et Huys mit het Schaop
eel en maas
donderdag 9 november 2000 - Pagina 23
md 1920: Toen de burger de boer nog niet beet. Op liet Poelshuis is een verdieping opgezet. De stoep is nog duidelijk zichtbaar met de
ietreden. De schuur erachter is vermoedelijk het huis van Jan Remmen (1620) geweest.
jj| Sommige panden in Venray laten je
onderzoeker van de Venrayse
:hiedenis gewoonweg niet los. Dat
in het verleden al het geval met het
arushuuske, de Bonte Koey, her-
rg de Roos, de klaene Schol op het
rkhof, de Clockert, het mysterieuze
ivske 'de Portang', de Latijnse school
ngs het oude Raadhuis, het pas ont-
kte huys de Croon en het stamhuys
n de Henskens. Hun literaire weder-
hoorte betekende voor mij telkens
übevrijding van een onverzadigbare
tuwsgierigheid naar hun historische
JP Sekenis in het Venray van vroeger.
Door Louis Rutten
nu
De laatste weken is er weer een pand
igekomen: het ligt aan de
adhuisstraat nummer 2 waar
oilers, administratie en belastingadvies-
moor gevestigd is. Het is een monu-
Mtaal gebouw en op de top van de voor
tel1 zwenkte de windwijzer met de
beelding van een schaap erop. gedwee
itde rukkerige herfstwind mee, toen ik
1de dagen geleden het pand bezocht. Ik
is verrast, toen ik binnen in de ruime
ttrekken nog enkele relikwieën uit het
ngste verleden van het pand ontdekte.
;t schaap op de windwijzer werd me
ideiijik, toen ik de oude vergeelde
pieren van de schaapscompagnie in een
rinekast zag liggen. Onwillekeurig gin-
mijn gedachten terug naar het artikel,
ik als eerste Venraynaar in een heem-
indekalender gepubliceerd had. Toen
isVenrays geschiedenisschrijving nog
el ongewoon. Maar er was meer in en
|i udorn het huis, dat naar historie rook.
sar waren de opgravingen, die Sjef
erckens en de schrijver van dit artikel
men tijdens rioleringswerkzaamheden
de buurt van dit pand hebben gedaan,
g" ilangs vernamen wij van Jacob Schotte,
n deskundige op dit gebied, dat het
vonden scherfmateriaal voornamelijk
de 14e cn 15e eeuw was, met een
Iele scherf uit de 13c eeuw. Dat bete-
1ut dus, dat er in die tijd daar mensen
bben gevtfoond, geleefd en vaatwerk
bben gebruikt. Weliswaar niet zo spec-
ilair als de vondsten op de Lullse
ogte met als hoogtepunt het graf van de
iwe van Lull, wier gouden schijffibu-
met hel göuden hangertje en de gesp
lenlijk in het Venrayse museum beho-
ite liggen, Daar kan" ik me nu nog
ns eds kwaad over maken!
ee' Bij diezelfde werkzaamheden kwam
teen mooie natuurstenen sloep te voor-
w hijn, die veel meer treden bevatte dan
nu. liggend voor de voordeur van het
ld. kan laten zien. Vroeger lagen er.
dsje op oude foto's kunt zien, veel
Èt van zulke hoge stoepen in de
(istraat. Denkelijk was dit toen het ant-
Ord op een steeds dreigende waterover-
I.welke de borggraaf in zijn verwaar
de toestand al lang niet meer aankon,
ks trigens denk ik wel, dat bij het onder
van dit pand. de borggraaf zich nog
:ens zal laten zien.
'n!
I Meus Werckens
iocI 'Or zover wij kunnen nagaan is tot
toe Meus Werckens de oudste bewo-
van dit pand. Wel had hij al een paar
op de Laathof tegenover het pand
foond, waar hij in 1597 het huis van
js Vaechs had oyergenomen, In 1600
sen wij hem voor hel eerste tegen in de
get
touv
belastinglijsten (1). Hij moet dan 1 gld en
8 stuivers betalen. In de belastinglijst van
1601, die 'op het beest en op de person'
slaat, bestaat het 'gezin' uit 1 man, 1 frou
en 2 koe. waarvoor 2 gld en 15 stuivers
betaald moet worden (2). Jammer is, dat
wij verder van hem niet meer weten, dan
dat hij samen met zijn buurman-koster
Jan Syberts. de plaats van Sander
Verheyen in 1613 inneemt op een leve
ringslijst van 2 pond bijenwas aan de
Grote Kerk in Venray (3). Zulke bijdragen
gaan, net als die van olie en wijn, heel ver
in de kerkelijke historie terug. Jammer dat
daarvan administratief gezien, maar wei
nig bewaard is gebleven. Nu moeten wij
ons tevreden stellen met een kerkelijk
'reeckenboeck'. dat tot 1528 teruggaal
(4).
II Wercken Maes
Tussen 1617 en 1621 verschijnt er op
de plaats van Meus Werckens in de belas
tinglijst de naam van Wercken Maes. Hij
moet dan 2 gld en 11 stuivers en 3 ort
betalen (5).
Hoewel de achternamen van deze twee
personen niet dezelfde zijn. is Wercken
Maes vrijwel zeker de zoon van Meus
Werckens. Dergelijke 'Brabantse' naams
wisselingen komen in het Venrayse maar
weinig voor, maar u ziet uitzonderingen
bevestigen de regel.
Volgens het u onderhand wel bekende
meetboeck (6) van Lenard Nabben is
Wercken Maes getrouwd met een zeker
HyHeken (Helena). Naast zijn boerderij
had hij nog land liggen in het Venraytse
veld, een wei in Otto camp en een aan het
Eyndt (er zijn dan in Venray twee Eynden,
u mag dus kiezen). Verder nog een pass
(natte wei) aan de Volmeulen (in de buurt
van de Brabander): een stuk land, dat
afkomstig is van Neesken Gieskens. Ook
van het 'Nieuw' zoals dal zo mooi gezegd
wordt, wanneer ergens een stuk land ont
gonnen is. Als laatste een stuk land in het
Venraytse veld, dat van de kinderen van
Jacob Engels afkomstig is. Daar gaat wel
3 morgen en 24,5 roey van af. omdat
Herman Maes die heeft.
Links van Wercken Maes woont in
1628 Jan Remmen, die met Metgen NN
getrouwd is (NN is Engelkens volgens de
gegevens van de schrijver van dit artikel).
Hij bezit lang niet zoveel als Wercken
Maes: een wei bij zijn huis en daarachter
een stuk bouwland. Verder wal land aan
het 'Geere Vaerren' en aan de twee vae-
rens (een vaeren hek). Als deze Jan
Remmen vroegtijdig komt te overlijden,
wordt in 1640 door de erfgenamen alles
verkocht aan buurman Wercken Maes en
Hylleken Nabben Maar deze zaak
krijgt toch een andere wending, zoals u
later zult zien.
De erfgenamen waren: Lybeken
(Elisabeth) Remmen, getrouwd met Jacob
Gerardts, alias Stommen: Pouwels
Rutten. als zaakbehartiger van zijn twee
kinderen Pouken en Jenneken, die hij ver
wekt had bij Jaepken (Jacoba) Remmen;
Evert van Hegelsum als zaakbehartiger
van Synion, Thijs en Mary, nagelaten kin
deren van Symon Remmen en Anna van
Hegelsum, beiden overleden.
Jan Remmen moet vóór 1634 gestorven
zijn, want in 1634 wordt Metgen Remmen
voor 14 gld, 14 stuivers en 1,5 ort aange
slagen voor het onderhoud van de borg
graaf achter het huis. De aanslag is dan
niet meer gericht aan Jan Remmen, maar
aan zijn vrouw (7). De erfgenamen heb
ben in 1640 besloten om alles te verkopen
aan de meestbiedende, Aanvankelijk ziet
hel er naar uit dat Wercken Maes de koper
is, maar als Meus Werckenszoon Maes 20
gld meer biedt, laat hij hem rustig voor
gaan (8).
Nu zou men verwachten, dat Meus
Maes voor zijn aankoop in de belastingen
wordt aangeslagen op de oude plaats van
Jan Remmen, maar dat is niet zo. Volgens
de inwonerslijst van 1649 heet het daar
'Wercken Maes metten soen' (9). Wij ver
moeden dat Meus Maes bij zijn ouders
inwoont en dat het gekochte huis van Jan
Remmen later een schuur is geworden,
zoals dat op oude fotols nog mooi te zien
is. Of zou Wercken misschien advies heb
ben gehad van een belastingconsulent?
Opmerlijk is dat men in de inwonerslijst
van 1650 spreekt van 'Wercken Maes. de
vrouw, Meus ende vrouw en een maeght'.
Deze belastinglijst wordt ook wel eens
'copgeltlyst' genoemd, omdat er voor deze
belasting koppen geteld worden (10),
III Meus Maes
Meus (doopnaam Barihelomeus) Maes
is getrouwd met Liesbeth Versieyen, de
dochter van Aert Versieyen Teuniszoon,
wiens stamboom teruggaat tot 1475. Hun
stamhoeve lag op de Landweer. De
Versieyens zijn net als de van Daels, de
Coninxen, de Poelsen cn de Verheyens
een eeuwenoud Venrays geslacht. Van
1675 tot 1679 komen wij Meus Maes
tégen als schepen op de schepenstoel(11).
In 1676 verkopen Michel Meuwes en
Elisabeth Deckers een wei aan Meus
Cat m önüfljsrint fejrf&ratnigiflg
tas
B' ?a» aoesaiaisi
LM dsr FTot. Suiea ru ÏToonl-Brxbjjit
tn na St Gtctakoodljt Bud toot Noonl.Bnbul es Ziabtn£
si. e, v&d ass eenea,
Buaac dmiirrrt NiehUa,
Cato co AJabte Va* bzb Bsbge
Ravbsetew Va* Dux.
88 July 1871.
Uit de Venlosche krant
Maes, schepen alhier, enerzijds gelegen
naast Adam op de Blackt, anderzijds
Jacob Schoormans in de Blackse pesch
(12). Als Meus Maes gestorven is, vindt
er een magescheyt (boedelscheiding)
plaats tussen de nagelaten kinderen en
hun moeder Elisabeth Versieyen in 1681
(13). Op de eerste plaats krijgt Arnoldus
Maes. als vicarius (bedienaar) van het
altaar Beatae Mariae Virginis secundae
fundationis in de Grote Kerk en van het
altaar Beatae Mariae in Afferden zijn
deel. Daarna Wendel Maes. die nog niet
getrouwd is en in dezen wordt bijgestaan
door de landschrijver (fout van de klerk)
Paulus de Paderborn en rentmeester van
het amt van Kessel. Ook Maria Maes met
haar man Peter, Hendrick Peters zoon, die
later Peter van de Bergh genoemd zal
worden, wordt niet vergeten. Evenmin
soeur Lenarda, de dochter van Cornelis
Maes en Stinken Syberts. Zij is de dochter
van de buurman Derick Syberts. Als laat-
Voot do tcle cn crprccbU bo
trijzen v»u brlan»slcllip(; wo Met
als cldctf ons betoond, ter ge
legenheid ran ons 30 jeiig bowel ijk, betuigen wij
outcu hartal Ijken dook.
Uavebsteik, 10 Augustus 1871.
Da. VAN ROOSMALEN.
M. E. VAN ROOSMALEN.
gob. v. d. Bbiigh.
Uit de Venlosche krant
ste Arnoldus Maes, rector van het onze
Lieve Vrouwe Altaar van de eerste funda
tie in de Grote Kerk, bijgestaan door
Bernard Damen, scholtis van de heerlijk
heid Venray.
Voor ons pand is van belang wie daar
blijft wonen; wij zullen u niet langer in
spanning laten: het wordt Peter, Hendrick
Peters zoon, getrouwd met Maria Maes.
Hun aandeel wordt omschreven als 'huys.
schuyr, hof en weide met 't cleen huyske
soo en gelyck alhier neffens der kereken-
huyse en den lyckweg, gaende naar Lull,
noortwaerts en andersyts neffens het stra-
etien en Cornelis Maes' erf gelegen is,
welck straetien mede erf is, wel moet er
eenen gemeyne (openbare) voetpad door
gehouden worden. Bij het grote huys
wordt nog extra bepaald, dat er en servi-
tuyt van de leygraef op bestaat.
Ook wordt nog genoemd het bouwland,
dat achter de weide van het huys tussen
Derick Syberts en Jenneke de Cuypers
hof. uytschietende op Laurens Peelers en
Baetgen Versieyen (gedeelte van het
zogenaamde Wilhelminaplein). Bij het
kleine huisje hebben wij sterk het vermoe
den, dat dit het mysterieuze huisje 'de
Portang' is en dat het tegenwoordige huis
van de fam. van Ham het kerekehuyske
moet zijn, waar indertijd de lyckweg van
Lull eindigde (oostingang van het kerk
hof). Helemaal zeker zijn we echter niet.
Opvallend is ook, dat de borggraaf- bij
deze boedelscheiding de leygraef wordt
genoemd. Als laatste in deze boedelschei
ding wordt soeur Mechelt Maes genoemd,
die in het klooster Jerusalem verblijft. Zij
krijgt als ze 'hemelt' 200 gulden., dan kun
nen de medezusters nog een borreltje
drinken.
Verder zijn er nog vijf lotten:
1de helft van de hof op hel Rijckevoort.
de wei aan de Blackt, afkomstig van
Michel Meus. Dit is voor Cornelis Maes
en Styncken.
2. een weyde aan de Landweer en de
andere helf van de hof op Rijckevoort en
wat land tot Beeck. Dit is voor Héér
Arnoldus Maes.
3. een halve morgen bouwland tot
Afferden en wat bouwland aan de voorstei
eolek. Dit is voor Peter Hendrick Peters'
zoon en Maria Maes.
4. de helft van de weide tot Heyen en land
een aan hem per expresse gestuurde brief
(zie afbeelding). Dankzij een tip van
Herman van Cuyck uit Boxmeer kwamen
wij erachter, dat er zich in het Michiels
van Kessenich-archief te Maastricht hel
dagboek van deze dokter moest bevinden.
En inderdaad, het was er. Het had de
mooie titel van: 'Van gedane Vacatiën en
andere devoiren etc." (14). Het was een
complete verrassing om in dat boek het
werkgebied van deze dokter aan te tref
fen: van Eindhoven tot Xanten, van
Boxmeer tot Roermond. Met zijn sjeesje
bezocht hij zijn patiënten en als het nodig
was bleef hij er enkele dagen. Hij was
modern voor zijn tijd, want hij onderzocht
steeds de urine. Hij correspondeerde 'par
correspondance' en als het moest 'par
expresse' met de patiënt en gaf zo advie
zen en mogelijk ook recepten. U zult wel
begrijpen dat hij alleen maar in de hogere
kringen kwam, die zijn dure rekenin
gen konden betalen.
De armendokter
Toch hebben wij van hem nog een
mooie rekening gevonden, die hij over hel
jaar 1735-1736 had ingediend bij het
Ellendige Gilde in Venray. De 'penning
meester' schrijft dan in zijn afrekening:
betaelt aan Heer Doctoir Michiels wegens
het visiteren van Gerard Keysers en voor
het trapanieren (doorboren van de sche
del?) als mede van Daniel Buys: quittantie
10 gld (15).
De gerechtsdokter
Ook ging hij een gewone opdracht van
een medisch gerechtsonderzoek niet uit
de weg (16). Wat was er gebeurd? Adolf
Meeuws had Gerrit Gielens met een mes
gestoken, waardoor laatstgenoemde 'in
perikel ende gevaer van syn leven' was
geraakt. Op verzoek van de procureur P.
Peyrega (zie mijn artikel over de
Peyrega's) waren dokter Michiels en chi-
rurgyn Nuys naar het slachtoffer gegaan
en hadden hem grondig onderzocht. Zij
kwamen tot de conclusie, dat er tussen 'de
vijfde en sesde ribbe, ontrent dry vinger
breedt onder het memmeken een wonde,
groot ongeveyr een duym dick, doorgaen-
de in de holligheyt van den Thorax (borst
holte) was tot aan de longen'. Volgens hen
was hij buiten levensgevaar, maar men
De natuurstenen stoep voor de deur van het Poelshuis gaf bij archeologische opgravingen
zijn geheim prijs. De drie treden die op oude foto's nog te zien waren, werden weer zichtbaar.
De Swaen
'Anno 1744 den 20 mey en als doen
alhier op de mercki in de Swaen gelo-
geerl synde; de Heer van Willighen.
Fiscaal in Ravesteyn, behandeld. Anno
1744 den 28 july heeft den Heer van
Willighen, pastoor in Ravesteyn 'bij mij
.gelogeert en de rekening voldaen'.
Collega's
Dokter Michiels was beslist een autori
teit op zijn gebied, maar hij was toch niet
te beroerd om met collega's ter plaatse te
overleggen. Dat deed hij in Well, toen hij
Heer Antonius Coninx behandelde 'den
1 ste februari 1745 in alle quaat weer naar
Well geweest mit mijn voiture (sjees), als
doen het accident mit den Chirurgyn
Schock was, waarover instructie gegeven
aan Heer Doctor Rasoir (scheermes!). Op
29 januari 1735 is hij naar Boxmeer
gehaald voor de behandeling van de eer
waarde Heer Peter de Raet, cononick tot
Munster-Eiffel. Hij blijft daar tot 22
januari en heeft daar 'veel geconsultiert
met den Heer Doctor Odenhoven. den
welcken over hem was gaende en onder
syne cure had'.
Ook in Bree was dit overleg: 'Anno
1740 den 22 januari par expresse te peert
met brief ontboden om instantelyck naar
Bree bij Joffer Elisabeth Bloomaerts te
comen. Des morghens aentstont gereyen
naer Bree en van 22e tot 28e januari
incluis daer moeten blijven waarbij
forma consultanionis met den Heer
Op de achtergrond is het Poelshuis zonder eerste verdieping 'zichtbaar. Deze foto is enkele jaren voor het gouden priesterfeest van
mgr. Hoefnagels genomen. Het bordes van het oude raadhuis moet nog naar rechts verschoven worden.
aan de achterste eolek. Dit is voor Wendel
Maes.
5, het land aan de twee 'vaerrens wech' en
de nieuwe weykens. Dit is voor Arnoldus
Maes junior.
Hoe al dit 'buitenlands' land in bezit is
gekomen van de familie Maes is nog
onbekend.
IV Peter van de Bergh en Maria Maes
In 1687 wordt dochter Elisabeth gebo
ren en gedoopt. Doopgetuigen zijn
Theodorus Deckers en Wendelina Maes
(tante). Zij wonen dan op het pand. Deze
Elisabeth zal later trouwen met Christiaen
Theodoor Michiels, de bekende Venrayse
societydokter.
V Christiaan Theodoor Michiels (1683-
1747)
Na mijn artikelen over de chirurgynen
Gaert Roggen, Peter Peyrega en Johannes
Hoemoet komt er nu een geheel andere
dokter in Venray. Hij was de zoon van
Michael Michiels en Wilhelmina Janssen
uit Horst en werd 11 mei 1683 aldaar
geboren. Op 23 januari 1707 trouwt hij in
Venray met voornoemde Elisabeth van de
Bergh. Uit dit huwelijk worden 11 kinde
ren geboren (tussen 1708 en 1740). Het is
dus niets ongewoons, als er al kinderen
getrouwd waren, toen er no° kinderen
A Aa\S
1 cJi}e.(ï$ Vcym
jj^-cocfor pi jsrracéüjcj'
Toen postcode, straatnaam en huisnum
mer nog niet nodig waren, zag de omslag
van een briefer zo uit. De Postmeester uit
Maashees leverde de post rustig bij
Herberg de Swaen af waar iedereen hem
op kon halen. Behalve deze brief, want die
was 'par expressen'.
geboren werden. Zo zal het wel te verkla
ren zijn, dat de zwangere Elisabeth op
bezoek bij haar in Eindhoven getrouwde
zoon. daar van een dochter Maria
Elisabeth bevalt. Deze zal later met de
Maastrichtse zakenman Henri Josept
Milliard trouwen. Juist deze Maria
Elisabeth zal zorgen voor het vervolg van
ons 'pandverhaal'.
Maar eerst willen wij u nog iets vertel
len over deze 'vermaerde' dokter, zoals dat
zo mooi te lezen staat op de omslag van
wist niet zeker, welke vaten in verband
met 'die stortinge des bloets gequetst zijn'.
De society dokter
Het 'kopje' boven dit stuk zegt het al.
Dokter Michiels was bij voorkeur een
geneesheer, die voorname patiënten uit de
streek behandelde. Uit zijn ongeveer 147
bladzijden tellend dagboek laten wij
enkele van hen de revue passeren. Pastoor
Vissers in Sevenum; de deservitor (bedie
naar van de Pastorye in Gemert; Willem
de Raet advocaat en drossaard in
Boxmeer: de gravinne van Montfort op
het hooggrafelycke huys Bergh in
Boxmeer; de Paters Carmelieten in
Boxmeer: de eerwaarde Heer van
Weverslo in Venray (zijn rekening moet
naar kaplaan Brouwers, als executeur van
het. testament); de graaf Schellaert. heer
tot Geisteren: mej. Anna Maria
Couberghe in Venray; de eerwaarde Heer
Bloomarts, pastor in Bree; de eerwaarde
Heer Anthonius Coninx, ontfanger op den
comptoir (kantoor) van syne coninclycke
majesteyt van Pruyssen in Well etc.
De Brabantse kar
Op blz. 122 vernemen wij, dat hij als
patiënt heeft monsieur Johan Rutten en
zijn dochter Cornelia woonende (logeren
de?) alhier tot Venray 'in de Brabantse
Karre' bij de Paters. Hij schrijft: 'op 2 mey
1744 geroepen bij Cornelia ende daer
gecomen bevonden de selvighe seer
kranck te weesen ex obstructione vas-
orumDen 18 mey expresse visite mit
ordonantie no 2 voor monsieur Rutten mit
bloettrecken etc'. Hij besluit deze behan
deling op 20 mey met een mixtuur antefe-
bril (anti-koorts): alles tezamen fl 5 gld,
18 st, Hollands,
Op 28 maart 1745 weer een behande
ling van dezelfde monsieur Rutten, alhier
in de Brabantse karre op verzoek van zijn
dochter Cornelia, omdat hij had 'sulcke
onlydelycke pynen in synen lincker hupe
en been etc'. Dokter Mychiels schrijft dan
een 'emplast oxyr' voor etc.
Den 10 mey present geweest en 'syn
bloed getrocken'. Hier eindigt de rekening
abrupt. Patiënt overleden? Nog een andere
Rutten wordt door hem behandeld. Het. is
Scholtis Hendrick Rutten uit Maashees.
Hij noteert dan: 'de urine onderzocht'. En
verder 'op 16 juny 's morghens naar Mases
gereyen. den ghehelen dagh daer geweest
etc.'. Uit andere bron weten wij, dat
Hendrick het niet gehaald heeft.
Mechtildis Rutten Wuyenbergh blijft als
weduwe achter. Hun zoon Marcus was
rector in Oostrum. Hendrick Rutten
behoort tot de Rullen-Stam uit Ayen-
Bergen (twee Rutten-Stammen tussen
Maas en Peel).
Doctoor van der Veuyht uit Venlo.
Wat wij ons van het volgende overleg
moeten voorstellen weten wij ook niet!
'Anno 1736 den 19 juny, als ick tot
Blyenbeck (Afferden) ben geweest op
versoeck over Geysteren gereyen om met
de Graaf over zijn onpasselyckheid te
spreken'. Onkosten met inbegrip van het
overleg met DoctorKynt
Ook overleg is er in Boxmeer als hij de
urine van pastoor Bara heeft bekeken en
daarover met dokter van Elsvvijck gespro
ken heeft. Zowel chirurgyn Schock als
dokter van Elswijck zijn wij in het
Venrayse archief van het armengilde
tegengekomen! Zo heb ik van hem een
quittantie gezien waarin staat: van
Barbier J.A. Schock ontvangen: ein rix-
daalder voor de behandeling van de knie
van Gerardus van Lohr (E18). Helaas is
deze quittantie niet gedateerd.
VI Lambert Verblackt
Als Henri Joseph Milliard met toe
stemming van zijn vrouw Maria Elisabeth
Michiels het grote en het kleine huis in
1775 verkoopt aan gemeentesecretaris L.
Verblakt, is er al veel water door de leyg
raef achter het huys gestroomd (17) en is
hij al 5 jaar secretaris. In deze verkoopak
te komen wij vele dingen tegen die wij al
uit vroegere akten kennen. Opvallend is
dal nu duidelijk het straatje genoemd
wordt tussen Petronella Claes en het
'Michiels huys'. Ouderen onder ons kun
nen zich dit paadje nog wel herinneren.
Het liep in de richting van Amarie
Wijnhoven (waar nu de Amrobank aan de
Julianasingel ligt). Van dit voetpad mogen
ook particulieren gebruik maken, die dit
'claerlyck hebben laten blycken'. Naast de
beleygraef en waterloop, die langs het huys
en de moeshof loopt, wordt ook het mist-
wegrecht (mist grenserf) en het bruxeke
en het heek, dat aan de hoek van de weide
en het bouwland onderhouden moet wor
den, genoemd. Zou dit bruggetje soms over
de borggraef heen aangelegd zijn'? Het lijkt
er wel op.
Op 15 oct. 1786 huwt Lambert Verblakt
met Catharine Lucia Rehe. Van de talrijke
kinderen die in dit gezin geboren worden,
is Franciscus Arnoldus Antonius de interes
santste i.v.m. ons 'pandverhaal'. In 1792
komt Arnoldus Alsters naast hem wonen,
die als inkomsten: vetwarie, cremerie, foe-
seltappen en schoenmaken opgeeft.
Secretaris Verblakt verdient er ook nog wat
bij uit zijn vetwarie! Van hem kan ook nog
gemeld worden, dat hij het rommelige
gemeentearchief heeft gesorteerd.
VII Frans Arnold Antoon Verblackt
Hij was burgemeester van Venray van
1817 tot 1847. Hij overleed 1 februari 1866
in Venray. Hij was een zeer gezet man. In
verband daarmee heeft men zelfs een uit
sparing moeten maken in zijn werktafel.
Een afteelding van hem is op het gemeen
tearchief aanwezig. Een jaar, voordat hij
het ambt van burgemeester vaarwel zegt,
verkoop hij het geërfde pand in 1846 aan
Johannes Aloysius van Roosmalen,
medisch doctor, heel- en vroedmeester. Hij
was 31 October 1814 in Ravesteyn geboreu.
VIII Johannes Aloysius van Roosmalen
Hij was gehuwd met Maria Elisabeth van
den Berg. Hij blijft lot 1867 in Venray
werkzaam. Wij kwamen bij hel armengilde
maar eenmaal zijn naam tegen in de admi-
nistatie (E58). Op 30 juli 1867 vertrekt hij
weer naar zijn geboorteplaats Ravesteyn.
Gezien de advertentie in de Venlosche
krant (zie afbeelding) moet hij wel erg
geliefd zijn geweest. Zij hadden geen kin
deren. Op 30 juli 1867 verkoopt hij voor
notaris Reynders alles aan Martin Poels.
IX Martin Poels (1840-1915)
De grootvader van deze Martin Poels.
ook Martin Poels geheten, was gehuwd met
Johanna Rutten, dochter van Henricus
Rutten en Mechtildis Sweyen uit Ayen
(Bergen). Aanvankelijk woonden zij op de
kleine Vorsthof in Ayen en zijn later naar
het Brükske verhuisd. De Ruttens uit Ayen
stammen af van de familienaam Roevers en
zijn in deze streken een veelvoorkomende
familienaam, zo erg zelfs, dat men het niet
zonder toevoegingen kon stellen: Rutten-
Weyenbergh (één familienaam): Rutten van
de Suickerbergh: Rutten van de Sintelberg;
Rutten van de Horst etc. Zijn kleinzoon
Martin dus komt op het bewuste pand
wonen. Hij was getrouwd met Maria
Catherina Joosten en medegrondlegger van
de Grote Schaapscompagnie. Na hem komt
zijn zoon Jan in de Hofstraet wonen.
X Jan Poels (1870-1934)
Jan Poels was gehuwd met zijn achter
nicht Jeannette Poels. Hij was volksverte
genwoordiger in de Tweede Kamer en
Provinciale Staten. Zijn foto hangt nog op
de oude plaats in het pand. Zijn broer is de
bekende Mgr.'Dr. Henricus Poels, zijn
standbeeld staat tegenover zijn ouderlijk
huis.
XI Toon Poels (1905-1971)
Toon Poels was gehuwd met Wilhelmina
Schots. Een van hun kinderen is o.a. Harrie
Poels. Hiermede willen wij onze zoektocht
naar de bewoners van dit pand afsluiten.
Wij danken Harrie Poels, Frans
Vermeulen en John v.d. Munckhof voor
hun materiële hulp.
Opgedragen aan kapelaan Kiipers, een
van de weinige echte verzetsstrijders in
Nederland.
Noten: I GAV 164: 3. V 3881; 3. PAV 3;
4. PAV 15. GAV 174; 6. GAV 135: 7 GAV
504; 8. V 3825; 9. GAV 26: 10. GAV 294:
11. V3865; 12, V 3865; 13. V 3829: 14.
RAL 16074 Archief Michels van
Kessenich: 15. GAV E24; 16. V3899; 17.
V3838.
(Afkortingen: V=Rijksarchief Maastricht
Schepenbank Venray:
GAV=Gemeentearchief Venray;
PAV=Parochiearchief, gedeponeerd in GAV,)
Oude fundamenten van het huis waar Otto van Byland rond 1585 in woonde, tegenover het
'Poelshuis'. In 1810 werd het straatje naar de kerk het 'Kabessestraatje' genoemd.