et Huys mit het Schaop eel en maas donderdag 9 november 2000 - Pagina 23 md 1920: Toen de burger de boer nog niet beet. Op liet Poelshuis is een verdieping opgezet. De stoep is nog duidelijk zichtbaar met de ietreden. De schuur erachter is vermoedelijk het huis van Jan Remmen (1620) geweest. jj| Sommige panden in Venray laten je onderzoeker van de Venrayse :hiedenis gewoonweg niet los. Dat in het verleden al het geval met het arushuuske, de Bonte Koey, her- rg de Roos, de klaene Schol op het rkhof, de Clockert, het mysterieuze ivske 'de Portang', de Latijnse school ngs het oude Raadhuis, het pas ont- kte huys de Croon en het stamhuys n de Henskens. Hun literaire weder- hoorte betekende voor mij telkens übevrijding van een onverzadigbare tuwsgierigheid naar hun historische JP Sekenis in het Venray van vroeger. Door Louis Rutten nu De laatste weken is er weer een pand igekomen: het ligt aan de adhuisstraat nummer 2 waar oilers, administratie en belastingadvies- moor gevestigd is. Het is een monu- Mtaal gebouw en op de top van de voor tel1 zwenkte de windwijzer met de beelding van een schaap erop. gedwee itde rukkerige herfstwind mee, toen ik 1de dagen geleden het pand bezocht. Ik is verrast, toen ik binnen in de ruime ttrekken nog enkele relikwieën uit het ngste verleden van het pand ontdekte. ;t schaap op de windwijzer werd me ideiijik, toen ik de oude vergeelde pieren van de schaapscompagnie in een rinekast zag liggen. Onwillekeurig gin- mijn gedachten terug naar het artikel, ik als eerste Venraynaar in een heem- indekalender gepubliceerd had. Toen isVenrays geschiedenisschrijving nog el ongewoon. Maar er was meer in en |i udorn het huis, dat naar historie rook. sar waren de opgravingen, die Sjef erckens en de schrijver van dit artikel men tijdens rioleringswerkzaamheden de buurt van dit pand hebben gedaan, g" ilangs vernamen wij van Jacob Schotte, n deskundige op dit gebied, dat het vonden scherfmateriaal voornamelijk de 14e cn 15e eeuw was, met een Iele scherf uit de 13c eeuw. Dat bete- 1ut dus, dat er in die tijd daar mensen bben gevtfoond, geleefd en vaatwerk bben gebruikt. Weliswaar niet zo spec- ilair als de vondsten op de Lullse ogte met als hoogtepunt het graf van de iwe van Lull, wier gouden schijffibu- met hel göuden hangertje en de gesp lenlijk in het Venrayse museum beho- ite liggen, Daar kan" ik me nu nog ns eds kwaad over maken! ee' Bij diezelfde werkzaamheden kwam teen mooie natuurstenen sloep te voor- w hijn, die veel meer treden bevatte dan nu. liggend voor de voordeur van het ld. kan laten zien. Vroeger lagen er. dsje op oude foto's kunt zien, veel Èt van zulke hoge stoepen in de (istraat. Denkelijk was dit toen het ant- Ord op een steeds dreigende waterover- I.welke de borggraaf in zijn verwaar de toestand al lang niet meer aankon, ks trigens denk ik wel, dat bij het onder van dit pand. de borggraaf zich nog :ens zal laten zien. 'n! I Meus Werckens iocI 'Or zover wij kunnen nagaan is tot toe Meus Werckens de oudste bewo- van dit pand. Wel had hij al een paar op de Laathof tegenover het pand foond, waar hij in 1597 het huis van js Vaechs had oyergenomen, In 1600 sen wij hem voor hel eerste tegen in de get touv belastinglijsten (1). Hij moet dan 1 gld en 8 stuivers betalen. In de belastinglijst van 1601, die 'op het beest en op de person' slaat, bestaat het 'gezin' uit 1 man, 1 frou en 2 koe. waarvoor 2 gld en 15 stuivers betaald moet worden (2). Jammer is, dat wij verder van hem niet meer weten, dan dat hij samen met zijn buurman-koster Jan Syberts. de plaats van Sander Verheyen in 1613 inneemt op een leve ringslijst van 2 pond bijenwas aan de Grote Kerk in Venray (3). Zulke bijdragen gaan, net als die van olie en wijn, heel ver in de kerkelijke historie terug. Jammer dat daarvan administratief gezien, maar wei nig bewaard is gebleven. Nu moeten wij ons tevreden stellen met een kerkelijk 'reeckenboeck'. dat tot 1528 teruggaal (4). II Wercken Maes Tussen 1617 en 1621 verschijnt er op de plaats van Meus Werckens in de belas tinglijst de naam van Wercken Maes. Hij moet dan 2 gld en 11 stuivers en 3 ort betalen (5). Hoewel de achternamen van deze twee personen niet dezelfde zijn. is Wercken Maes vrijwel zeker de zoon van Meus Werckens. Dergelijke 'Brabantse' naams wisselingen komen in het Venrayse maar weinig voor, maar u ziet uitzonderingen bevestigen de regel. Volgens het u onderhand wel bekende meetboeck (6) van Lenard Nabben is Wercken Maes getrouwd met een zeker HyHeken (Helena). Naast zijn boerderij had hij nog land liggen in het Venraytse veld, een wei in Otto camp en een aan het Eyndt (er zijn dan in Venray twee Eynden, u mag dus kiezen). Verder nog een pass (natte wei) aan de Volmeulen (in de buurt van de Brabander): een stuk land, dat afkomstig is van Neesken Gieskens. Ook van het 'Nieuw' zoals dal zo mooi gezegd wordt, wanneer ergens een stuk land ont gonnen is. Als laatste een stuk land in het Venraytse veld, dat van de kinderen van Jacob Engels afkomstig is. Daar gaat wel 3 morgen en 24,5 roey van af. omdat Herman Maes die heeft. Links van Wercken Maes woont in 1628 Jan Remmen, die met Metgen NN getrouwd is (NN is Engelkens volgens de gegevens van de schrijver van dit artikel). Hij bezit lang niet zoveel als Wercken Maes: een wei bij zijn huis en daarachter een stuk bouwland. Verder wal land aan het 'Geere Vaerren' en aan de twee vae- rens (een vaeren hek). Als deze Jan Remmen vroegtijdig komt te overlijden, wordt in 1640 door de erfgenamen alles verkocht aan buurman Wercken Maes en Hylleken Nabben Maar deze zaak krijgt toch een andere wending, zoals u later zult zien. De erfgenamen waren: Lybeken (Elisabeth) Remmen, getrouwd met Jacob Gerardts, alias Stommen: Pouwels Rutten. als zaakbehartiger van zijn twee kinderen Pouken en Jenneken, die hij ver wekt had bij Jaepken (Jacoba) Remmen; Evert van Hegelsum als zaakbehartiger van Synion, Thijs en Mary, nagelaten kin deren van Symon Remmen en Anna van Hegelsum, beiden overleden. Jan Remmen moet vóór 1634 gestorven zijn, want in 1634 wordt Metgen Remmen voor 14 gld, 14 stuivers en 1,5 ort aange slagen voor het onderhoud van de borg graaf achter het huis. De aanslag is dan niet meer gericht aan Jan Remmen, maar aan zijn vrouw (7). De erfgenamen heb ben in 1640 besloten om alles te verkopen aan de meestbiedende, Aanvankelijk ziet hel er naar uit dat Wercken Maes de koper is, maar als Meus Werckenszoon Maes 20 gld meer biedt, laat hij hem rustig voor gaan (8). Nu zou men verwachten, dat Meus Maes voor zijn aankoop in de belastingen wordt aangeslagen op de oude plaats van Jan Remmen, maar dat is niet zo. Volgens de inwonerslijst van 1649 heet het daar 'Wercken Maes metten soen' (9). Wij ver moeden dat Meus Maes bij zijn ouders inwoont en dat het gekochte huis van Jan Remmen later een schuur is geworden, zoals dat op oude fotols nog mooi te zien is. Of zou Wercken misschien advies heb ben gehad van een belastingconsulent? Opmerlijk is dat men in de inwonerslijst van 1650 spreekt van 'Wercken Maes. de vrouw, Meus ende vrouw en een maeght'. Deze belastinglijst wordt ook wel eens 'copgeltlyst' genoemd, omdat er voor deze belasting koppen geteld worden (10), III Meus Maes Meus (doopnaam Barihelomeus) Maes is getrouwd met Liesbeth Versieyen, de dochter van Aert Versieyen Teuniszoon, wiens stamboom teruggaat tot 1475. Hun stamhoeve lag op de Landweer. De Versieyens zijn net als de van Daels, de Coninxen, de Poelsen cn de Verheyens een eeuwenoud Venrays geslacht. Van 1675 tot 1679 komen wij Meus Maes tégen als schepen op de schepenstoel(11). In 1676 verkopen Michel Meuwes en Elisabeth Deckers een wei aan Meus Cat m önüfljsrint fejrf&ratnigiflg tas B' ?a» aoesaiaisi LM dsr FTot. Suiea ru ÏToonl-Brxbjjit tn na St Gtctakoodljt Bud toot Noonl.Bnbul es Ziabtn£ si. e, v&d ass eenea, Buaac dmiirrrt NiehUa, Cato co AJabte Va* bzb Bsbge Ravbsetew Va* Dux. 88 July 1871. Uit de Venlosche krant Maes, schepen alhier, enerzijds gelegen naast Adam op de Blackt, anderzijds Jacob Schoormans in de Blackse pesch (12). Als Meus Maes gestorven is, vindt er een magescheyt (boedelscheiding) plaats tussen de nagelaten kinderen en hun moeder Elisabeth Versieyen in 1681 (13). Op de eerste plaats krijgt Arnoldus Maes. als vicarius (bedienaar) van het altaar Beatae Mariae Virginis secundae fundationis in de Grote Kerk en van het altaar Beatae Mariae in Afferden zijn deel. Daarna Wendel Maes. die nog niet getrouwd is en in dezen wordt bijgestaan door de landschrijver (fout van de klerk) Paulus de Paderborn en rentmeester van het amt van Kessel. Ook Maria Maes met haar man Peter, Hendrick Peters zoon, die later Peter van de Bergh genoemd zal worden, wordt niet vergeten. Evenmin soeur Lenarda, de dochter van Cornelis Maes en Stinken Syberts. Zij is de dochter van de buurman Derick Syberts. Als laat- Voot do tcle cn crprccbU bo trijzen v»u brlan»slcllip(; wo Met als cldctf ons betoond, ter ge legenheid ran ons 30 jeiig bowel ijk, betuigen wij outcu hartal Ijken dook. Uavebsteik, 10 Augustus 1871. Da. VAN ROOSMALEN. M. E. VAN ROOSMALEN. gob. v. d. Bbiigh. Uit de Venlosche krant ste Arnoldus Maes, rector van het onze Lieve Vrouwe Altaar van de eerste funda tie in de Grote Kerk, bijgestaan door Bernard Damen, scholtis van de heerlijk heid Venray. Voor ons pand is van belang wie daar blijft wonen; wij zullen u niet langer in spanning laten: het wordt Peter, Hendrick Peters zoon, getrouwd met Maria Maes. Hun aandeel wordt omschreven als 'huys. schuyr, hof en weide met 't cleen huyske soo en gelyck alhier neffens der kereken- huyse en den lyckweg, gaende naar Lull, noortwaerts en andersyts neffens het stra- etien en Cornelis Maes' erf gelegen is, welck straetien mede erf is, wel moet er eenen gemeyne (openbare) voetpad door gehouden worden. Bij het grote huys wordt nog extra bepaald, dat er en servi- tuyt van de leygraef op bestaat. Ook wordt nog genoemd het bouwland, dat achter de weide van het huys tussen Derick Syberts en Jenneke de Cuypers hof. uytschietende op Laurens Peelers en Baetgen Versieyen (gedeelte van het zogenaamde Wilhelminaplein). Bij het kleine huisje hebben wij sterk het vermoe den, dat dit het mysterieuze huisje 'de Portang' is en dat het tegenwoordige huis van de fam. van Ham het kerekehuyske moet zijn, waar indertijd de lyckweg van Lull eindigde (oostingang van het kerk hof). Helemaal zeker zijn we echter niet. Opvallend is ook, dat de borggraaf- bij deze boedelscheiding de leygraef wordt genoemd. Als laatste in deze boedelschei ding wordt soeur Mechelt Maes genoemd, die in het klooster Jerusalem verblijft. Zij krijgt als ze 'hemelt' 200 gulden., dan kun nen de medezusters nog een borreltje drinken. Verder zijn er nog vijf lotten: 1de helft van de hof op hel Rijckevoort. de wei aan de Blackt, afkomstig van Michel Meus. Dit is voor Cornelis Maes en Styncken. 2. een weyde aan de Landweer en de andere helf van de hof op Rijckevoort en wat land tot Beeck. Dit is voor Héér Arnoldus Maes. 3. een halve morgen bouwland tot Afferden en wat bouwland aan de voorstei eolek. Dit is voor Peter Hendrick Peters' zoon en Maria Maes. 4. de helft van de weide tot Heyen en land een aan hem per expresse gestuurde brief (zie afbeelding). Dankzij een tip van Herman van Cuyck uit Boxmeer kwamen wij erachter, dat er zich in het Michiels van Kessenich-archief te Maastricht hel dagboek van deze dokter moest bevinden. En inderdaad, het was er. Het had de mooie titel van: 'Van gedane Vacatiën en andere devoiren etc." (14). Het was een complete verrassing om in dat boek het werkgebied van deze dokter aan te tref fen: van Eindhoven tot Xanten, van Boxmeer tot Roermond. Met zijn sjeesje bezocht hij zijn patiënten en als het nodig was bleef hij er enkele dagen. Hij was modern voor zijn tijd, want hij onderzocht steeds de urine. Hij correspondeerde 'par correspondance' en als het moest 'par expresse' met de patiënt en gaf zo advie zen en mogelijk ook recepten. U zult wel begrijpen dat hij alleen maar in de hogere kringen kwam, die zijn dure rekenin gen konden betalen. De armendokter Toch hebben wij van hem nog een mooie rekening gevonden, die hij over hel jaar 1735-1736 had ingediend bij het Ellendige Gilde in Venray. De 'penning meester' schrijft dan in zijn afrekening: betaelt aan Heer Doctoir Michiels wegens het visiteren van Gerard Keysers en voor het trapanieren (doorboren van de sche del?) als mede van Daniel Buys: quittantie 10 gld (15). De gerechtsdokter Ook ging hij een gewone opdracht van een medisch gerechtsonderzoek niet uit de weg (16). Wat was er gebeurd? Adolf Meeuws had Gerrit Gielens met een mes gestoken, waardoor laatstgenoemde 'in perikel ende gevaer van syn leven' was geraakt. Op verzoek van de procureur P. Peyrega (zie mijn artikel over de Peyrega's) waren dokter Michiels en chi- rurgyn Nuys naar het slachtoffer gegaan en hadden hem grondig onderzocht. Zij kwamen tot de conclusie, dat er tussen 'de vijfde en sesde ribbe, ontrent dry vinger breedt onder het memmeken een wonde, groot ongeveyr een duym dick, doorgaen- de in de holligheyt van den Thorax (borst holte) was tot aan de longen'. Volgens hen was hij buiten levensgevaar, maar men De natuurstenen stoep voor de deur van het Poelshuis gaf bij archeologische opgravingen zijn geheim prijs. De drie treden die op oude foto's nog te zien waren, werden weer zichtbaar. De Swaen 'Anno 1744 den 20 mey en als doen alhier op de mercki in de Swaen gelo- geerl synde; de Heer van Willighen. Fiscaal in Ravesteyn, behandeld. Anno 1744 den 28 july heeft den Heer van Willighen, pastoor in Ravesteyn 'bij mij .gelogeert en de rekening voldaen'. Collega's Dokter Michiels was beslist een autori teit op zijn gebied, maar hij was toch niet te beroerd om met collega's ter plaatse te overleggen. Dat deed hij in Well, toen hij Heer Antonius Coninx behandelde 'den 1 ste februari 1745 in alle quaat weer naar Well geweest mit mijn voiture (sjees), als doen het accident mit den Chirurgyn Schock was, waarover instructie gegeven aan Heer Doctor Rasoir (scheermes!). Op 29 januari 1735 is hij naar Boxmeer gehaald voor de behandeling van de eer waarde Heer Peter de Raet, cononick tot Munster-Eiffel. Hij blijft daar tot 22 januari en heeft daar 'veel geconsultiert met den Heer Doctor Odenhoven. den welcken over hem was gaende en onder syne cure had'. Ook in Bree was dit overleg: 'Anno 1740 den 22 januari par expresse te peert met brief ontboden om instantelyck naar Bree bij Joffer Elisabeth Bloomaerts te comen. Des morghens aentstont gereyen naer Bree en van 22e tot 28e januari incluis daer moeten blijven waarbij forma consultanionis met den Heer Op de achtergrond is het Poelshuis zonder eerste verdieping 'zichtbaar. Deze foto is enkele jaren voor het gouden priesterfeest van mgr. Hoefnagels genomen. Het bordes van het oude raadhuis moet nog naar rechts verschoven worden. aan de achterste eolek. Dit is voor Wendel Maes. 5, het land aan de twee 'vaerrens wech' en de nieuwe weykens. Dit is voor Arnoldus Maes junior. Hoe al dit 'buitenlands' land in bezit is gekomen van de familie Maes is nog onbekend. IV Peter van de Bergh en Maria Maes In 1687 wordt dochter Elisabeth gebo ren en gedoopt. Doopgetuigen zijn Theodorus Deckers en Wendelina Maes (tante). Zij wonen dan op het pand. Deze Elisabeth zal later trouwen met Christiaen Theodoor Michiels, de bekende Venrayse societydokter. V Christiaan Theodoor Michiels (1683- 1747) Na mijn artikelen over de chirurgynen Gaert Roggen, Peter Peyrega en Johannes Hoemoet komt er nu een geheel andere dokter in Venray. Hij was de zoon van Michael Michiels en Wilhelmina Janssen uit Horst en werd 11 mei 1683 aldaar geboren. Op 23 januari 1707 trouwt hij in Venray met voornoemde Elisabeth van de Bergh. Uit dit huwelijk worden 11 kinde ren geboren (tussen 1708 en 1740). Het is dus niets ongewoons, als er al kinderen getrouwd waren, toen er no° kinderen A Aa\S 1 cJi}e.(ï$ Vcym jj^-cocfor pi jsrracéüjcj' Toen postcode, straatnaam en huisnum mer nog niet nodig waren, zag de omslag van een briefer zo uit. De Postmeester uit Maashees leverde de post rustig bij Herberg de Swaen af waar iedereen hem op kon halen. Behalve deze brief, want die was 'par expressen'. geboren werden. Zo zal het wel te verkla ren zijn, dat de zwangere Elisabeth op bezoek bij haar in Eindhoven getrouwde zoon. daar van een dochter Maria Elisabeth bevalt. Deze zal later met de Maastrichtse zakenman Henri Josept Milliard trouwen. Juist deze Maria Elisabeth zal zorgen voor het vervolg van ons 'pandverhaal'. Maar eerst willen wij u nog iets vertel len over deze 'vermaerde' dokter, zoals dat zo mooi te lezen staat op de omslag van wist niet zeker, welke vaten in verband met 'die stortinge des bloets gequetst zijn'. De society dokter Het 'kopje' boven dit stuk zegt het al. Dokter Michiels was bij voorkeur een geneesheer, die voorname patiënten uit de streek behandelde. Uit zijn ongeveer 147 bladzijden tellend dagboek laten wij enkele van hen de revue passeren. Pastoor Vissers in Sevenum; de deservitor (bedie naar van de Pastorye in Gemert; Willem de Raet advocaat en drossaard in Boxmeer: de gravinne van Montfort op het hooggrafelycke huys Bergh in Boxmeer; de Paters Carmelieten in Boxmeer: de eerwaarde Heer van Weverslo in Venray (zijn rekening moet naar kaplaan Brouwers, als executeur van het. testament); de graaf Schellaert. heer tot Geisteren: mej. Anna Maria Couberghe in Venray; de eerwaarde Heer Bloomarts, pastor in Bree; de eerwaarde Heer Anthonius Coninx, ontfanger op den comptoir (kantoor) van syne coninclycke majesteyt van Pruyssen in Well etc. De Brabantse kar Op blz. 122 vernemen wij, dat hij als patiënt heeft monsieur Johan Rutten en zijn dochter Cornelia woonende (logeren de?) alhier tot Venray 'in de Brabantse Karre' bij de Paters. Hij schrijft: 'op 2 mey 1744 geroepen bij Cornelia ende daer gecomen bevonden de selvighe seer kranck te weesen ex obstructione vas- orumDen 18 mey expresse visite mit ordonantie no 2 voor monsieur Rutten mit bloettrecken etc'. Hij besluit deze behan deling op 20 mey met een mixtuur antefe- bril (anti-koorts): alles tezamen fl 5 gld, 18 st, Hollands, Op 28 maart 1745 weer een behande ling van dezelfde monsieur Rutten, alhier in de Brabantse karre op verzoek van zijn dochter Cornelia, omdat hij had 'sulcke onlydelycke pynen in synen lincker hupe en been etc'. Dokter Mychiels schrijft dan een 'emplast oxyr' voor etc. Den 10 mey present geweest en 'syn bloed getrocken'. Hier eindigt de rekening abrupt. Patiënt overleden? Nog een andere Rutten wordt door hem behandeld. Het. is Scholtis Hendrick Rutten uit Maashees. Hij noteert dan: 'de urine onderzocht'. En verder 'op 16 juny 's morghens naar Mases gereyen. den ghehelen dagh daer geweest etc.'. Uit andere bron weten wij, dat Hendrick het niet gehaald heeft. Mechtildis Rutten Wuyenbergh blijft als weduwe achter. Hun zoon Marcus was rector in Oostrum. Hendrick Rutten behoort tot de Rullen-Stam uit Ayen- Bergen (twee Rutten-Stammen tussen Maas en Peel). Doctoor van der Veuyht uit Venlo. Wat wij ons van het volgende overleg moeten voorstellen weten wij ook niet! 'Anno 1736 den 19 juny, als ick tot Blyenbeck (Afferden) ben geweest op versoeck over Geysteren gereyen om met de Graaf over zijn onpasselyckheid te spreken'. Onkosten met inbegrip van het overleg met DoctorKynt Ook overleg is er in Boxmeer als hij de urine van pastoor Bara heeft bekeken en daarover met dokter van Elsvvijck gespro ken heeft. Zowel chirurgyn Schock als dokter van Elswijck zijn wij in het Venrayse archief van het armengilde tegengekomen! Zo heb ik van hem een quittantie gezien waarin staat: van Barbier J.A. Schock ontvangen: ein rix- daalder voor de behandeling van de knie van Gerardus van Lohr (E18). Helaas is deze quittantie niet gedateerd. VI Lambert Verblackt Als Henri Joseph Milliard met toe stemming van zijn vrouw Maria Elisabeth Michiels het grote en het kleine huis in 1775 verkoopt aan gemeentesecretaris L. Verblakt, is er al veel water door de leyg raef achter het huys gestroomd (17) en is hij al 5 jaar secretaris. In deze verkoopak te komen wij vele dingen tegen die wij al uit vroegere akten kennen. Opvallend is dal nu duidelijk het straatje genoemd wordt tussen Petronella Claes en het 'Michiels huys'. Ouderen onder ons kun nen zich dit paadje nog wel herinneren. Het liep in de richting van Amarie Wijnhoven (waar nu de Amrobank aan de Julianasingel ligt). Van dit voetpad mogen ook particulieren gebruik maken, die dit 'claerlyck hebben laten blycken'. Naast de beleygraef en waterloop, die langs het huys en de moeshof loopt, wordt ook het mist- wegrecht (mist grenserf) en het bruxeke en het heek, dat aan de hoek van de weide en het bouwland onderhouden moet wor den, genoemd. Zou dit bruggetje soms over de borggraef heen aangelegd zijn'? Het lijkt er wel op. Op 15 oct. 1786 huwt Lambert Verblakt met Catharine Lucia Rehe. Van de talrijke kinderen die in dit gezin geboren worden, is Franciscus Arnoldus Antonius de interes santste i.v.m. ons 'pandverhaal'. In 1792 komt Arnoldus Alsters naast hem wonen, die als inkomsten: vetwarie, cremerie, foe- seltappen en schoenmaken opgeeft. Secretaris Verblakt verdient er ook nog wat bij uit zijn vetwarie! Van hem kan ook nog gemeld worden, dat hij het rommelige gemeentearchief heeft gesorteerd. VII Frans Arnold Antoon Verblackt Hij was burgemeester van Venray van 1817 tot 1847. Hij overleed 1 februari 1866 in Venray. Hij was een zeer gezet man. In verband daarmee heeft men zelfs een uit sparing moeten maken in zijn werktafel. Een afteelding van hem is op het gemeen tearchief aanwezig. Een jaar, voordat hij het ambt van burgemeester vaarwel zegt, verkoop hij het geërfde pand in 1846 aan Johannes Aloysius van Roosmalen, medisch doctor, heel- en vroedmeester. Hij was 31 October 1814 in Ravesteyn geboreu. VIII Johannes Aloysius van Roosmalen Hij was gehuwd met Maria Elisabeth van den Berg. Hij blijft lot 1867 in Venray werkzaam. Wij kwamen bij hel armengilde maar eenmaal zijn naam tegen in de admi- nistatie (E58). Op 30 juli 1867 vertrekt hij weer naar zijn geboorteplaats Ravesteyn. Gezien de advertentie in de Venlosche krant (zie afbeelding) moet hij wel erg geliefd zijn geweest. Zij hadden geen kin deren. Op 30 juli 1867 verkoopt hij voor notaris Reynders alles aan Martin Poels. IX Martin Poels (1840-1915) De grootvader van deze Martin Poels. ook Martin Poels geheten, was gehuwd met Johanna Rutten, dochter van Henricus Rutten en Mechtildis Sweyen uit Ayen (Bergen). Aanvankelijk woonden zij op de kleine Vorsthof in Ayen en zijn later naar het Brükske verhuisd. De Ruttens uit Ayen stammen af van de familienaam Roevers en zijn in deze streken een veelvoorkomende familienaam, zo erg zelfs, dat men het niet zonder toevoegingen kon stellen: Rutten- Weyenbergh (één familienaam): Rutten van de Suickerbergh: Rutten van de Sintelberg; Rutten van de Horst etc. Zijn kleinzoon Martin dus komt op het bewuste pand wonen. Hij was getrouwd met Maria Catherina Joosten en medegrondlegger van de Grote Schaapscompagnie. Na hem komt zijn zoon Jan in de Hofstraet wonen. X Jan Poels (1870-1934) Jan Poels was gehuwd met zijn achter nicht Jeannette Poels. Hij was volksverte genwoordiger in de Tweede Kamer en Provinciale Staten. Zijn foto hangt nog op de oude plaats in het pand. Zijn broer is de bekende Mgr.'Dr. Henricus Poels, zijn standbeeld staat tegenover zijn ouderlijk huis. XI Toon Poels (1905-1971) Toon Poels was gehuwd met Wilhelmina Schots. Een van hun kinderen is o.a. Harrie Poels. Hiermede willen wij onze zoektocht naar de bewoners van dit pand afsluiten. Wij danken Harrie Poels, Frans Vermeulen en John v.d. Munckhof voor hun materiële hulp. Opgedragen aan kapelaan Kiipers, een van de weinige echte verzetsstrijders in Nederland. Noten: I GAV 164: 3. V 3881; 3. PAV 3; 4. PAV 15. GAV 174; 6. GAV 135: 7 GAV 504; 8. V 3825; 9. GAV 26: 10. GAV 294: 11. V3865; 12, V 3865; 13. V 3829: 14. RAL 16074 Archief Michels van Kessenich: 15. GAV E24; 16. V3899; 17. V3838. (Afkortingen: V=Rijksarchief Maastricht Schepenbank Venray: GAV=Gemeentearchief Venray; PAV=Parochiearchief, gedeponeerd in GAV,) Oude fundamenten van het huis waar Otto van Byland rond 1585 in woonde, tegenover het 'Poelshuis'. In 1810 werd het straatje naar de kerk het 'Kabessestraatje' genoemd.

Peel en Maas | 2000 | | pagina 23