplaatsting van de Haen
uit Merselo naar Leunen gestemd.
Wij laten hier een fragment uit die
raadsvergadering volgen:
de voorzitter vraagt, wanneer de
Haen in Leunen in functie zal
moeten treden. Wethouder Arts
stelt voor, dit te bepalen op het
zelfde tijdstip als de opengevallen
plaats te Merselo kan worden aan
gevuld, daar men het hoofd aan die
school niet kan missen. De heer
Trynes zegt, dat de plaats in
Leunen al zo lang niet bezet is en
het hoofd daar ook niet gemist kan
worden. Dhr. J. Loenen is van het
zelfde gevoelen en zegt, dat aan
die school al lang een hoofd heeft
gemankeerd (overlijden Cornelis
v.d. Berg in 1895 L.R.).
Wethouder Arts zegt, dat het te
Leunen lang niet zo erg is als in
Merselo. In Leunen zijn er nog
twee onderwijzers, in Merselo
maar één, buiten het hoofd. De
heer Trynes zegt, dat hij wethou
der Arts daarin gelijk moet geven.
De heer Loenen zegt, dat er in
Leunen meer kinderen de school
bezoeken dan in Merselo. De voor
zitter en wethouder Esser zijn van
gevoelen, dat men onderwijzer
Verbeek niet alleen onderwijs kan
laten geven in Merselo en de heer
de Haen zal de woning ook niet
dadelijk in Leunen kunnen betrek
ken. Na stemming blijkt dat 1 april
a.s. de betrekking kan worden aan
vaard. Dat is tenminste nog eens
vergaderen!
JAARGETIJDEN (15e EN 16e
EEUW) UIT MERSELO
In het parochiearchief van de
Grote Kerk komen twee jaargetij
denboeken voor, die elkaar gedeel
telijk overlappen. Vooral in het
begin gaan zij terug tot de 15e en
16e eeuwse personen. Zo ook voor
enkele Merselose mensen.
1'Des Vridachs voor halfvasten is
jaergetyt van Ties van de Sande
ende Tvsken syn uxor (echtge
note) mit oeren beiden alderen
(ouders) oick oeren kindreen.
De pastor, vicarien, school meis
ter en custer sullen dat graft vis
iteren voir die Schoell. daer die
van de Sand begraeven liggen'.
De school is de Duytsche
(volks)school op het kerkhof
van de Grote Kerk in Venray.
In 1549 komen wij onder Merselo
al Thews van den Sand tegen en
in 1578 Tysken van Sandt
(dezelfde?). Mogelijk is dat de
boerderij 'opgen Sand' geheten
heeft, omdat er in 1585 sprake is
van Peter opgen Sandt.
2. 'Des Dinsdach nae Meresloe
kerek dach is jaergetyt van
Henrick Gruter van Meresloe
ende Hadewich syn uxor (echt
genote). Dan sail die kerek set-
ten 3 kertzen, daer voer heft die
kerek ein erff malder roggen,
dat is gelegen in Henrick Gru-
eters hoffstad. an die Haeghe'.
Henrick Gruter komen wij ook
tegen in het testament van Gysbert
van der Gaet (18-7-1484), als deze
met zijn medeschepenen Goert
Heynen, Michel Bryen, Jacob
De Klaene Schol in Merselo
(1620)
Noch betaelt aen Jan Martens
van laetten, die op die schoei
gelacht syn 5 gld, 1 st., 1 ort; noch
betaelt aen Jan Henskens van
schindelen te strieken en van kaclk
te haelen 5 gld, 1 st.; noch betaelt
Jacop op die Stiegh van die schoei
te decken ende van een vym (100)
schuef te samen 8 gld, 11 st. Noch
betaelt aen Herman Crucken van
een sloet te maecken aen die
schoel-deur 1 gld. Noch betaelt
aan Jan van Sluys van glaes te
maecken aen die schoei 2 gld., 15
st.
LATIJN IN VENRAY (1675)
Tot rond 1653 zal het doceren
van het Latijn wel een zaak van de
Venrayse pastoor zijn geweest.
Daarna vestigde zich de Latijnsche
School naast het Raethuys tot
1713. Blijkbaar gaf men het parti
culier lesgeven niet zonder meer
op want de toenmalig Heer van
Venray verbood op 4 november
1675 het geven van lessen in het
Latijn door particulieren. Dit was
duidelijk een maatregel tot
bescherming van de weinig flore
rende Latijnsche school.
Met de komst van de Fransen
verdween deze school weer en
probeerden particulieren dit gat in
de markt op te vullen. Maar daar
werd van hogerhand weer een
stokje voorgestoken.
LATIJN IN MERSELO (1824)
Op 8 maart 1826 krijg Jonckheer
de Brouckère de Procureur des
Konings bij de regtbank van eerste
aanleg te Roermond het verzoek
om nader onderzoek in te stellen
tegen Vicaris W. van den Kerkhoff
te Venray, omdat hij niet ophoudt
met het onwettig onderijs geven in
het Latijn. De vicaris bedient de
hulpkerk te Merselo, een gehucht
in de gemeente Venray, waar vroe
ger al eens Latijnsche school door
hem werd gehouden maar die op
13 september 1824 als onwettig
gesloten werd. Men doet dit nu
weer op onbepaalde dagen, nu
eens weer in dit en dan weer in een
ander huis van één van de leerlin
gen. Men heeft zelfs al een lijstje
opgemaakt met namen van deze
leerlingen. Uit Venray volgen les:
Martinus Claes, Jan Dyks, Mathias
Roelofs en Jan Hoffmans; uit
van de vicaris. Uit latere informa
tie was hem gebleken, dat het de
zoon van de rademaker Claessens
uit Venray was. Toen hij na een
half uur wachten de vicaris uitein
delijk te spreken kreeg, heeft hij
hem in niet mis te verstane woor
den aan het verstand gebracht, dat
hij zich aan de wet moest houden.
Ondanks het onderzoek bleven er
vele raadsels onopgelost, zoals het
grote aantal vreemdelingen in
Merselo. Dus volgde er op 12 april
1826 een nader onderzoek, teza
men met burgemeester Verblakt.
1om 9 uur 's morgens werd eerst
Theodor Peters in Merselo
bezocht en ondervraagd over de
aanwezigheid van vreemdelin
gen bij hem. Dat bleek er maar
één te zijn: Leonardus van Pom
meren, oud 28 jaar en afkomstig
uit Voorburg bij Den Haag.
Deze vertelde dat hij daar was
'om synes gezondheidshal ven'
verbleef. Twee andere vreemde
lingen waren vier weken gele
den vertrokken.
2. Verder werd Gerard Volleberg,
ook herbergier in Merselo,
ondervraagd. Bij hem waren de
vreemdelingen ook vier weken
geleden vertrokken. Het enige
wat er nog stond was een lesse
naar
3. Ook Vicarius van den Kerkhoff
werd weer aan de tand gevoeld,
maar hij hield vol, dat hij maar
één kostganger had: Martin
Klaas, oud 33 jaar en misdie
naar Hij ontkende dat hij
lesgaf in Latijn.
4. Daarna bezocht met Godfried
Klaas, akkerman in Merselo,
maar die was er niet, wel zijn
vrouw Johanna Evers. Zij ver
klaarde een vreemde in huis te
hebben: Peeter Johan Nooten,
oud 27 jaar. Hij verklaarde in
Kalkekerken (Pruissisch) gebo
ren te zijn en dat hij puur voor
zijn plezier hier woonde en dat
hij de studieboeken voor zelf
studie gebruikte en dat hij bin
nenkort hier vertrok om naar
zijn vader in Blerick te gaan.
Wij weten niet wat de genomen
maatregelen zijn geweest, maar
wij kunnen ons wel voorstellen
dat men de zaak ver liet berus-
SCHOOL MERSELO 1831-
1832 (UIT EEN RAPPORT)
Alhier heeft in vroegere jaren
wel een school bestaan, doch
deselve maakt thans deel uit van
den alhier verblijvende vicaris. Het
onderwijs, dat onder het ex-gou
vernement heeft opgehouden te
bestaan, is hervat door Antoon
Aerts, in een kamer daartoe
gehuurd. Het aantal kinderen
bedraagt 's winters 20 jongens en
20 meisjes en 's zomers wordt er
geen school gehouden. Volgens
oudere mensen onder ons moet die
gehuurde kamer op Wertsplats
geweest zijn.
MERSELOSE
SCHOOLKINDEREN UIT
EEN SCHOOLLIJST VAN 1871
Achtereenvolgens vermelden wij
de wijk, de oudere en hun kinde
ren.
Wijk Aland: Peter Borghs (-)
(Hendrina); Mathys Franssen
(Mathys); Peter van Ryswyck (Jan
en Willem); Jacob Verhoeven
(Martin); Hendrick Verstegen
(PerJan!); Antoon Franssen
(Wilhelmina). Wijk Beek: Arnold
Aerts (Hannes); Louis Aerts
(Maria, Johanna, Gerard en
Antoon); Johannes Keyzers
(Jacob); weduwe Theeuws (Jan);
Cornelius Verschuren (Martin);
Arnold v. Os (Antopetta en
Catharina). Wijk Haag: Johannes
v. Helden (Jacob); Johannes v.
Helden (Jacob); Hendrik v. Meyel
(Dora); Johannes Nooyen
(Renier); Antoon (voogd) (Gerard
Thijssen); Willem Verheyen
(Doras, Jojhanna en Francina); Jan
v. Deyk (Martin, Joannes en
Gertrud). Wijk Hansenberg: Peter
Peters (Joanna); wijk Hevde: Piet
Streybosch (Willem en Gertrud);
Hendrick Litjens (Mathijs en
Hannes); Hannes Swinkels (Frans
en Theodoor); Gerard Lemmens
(Gertrud en Lamberdina). Wijk Op
de Hei: Willem Hermus (Gertrud).
Wijk Hiept: Hendrik Maes
(Francisca en Joanna); Joannes
Vergeldt (Gerard); Willem v. Deyk
(Anna Catharina Wijk Hoek:
Hendrik Arts (Per Jan en Mathys);
Jantje v.d. Hogenhof (Toon);
Jacobus Verhoeven (Lambert,
Jacob en Maria); Hendrik
Verhoeven (Martin); Jacobus
Wolters (PeterJan). Wijk
Kleindorp: Jan Arts (Martin); Jan
Becker (Peter); Antoon Creemers
(-) (Jacoba); Martin Creemers
(PerJan, Doras en Gerardus);
Mathys Michels (Joanna, Thomas,
Hendrik en Antoon); Jacob
Muyzers (Jean en Hubert); wedu
we (Wilhelmus Poels); Hendrik
Dirks (Wilhelmina en Joanna);
Doras Gerrits (Willem, Maria en
Hendrika). Bii de kerk: Hendrik
Claassens (Willem en Martin);
Antoon (voogd) (Maria Baten*);
Willem Rongen. (Antoon). Lull:
Antoon Morees (Andreas). Peel:
Jean v.d. Berg (M. en Dina);
Straat: Jacob Bistervelds (Peter);
Simon Claassens (Doras, Jan,
Joannes en Martinus); Christiaan
de Haart (Jan, Gertrud en
Hendrika); Hendrik Rongen
(Joanna en Wilhelmina); Gerard
Smits (Wilhelmina, Petronella,
Maria en Catharina); Gerard
Wismans (Antoon, Gerard,
Joannes en Lamberdina); Hendrik
Ewals (Wilhelmina, later doorge
haald: Kleindorp). Bij het Ven:
Joannes Linders (Joannes, Martin
en Hubert). Weverslo: Wilhelm
Janssen (-) (Petronella); Antoon
Willems (Gertrud).
*Anna Chatharina van Deyk is
in dit jaar gestorven.
*Maria Baten is van school
gegaan, idem Gertrud de Haart.
Zestien leerlingen hoeven geen
schoolgeld (armlastig) te betalen.
De totale opbrengst is 87 gld en 7
1.2 cent. Het eerste kind betaalt
per maand 15 cent, het tweede 10
cent en het volgende vijf cent bij
gelijktijdig schoolbezoek.
Opvallend is, dat in 1837 Peter en
Peter Antoon Wilms uit Weverslo
de school in Leunen (zie mijn bij
drage aan het boek van Leunen
'Terug in de tijd', blz. 70) bezoe
ken.
PESTTESTAMENTJES (1635-
1636) IN MERSELO
In 1635 en 1636 woedde er een
vreselijke ziekte in Venray: de
Pest, ook wel de haestige schou-
welijke ziekte genaamd. Via korte
testamentjes maakten de vermoe
delijk al besmette zieken hun laat
ste wilsbeschikking. Daarbij was
hun toen vooral kaplaan Michael
Verheyden behulpzaam. Van 26
november 1635 tot 18 octöber
1636. Ook had hij natuurlijk klan
ten in Merselo.
1. Lenartgen, de maeght van Heer
Simon tot Merselo, maeckt bij
testament aen den armen 2 mal
der rogge. Item ydere capel 5
stuyfers; item den armen all
haer kleden; die wachters
(oppassers) de werckendachse
cleyden. Item haar halff suster
50 gld, noch Lenartgen Simons
dochter, dat nae die maeghts
vader heet 20 gld. Item den Heer
(kaplaan) 1 gld actum coram
Heer Michel Verheyden 21-6-
1636.
2. Karstjen Reyners tot Merselo en
zijn huysvrouw maecken by tes
tament, indyen zy aflyvich wor
den aen dye kerek tot Venray
voor een jaergetyt 40 gld. Item
aan de capel tot Merselo zes
gulden. Iedere capel 5 stuyvers
etc. Actum 29-6-1636
3. Libeken Scheyen tot Merselo
maakt bij testament aen den aer-
men 50 gld, die sy by Jan Engel-
kens uytstaen heeft. Item den
Heer 1 gld, den custer 15 stuiver
actum 5 sept. 1635.
Dit kort testamenteren was sinds
1619 in het Gelresche zo geregeld:
so is to weten, dat in pest und
andere geferlichen schmittende
(besmettelijke) Krankheitzteidèn
niet sovil getuygen van noeden
syn, sonder ist mit twe off drei per
sonen genoichsam.
VISITATIO CAPELLAE DE
MERSELO )1666)
Op 26 september 1666 kreeg de
kapel van Merselo controle van
kerkelijke zijde.
Gekeken werd of ze nog dezelf
de patroonheilige (St. Johannes
Baptiste) hadden en wie er rector
van de kapel was. In dit geval was
dat Dominus Theodoras Cuyckius.
U kent hem wel van het testament
van Christina Verstegen (zie mijn
artikel).
Custor (koster) et ludimagister
(onderwijzer) was Johannes
Janssen, die door de kerkmeesters
en de gemeenschap was aange
steld. Deze koster had een woning
met een tuin.
Vóór hem had Ambrosius jaren
lang deze combinatie van functies
verricht.
(c) Louis Rutten 2001
Opgedragen aan Elly Lucassen.
Met dank aan Trudi Goosen,
Antoon Jansen voor het zetwerk en
John v.d. Munckhof voor de foto.
Jfêr
ci.-a
fk.tO-f.-fc
£'•1
,1>,,rëp