Galg en brandstapel in Venray's historie
PEEL EN MAAS
PEEL EN MAAS
Donderdag 20 juli 1995 - Pagin6h14;
DE GALG
In de Middeleeuwen en ook nog
eeuwen daarna was de gebruikelijk
doodstraf voor met name dieven en
rovers: de galg. De galg had een
zeer onterend karakter; de opkrio-
ping gold als zo eerloos, dat een
leenman eerst van zijn leengoed
moest worden ontzet, vooraleer hij
de strop om de hals kreeg. De galg
was aan mannen voorbehouden,
vrouwen werden destijds zeer zel
den opgeknoopt. Aanvankelijk hing
de scherprechter de veroordeelde op
aan een boom met naakte takken
het dorre holt). Het is dan ook zeer
aannemelijk, dat de boom die op een
zestiende-eeuwse kaart tussen
Bergen en Afferden getekend staat,
om deze reden de 'Hengelboëm'
genoemd wordt en als galg in
gebruik was.
(1.) Later hing men de 'met de
koorde gestraft' op aan een kunst
matige gaffel- of kniegalg. Het lijk
van de gehangene aan de galg -
meestal een andere galg dan die
waaraan het doodvonnis voltrokken
was- moest blijven hangen tot dat
het er verrot vanaf viel of door roof
vogels was verslonden De galg
werd liefst zo ver mogelijk van de
bewoonde wereld geplaatst, maar
wel zo dat ze aan één van de toe
gangswegen tot het betreffende
rechtsgebied stond. Zodoende wilde
men kwaadwillende bezoekers laten
zien. wat het boven het hoofd kon
hangen, als zij snode plannen had
den. Meer dan eens was de plaatsing
van zulk een galg oorzaak van een
onverkwikkelijke twist tussen twee
rechtsgebieden, vooral als de gren
zen tussen beide nog niet goed gere
geld waren.
In 1735 doen de schepenen van
Swolgen hun beklag wanneer 'Die
van Lottum' hun galg wel 73 passen
over de 'grebbe' heen op hun grond
gebied hebben gezet. Dat ze ook
nog dagen lang een misdadiger daar
aan lieten hangen, was voor 'die van
Swolgen' een reden te meer om het
hoger op te zoeken. (2.)
DE BRANDSTAPEL
Werden bij de veroordeling tot de
galg de vrouwen nog ontzien, bij de
brandstapel werd daar geen reke
ning mee gehouden, zoals blijkt uit
een boekhoudkundig verslag van
meester Henrich Salsborch, die tus
sen 1513 en 1517 een scherprechter
uit Cleve laat komen om in Venray
een vrouw te 'examineren' die van
tovenarij beschuldigd werd. Ze
heette Trynken Pijpen en was
'menichfoldelichen beruchtigt ende
befaemt van toverijen ende andere
boesen feiten'.
(3.) Ondanks het feit, dat Trynken
flink werd aangepakt, kwam het niet
tot een bekentenis. Waarom de
scherprechter de acht dagen, die hij
voor dit onderzoek nodig had, in
Maasbree verbleef en niet in Venray,
is niet bekend, of het moet zijn, dat
hij de herberg 'De Wilde Man' in
Bree prefereerde boven de 'De
Roode Leeuw' of 'De Kroon' in
Venray.
(4.) De Roode Leeuw en de
Kroon zijn tot dusver de oudst
bekende herbergen van Venray. De
Kroon wordt in 1664 door de wedu
we Maria van Dael aan de
Eerwaarde Heer Peter Claessen en
zijn broers en zusters verkocht.
Maria van Dael was getrouwd met
Gerard Conincx.
(5.) Een andere reden, om niet in
Venray te logeren, zou geweest kun
nen zijn, dat het voor een scherp
rechter verstandiger was, dat hij niet
in de plaats, waar hij zijn werk
zaamheden uitvoerde, logeerde.
Enige tijd daarna werden nog twee
vrouwen, Fyken (Sophia)
Strodeckers en Alytgen Bratten door
hem 'behandeld'. Van Fyken zegt
meester Henrich Salsbroch, dat ze
wel veertien weken heeft vastgeze
ten. Ook in deze beide gevallen had
de scherprechter uit Cleve geen suk-
ses en kwam het niet tot een beken
tenis.
Grootc Markt - Venraai.
Op deze markt, vroeger ook wel 'het Hof geheten, heeft zich heel wat van Venrays Geschiedenis afgespeeld. In 1540
lag op de plek, waar nu de Swaen ligt, de oliemolen van Hendrick Verheyden. foto gemeente-archief
Wellicht uit 'wanhoop' heeft hij
toen maar twee scherprechters uit
Gulick laten komen, die negen
dagen in Maasbree logeerden en
'den wijn niet gespaert en hebben,
so sij geen vier versuecken en wol
den'. Maar voor de wijn hadden ze
beslist niet naar Maasbree hoeven te
gaan, want Venray kende toen al
'Het Wijnhuys', dat in die tijd dik
wijls door overheidsdienaren gefre
quenteerd werd. Of dit hetzelfde
huis is als de wijnkelder, die in 1775
door de weduwe van de Bosch aan
Gerard Verdellen verkocht wordt en
in de Grotestraat (toen Steenstraat)
gelegen was, valt te betwijfelen.
(6.) Ontsprong Trynken nog de
dans, in het geval van deze twee
vrouwen was het resultaat, dat zij
beiden 'van leven ter doit toe vuyr
gewesen werden', dat wil zeggen tot
de brandstapel veroordeeld.
Overigens laat meester Salsborch
niet onvermeld, dat het eigenlijk
vier vrouwen waren, maar dat er al
twee vóór de 'behandeling' gestor
ven waren. Het proces zelf kennen
we helaas niet en we weten dus ook
niet welke schepenen er aan deelge
nomen hebben, wel hebben zij van
meester Salsborch een vergoeding
gehad voor hun verteringen. Als
verklaring daarvoor geeft hij, dat dit
als vanouds zo in Venray gebruike
lijk was. Hoe 'besmettelijk' zulke
heksenprocessen konden werken,
blijkt wel uit het aantal van zulke
processen, dat in het jaar 1613 in
Roermond aan 64 mensen het leven
heeft gekost. (7.) Wat Venray betreft
kan men stellen, dat het bij deze
twee processen gebleven is.
DE AFGESLAGEN HAND
Duurde een proces, waarbij een
lijk betrokken was, te lang en kon
men het niet langer als bewijsstuk
bewaren, dan werd er verder gepro
cedeerd met de afgehouwen rechter
hand van de vermoorde.
(8.) De afgehouwen hand werd
dan in een met pekel gevulde aarden
kruik gelegd, daarna drie a vier uur
in kokend water en tenslotte hele
maal in was gehuld. Wanneer de
schepenen een zegel hadden, werd
dat in deze was gedrukt. De hand
werd dan aan de aanklager overhan
digd, die het proces dan weer kon
vervolgen. Iets dergelijks had in
1410 in Venray plaats, zoals blijkt
uit de sluitersrekening van het jaar
1410 'doen men den knecht, die te
Ray Venray) doodgeslagen wart,
syn hant af wan, zerteerde ver
teerden) die schepenen ende Bay
gerichtsbode) so myt den was, dair
die hant ingeslagen wart, tesamen
43 gulden'. Gedurende het proces
bleef de hand steeds op tafel liggen.
DOODSLAG EN MOETSOEN
Had men met dieven, rovers,
brandstichters en verkrachters wei
nig medelijden, met het verschijnsel
doodslag (neerslag) ging men heel
anders om. Zo zijn er aan het einde
van de zestiende en het begin van de
zeventiende eeuw een aantal geval
len bekend, die niet 'met de koorde'
beslist werden, maar met de 'moet-
soen'. De moetsoen was een bepaald
bedrag, dat de dader of daders aan
de familie moesten betalen als een
soort verzoening. Zo moet in 1638
Seger Nillis, die in een twist Thonis,
de zoon van Evert Heesvaren uit
Merselo, zodanig had geslagen, dat
deze 'van lever ter doot is geraekt',
een moetsoen betalen.
(9.) Bij deze moetsoen was de
hele familie betrokken. Vergiffenis
moest gevraagd en geaccepteerd
worden. De dader moest in het geval
van Thonis Heesvaren aan de naaste
familie vier malder rogge geven tot
'aelmussen' en ook geld voor een
aantal zielemissen. Een voorwaarde
was evenwel, dat de dader niet in
herbergen of gasterijen mocht blij
ven zitten, als daar de naaste familie
van het slachtoffer toevallig zat.
Ook moest hij, als hij deze familie
tegenkwam, met de hand 'een teec-
ken van leetwesen' maken en terzij
de treden om ze te laten passeren.
Overigens kreeg de Heer van het
land ook zijn deel naast de toegesta
ne moetsoen.
I. HET KRIMINELE PROCES:
JOOST FRENSSEN,1647
Op 15 maart 1647 verhoorde de
Landscholtis Schenck in tegenwoor
digheid van de schepenen Hendrik
Gossens en Amd Versieyen de gear
resteerde Joost Frenssen uit Melis
(in Brabant onder de parochie van
1615: Landschap met galg en rad. Ésaias van de Velde.
ev.vfjjik f«.t
1 P BrnrmJmbt rx.-J
Bakel). Met Melis is Milheeze
bedoeld.
(10.) Uit dit verhoor bleek, dat
Joost Frenssen op aanraden van
Peter Buys te Veltum een week tevo
ren in de kapel te Veltum de comp
kist) had opengebroken en daar
uit een kelk gepakt. Met deze kelk
was hij naar Venlo gegaan, naar een
zekere Mathijs Calff, die deze van
hem gekocht had. Toen deze hem
vroeg hoe hij aan deze kelk geko
men was, gaf hij als antwoord, dat
hij ze zelf van een man gekocht had,
die ze op zijn beurt weer van Staten
Ruyters gekocht had.
Hij ontving van Mathys Calff 25
stuivers per loot (gewichtseenheid).
De kelk woog 33 loot, wat hem zo
ongeveer 41 gulden opleverde. De
helft van de opbrengst ging naar
Peter Buys, die de kelk uit elkaar
gehaald had. Ook bekende hij, dat
hij met Peter Buys het geld gedeeld
had, dat Peter Buys in de Grote
Kerk uit de kist van Hendrik
Kersten gehaald had, te weten '1
Luicker pistolet (muntsoort), 1
dicaatchen ad 6 gulden en 1 ryexda-
elder'.
Het kwam nogal eens voor, dat
mensen hun kist met geld en waar
devolle papieren in de kerk depo
neerden, omdat ze dachten, dat die
daar veilig zou zijn tegen brand en
diefstal. Zo stond ook de kist van
het ellendige gilde armengilde) in
de kerk. Na dit verhoor kwamen de
schepenen Arnt Versieyen, Johan
Berberen, Henrich Claes en Johan
van Lent bijeen om ook Peter Buys
op grond van deze verklaring in
hechtenis te laten nemen. Helaas
weten wij niet hoe het met Peter
Buys afgelopen is en of hij gearres
teerd werd.
Het was indertijd gemakkelijk om
je aan een dergelijke arrestatie te
onttrekken. Men vluchtte gewoon
naar het Staatse deel van de
Nederlanden. Zo vluchtte onderwij
zer Horckmans, die in 1635 pastoor
van Dael neergestoken had naar
Deume, waar hij vrij dacht te zijn.
Joost Frenssen bekende later in een
steng verhoor dat hij niet alleen de
kelk maar ook de pateen schaal
tje) had meegenomen. Bovendien
bekende hij, dat hij 'moetwillig en
opsetteg' de schuur van zijn naaste
naburen had aangestoken, waardoor
ook het huis van de andere buurman
afbrandde. Ook zijn eigen gehuurd
woonhuis had hij in brand gestoken,
door een 'vuyrpotgen' op de zolder
te zetten. Verschillende keren had
hij in de grote kerk koren wegge
haald van de zolder en ook daarbij
de 'kerekekist' opengebroken.
Verder had hij jonge ooftbomen
afgeslagen, bijenkorven vernield en
glazen ruiten bij de mensen kapot
geslagen. Op 26 maart 1647 volgt
het vonnis, dat vergeleken met de
vonnissen van onze tijd, wel erg
hard in de oren klinkt. Maar men
moet niet vergeten, dat het stelen
van gewijd vaatwerk uit een kerk
een grove misdaad was in die tijd.
Wij lezen in het nog niet in het net
geschreven, maar gelukkig wel
bewaard gebleven vonnis: 'con-
demneren de Beclaeghde ter saic-
ke van sijn gepretendeerde feiten
en misdaden: ierst levend mit
vuer ende vlam ain sengghet
geroosterd) ende dan voorts aen
een galge opgehange en daeraen
verworght te worden, daer ben
effens op beyde hoecken boven op
den galge teyekens van boomkens
te setten ende int midden boven
zijn hooft een fatsoen afbeel
ding) van een kelck.
Dat alles tot een afschuwende
spiegel ende exempel voor
beeld) voor alle andere misdadi
gers.
Aldus gedaen tot Venraid den
26 Martii anno 1647'.
Over de voltrekking van het von
nis zelf is niets bekend. Meestal lag
er in verband met de voorbereidin
gen nog een week tussen uitspraak
en de terechtstelling: de galg moest
geïnspekteerd worden, eventueel
hout voor de reparatie gekocht en
het nodige ijzerwerk aangeschaft.
n a. HET KRIMINELE
PROCES: PETER
DONDERCLOOT, 1650
Een van de vele naweeën de tach
tigjarige oorlog (1568-1648) was de
last, die het platteland vooral had
van de vele in bendes rondtrekkende
soldaten, die geen bron van inkom
sten meer hadden en maar aan het
plunderen gingen (11.).
Tot zulk een groep behoorde Peter
Dondercloot. Hij heette eigenlijk
Peter Janssen, was 28 jaar oud en
kwam volgens zijn zeggen uit
'Swolle'. Hij had de laatste jaren bij
het leger in Hessen gediend en trok
in groepen van wisselende grootte
en samenstelling door de landen.
Een van zijn metgezellen was
Hendrick Peeters de Wannelapper
(zie II b).
Venray 31 mei 1650: De aan
klacht en de procedure
Op deze dag kwam het Venrayse
gerecht bijeen om het proces voor te
bereiden tegen beide voornoemde
personen. Men beschikte reeds over
een informatief verhoor van 23 mei
uit Hamont (België) en een prépara
toir examen van 28 mei te Venray.
Uit dit laatste bleek, dat Peter
Dondercloot vrijwillig had bekend,
dat hij een man had neergeslagen,
overspel had gepleegd, verschillen
de mobilia had gestolen en 'vilainen
manieren en schelm en rabouwen
stucken bedreven had' (waarover
later meer).
Ondanks het feit dat hij elders al
voor enkele misdrijven aan de 'kaak'
had gestaan, gegeseld was en uit het
land gejaagd, vond de aanklager het
nodig hem 'ter banck pijnbank)
ofte scherpe examinatie' te brengen,
opdat dit zou leiden tot het kennen
van meer feiten en 'claerdere eluci-
datie opheldering). Hoewel
Hendrick Peeters, de wannelapper,
veel minder op zijn kerfstok had,
stelde de aanklager ook voor hem
op dezelfde manier te behandelen.
Arcen, 3 juni 1650: De scherpe
examinatie
Had het voorlopig verhoor al een
aantal feiten opgeleverd, de scherpe
Borghemeester' dan maakten ze I
hem 'cappot'. Tussen Boeckholt en
Coesvelt had hij een koe gestolen en
verder had hij ook nog een kremer
Thies van Byenbergh doodgestoken
en hem de 'strootte' afgesneden. In
de buurt van Dorssen had hij iemand
'nacktt opt hemd uytgetrocken' en
daarna doodgeschoten. Later voegt
hij er aan toe, dat dit tussen Brussel
en Lier gebeurd was. De groep,
waar hij bijhoorde, was later gevan
gen genomen, hij zelf kon vluchten
in de richting van een moeras en had
daar 'tot de hals toe daer in geseten'.
Ook bekende hij, dat hij verschillen
de hoeren had gehad. Men had hem
in de wandeling ook wel Heiden
Peter genoemd, omdat hij voordat
hij soldaat werd, met de 'Heydenen'
gelopen had.
Opvallend is, dat wanneer men de
voorlopige verklaring van Peter
Dondercloot vergelijkt met het j
resultaat van deze scherpe examina
tie, dat er een aantal dingen ontbre
ken: zo had hij aanvankelijk ver-
klaard, dat hiij, wanneer hij een
vrouw ontmoette, een hoed, stok en
mes op de grond legde. Nam de
vrouw de hoed op, dat betekende dat
voor hem, dat ze met hem 'achter
lande wou gaen'. Koos zij de stok,
dan kreeg zij een pak slaag en pakte
zij het mes, dan gaf hij haar een snee
in het gezicht. Ook beweerde hij,
Radbraken: tekening uit de petil larousse illustré (1906).
examinatie leverde uiteindelijk een
bekentenis op van een aantal verba
zingwekkende misdaden (een veer
tigtal). Zij vond plaats op het kasteel
Arcen, waar de Drossaard Marsilius
1657) resideerde, in tegenwoor
digheid van Arnt Versieyen en Peter
Driessen, schepenen.
Zo had hij in de buurt van
Hinsberg een 'opziener der
Lazarussen-personen' gedreigd zijn
huis aan te steken. Zelf als Lazarus
persoon pestlijder) had men hem
de 'clepper' afgenomen en uit het
land verbannen. In het Land van
Luijck had hij een ketel gestolen, in
het Antwerpse 25 gulden.
Bovendien had hij aan de koster van
Kessel een 'speltemieu hemd' ver
kocht, dat hij gevonden had.
Van zijn metgezel Wannelapper
wist hij te vertellen, dat deze bij
Luyckgestel een brouw haar blauwe
rock had uitgetrokken. In
Soetendael had hij een zilveren ring
met een Agnus Dei van een schoen
lapper gestolen. Ook bekende hij dat
hij er bij geweest was, toe ze een
vrouw de hals afgesneden hadden,
nadat zij eerst met haar 'hun wille'
gedaan hadden. Hij wist ook te ver
tellen dat deze vrouw uit Holland
kwam en veel geld bij zich had. Het
gezelschap waarin hij verkeerde had
de leus 'molt hem', dan was er geen
genade, en^ zei men: 'maeck hem
dat hij zelf aan de 'kaak' had gestaan
en uit de stad gegeseld was, door de
meester van Utrecht scherprech
ter). Verder vergat hij bij de scherpe
examinatie te vermelden, dat hij in
Bergen op Zoom zijn kameraad met
een gaffel op het hoofd had gesla
gen.
Uit alles blijkt, dat de verklarin
gen van Peter Dondercloot als
onvolledig en onbetrouwbaar
beschouwd moeten worden. De man
zal beslist wel een misdadiger zijn
geweest, maar of hij wel precies
wist wat hij had gedaan, valt te
betwijfelen. De man was mogelijk
ernstig geestelijk ziek, wat in die
tijd nog niet als zodanig onderkend
werd. Toch zullen we verderop zien,
dat de verdediger toen al wilde, dat
er met sociale omstandigheden
rekening gehouden moest worden.
Venray 8 juni 1650: ONDER DE
BLAUWE HEMEL EN ONDER
DE LINDEBOOM
Op deze dag wordt Peter
Dondercloot, 'Los, ongehacht en
ongebonden' onder de linde, onder
de blauwe hemel gebracht. Deze
linde stond in Venray op de
'maercktplaetse' of ook wel 'hoff
genoemd.
WORDT VERVOLGD
Brand in opslagplaats
Zondagavond omstreeks 20.15
uur moest de brandweer in aktie
komen voor het blussen van een
door onbekende oorzaak in brand
geraak voormalig kippenhok. Het
Kippenhok, op het terrein van
Paschalis aan de Wanssumseweg in
Oostrum, is nu in gebruik voor
opslag van hooi. De brand was ver
moedelijk ontstaan door hooibroei.
Het kippenhok en het hooi waren
niet m$er te redden maar uitbrei
ding van de brand naar het naastge
legen gebouw kon voorkomen wor
den. Hoe groot de schade is kon niet
worden medegedeeld.
Proces-verbaal bij
beregenen
Dinsdagmiddag kreeg een 30-
jarige landbouwer in Ysselsteyn
firoces-verbaal omdat hij zijn gras
and aan de Moostdijk aan het bere
genen was. Hij onttrok het water uit
een sloot. De man zal te maken krij-
en met het lik op stuk beleid en dat
oudt in dat hij zo snel mogelijk
voor de rechter zal moeten verschij
nen.
Winkeldiefstallen
Zaterdagmiddag werd in een
supermarkt in het Brukske een 23-
jarige, hier verblijvende Pool
betrapt bij diefstal van goederen ter
waarde van ƒ4,59. Hij werd aan de
politie overgegeven die de man na
verhoor en opmaking van proces
verbaal, mededeelde, in overleg met
de Vreemdelingendienst, dat hij
binnen 24 uur ons land moest verla
ten.
Een 39-jarige inwoner van
Venray werd zaterdagmiddag in een
supermarkt in het Brukske betrapt
toen hij goederen mee wilde nemen
voor een bedrag van ƒ6,57. De man
werd aan de politie overgedragen,
die hem na verhoor een transaktie
tot het betalen van een bedrag van
ƒ200,- aanbood. De politie ontdekte
ook dat de man een valse naam had
opgegeven en daarvoor kreeg hij
een proces-verbaal aangezegd.
elke week nieuws
Snelheidskontroles
Vrijdagmorgen hield de politie
weer snelheidskontroles. Van 07.25
tot 08.50 uur werden op de
Horsterweg in Castenray, in de
bebouwde kom (50 km per uur) 185
voertuigen gekontroleerd. 68 reden
te snel en de hoogste snelheid
bedroeg 117 km per uur.
Van 09.10 tot 09.40 uur werden
op de Overloonseweg (50 km per
uur) 48 voertuigen gekontroleerd.
Daarvan reden er tien te snel en de
hoogste snelheid bedroeg 76 km per
uur.
Van 10.00 tot 11.00 uur werd op
de Beekweg (80 km per uur) gekon
troleerd. Van de 53 voertuigen
reden er 24 te snel en de hoogste
snelheid bedroeg 128 km per uur.
Inbraak in auto
Een Venraynaar ging op vakantie
en stalde zijn personenauto bij zijn
vriend aan de Molenbofweg. De
vriend ontdekte vrijdagmorgen dat
er was ingebroken in de auto. De
autoradio was ontvreemd.
Bestuurster onder
invloed
In de vroege zondagmorgen om
04.00 uur had een 31-jarige bestuur
ster van een personenauto de gehele
breedte van de Langstraat nodig en
de vluchtheuvel ging zij zelfs links
voorbij. Dat wekte de aandacht van
de politie, die de bestuurster aan
hield. De dame verkeerde behoor
lijk onder invloed van alkohol. Zij
kreeg proces-verbaal inzake het rij
den onder invloed en een rijverbod
van acht uur.
Beregenen grasland
verboden
Door de Provincie is een verbod
in werking gesteld om tussen 11.00
en 17.00 uur, door de aanhoudende
droogte, geen grasland te berege
nen. Een 24-jarige inwoner van
Oirlo kreeg proces-verbaal aange
zegd omdat hij zijn grasland onder
Klein Oirlo aan het beregenen was.
De politie deelde desgevraagd mede
dat de komende dagen extra gekon
troleerd wordt.
Ruit vernield
Namens het schoolbestuur van de
basisschool Coninxhof aan de
Goudsmidstraat werd aangifte
gedaan van vernieling van een ruit
van de school. Schade ƒ300,-.
Brandmelder werkte
perfekt
Vorige week woensdagmiddag
werd brandalarm gegeven vanuit
het ziekenhuis maar de brandweer
hoefde niet in aktie te komen.
Tijdens laswerkzaamheden was een
brandmelder, toe de warmte in de
buurt kwam, perfekt in werking
gegaan.
Paarden op de Beekweg
Zondagmorgen om 05.35 uur
moest de politie in aktie komen
voor drie op de Beekweg lopende
paarden, die een gevaar voor het
verkeer opleverden. Zij konden de
paarden in een wei drijven en daar
wachtten de paarden op hun eige
naar, diegpg niet bekend was.
Fietser enkele meters
meegesleurd
Donderdagmorgen omstreeks
08.00 uur werd op de Castenrayse-
weg, ter hoogte van het Bodden-
broek, een 15-jarige fietser uit
Oostrum door een passerende buik
wagen, bestuurd door een inwoner
van Oirlo, geraakt en enkele meters
meegesleurd. De bestuurder van de
buikwagen reed door. Hij verklaar
de de fietser wel te hebben gezien
maar hij had niet gemerkt dat hij
geraakt werd. Hij was, om een tege
moetkomende vrachtauto te laten
passeren uitgeweken naar rechts,
maar hij dacht de fietser al gepas
seerd te zijn.
De jongen kwam ten val en liep
ernstige verwondingen op aan zijn
arm en werd naar het ziekenhuis
overgebracht.
De politie heeft de bulkauto
gevonden in Oirlo. De bestuurder
zal toch een proces-verbaal krijgen
inzake het doorrijden na bij een
aanrijding betrokken te zijn
geweest.
Inbraak in flat
Door forcering van het bovenlicht
was toegang verkregen tot een in de
Haammakerstraat. Ontvreemd wer
den een spelcomputer, een televisie
toestel, een radio, een compact disk
en 185 cd's, twee gouden ringen en
een halsketting. Daarnaast werd ook
een geldbedrag meegenomen. De
totale waarde bedroeg ƒ11.000,-. De
benadeelde was een 24-jarige
inwoonster.
Inbraak in stalling
Ondanks het feit dat de bewoners
thuis waren, hebben ze niet gemerkt
dat in hun stalling aan de Loonse-
dijk in Merselo werd ingebroken.'
Toegang was verkregen door het
inslaan van enkele ruiten en om in
de stalling te komen hebben de
daders de beugels zodanig moeten
verbuigen dat ze daardoor naar bin
nen konden Van binnenuit was de
deur opengemaakt om de aanhang
wagen ter waarde van ƒ3.500,- mee
te kunnen nemen, met de aanwezige
gereedschappen. De inbraak vond
plaats in de nacht van vorige week
dinsdag op woensdag.