<4 ?JStf II De galg op den Hansenberg WmmLSÊSB I r ni s$s life ft I 'a9*EEL EN MAAS donderdag 28 december 2000 - Pagina 17 Enkele jaren geleden las ik in ftiet boek 'Volksverhalen uit Nederlands Limburg' van Willem felécourt onder de titel 'Spookplaatsen', dat er in Venray Kwee plaatsen berucht zijn om fcun spoken, namelijk De Notarisberg, (thans Odapark) en He Hansenberg, omdat daar vroe ger een galg heeft gestaan. De geesten der gehangenen komen daar volgens de schrijver van het boek regelmatig terug. Door Louis Rutten tn mijn artikel 'Galg en Brandstapel jn Venray's historie' in Peel en Maas /an 20 en 27 juli 1995 heb ik reeds ginder de kop 'Waar stond in Venray f He Galg' dit spookverhaal te berde "ebracht. Ik schreef toen: 'De execu- leplaats behoeft niet direct de plaats je zijn, waar de gehangene een tijdje 'dijft hangen. Elk jurisdictiegebied ;an bovendien wel meer dan één lalgenveld hebben, waar de gehan gene tentoongesteld werd, jezien de uitgestrektheid van fenray's grondgebied zou dit wel nogelijk geweest zijn. Men zou, zo schreef ik toen, in dit verband ook ig aan de Hansenberg kunnen den- [en, vooral als je mensen vaak in iet dialect hoort zeggen 'ge ziet den jannes'. Ook als in Tóól een weide in 'de Henckeling' vermeld wordt, iu men geneigd zijn om in deze warning een galgenveld te zien, ndat er heel vroeger tussen Bergen in Afferden ook zo iets als een 'hen- :lboëm' gestaan heeft. Ik vond het len jammer dat ik bij mij archivali- ;he trektocht door de archieven, laarvan nergens wat meer bewijzen evonden had. 'ijf jaar later moet ik echter beken- len, dat de in 1647 in Venray tot de ialg veroordeelde Joost Frenssen liet in Castenray maar op de jansenberg gehangen heeft. Deze erg heette eigenlijk 'de Imenberg', maar werd ook, wel licht door zulke terechtstellingen. Ie Hansenberg' genoemd. Hanrick ferheyden van de Swaen had in '589 op de Olmenberg een weide jggen, evenals Jan Engels, laar. zult u zeggen, dat processtuk in deze Joost Frenssen hebt u toen il in het bewuste artikel te berde jebracht. Ik moet u eerlijk beken- ;n, dat ik toen alleen maar beschik- over een gedeelte van het klad tl dit proces en dat ik pas later het Fnet werk' gevonden heb. Omdat men door dit officiële document toch een betere kijk op het proces- gebeuren van die tijd krijgt, doen wij als 'speciale verslaggever' van Peel en Maas daar nu. na 353 jaar na dato. nog eens uitgebreid verslag in. Venray 1647 Inbraken waren er vroeger in ver houding net zoveel als tegenwoor dig. Heel weinig kwam het echter voor, dat er in een kerk werd inge broken, maar als hel gebeurde, was dat een van de ergste misdrijven. In een Godshuis inbreken stond gelijk met sacrilegie heiligschennis) legen. U kunt wel begrijpen dat 'enray op zijn kop stond, toen de eerste berichten van een inbraak in de kapel van Veltum en in de Grote Kerk de mensen ter ore kwamen. Hoeveel tijd er gelegen heeft tussen de inbraken en de daaropvolgende brandstichting in het huis van Wagemaker Thonis Janus in Veltum is nog onduidelijk. Vreemd is. dat op 15 maart zowel de naar buiten gedragen inventaris van Thonis Janus "in Veltum schriftelijk vastge legd wordt als ook Joost Frenssen op dezelfde dag ondervraagd wordt over 'seeckere kerekedievery en andersins brandlstichtonge'. Vermoedelijk heeft de brandstich ting veel eerder dan de inventaris opname plaatsgevonden. Misschien leveren de komende verhoren wat meer duidelijkheid op. Vrijdag 15 maart: informatie préparatoir (vooronderzoek) 'Door de landscholtis bij provisie genoemen uyt de monde van Joost Frennsen van Melis in Brabant onder de parochie van Bakel, in opprekensie en in hachte (hechtenis) sittend. coram (in tegenwoordigheid van) Hendrick Goossens en Arnt Versieyen als Schepenen'. Op de eerste plaats komt de kapel in Veltum en de Grote Kerk ter spra ke. Joost bekent, dat hij op 7 maart op verzoek van Peter Buys de comp (kist) in de kerk had opengebroken en daaruit een kelk gepakt had, die hij in Venlo bij Mattys Callï ver kocht had voor 25 stuivers het loot. L De kelk had 33 loot gewogen. Peter [J Buys had hem daarbij aangeraden j om maar te zeggen, dal hij die kelk gekocht had van een man, die deze weer van de Staatse Ruyters gekocht had. De opbrengst zouden ze samen delen. Ook had hij het geld, dal uit Hendrick Kersten's (Hendrik woont in Veltum) kist in de Grote Kerk ;ehaald was, met hem gedeeld: 1 micker pistolet, 1 ducaetgen ad 6 lulden en 1 rycxdalder. Dit geld had 'eter Buys uit die kist gehaald, Met De Blauwe Steen, eens vertrekpunt bto: Lenka Ruttenova deze laatste bekentenis wordt het voorlopig verhoor afgesloten. Diezelfde dag: een bekentenis met gevolgen De vraag, die na dit verhoor onmiddellijk rees, was: Moet men nu na deze 'goetwilliche' bekentenis van Joost Frenssen en tevens beschuldiging aan het adres van Peter Buys ook overgaan tot de arrestatie van deze laatste. De land scholtis, die als openbare aanklager en als voorzitter van hel halsgericht, toch al aanwezig was, liet de vier schepenen Arnt Versieyen, Hendrick Claes, Johan Berberen en Johan van Lent direct bijeenroepen. Gezamenlijk hebben zij besloten, dat Peter Buys ook in hechtenis genomen zo worden. De 'gereformeerde' Gelderse Land- en Stadsrechten En zo zat Venray plotseling opge scheept met twee misdadigers. Ervaring was er op dit gebied de laatste jaren niet veel opgedaan. Toch stond men niet alleen want het toenmalige rechtssysteem voorzag in functionarissen zoals scholtis en drossaard, die bij dit soort rechtsple ging op lokaal niveau een voorge schreven taak hadden. Gelukkig waren enkel decennia geleden ook nog de Gelderse Land- en Stadsrechten 'gereformeerd' en kon men over de berechting van misda digers alles in boek VI nalezen. Toch blijven de schepenen de enige verantwoordelijken die in dezen de beslissingen nemen. Zij worden daarbij wel gecontroleerd en bijge staan door de genoemde rechtskun digen. Men kan dus niet op eigen houtje zomaar iemand 'aen de coor- de brengen'. Zo is in deze criminele strafprocedure op drie plaatsen de Schepenstoel van doorslaggevende betekenis, dat is, wanneer tot de aanhouding wordt overgegaan (decreet van corporele apprehensie), lot de tortuur van de pijnbank wordt verwezen en de beschuldigde tot lijf- of doodstraf wordt veroordeeld. Overigens ben ik op dit moment ook echt benieuwd, hoe het recht in Venray 'zijn loop' krijgt en of men zich verder netjes aan de regels houdt. Immers, was Joost Frenssen strikt genomen niet een buitenlander (Brabander) die in vergelijking met Peter Buys (Venraynaar) door mogelijk van elkaar verschillende behandelingen voor verwijtbare rechtsongelijkheid kon zorgen. Bovendien, kon de 'arme' Joost Frenssen wel voldoende borgen op de been brengen, die met hun per soon en geld voor hem borg zouden willen staan, laat staan dat hij in deze lijfzaak (lyf leven) een ver dediger kon vinden? En zaten er toevallig geen 'vrienden of magen' (familie of aangetrouwde familie) in dit Venrayse gericht, die in deze zaak moeite zou kunnen hebben met een neutrale behandeling. In dit geval zouden, als het goed was, uit de naburige schepenstoelen schepe nen geleend moeten worden om zo een 'volle neutrale schepenstoel' te kunnen bemannen, wat uiteindelijk nodig was bij de beslissing tot 'de coorde'. Dat op de samenstelling van het gericht werd toegezien, heeft men al kunnen zien bij het proces tegen Jacob Ingen Strael, die zijn zwager in de Maas kopje onder geduwd had (1581). Zie verder mijn boek: Jacob Ingen Strael (1540- 1618), een swaer, lanck ende grys man. Maar laten wij eens kijken hoe 't de volgende dag verder gaat, want de zaak moet vlot afgehandeld wor den, d.w.z. dat er volgens 'onverto gen recht' geprocedeerd moet wor den (dus geen onderbreking, behalve op zondag). Doorwerken én overuren dus. Zaterdag 16 maart: nader onderzoek Niet alleen de landscholtis ook de Drossaerd van hel land van Kessel is als rechtsoffïcier aanwezig als Jan Berberen en Henrick Claes nog eens gedetailleerd Joost Frenssen onder vragen willen over dat wat hij giste ren verklaard had. Dus verklaart Joost Frenssen opnieuw, dat Peter Buys hem in Veltum op straat was tegengekomen en tegen hem gezegd had, dat hij een 'aanslag' wist en of hij mee wilde doen. Er zou namelijk geld liggen in een kist in de Grote Kerk. (Zulke kisten stonden er uit oogpunt van veiligheid wel meer in kerken.). Joost Frenssen had, volgens zijn zeggen, aanvankelijk geweigerd om mee te doen, maar toen Peter Buys verder aandrong was men overeen gekomen, dat ze samen 'aende avondt' naar de kerk zouden gaan. Joost had tot middernacht 'ten twee uhren toe' buiten de wacht gehouden en alleen Peter Nillis (van de Sandaekerse Steenstraat) had hij over de kerkhof naar huis zien gaan. Peter Buys was de hele nacht in de kerk gebleven en 's morgens in Veltum bij Joost Frenssen gekomen om de helft van het geld te brengen. Tijdens de wacht had Joost wel van een dodenmars in Venray 1647. i ,v f if' -a Kt -V Een documentaire 'geclop' of 'slagen' gehoord. Met Peter Buys had hij 'bespreeck en conditie gemaeckt', dat als er 's nachts iemand in de kerk moest zijn, bijvoorbeeld om het Heilig Sacrament op te halen, dat hij dan op de andere deur van de kerk 'herdt' zou kloppen, zodat Peter Buys wist, dat hij zich stil moest houden. Diezelfde dag: nader onderzoek in de zaak Peter Buys Op diezelfde dag wordt Peter Buys naar het Raadthuys gebracht om in tegenwoordigheid van voor noemde gerechtsdienaren en sche penen geconfronteerd te worden met Joost Frenssen en diens beschuldigingen aan zijn adres. Peter Buys ontkent natuurlijk alles en Joost Frenssen blijft bij zijn eer der gedane verhaal. Dan kan Peter Buys vertrekken en richt de Drossaerd zich apart tot Joost Frenssen: 'Gij moet wel de pure waarheid vertellen ep niemand ten onrechte beschuldigen. Het is veel erger als men iemand ten onrechte van zijn eer berooft dan dat men iemand van zijn leven berooft. Nou, nou! Nou, daar is Joost ook niet van onder de indruk en dus reageert hij met de woorden dat hij daarop, 'het heyligh sacrament' wil ontvangen. Daarop zou hij willen leven en ster- 'bij claeren sonnenscheyn' tot driem aal toe naar de Blauw Steen, gele gen op de merekt. Volgens oud gebruik wordt er dan driemaal luid geroepen of iemand met zijn 'lijf en goedl' borg zou willen staan voor Joost Frenssen, maar niemand heeft zich gepresenteerd en dus wordt Joost weer uit het Raethuys 'in syn plaetse van gevanghenis geset'. De 'Hel' naast het Raethuys of onder de Boog!! (opmerking van de schrij ver.) Dezelfde dag: 'Depost' De Schepenen, gehoord en gezien het negatieve resultaat van de gezochte borgen 'ordonneren en decreteren', dat de aanklager of zijne gevolmachtigde de gearresteerde Joost Frenssen morgen, dinsdag 19 Maart naar Arcen mag laten bren gen 'gevanckelyck ende gesloten, met schutten bewaect tot uytdracht der saecke (pijnbank)'. Dinsdag 19 maart: Vervolgh van de vorige saecke De Drossaerd herhaalt zijn schrif telijk ingediende aanklacht tegen Joost Frenssen en 'stelt voor' dat de gearresteerde 'gewesen sal worden ter bancke of totter scherpe exami- natie, conform de Reformatie pagi na 380 A" 1\". Hij verzoekt daarom V\. i V „A•- -.f ff 'iff-:Mi- .„i. Galg en Rad in liet open veld voor de stad. Maandag 18 maart: Officiële aanklacht De Drossaerd formuleert monde ling in deze zitting, als voorzitter en aanklager, nu 'de Eisch ende claght' tegen Joost Frenssen van Melis, inwoner van de kerspel Venray (denkelijk is hij ergens bij een boer in Veltum knecht, later zal blijken dat hij een huis gehuurd had). De Drossaerd begint met te zeg gen. dat er al heel lang klachten bin nengekomen zijn van de gemeyne naburen van de kerspel van Venray, die betrekking hebben op kerkdieve rijen, waarbij hun daarin gevluchte (in veiligheid gebrachte) goederen gestolen worden. En nooit had men volgens hen de 'autheur' van deze dieverijen weten te achterhalen. Maar nu hadden ze iemand te pak ken, die het zelfs gewaagd had een kelk en pateen (silver en verguit) uit een kerk te halen, in stukken te slaan en dan te verkopen. Verder had deze misdadiger ook nog die 'Grote of Moederkerk' gevioleerd. En terwijl hij, medeplichtige, buiten de wacht hield, had Peter Buys kisten in de kerk opengebroken en leeggehaald. Ook wilde de Drossaerd niet onver meld laten dat er daarnaast nog sprake was van 'brandstiftingen. vielfaltige fieltery, schelmery en dievery', die overigens Joost Frenssen al bekend had. Ook een confrontatie met zijn medeplichtige Peter Buys had verder niets aan deze feiten afgedaan. De Drossaerd eiste daarom, dat Joost 'ter banke zou worden geleid voor een scherpe examinatie'! (verhoor). Hij hoopte dat er nog meer feiten aan het licht zouden komen en dat er misschien nog meer medeplichtigen genoemd zouden worden. De Drossaerd ver zocht de schepenen om de mede plichtige Peter Buys voorlopig in 'hacht en clusters' te houden tot het gericht door nader onderzoek het 'recht zal gevonden hebben'. Vroeger dacht men namelijk dat het recht al in natura aanwezig was en het alleen nog maar gevonden behoefde te worden. Recht had meer te maken met het rechtzetten, van daar de uitdrukking iemand berech ten. Dezelfde dag: gespannen de bancke en 't gericht bevrijt De Drossaerd dient nu zij aan klacht op schrift in, zoals het vol gens hei Gelderse Land- en Stadsrechten voorgeschreven was. Joost Frenssen reageert daarop met een volledige bekentenis. Wat echter de genoemde 'moortbrandt' betreft, ontkent hij elke betrokkenheid. Hij verzoekt de aanklager hem gelegen heid te geven om zich te verdedigen en borgen te kunnen zoeken. Hij wil zelfs het 'vierdobbele' van hetgeen hij gestolen heeft, teruggeven. Dezelfde dag: De Blauwe Steen Op zoek naar mensen, die borg zouden willen staan voor Joost Frenssen, brengt de richterbode hem de Schepenen om in naam van de landsheer tot een 'oordeel en senten tie' te komen. De Sententie De schepenen besluiten, alles goed overwogen hebbende, om Joost Vrenssen 'ter banke ende scherpe examinatie te brengen tot naeder ondersueck der bekende fei ten'. Actum den 19 Marty 1647 Volgens het boekje Terwijl Joost Frenssen via slecht gebaande wegen al op weg is naar het kasteel van Arcen voor de tor tuur. nemen wij even een kleine pauze voor een korte terugblik. Tot nog toe kunnen wij alleen maar vaststellen, dat het allemaal volgens het boekje verloopt. De Drossaard heeft binnen de drie voorgeschreven dagen na de arrestatie van Joost Frenssen de aanklacht ingediend en ook dat. men van dag tot dag dient te procederen, wordt nagekomen (onvertogen recht). Wat de tortuur in Arcen betreft hoeven wij ons geen zorgen te hebben. Zij hebben daar de modernste apparatuur. De behan deling mag absoluut niet leiden tot ernstig lichamelijk letsel, maar alleen tot de bekentenis van meer feiten en medeplichtigen. En als die er nu eenmaal niet zijn, dan wordt het iets moeilijker. Uiteindelijk zijn het de twee mee-reizende schepe nen, die de duur en de graad van de pijniging bepalen. Alles moet door de drossaard of zijn vervanger op papier gezet worden, waarbij zowel op dingen wordt gelet die ontlastend als belastend kunnn zijn. Nog steeds dezelfde dag Wie onderhand denkt, dat Peter Buys van zijn kant stil gezeten heeft, heeft het mis. Blijkbaar heeft hij een rechtskundig adviseur, die hem met de reactie op zijn nog steeds voortdurende hechtenis geholpen heeft. Met een perfecte hand wordt in een juridisch verant woorde woordenkeus een reactie op deze hechtenis verwoord: Peter vindt de aanklacht tegen hem onge fundeerd en protesteert daartegen met alle kracht. Hij protesteert ook tegen alle iniurien schandale en diffamatien, die hij door deze hech tenis heeft ondervonden. Hij heeft altijd te goeder naam en faam bekend gestaan, omdat hij alle dagen van zijn leven een 'deuchde- lycke' man is geweest. En dan te zeggen, dat hij met een leugenaar en slechterik als Joost Frenssen van Melis enige gemeenschap heeft gehad, die later toch in het openbaar alles gerevoceert (herroepen) heeft. Hij begrijpt niet, dat hij nog vastzit en in de 'yseren hanght'. Hij vraagt de Heer Officier (Drossaard) om hem van die hechte nis en van die yseren te libereren (bevrijden). En dat niet alleen, maar ook dat alle iniurien, schandalen en diffamatien, hem door deze hechte nis aangedaan, 'gerepareerd' wor den. Dezelfde dag: de 'Rolle gehouden' In de zaak van Peter Buys tegen de Drossaard komt een zekere Antoon Buys (verdediger?) met het verzoek om zo spoedig mogelijk, nu of anders morgen vroeg te negen uhren met het antwoord op dit ver zoek te komen, omdat volgens hem Peter Buys niet in de yseren behoort te liggen. Wij zullen zien, dat de repliek hierop nog tot donderdag 21 maart moet wachten. Woensdag 20 maart De Drossaard schrijft de eersame en vroeme Jan de Wildt, richterbode (lokale plaatsvervangende gerechts dienaar) te Venray een brief: 'Ehrsame goide Vrint, mij is die- sen avont overlevert zeker request bij Peter Buys, dat hij vrijgelaten wil worden. Ghijmoet aenstonts het gericht vergaderen en de oudste schepen, volgens de ordonnantie van Het Hof van Gelre, deze saeck doen betreden en bevrijen in mine naem, opdat eenieder recht mag wedervaeren. Ich kan morgen self onmoegelick personlick verschey- nen, omdat ick een seeckere reise van ene dag ofte meer voor de handt heb'! Sevenum 20 Marty 1647, gete kend Schmitsch. (Enigszins inge kort en gewijzigd). Donderdag 21 maart 1647 In zijn schriftelijk repliek gaat de Drossaard nu in op de aangehaalde beweegreden om de hechtenis van Peter Buys op te heffen. Hij vindt ze te algemeen en te weinig tot diens verdediging dienend. Ook wordt de revocatie (herroeping) van Joost Frenssen niet erkend. Wij van onze kant zullen wel zien wat er verder nog op deze dag gebeurt. In ieder geval moet er in dit opzicht wel een beslissing vallen. Dezelfde dag: 'De banck gespannen door den oudsten schepene gecontendeerd en de Rolle gehouden Zoals wij zien is de Drossaard er niet (brief) en zit de oudste Schepen voor. Het verzoek van Peter Buys wordt ingediend en de schriftelijke repliek van de Drossaard ook. Wie van de twee zal zijn gelijk krijgen? Om u niet langer in onzekerheid te laten: Peter Buys gaat het winnen, omdat de revocatie (herroeping) van Joost Frenssen niet alleen publieke lijk in het dorp is geschied, maar er waren ook nog heel geloofwaardige getuigen bij. De Drossaard in zijn schriftelijke repliek vindt echter de aangehaalde motieven tot liberatie: nulliteiten. Dezelfde dag: Decreet en Ordonnantie De schepenen, de wens van de Drossaard om Peter Buys nog in hachte te houden en verder nog bor gen voor hem te zoeken, en aan de andere kant het verzoek van Peter Buys om op vrije voeten gesteld te worden, beslissen na 'hunner wit en bester wetenschap', dat er suffisante (voldoende) borghen gesteld kunnen worden, waardoor Peter Buys vrij gelaten kan worden maar wel voor nadere onderzoek beschikbaar moet blijven. De lijst van Borgen Vermoedelijk heeft een lijst van personen, die zich tussen de proces stukken bevindt, betrekking op deze borgstelling. Daarop staan Heer Dierck (van Cuyck?); Jan Claes, schattbeurder; Peter Houben; Wilhelm Broeck; Henrick Hensgens; Bartell den Becker; Conraedt van Daell. de herbergier; Wilhelm Heynen en Jan Maes. Rapport van de scherpe examinatie in Arcen van Joost Frenssen Al verschillende keren had Jan van Hoellum, de Venrayse toren wacht, op last van de Richterbode, uitkijk gehouden of de gepijnigde al in de verte te zien was. Maar in Arcen nam men rustig de tijd. Niet alleen een gepynigde Joost Frenssen moest verklaringen afleggen ook als hij zonder pijnen was, moest hij het zelfde herhalen. En dat kost natuur lijk tijd. Uiteindelijk aanvaardde de gerechtsstoet de terugweg weer naar Venray en kon Jan van Hoellum melden, dat hij in de Lullsche Steeg de kar met de houten kooi aan zag komen. Op het Hof aangekomen werd Joos" Frenssen onmiddellijk weer in hacht gezet en kon Mathys Alaerts het onderzoeksrapport inle veren. 24 Maart: 'Het onderzoeksrapport' Joost Frenssen bekent zijn gehuurd woonhuis zelf aangestoken te hebben door een vuurpotje op zolder te plaatsen, met daarin 'schel- torfse coilen'. Van een ander afge brand huis beweert hij niets af te weten. Wel dat hij. toen Derick opten Poel bij hem in huys gevlucht was, tegen hem gezegd had, dat zijn huis inbrand gestoken zou worden. Verder bekent hij, dat hij 's avonds in de Grote Kerk was gegaan en daar 's nachts was gebleven. Daaruit gehaald: 1 rycxdaalder 1 ducaetgen en 1 Luycker pistolet, dat Encken Gerits toe Horst ontvangen heeft voor aangekocht hout. In de marge staat: 25 maart dit gedeelte is herroepen, toen het hem 'ongebonden en zander pijn werd voorgelezen. De kiste in de kerk had hij met de ploechkouter van Lysken Schryen opengebroken en hij had zich achter het St. Nicolaasaltaar verborgen. Hij had het gedaan zon der enige hulp! In de marge staat: 25 maart: dit gedeelte weer herroepen na het voorlezen. Toen de pastoor hem gebiecht had, zonder absolutie weliswaar, had deze hem vermaand, dat hij zijn ziel niet te cort(onleesbaar). Verder bekende hij, dat hij van Jan Jongerjans' kerkezolder anderhalve malder rogge had weggehaald en door de Loonsche deur van de kerk naar buiten gebracht. Dat hij in de boomgaard van Peytgen Smachten een stuk of acht ooftbomen in de laatste achterwinter had afgebroken. Dat hij ook een stuk of acht ooftbo men van Hendrick Verbruggen afge broken had. Dat hij nog de schuur van Peytgen in de lichte morgen in brand gestoken had. 'En een weinig los gelaten'. Blijkbaar worden hief de duimschroeven iets terugge draaid. Soms maakt hij de indruk, dat hij uit wraak brand gesticht heeft, omdat men van hem rondver telde, dat hij stal. Ook bekende hij bijen omgezet te hebben en sneeuw in de kayr (Venrays woord voor bij enkorf) geworpen te hebben. Tenslotte bekent hij, zijn woonhuis zelf heeft aangestoken na 'eenen koill in een walmken (vuurpot) gelacht te hebben'. 26 Maart 1647 Joost Frenssen wordt weer 'geëxa- mineert' om te kijken of hij bij zijn vorige verklaringen blijft. 'Onder de blauwe hemel, na de gewoenlicken tyt van de voorgaende torture, onge spannen, los en ledich, ongebonden, gebracht zijnde'. Geconstateerd wordt, dat hij blijft bij zijn vroegere verklaringen, daarop wil hij leven en sterven. Voegt wel er aan toe, dat Peter Buys bij hem in Veltum geko men was om een beytel te lenen om in de kerk te gebruiken. Joost had hem toen een ploechkouter gegeven. Ook was afgesproken, dat Joost de wacht rondom de kerk zou houden. Ook dat Peter Buys het geld bij hem thuis gebracht had, en toen gezegd had, dat hij het ploegkouter achter het St. Nicolaasaltaar onder een kist gelegd had. Verder dat Peter in de richting van Hendrick Oemens' huis was gegaan, maar hij wist niet of hij naer de Heyde cant of naar de Loonsche Steegh was gegaan. Sedert die tijd had hij het ploech kouter niet meer gezien. Ook zou Peter een gat in de muur van de kapel te Veltum maken, zodat men zou denken, dat vreemde dieven dat gedaan hadden. De pastoor had ook nog gezegd, dat hij Peter niet moest 'beclappen' (verklappen), want hij zou evengoed sterven. Dit alles bekende hij op 26 maart in aanwe zigheid van Gaert Hypts en Jan van Lent en medeschepenen die het ver hoor deden en de gevolmachtigde van de Drossaard en de Landschrijver. Dinsdag 26 Marty 1647: 'tot Venradt 't voorgaende proces gecontinueerd' De Drossaard vraagt na voorle zing van het rapport, oordeel en comdemnatie in naam van de Landsheer. Deze voorlezing gebeurt onder de blauwe hemel. los, onge spannen en ongebonden, gevolgd dor een openbare bekentenis van Joost Frenssen. De Drossaard verzoekt de schepe nen om per vonnis definïtiff hem te condemnieren, zoals voorgeschre ven is op pagina 370 art. 3 et seq., om tot een 'spiegell ende exempell van alle quaedoeningen na het hier onder verwachtende oirdell'. En dat luidt: Oordel en Sententie De schepenen condemnieren (ver oordelen) Joost Gaert Frenssen van Melis tot: 1Levend mit vuer en flammen omsengget en dan voorts aen een galge opgehangen en daeraen milten strop verworght te worden. 2. Op beide hoecken bovenop de :.i o 'm"m s@K SsiJat^MiSS3Sa Fragment uit de administratie van de torenwachter in Köln 1569): galg teyekenen van boomkens te setten en int midden boven zijn hooft een faitsoin (model) van eene kelck. Alles tot afschouwen, spiegel en exempel van alle andere misdadi gers. Gedaen de 26 Marty anno 1647'. Pro Memoria: Op donderdag 28 Marty 1647 is de executie van de voorstaande sen tentie gedaen op Olmenbergh, gena- empt HANSENBERGH. Hierin somt de landschrijver Matthys Alaerts nog eens alle pun ten op en eindigt met: Deze articu- len syn door de landschryver bij sit tend gerichte den voorstaande Joosten hier aanwezig om zijn oor deel en sententie te horen alhier tot Venray opte Mercktplaetse onder de lynde voor alle man. openbaerlijk en in de vergaderonge van het gansche Landt voorgelezen en daarna de sen tentie voorgelezen. 28 Marty 1647. De uitnodiging Toen de schepenen besloten had den om Joost Frenssen 'tot den coor- Herinnering aan een berg met een eigen verleden. Foto: Arthur Rutten. de' te veroordelen, moest onmiddel lijk de Drossaard daarvan in kennis gesteld worden. Zoals blijkt uit zijn hier navolgende reactie, ontving hij dit bericht gedurende de nacht... Hij pakt onmiddellijk ganzeveer en inkt en schrijft het volgende, grotendeels onleesbare bericht terug: 'Eersame. discrete, goede vrun- den. Ick hebbe dese nacht ontfangen het oordeel gegangen over die per soon van Joost Frinsen en hebbe deswegen aenordnung gedaen over 't landt, dat denselven tegen mor genmiddag ter executie gestelt sal worden en deswegen alle amptsdor- pen geschreven om morgen ten 7 uhren in Venrade t' erschijnen en dieselbste justitie bij te woenen galgen(rest onleesbaar).' De Drossard laat er dus geen gras over groeien; uiteindelijk dient zulk een terechtstelling toch in zijn ogen tot leering ende vermaeck. En hoe meer meer mensen er komen kijken, hoe eerder de strijd tegen de opruk kende misdadigheid van o.a. gede serteerde en ontslagen .huurlingen gewonnen kan worden. De tachtig jarige oorlog liep gelukkig toen al op zijn laatste benen, maar dat wist de Drossaard op dat moment niet (1568-1648). Vrijdag 29 Maart: een administratieve afwikkeling Daags na de terechtstelling van Joost Frenssen op den Hansenbergh richt Peter Buys zich schriftelijk tot de Drossaard en de schepenen om hen te 'relaxeren' en op 'syne vrye voeten*' te stellen, omdat hij nu al 'verthien daghen in hachten heft geseten' en Joost Frenssen, de mis dadiger, hem publiekelijk voor de Heer Drossaard en het gericht tot Venray 'onschuldicht ende om ver- geffenis gebeden heft'. Ondertekend: Peter Bus. Daarbij voegt de landschrijver Matthys Alaerts een aanbeveling van het eersame gericht om het ver zoek, gezien de herroeping van de 'geëxecuteerde' Joost Geurt Frenssen, in te willigen op voor waarde dat Peter Buys conform de Reformatie pag. 284 art. 23 de gebruikelijk 'orphede' doet. Wat dit inhoudt blijkt uit de memorie, die aan de processtukken is toegevoegd: Pro Memorie Den eedt van 'orphede' heeft Peter Buys coram Heer Drossaard en Schepenen gedaan en gezworen: Ick geloy ve en sweer, dat ick nyet en sal vreecken off ymanden sal misdoen van wegen hetgene tegens mij is gedaen hetzij bij de gevanckenisse ofte andersinds, so helpe my Godt en alle lieve Heyligen (enigszins verkort). Relaxatie Op 29 maart 1647 heeft Peter Buys voor Drossaard en Schepenen de eed van oorpheede gedaan en is daarna vrijgelaten. Naar aanleiding van dit artikel over de galg op de Hansenberg kwamen wij in contact met de heer J. van Wel uit Venray. die vroeger in de buurt van de Hansenberg gewoond had. Met hem zijn we op een dinsdagmorgen op zoek gegaan naar de oude restanten van de grotendeels geëgaliseerde Hansenberg. Hij wist nog te vertel len. dat zijn moeder Henrika Voermans en getrouwd met Gerard van Wel, altijd beweerd had. dat er op de Hansenberg een galg gestaan had. Het is niet onmogelijk, dat zij beïnvloed is geweest door een of andere publicatie in het boek, dat wij in het begin van dit artikel heb ben aangehaald. Maar al het niet zo is, dan is het een mooi bewijs hoe de volksmond soms dingen overlevert die een kern van waarheid met veel franje bevatten. Nu echter de overle vering, literatuur en historische bron in één lijn liggen en elkaar niet 'bij ten'. heeft de amateur-historicus weer een goede dag en heeft hij weer de sluier over historisch Venray wat verder opgetild. Als leuke toponiem wist de heer van Wel nog te vertellen, dat daar in de buurt het kamelenbos had gelegen. Toen ik hem in dit verband wees op een mogelijke 'stichting van de Smakt door Arabieren op kamelen', keek hij mij verbaasd aan. Nee, zei hij, die bossen op dat heuvelachtig terrein leken net op de bulten van kamelen. 'Smacka', was mijn reac tie. (wat in het Arabisch heerlijk betekent)!!!! Trouwens, van de roemruchte Hansenberg is heden ten dage niet veel meer overgebleven. Boeren die vroeger geel zand nodig hadden, gingen daar graven. Een van de laatste zandgravers is J. Kersten geweest, die het zand naar Boxmeer bracht. Nu is het een kale vlakte en in een restant van de Hansenberg woont nog een dassen- familie. Opgedragen aan Peter Dondercloot die in 1650 aan de galg kwam. Ik moet nog dikwijls aan hem denken. Met dank aan Trudi Goosens, Antoon Jansen en de altijd belangstelling hebbende reprokamer van de gemeente Venray. (c) L. Rutten 2000

Peel en Maas | 2000 | | pagina 17