Diamanten bruidspaar in Veulen Twee gouden bruidsparen in Ysselsteyn NIEUW GEBOUW RABOBANK IN LEUNEN OFFICIEEL GEOPEND Nu ook zondags vanaf 15.00 uur geopend BUITENLIJST ZIJN RIJKE GESCHIEDENIS OP ZOEK NAAR DE FAMILIE TRYNES Op Vak O hebben wij vergeefs gezocht naar de graven van drie leden van de familie Trynes, die met families Poels, Raeds, Camps en Wismans een belang rijke rol hebben gespeeld in de roemruchte Schaapscom pagnieën uit de vorige en het begin van deze eeuw. Dat het graf van de in 1768 geboren stamvader Henri Trynes er niet meer is, is begrijpelijk omdat.er geen graven meer zijn uit het begin van de vorige eeuw. Oudere Venrayers kunnen zich herinneren, dat rond de grote kerk Jacob Trynes (1818-1874) en zijn zoon Henri (1853-1917) begraven lagen. Het is echter waarschijnlijk, dat deze graven tijdens de bevrijding bedolven zijn onder het puin van de opgeblazen toren en derhalve verloren zijn gegaan. Jacob Trynes woonde destijds in de Grotestraat, in het pand waar nu woninginrichting Frans Lemmers is gevestigd. In de gevel van het pand bevindt zich nog een gebeeldhouwde schaapskop als herrinnering aan de Schaaps compagnie. Jacob Trynes was gehuwd met Johanna Gertruda Camps. Zij stierf twaalf dagen na de geboorte van Henri (2 maart 1853-22 februari 1917). Jacob trouwde later met Hen- drina Camps, een zus van zijn overleden vrouw. Henri Trynes, naar wie in Leunen een straatnaam is ge noemd was nauw betrokken bij de vestiging van de Sint Servatius Stichting in Venray. Het verhaal wil, dat hij in de trein een gesprek hoorde van een paar Broeders van de Gentse Congre gatie van de Broeders van Liefde. Zij waren in het Noordlimburgse op zoek naar grond voor de bouw van een "gesticht". Henri Trynes, die een uitzonderlijk zakentalent had, werd zo be trokken bij de verkoop van de grond in Venray aan de Broeders van Liefde. Hij was raadslid van 1886 tot 1899 en lid van Provinciale Staten. Hij wisselde vaak van bedrijf. O.m. was hij oprichter van een steenfabriek. Hij was zeer bereisd en stond bekend als een goede verteller èn schrijver. Onder schuilnaam schreef hij in Peel en Maas in het begin van deze eeuw en puntige, kleurige en rake stukjes. Henri Trynes vervulde de functie van kapitein commandant van de in 1899 heropgerichte schutterij "Het Zandakker". De nazaten van Henri Trynes zijn naar Antwerpen vertrokken, waar een van hen een metaalfa- briek had. HOTEL-RESTAURANT Piet en Marwil Jacobs Maasheseweg 76, Venray Telefoon 04780-81181 Donderdag 14 april - Pagina 7 DINSDAG 3 MEI is het de grote dag voor het tweede gouden bruids paar GRAD SPREEUWENBERG (76) en NEL DE BRUIJN (74) wonende in de riante bejaarden- woning aan de Pioniersstraat 22. DE GOUDEN BRUIDEGOM GRAD SPREEUWENBERG ge boren en getogen in Klein Oirlo in een boerengezin, moest ook al vroeg gaan werken. Hij kwam terecht bij Niessenboer, een ontginningsboer aan de Deurneseweg te Ysselsteyn. Toen hij ging trouwen kocht hij aan de Timmermansweg een kavel grond dat hij zelf met schop en ploeg, getrokken door paarden, tot ontginning bracht. Op die kavel werd 'n gemengd bedrijf gesticht. Tijdens de bevrijding werd hun boerderij zwaar getroffen. Na de wederopbouw werden door mechani satie en veredeling de opbrengsten steeds beter. Hoewel het bedrijf in 1977 werd overgedaan aan zijn zoon gaat er geen dag voorbij of hij gaat 's morgens en 's middags daar een handje helpen. DE GOUDEN BRUID NEL DE BRUIJN geboren en getogen aan de Schei in Leunen weet ook wat werken is. Zij moest als 12 jarige al "uit gaan werken" en op 14 jarige leeftijd moest ze al "uit gaan wonen". Uit hun huwelijk werden 9 kinderen geboren die met hun 22 kleinkinderen het feest meemaken. Ook hun gouden huwelijksdag zal begonnen worden met een plechtige Eucharistieviering, die om 14.00 uur in de parochiekerk zal worden opgedragen. Daarna zal in zaal Roelanzia het feest worden gevierd. Daar krijgt iedereen de gelegenheid het gouden paar geluk te wensen van 18.30 tot 20.00 uur. Wij vermelden gaarne nog dat het echtpaar nog zeer vitaal is en dat de gouden bruid zich nog best weet te vermaken met kienen, en volksdansen. Vrijdagmiddag vond de officiële opening plaats van het reeds enkele weken in gebruik zijnde nieuw gebouw van de RABOBANK aan de Albionstraat te Leunen. Niet alleen de genodigden, maar later ook de inwoners van Leunen waren vol lof over de doelmatigheid van dit gebouw, dat zeker een aanwinst is voor Leunen. Architect Chris Colsen heeft hier zijn visitekaartje afgegeven. Evenals de vroegere Boerenleenbank is nu de Rabobank een begrip in Leunen. Zij heeft een gezonde ontwikkeling doorgemaakt en nog dit jaar zal het feit worden herdacht dat het 70 jaar geleden is, dat de bank in Leunen werd opgericht. Gememoreerd werd hoe vroeger de bankzaken werden gedaan in de woonkamer van de fam. Reintjes aan de Steegse Peel weg. Later verhuisde men naar de Boerenbond en weer later naar een plaats achter de kerk. Nu staat de bank op de plaats waar vroeger jongens en meisjes van Leunen onderwijs hebben gekregen. Pastoor Ewals hield een zeer sympatieke toespraak waarin hij de rand van de munten met de spreuk "God met ons" nadrukkelijk ver meldde. Hij vroeg tevens Gods zegen voor de mensen die hier werken en de leden vertrouwen in hun geld geven. Zegenend ging hij door alle vertrek ken. Burgemeester Defesche consta teerde dat zijn woorden, uitgesproken in oktober 1977 bij de ingebruikname van het uitgebreide gebouw, bewaar heid zijn geworden. Toen had hij nl. voorspeld dat over 10 jaar het gebouw wel te klein zou zijn. Het gebouw is neergezet op het mooiste plekje van Leunen, op de plaats waareens het gymlokaal was gepland. Het gebouw is zeker een architectonische aanwinst voor Leunen, zei hij voordat hij de buizenpost in werking stelde. Regio- direkteur Joosten stelde dat Harry Reintjes z.g. de basis had gelegd voor deze nieuwbouw, welke door de huidige direkteur de heer Rutten was uitgevoerd. Het traditionel geschenk dat de Rabobanken bij een gelegenheid als deze schenkt aan de gemeenschap, was aan wethouder Wim Claessens van openbare werken de opdracht te geven, de parkeerplaats bij de Rabobank te reconstrueren en 65 gemarkeerde parkeerplaatsen aan te leggen. Die parkeerplaatsen zullen dan niet alleen aan de bezoekers van de RABOBANK ten goede komen maar ook de bezoekers van het gemeenschapshuis en de kerk. Vooral bij huwelijksmissen en begrafenissen is het moeilijk daar parkeerplaatsen te vinden. En natuurlijk was wethouder Claessens blij met dat geschenk, waardoor hij weer een zorg minder had waar het de parkeerproblematiek betreft. PEEL EN maas VAK O leeftijd werden de drie zoons Peter, Jan en Hendrik met de schapenhandel vertrouwd gemaakt. Peter, geboren op 24 april 1846 werkte eerst als schaapherder in Gelderland en de Duitse grensstreek, voordat hij op 8 september 1869 met een kudde naar de Belgische plaats Warcoing ging. (In deze plaats herinneren nog tal van Venrayse namen aan de schapen- handel van weleer). Toen vader Martin Camps in 1862 op 46-jarige leeftijd stierf, werden de drie zoons Peter, Jan en Hendrik en hun zusjes Gertrudis en Joanna minderjarige wezen. Oom Hendricus Poels van het Brukske werd voogd over de kinderen Camps. Vandaar, dat later de twee broers Peter en Martin door zijn bemiddeling tot de Grote Compagnie zijn toegelaten. Broer Jan vestigde zich in 1870 in Warcoing en broer Hendrik was niet opgewassen tegen het zware herders bestaan en stierf op 22-jarige leeftijd. Na veel omzwervingen, vooral door de schapenhandelcentra in Saksen en Thiiringen, nam Peter de openge vallen plaats van zijn overleden vader in 1870 over. Hij trouwde op 7 februari 1882 te Sittard met Johanna Josephina Delhougne, 'n bankiersdochter en het paar vestigde zich op 1 maart van dat jaar in Hildesheim. Vanuit deze handelspost onderhield hij de con tacten met de vele relaties in Denemarken, Polen en Bohemen. Door zijn vakmansschap was hij in staat de compagnie jaarlijks vele duizenden schapen te leveren. Op 1 februari 1883 kreeg zijn vrouw in Sittard een tweeling, Martin en Theo en op 10 juli 1884 verliet de familie Camps Hildesheim om zich weer in Venray te vestigen. Zij gingen wonen in de Grotestraat in het pand waar thans de Hema is (vroeger Pijls). In vorige afleveringen over be langrijke personen, die hun laatste rustplaats hebben gevonden in vak O van de Algemene begraafplaats Boschhuizen, hebben we aandacht besteed aan Cornelis Raedts, Louis Raedts en Hendrik en Martin Wismans, nadat wij al eerder de familie Poels hadden beschreven. Al deze namen zijn onverbrekelijk verbonden aan de roemruchte Ven rayse Schaapscompagnieën, welke vanaf de Franse tijd tot het begin van de vijftiger jaren in deze eeuw de naam van Venray tot ver over de landsgrenzen bekendheid hebben ge geven. 'Men kan zich heden ten dage nauwelijks meer een voorstelling maken van de omstandigheden., waaronder de opkopers van de Venrayse compagnieën in die tijd handel moesten drijven. Zij zaten vaak dagen- en zelfs wekenlang in weinig comfortabele treinen met weinig méér bagage dan een slaapzak, die zij in zittende houding konden gebruiken. Het was eigenlijk een flinke omslagdeken, voorzien van gewatteerde zakken, waarin handen en voeten werden beschermd tegen de kou. Deze reizen vergden een intensieve voorbereiding, zoals kan worden afgeleid uit de grote hoeveelheid atlassen, tabellen en adresboeken, die in de nalatenschap van Louis Raedts zijn gevonden" aldus schrijven Jan Derix en Sjef Verlinden in hun tweedelige geschiedbeschrijving van de Venraysche Schaapscompagnieën "die al wil koopen wat hij ziet..." PETER CAMPS (1846-1916) In 1870, toen de Venrayse schapenhandel naar een hoogtepunt groeide, deed Peter Camps, tegen een vergoeding van één franc per dag, zijn intrede in de Grote Compagnie. Hij is de vierde en tevens de laatste belangrijke telg uit een familie van schapenhandelaren, wiens graf op Vak O herinnert aan deze grootse periode uit de geschiedenis van Venray. Hij was een zoon van Martin Camps (1816-1862) en Maria Herm- kens, die in Landweert een boerderij hadden met een kudde van vijfen vijftig schapen. Al op zeer jeugdige Deze zoon ging later ook in de schapenhandel. Na eerst enige tijd in Engeland te hebben gewoond, ves tigde hij zich in Argentinië. Na het einde van de eerste wereldoorlog keerde hij voorgoed in Nederland terug. In 1951 hebben de laatste overge blevenen uit de tijd, dat de Grote Compagnie nog functioneerde, een laatste bijeenkomst gehouden in Hotel "De Zwaan", waarmee een periode van bijna anderhalve eeuw Venrayse handelsgeest werd afgesloten. Behalve de graven van de in drie afleveringen van "Vak O en zijn geschiedenis" beschreven grote schapenhandelaren en de namen van hun familieleden op andere graf zerken, zijn er ook nog andere tastbare herinneringen aan die be langrijke tijd in Venray's geschiede nis. Het Maria-altaar in de kerk van Oostrum kreeg in 1913 van de Grote Compagnie een troon; in 1864 schonk de Grote Compagnie zes kandelaars aan de Sint Petrus Bandenkerk en in 1954 werden de koorbanken in deze kerk aangeschaft van het onverdeelde banksaldo van de drie jaar eerder ontbonden Grote Compagnie. Met een verschil van 5 dagen zal de parochiegemeenschap van Ysselsteyn zich opmaken voor de viering van twee gouden huwelijksfeesten. VRIJDAG 29 APRIL is de grote dag voor het bruidspaar THEI VAN DE PAS (83) en CUSTERS NELLA (79) aan de Immenhof 8. Als wij alles wat deze gouden bruidegom voor de gemeenschap heeft gedaan zouden moesten vermelden, dan zou de krant te klein zijn. Gelukkig heeft de Carnavalsvereniging "De Pielreuzen" dat gedaan en hem enkele jaren geleden de Reuzekluit uitgereikt als dank en erkenning voor wat hij voor de gemeenschap heeft gedaan. DE GOUDEN BRUIDEGOM THEI VAN DE PAS, geboren en getogen in Meerlo als zoon van een landbouwer, bleef totdat hij trouwde op de ouderlijke boerderij werken. Na zijn huwelijk werd een boerderij gepacht in Meerlo. Hij werkte daar 9 jaar totdat hij in 1947 een boerderij kon kopen aan de Rouwkuilenweg. Er was durf voor nodig om nog 8 ha bij te pachten en een regeninstallatie aan te leggen. Om te beginnen met aardbeien- en aspergeteelt. Op 65 jarige leeftijd hield hij het voor gezien en liet de boerderij over aan zijn zoon. Aan de Ysselsteynseweg werd een andere woning betrokken totdat de bejaardenwoning aan de Immenhof gereed kwam. Sinds die tijd genieten beiden van hun welverdiende levens avond. DE GOUDEN BRUID CUSTERS NELLA geboren en getogen in het Noord Limburgse Well naar de Noord Oostpolder vertrokken dochter kwam met hun schoonzoon terug. Zij gingen in 1966 bij hun ouders wonen die daardoor een verzorgde levenavond kregen. DE DIAMANTEN BRUID Peter Camps bleef tot ongeveer 1905 de Oosteuropese inkoopgebieden bezoeken. Vooral de laatste jaren deed hij dit meer uit gewoonte en beleefdheid dan om het geldelijke gewin. Tijdens de schoolvakanties nam hij dan wel eens zijn oudste zoon Martin mee, die te Rolduc studeerde. moest al vroeg mee aanpakken, hetgeen later goed van pas kwam bij het steeds groeiende gezin, dat 10 kinderen telde. Ondanks dat er hard moest worden aangepakt, zag ze toch nog kans zich in te zetten voor de Ysselsteynse gemeenschap als be stuurslid van de Boerinnenbond. Toen ze aan de Immenhof gingen wonen nam ze met de andere bewoners van dit bejaardenhofje de versieringen van de kerk voor haar rekening. Met de 23 kleinkinderen en andere familie leden wordt er op 29 april begonnen in de parochiekerk waar om 14.00 uur een plechtige Eucharistieviering zal worden opgedragen. In zaal "Roe lanzia" wordt het feest voortgezet. Iedereen en dat zullen er velen zijn krijen op de receptie welke van 18.30-20.00 zal worden gehouden de gelegenheid het gouden bruidspaar te feliciteren. opgeknapt na een verblijf in het ziekenhuis, was vóór zijn 89ste jaar nog nooit ziek geweest. Hij is geboren en getogen op het Schoor als zoon van een landbouwer en dat betekende dat er aangepakt moest worden. Van die harde aanpak, gewoon in die dagen, heeft hij nooit spijt gehad en dat is hem later nog van pas gekomen. In 1928 werd er getrouwd en een bedrijf aan de Heide gepacht. Na daar 4 jaar te hebben geboerd kon hij het bedrijf in Veulen de stamplaats van zijn vrouw overnemen. Dat betekende wel dat dit bedrijf (20 hectare groot) nog verder moest worden uitgebouwd. In die crisisjaren was het geen gemakkelijke opdracht een gemengd bedrijf met wat koeien, varkens en kippen te runnen. Daarbij werd ook nog aan moeder een verzorgde levensavond geboden. Maar door mechanisatie kon er veel worden bereikt zeker toen de kinderen groter werden. Op 68 jarige leeftijd deed hij zijn bedrijf over aan een van zijn zoons en werd er gebouwd aan de Brugpas op een steenworp afstand van hun boerderij, welke bekend stond als de "PHILIPSENPLAATS". Hun Marie Philipsen (88) geboren en getogen op de ouderlijke boerderij in Veulen, is eigenlijk alleen maar tijdens de 4 jaar dat ze op hun boerderij op de Heide woonden, weggeweest uit Veulen. Ook zij wist van aanpakken en dat kwam haar goed van pas, want naast de zorg voor de 7 kinderen moest ze ook meehelpen op het bedrijf. Die 7 kinderen zullen met de 18 kleinkinderen het feest, waarop ze zich al verheugen, meemaken. Het zal echter gezien de gezondheidstoestand en de leeftijd van de echtlieden een echt familiefeest zijn, dat in zaal "'t Veule" zal worden gevierd. Er zal ook geen receptie worden gehouden. De diamanten bruid hoopt, dat ze nu van een invalidenwagen verstoken zal blijven. Net enkele dagen voordat ze 10 jaar geleden haar gasten ging uitnodigen voor het gouden huwe lijksfeest kwam ze ten val,waardoor ze haar gouden huwelijksfeest zittend in een invalidenwagen moest vieren. Vanuit de woning aan de Brugpas kijken beiden nog steeds uit naar het alledaagse leven van Veulen. Op zaterdag 23 april a.s. zal, in de ectoraatskerk van Antonius van Padua in Veulen, om 15.00 uur, rector Hoogers een plechtige Eucharistie viering opdragen voor het diamanten bruidspaar Piet Spreeuwenberg en Marie Philipsen. De diamanten feestelingen worden al 22 jaar met veel zorg en liefde verzorgd door hun dochter in de woning aan de Brugpas. DIAMANTEN BRUIDEGOM Piet Spreeuwenberg (93), pas

Peel en Maas | 1988 | | pagina 7