VENRAY EN DE WINKELSLUITIN GSTIJD ïiiQstraal Jaarvergadering Katholieke Invalidenbond ZIJN RIJKE GESCHIEDENIS a. EN MAAS Donderdag 28 april - Pagina 9 VAK O vele jaren is er een discussie ande over de Winkelsluitingswet, inunige groeperingen willen de litingstijd van winkels van zes uur in avond verleggen naar zeven uur, fwijl anderen meer voelen voor een ondopenstelling tot bijvoorbeeld tgen uur, waarbij dan de winkels in voormiddag gesloten moeten ij ven. Verder bestaan er nog plannen om 5 gemeenten te laten beslissen tot oelang de winkels 's avonds open logen blijven (naar keuze tot zes, ven, acht of negen uur). Er zijn echter ook een aantal genstanders van wijzigingen in de litingstijden van winkels, zoals ganisaties van winkelpersoneel en jddenstand. De steen der wijzen, El een oplossing die iedereen tot vredenheid stemt, zal voorlopig wel et worden gevonden. Het resultaat I dan ook wel zijn dat (zeker in de laste toekomst, (de winkels, met [zondering van de wekelijkse lopavond, op de gebruikelijke tijd es uur) hun deuren zullen blijven liten. InVenray "worstelt" men al jaar i dag met een ander facet van de inkelsluitingswet: de wekelijkse istdag. Er zijn voorstanders van uiting op maandagmorgen, maar ai wil men wel de maandagse marktdag verplaatsen. Ook zijn er voor-en tegenstanders van 'n algehele sluiting op dinsdagvoor- of -namid dag. Maar ook gaan er stemmen op, om zaterdags vroeger te sluiten dan nu gebruikelijk is. Bij deze voor het publiek dikwijls onduidelijke openingstijden, hebben zich intussen ook de winkeluren van de Bleek gevoegd, welke naar verluidt weer anders zijn dan in de rest van Venray. Het behoeft geen betoog: voor het winkelend publiek is eenheid en duidelijkheid in de openingstijden dringend noodzakelijk. HOE WAS HET VROEGER? In het begin van deze eeuw bestond er nog geen regelgeving over winkelsluiting. Uit een rapport uit 1902 blijkt dat er toen in Amsterdam geen enkele winkel vóór negen uur 's avond gesloten werd. De meeste winkels gingen pas om elf uur op slot en in sommige buurten (zoals de Jordaan) gebeurde dit meestal nog een twee uur later. Gemiddeld waren de winkels toen tachtig tot negentig uur per week open, wat een gevolg was van een moordende concurretie tussen de winkeliers. VENRAY Goedkoopste adres voor Kleeding naar Maat. Speciaal eigengemaakte Heerenkleederen, kinderpakjes vanaf f 2 in alle mogelijke modellen. Fronts, Overhemden, Manchetten en Strikken Hoeden en Petten. Sterke eigengemaakte Werkmanskleeren. Boezeroenen, bonte Hemden en kielen. Voor goederen op maat zijn de nieuwste stoffen in voorraad, en worden onder voor waarden van goed passen spoedig geleverd. Aanbevelend Gebrs. JEUKENTailleurs. Zondags na 6 uur is de winkel gesloten. Een advertentie uit de twintiger jaren, waaruit blijkt dat deze winkel zondags tot 6.00 uur geopend was. Op aandrang van winkeliers en personeel is rond 1910 in een aantal gemeenten een wettelijke regeling in het leven geroepen. VENRAYSE VOORTVAREND HEID Vrij voortvarend kondigde ook de gemeente Venray op 24 december 1919 een verordening op de winkel sluiting af. Niet meer dan ca 100 van de 1100 Nederlandse gemeenten hadden toen een verordening op dit terrein. Voordien konden (zoals reeds is geschetst) de winkeliers zelf hun sluitingstijd bepalen, wat tot gevolg had dat men in feite de gehele dag, (ook op zondag) in de winkels terecht kon. In 1919 was het sociale klimaat gunstig voor de afkondiging van een gemeentelijke verordening. Minister Aalberse had in dat jaar de Arbeidswet tot stand gebracht (acht uren werkdag) en door de brandstof- schaarste en de daaruit voortvloeiende beperking van gas en electra gedu rende de Eerste Wereldoorlog (1914- 1918) was het publiek er aan gewend geraakt dat de winkeliers hun zaken (noodgedwongen) toch wat minder lang waren gaan openhouden. HOOFDPUNTEN VERORDENING De hoofdpunten van de Venrayse verordening, waarschijnlijk een pro duct van de in 1917 benoemde gemeentesecretaris van Haaren, zagen er als volgt uit: 1. Op de "hoge" christelijke feest dagen: eerste Paasdag, eerste Pink sterdag, eerste Kerstdag, Hemel vaartsdag, Maria Hemelvaart (15 aug) en Allerheiligen (1 nov) moesten de winkels gesloten blijven. 2. Op de andere christelijke feest dagen, zoals tweede Paasdag, tweede Pinsterdag, tweede Kerstdag, Nieuw jaarsdag, Driekoningen (6 jan), St. Jozef (19 maart), st. Petrus en Paulus (29 juni) en Maria Geboorte (8 sept) mochten de winkels open zijn tot vier uur in de middag. 3. Op zondagen moesten ze om drie uur in de middag sluiten. 4. Op de werkdagen maandag tot en met vrijdag was het geoorloofd zijn winkel open te houden tot acht uur 's avonds, d.w.z. in de periode van 1 april tot en met 30 september en op de zaterdag tot 10 uur. In de (winter)periode van 1 oktober tot en met 31 maart waren ze echter verplicht al om zeven uur te sluiten (zaterdags om 9 uur). 5. Kappers- en barbierszaken moch ten hun klanten op maandag tot en met vrijdag bedienen tot 's avond negen uur, op zaterdag tot 10 uur en op zon- en feestdagen tot elf uur in de voormiddag. BEZWAREN In juni 1920 bleek, dat de R.K. Venrayse Middenstandsvereniging toch niet zo gelukkig was met de verordening op de winkelsluiting. De secretaris van de vereniging (Th. Wintels) schreef in een brief aan' het College van B. en W. dat het merendeel der leden (hoofdzakelijk manufacturiers, kleermakers, kruide niers, meubelmakers, schoenmakers en sigarenwinkeliers) door de regeling financiële schade hadden geleden. Daarom stelde hij voor de verordening in die zin te wijzigen dat op zondagen de winkels geopend mochten zijn tot vijf uur in de middag, in plaats van tot drie uur. Het verzoek werd bovendien nog gemotiveerd met de mededeling dat er in de omliggende gemeenten geen winkelsluiting bestond en dat in Venlo de winkels open mochten blijven tot vijf uur, dus twee uur langer dan in Venray. Ook de winkelier H. Verheijen te Oostrum deed een beroep op de Raad. Hij zag graag zijn winkel op een vijftiental zon- en feestdagen in de periode mei tot en met september, wegens de komst van bedevaarten, geopend tot zes uur. Ook het Pelgrimshuis te Smakt diende een soortgelijk verzoek ih (eveneens wegens bedevaartbezoek) in de maand maart. Beide verzoeken werden ingewilligd voor zover het betrof de verkoop van kaarsen, beeldjes, prenten, chocolade en suikerwerk. Tenslotte verzocht ook nog een twaalftal Venraysé sigarenwinkeliers o.a.: P. Schols, Ant. Creemers, J. Schaeffers, P. v.d. Putten, J. Baken en A. v. Aarsen, de gehele verordening weer ongedaan te maken. Aan dit laatste verzoek werd uiteraard niet voldaan. LANDELIJKE REGELING Het duurde nog tot 1930 voordat er eigenlijk een rijksregeling tot stand kwam voor de winkelsluiting (landen als Denemarken, Duitsland en Noor wegen hadden er al een in 1910). Vanuit de Tweede Kamer en diverse organisaties waren reeds lang po gingen ondernomen om een landelijke regeling in het leven te roepen, maar deze waren allemaal gestrand. De meeste ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel hadden er steeds de voorkeur aan gegeven dat de winkelsluiting op gemeentelijk niveau werd geregeld. Zo ook minister van IJsselsteyn (1920-1922), waarnaar het Venrayse ontginningsdorp IJsselsteyn (nu geschreven Ysselsteyn) werd genoemd. Tegen het eind der twintiger jaren brak echter het besef door dat een landelijke regeling meer dan gewenst was, want van de ongeveer 1100 gemeenten hadden er nog geen 300 een winkelsluitingsregeling. De rest kende geen enkele vorm van sluiting, wat uiteraard een grote mate van rechtsongelijkheid met zich mee bracht. Na de Tweede Kamer (73 stemmen voor en 13 tegen) en de Eerste Kamer (25 stemmen voor en 13 tegen) te zijn gepasseerd, kon de Wet tot regeling der winkelsluiting op 29-11-1930 in het Staatsblad (nr. 460) worden geplaatst. Heel in het kort kende de Wet de volgende bepalingen: a. Gedurende de zondag moesten de winkels gesloten blijven. Uitge zonderd waren de Joods winkeliers, waarvan de rustdag op de Sabbath, op de Zevende dag viel. b. Voor de dagen maandag tot en met zaterdag werd de sluitingstijd vast gesteld op acht uur in de avond. c. Kappers- en barbierszaken moch ten op werkdagen geopend blijven tot elf uur, maar na tienen uitsluitend voor het verrichten van kapperswerk zaamheden. d. De gemeenteraden kregen toe stemming om in bijzondere gevallen een afwijkende regeling te treffen. Dit gebeurde ook in Venray. Bij verordening van 30 augustus 1932 (de gemeente Venray telde toen ongeveer 140 winkels) werd o.m. bepaald dat melk, vis- en fruitwinkels op zondagmorgen tot 12 uur open mochten zijn, op de zondag van Vastenavond en de zondag voor St. Nicolaas tot tien uur en op de kermiszondagen (in Venray zowel als de kerkdorpen) tot elf uur 's avond. Tenslotte werden ook de bede vaartoorden Smakt en Oostrum niet vergeten. Op de voor hen van belang zijnde zondagen mochten ze verkopen tot vijf uur in de namiddag. SLUITINGSTIJD ZES UUR EN INSTELLING KOOPAVOND Bij de landelijke winkelsluitingswet 1952 werd bepaald dat de winkels uitzonderingen buiten beschouwing gelaten voortaan om zes uur 's avonds gesloten moesten worden. Aan de gemeenteraden werd de mogelijk heid geboden tot het instellen van een koopavond (niet op zaterdag). Aan vankelijk bestond hiervoor niet zoveel belangstelling. In Venray werd ze uiteindelijk ingevoerd op vrijdag. Er zijn nog even stemmen opgegaan om de koopavond te verplaatsen naar donderdag zoals in enkel omliggende plaatsen, maar dat stuitte op verzet van de slagers en de supermarkten. De toekomst zal leren of en zo ja, wat er zal gaan veranderen in de openingstijden van winkels. In elk geval is te hopen dat de situatie uit de "goeie ouwe tijd" nooit meer zal terugkeren. W.J.M. Willemsen. Alleen de naam "Schoolstraat" rinnert nu nog aan de oude ngensschool die tijdens de bevrij- ng door beschieting en bombarde- ent zwaar werd beschadigd» heeft "staan op de plaats, waar nu het Itureel Centrum "De Beejekurf" houwburg) is gevestigd. En op Vak Ivan de Algemene Begraafplaats schhuizen herinneren nog slechts kele graven aan de "mèsters", die onderwijs aan deze school hebben rzorgd. Aanvankelijk was de jongensschool n openbare lagere school, die in 28 het predikaat "R.K. school voor ngens" kreeg. Deze school bestond twee gedeelten nadat omstreeks '14 een nieuw gedeelte was bijge- auwd. Op het schoolplein stond een grote waaraan een ijzeren drinkbak en naast het plein lag de z.g. isterskoel of Jan Hensenkoel, firop 's winters werd geschaatst, en heeft er ooit nog eens een parkje gemaakt. De speelplaats was voorzien van nd, waarop menige schooljongen n knieën openhaalde. Later werd de eelplaats bijna geheel betegeld. Hoewel het een openbare school K, was zij toch bijzonder, in de itekenis van ongewoon. Meester endriks, hoofd der school in het gin van de twiniger jaren, had n.l. gevonden, dat er meer leerlingen inden worden aangenomen, wan- er in deze negenklassige school een hooljaar negen maanden duurde, die periode werd bekeken of een erling over ging of bleef zitten. De oude school had vier klassen, ks en rechts van de ingangshal twee ast elkaar en aan de kant van de Joseweg nog twee klasseaen een kolenhok. In iedere klas stonden vier rijen banken. Het was voor de jongens onmogelijk om naar buiten te kijken, omdat de ramen op ongeveer twee meter hoogte begonnen. Volgens de traditie van die jaren, waren de toiletten buiten, in de hoek van de speelplaats, een rij deurtjes voor de "grote boodschap" en een muur met schotjes, die men "de pisbak" noemde. Hoewel de school een groot aantal "legendarische" mèsters heeft gekend is er toch maar weinig over hen bekend. In zijn boek "Rond d'n machtige tore" heeft Thij Min zijn eerste dag op de mèstersschol beschreven. Dan heeft hij het over het jaar 1912 toen het schoolhoofd een klein dik mannetje met spierwitte krullen en baard was. Dat moet dan Alphonsus Hubertus Vermeulen, met de bijnaam "Doeske", zijn geweest. Verder noemt Thij Min mèster Janssen "van 't Kruus", die een puntbaartje had en bekend stond als "biëstig goeie mins". Waarschijnlijk was dat Martinus Josephus Janssen, die op 8 april 1972 in Venray werd geboren en op 11 april 1914 is overleden. Op Vak O ligt nog wèl het graf van mèster Vermeulen, doch niet dat van mèster Janssen. Op een van de schilderijen van Johan Jeuken, de schilder van oud Venray, staat de klas van mèster Van den Akker afgebeeld, met alle deugden en ondeugden van de schooljongens uit die tijd. Ook het graf van deze onderwijzer bevindt zich niet op Vak O. Vergeefs hebben wij gezocht naar het graf van Jan Peter Franssen die op 6 december 1837 te Itteren werd geboren en gedurende 28 jaar Hoofd der Gemeenteschool Venray was. Volgens zijn bidprentje "verkreeg hij in deze betrekking op zijn verzoek wegens redenen van gezondheid eervol ontslag den 1 nov. 1892 en overleed na een langdurige ziekte op 22 februari 1893". Ook het graf van de bekende mèster M. Verbeek, die pal naast het oude raadhuis woonde en wiens vrouw een porseleinwinkel dreef, is niet op Vak O te vinden. ALPHONSUS HUBERTUS VER MEULEN (11 april 1849 - 22 maart 1928) droeg vanwege zijn baard en krullende witte haardos, de bijnaam Doeske. Hij was directeur van het Venrayse kerkkoor en "lid van de broederschap van het Koordje van de H. Franciscus". Hij was gehuwd met Sibilla Hubertina Agnes Poell en woonde op de Kruisstraat. Hij had een doofstomme zoon, die tekenaar werd bij aannemer en architect Martens. JAN EVERARDUS MESSE— MAECKERS (18 januari 1867 - 13 juli 1951) Toen hij negentien jaar was, werd hij benoemd tot onderwijzer aan de openbare jongensschool te Venray. Op 1 januari 1928 werd hij op wachtgeld gesteld onidat de openbare school werd omgezet in een bijzon dere. Op 12 november 1901 trouwde hij in Sambeek met Johanna (Jeanette) van den Munckhof, een dochter van P.A. van den Munckhof en Theodora Poels van 't Brukske (dochter van "de Roije of Kwaije Poels van de Schaapscompagnie). Vanwege zijn vijftigjarig lidmaat schap van de Sint Vincentius- vereniging ontving mèster Messe- maeckers destijds de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Ponti- fice. Omdat men hem kon uittekenen met zijn onafscheidelijke pijp, kreeg hij van zijn schooljongens de bijnaam "de Feep". Op de foto: links het graf van mèster Messemaeckers en echtgenote, met daarnaast het vervallen graf van mèster Kraaykamp. Op de tweede foto het graf van mèster Vermeulen. "DE FEEP" Ondanks het feit, dat onder wijzers in vroeger jaren in de klas niet mochten roken, kon mèster Messemaeckers het niet laten tijdens de schooluren aan zijn pijp te lurken. Dat deed hij ook, toen op zekere dag de school opziener op inspectie kwam. "De Feep" had hem zien aankomen en verstopte de brandende pijp in de lessenaar van een van de jongens. Terwijl de schoolopziener voor de klas stond om de leerlingen te testen op hun kennis, beende mèster Messemaeckers door de klas. Toen hij bij de leerling kwam in wiens lessenaar de pijp was verstopt, pakte de jongen de pijp en zei: "Mèster, u mot gauw trekke, anders göt ie uut In het Gastencentrum "De Wieën- hof" hield de afdeling Venray van de Katholieke Invalidenbond haar jaar vergadering, welke door meer dan de helft van het aantal leden werd bijgewoond. Het afgelopen jaar was het ledental met 3 terug gelopen en dat vond de voorzitter, de heer van de Biggelaar, erg jammer. Ook betreurde hij het, dat niet méér gehandicapten de weg naar deze Bond hebben gevonden. Toch bruist de afdeling van aktivi- teiten, welke de gehandicapten ten goede komen. Dat dat meer is dan sport en spel, wordt duidelijk uit deze opsomming: het verstrekken van adviezen op sociaal maatschappelijk gebied; hulp aanvragen vrijstelling motorrijtuigenbelasting; parkeeront- heffingen; woningvoorzieningen en aanpassingen; uitkeringen; de toe gankelijkheid van openbare ge bouwen; verkeer etc. In het jaarver slag werd ook melding gemaakt van de betere bereikbaarheid van de Clockert door plaatsing van een plateaulift, waardoor rolstoelge bruikers ook aan het Welfarewerk deelnemen. De Invalidenbond heeft zich ingezet om een vervoermiddel voor het Rode Kruis te bemachtigen. Die bus zal worden ingericht voor rolstoelper- sonenvervoer en ambulance. Veel leden zijn actief binnen de gehandicaptensport, bij het sjoelen, tafeltennis en zwemmen. Die sportafdeling heeft het afgelopen jaar haar zilveren bestaan gevierd. VOORZITTER NAM AFSCHEID Het was reeds op de vorige jaarvergadering aangekondigd, dat de voorzitter, Jo van den Biggelaar, afscheid zou nemen van zijn functie, welke hij 10 jaar met veel ambitie had vervuld. Een opvolger is nog niet gevonden. Het wordt zeker geen afscheid van de Invalidenbond, want de heer van den Biggelaar zal zich blijven inzetten als het gaat om de problematiek van de gehandicapten in het openbaar leven op te lossen. Theike Gerrats, zelf aan de wieg gestaan hebbende van de Invaliden bond en erebestuurslid, vertolkte de gevoelens van dank namens alle leden, voor de inzet van dhr. van den Biggelaar. Ook Fr. Flinsenberg deed dit namens het bestuur. Enkele geschenken,en bloemen voor mevr. van den Biggelaar, onderstreepten die dank. Ook namens het hoofdbestuur van de Limburgse bond werd dank gebracht voor de grote inzet van de scheidende voorzitter. Jaarverslagen en begrotingen van zowel van de bond, als van de afdeling Sport, werden zonder aanmerkingen goedgekeurd. De vergadering ging verder accoord met de samenstelling van het bestuur, bestaande uit de heer Rutten, C. Jenniskens, Flinsenberg, Ooi, mevr. Grotens en mej. Nelly van Dijck. Pastoor Barnhoom blijft adviseur van zowel de bond en van de sport afdeling. Voor de laatste maal deed voorzitter v.d. Biggelaar nog een beroep op ieder, om zich in te blijven zetten voor de Katholiek Invaliden bond, welke ledenaantal een veelvoud zou kunnen zijn van het huidige. Dan zou de afdeling zich nog sterker kunnen inzetten voor de belangen behartiging van de gehandicapten in de meest breedsten zin. ASPERGES HOTEL-RESTAURANT BUITENLIJST Piet en Marwil Jacobs Maasheseweg 76, Venray Telefoon 04780-81181 Openingstijden: ma. t.m. vr. 12.00-22.00 uur zondags v.a. 15.00 uur Een moderne zelf-bedieningszaak uit deze tijd met strenge richtlijnen inzake de openingstijden.

Peel en Maas | 1988 | | pagina 9