)e klompenmaker, een verdwenen beroep
HET DEKEN
BERDENFONDS
GEBR. MARTENS
-lannes loopt op klompen... Zirnpe, zampe, zompe
jKlompen
L van Run,
Orgaan van de *R. IC. 1 lationale Klompenma
BOUWMATERIALEN
WAND- EN VLOERTEGELS
AANBOUWKEUKENS - GEVELSTENEN
VENRAY, Bongefdstraat 5,
tel. 04780-85959
Geopend tot 17.30 uur
's Zaterdags van 9-13.00 uur.
Onlangs hebben wij bij de
beschrijving van de priester
graven op Vak O vermeld, dat
een (sluimerend) Deken Berden
fonds nog herinnert aan deze
pastoor/deken, die van 1935 tot
1954 herder was van de Petrus
Bandenparochie. Dit fonds zou
zijn opgericht voor de opleiding
van priesterstudenten, die in
relatie staan tot de stichter.
Inmiddels is ons gebleken, dat
het Deken Berdenfonds in 1955
op initiatief van de onlangs
overleden Deken A. Loonen
werd gesticht bij gelegenheid van
het gouden bestaansfeest van de
Coöperatieve Zuivelfabriek. Het
doel van dit fonds was onder
steuning van ouders, waarvan
zoons een hogere studie voor de
priesteropleiding volgden. In dit
geval werden bedoeld zonen van
de leden èn het personeel van de
zuivelfabriek.
HET ONTSTAAN
Bij gelegenheid van de viering
van het vijftigjarig bestaan van
de Coöperatieve Zuivelfabriek
deed Deken Loonen aan het
bestuur de suggestie bij wijze van
feestgeschenk een priesterstudie-
fonds in het leven te roepen. Op
een algemene ledenvergadering
werd dit plan nader door Deken
Loonen toegelicht, waarna allen
zich spontaan schaarden achter
het bestuursvoorstel. De leden
(veehouders) waren bereid een
bedrag van 25.000,- in dit
fonds te storten. Dit geld was
afkomstig uit de nabetaling naar
mate van de geleverde hoeveel
heid melk in het voorafgaande
jaar.
VERRUIMDE
DOELSTELLING
Door Deken Loonen werd de
naam van zijn voorganger.
Deken Willem Berden, aan het
fonds verbonden. In de loop der
jaren zijn verschillende ouders
van priesterstudenten financieel
door het Deken Berdenfonds
geholpen. Als gevolg van het
teruglopen van priesterroepingen
heeft men ongeveer twintig jaar
geleden de doelstellingen van het
fonds verruimd. Thans geldt het
Deken Berdenfonds ter onder
steuning van instanties, die
pastorale begeleiding in het
Dekenaat Venray verzorgen.
Tot voor kort werd het Deken
Berdenfonds beheerd door de
toenmalige directeur van de
zuivelfabriek (later DMV
Campina), de heer A.M.M.G. de
Kroon. Sinds de pensionering
van de heer Kroon is het beheer
ondergebracht bi> Verenigings
zaken van de Coöpieratieve
Zuivelvereniging Campina te
Veghel.
CUNIBERTUS SLOOTS
De op 5 april 1893 in Leiden
geboren pater Cunibertus Sloots was
vanaf 1949 godsdienstleraar aan het
Venrayse Gym IC. In latere jaren ook
van de Mulo aan de Charles
Ruysstraat. Hij was een groot kenner
van de bijbel, liturgie en catechismus.
Na zijn priesterwijding in 1918 was hij
archivaris van het Weerter klooster.
Als hoofdredacteur van "De Ge
schiedenis van de Provincie der
Minderbroeders in Nederland"
schreef hij diverse bijdragen. Hij was
lid van de Nederlandse Maatschappij
voor de letterkunde, het Tijmfonds en
van de Rijkscommissie voor het
Bibliotheekwezen.
Met pater Beda
Verbeek (niet in Venray begraven)
beschreef hij de geschiedenis van het
Venrayse Minderbroedersklooster
tussen 1647 en 1947. Van zijn hand
verschenen meerdere leerboeken voor
(M)Ulo-scholen. Bekend zijn "Het
Korte Kommentaar", dat met een
oplage van 10.000 exemplaren 23
drukken beleefde. Ook schreef hij het
leerboek Kernvragen. Hij overleed in
Venray op 22 januari 1960.
WOLFGANG SCHMITZ
Geboren op 9 december 1900 in
Rotterdam, studeerde pater Wolfgang
na zijn priesterwijding in 1927, aan de
Katholieke Universiteit van Nijmegen.
In 1936 promoveerde hij in letteren en
wijsbegeerte aan de Utrechtse Univer
siteit op het proefschrift "Het aandeel
van de Minderbroeders in onze
middeleeuwse literatuur".
Na enige tijd leraar in Venray te zijn
geweest, gaf hij les aan het
Franciscanencollege in Rotterdam. In
1946 werd hij weer leraar in Venray en
tevens kapelaan van de Sint Petrus
Bandenparochie onder Deken Berden.
Na nog enige tijd rector in Leiden en
pastoor in Den haag te zijn geweest,
werd hij vanaf 1958 de eerste rector
van de Paterskerk in Venray.
Behalve voor de liturgie, had pater
Wolfgang Schmitz grote belanstelling
voor de jeugd. Godsdienstige en
sociale organisaties werden door hem
uitgebouwd.
In 1959 was hij met de door hem uit
Den Haag gehaalde heer Wim Buys
oprichter van "De Zangertjes van Sint
Frans".
Op 29 maart 1962 stierf hij aan een
slopende ziekte in Venray.
ANNO GALEMA
Zoals zijn naam al doet
vermoeden, was pater Anno Galema
een Fries van geboorte,(1911). Na zijn
priesterwijding in 1938 was hij nog
een jaar in Venray om daarna naar
Haarlem te verhuizen voor het volgen
van de studie klassieke letteren aan de
Amsterdamse Universiteit.
Tijdens de hongerwinter werd hij
tijdens een voedseltocht naar zijn
geboorteprovincie op de Afsluitdijk
door de Duitsers opgepakt en tot aan
de bevrijding opgesloten in de
strafgevangenis van Leeuwarden.
Na het beëindigen van zijn studie in
1947 ging hij naar Sittard en in
september 1948 volgde zijn be
noeming tot leraar klassieke talen aan
het Gym IC en later aan het
Boschveldcollege. Ook gaf hij enkele
jaren les op "Jerusalem".
Pater Anno Galema stond bekend
als een goede didact en als iemand met
een groot gevoel voor humor. Hij
overleed in 1970.
PATER DRS EULOGIUS
SEELEN
De laatste pater, die wij in deze
serie willen belichten, is de op 27
augustus 1901 in Venlo geboren pater
Eulogius Seelen. Hij studeerde in
Rome kerkelijk recht en werd daarna
lector in Weert en gardiaan in
Maastricht.
Pater Seelen, die een neef was van
de laatste rector-Franciscaan van het
Boschveldcollege, pater dr. W.
Gussen, werd in 1955 gardiaan in
Venray, waar hij in mei 1958 overleed.
Uiteraard zijn wij ervan overtuigd
erg onvolledig te zijn bij de
beschrijving van de op Vak O
begraven Frasciscaanse Minder
broeders. Het zou ons té ver voeren,
nóg meer namen te noemen. Aan de
intentie van deze rubriek het in de
herinnering roepen van bekende
Venrayse bewoners, begraven in Vak
O is echter ook met deze tweede
aflevering over de Franciscaanse
minderbroeders, zeker voldaan.
EL EN MAAS
Donderdag 10 maart - Pagina 5
verkrijgbaar aan winkelprijzen.
Aanbevelend
Klomponmnkor, Langst rant, VENRAM
om vlug rijk te worden. Met hard
werken kon hij per dag gemiddeld 5
paar klompen fabriceren, hetgeen per
jaar (bij een zesdaagse werkweek)
neerkwam op een productie van
ongeveer 1500 paar. Neemt men dan
de verkoopprijzen in ogenschouw (een
paar lage mannenklompen bracht in
de dertiger jaren ongeveer 75 cent op,
vrouwenklompen 50 cent en kinder
klompen 40 cent) dan zal het duidelijk
zijn dat de klompenmaker de grootste
moeite had om de eindjes aan elkaar
te knopen.
Voordien in de periode
1880-1910 hadden de klompen
makerijen het ook al zwaar te
verduren gehad door de invoer van
goedkope klompen uit België.
Populier- en wilgehout
Klompen werden voor verreweg het
grootste deel gemaakt uit de Canadese
populier die door de klompenmaker in
de omgeving werd gekocht (voor een
25-jarige boom betaalde hij in de
dertiger jaren ongeveer vijf gulden) en
ook door hemzelf werden geveld en
gezaagd.
Maar er werden ook klompen uit
vvilgehout vervaardigd, hoofdzakelijk
voor arbeiders in "natte" bedrijven
zoals zuivelfabrieken en wasserijen,
wilgehout vervaardigd, hoofdzakelijk
trok minder water aan. Vanzelf
sprekend waren ze duurder dan die uit
populierenhout.
Tot 1930 maakte de klompenmaker
(tenminste in Venray) hoofdzakelijk
lage klompen maar vanaf die tijd
begon de hoge klomp flink terrein te
winnen. In Brabant was dit overigens
al eerder het geval.
Centra klompenfabricage
In bijna elk dorp kon men vroeger
enkele klompenmakers aantreffen,
maar er waren ook gebieden waar de
klompenmakerij zich geconcentreerd
had, zoals in de Meijerei (St.
Oedenrode (45 klompenmakers),
Boxtel, Liempde, Best, Schijndel), de
Achterhoek (Doetinchem, Winters
wijk (in 1910 dertig klompenmakers),
Enter in Overijssel en Zeeuw-
Vlaanderen. Gewoonlijk waren het
streken waar veel populieren
groeiden.
In de twintiger en dertiger jaren
ging men er steeds meer toe over
klompen machinaal te vervaardigen.
Momenteel bestaan er in ons land nog
slechts een dertigtal bedrijven die elk
ongeveer 40 paar klompen per uur
fabriceren. Verder zijn er nog enkele
bedrijven die uitsluitend souvenir
klompjes maken, die grotendeels
bestemd zijn voor de Verenigde
Staten, waar men nog altijd in de
mening verkeert dat de meeste
Langstraat bestond van 1904-1907,
toen hij naar Düsseldorf verhuisde;
Johannes Crielaars, geboren 1-11-
1865 te St. Oedenrode, gehuwd met
Johanna van Neerven uit Sambeek.
Tot aan zijn vertrek naar Venlo in
1919 heeft hij gewoond in de
Hoenderstraat en Leunen;
Wilhelmus
Verheijen, geboren 1-4-1874 te Venray
gehuwd met Catharina Vullings.
Klompenmakerij tot einde dertiger
jaren in Leunen;
Martin Arts
metselaar van beroep, maakte in de
winter klompen (Merselo).
Klompenmakersgeslacht Jeuken
Afzonderlijk willen we vermelden
het belangrijkste Venrayse klompen
makers geslacht dat gedurende 4
generaties van vader op zoon werd
voortgezet.
1834 Peter Jeuken, gehuwd met
Johanna Hermans; 1860-1890 Peter,
Johannes, Antoon, geboren 13-6-1834
gehuwd met Carolina Cuypers.
Klompenmakerij te Merselo. Daar
overleden op 15-1-1890; Wilhelmus
Hubertus, geboren 11-2-1879, gehuwd
met Petronella Wilte Maashees.
Overleden in 1954. Vóór 1900
woonachtig in Merselo, daarna (1902)
naar het Brukske m.u.v. de jaren
1927-1932, toen hij te Heide woonde.
Vanaf 1935 machinale klompenma
kerij.
Zijn klompenmakerij werd voort
gezet door vier zoons, waaronder:
Peter Antoon, geboren 18-8-1916.
Hij liet vanaf '58 de klompen naar
Venrays model in St. Oedenrode
maken. Heeft nog steeds klompen-
handel (Leunen); Peter Johannes,
geboren 11-4-1903. Begon in 1930 een
bedrijf in Overloon tot 1944.
Overleden in 1982.
Op de Boschhuizen woonde de
klompenmaker Antoon Jeuken ge
boren 30-6-1838 (broer van de
bovengenoemde Peter Johannes). Hij
was gehuwd met Johanna Groenen.
Hij stond wijd en zijd bekend om zijn
prachtig afgewerkte klompen, maar
dat was ook wel begrijpelijk, want
zijn dagproductie bedroeg slechts twee
paar klompen. Hij overleed op
10-4-1893.
uur, de tentoonstelling "oude am
bachten en hun gereedschappen" te
bezichtigen.
W.J.W. Willemsen.
DEMONSTRATIE EN FILM
KLOMPEN MAKEN
Zaterdagmiddag zal tijdens de
openstellinsuren van het museum
door de klompenmaker Jeuken
een demonstratie klompen maken als
worden gegeven. Omdat nog maar
zeer weinig mensen het klompen
maken als handwerk uitoefenen, kan
hier worden gesproken van een
zeldzame demonstratie. Zondagmid
dag wordt tussen twee en vijf uur in
het museum een videofilm over het
maken van klompen vertoond.
K O
ZIJN RIJKE GESCHIEDENIS
iinds het einde-van de Tachtigjarige
rlog in 1648 dus vanaf de
:hting van het Minderbroeders-
loster in Venray werden de
irleden Franciscanen begraven op
kerkhof rond het klooster aan de
linseweg.
(Toen in 1967 het klooster werd
floten, werden de stoffelijke resten
n het kloosterkerkhof overgebracht
ar een verzamelgraf rond de Grote
rk. Vandaar dan ook de tekst op
i van de drie stenen: En 207 andere
nderbroeders, die sinds 1648 in
nray leefden en stierven rusten hier
rrede.
In het begin van de zeventiger jaren
rd het kerkhof rond de Petrus
ndenkerk geruimd, mede in ver-
id met de plannen tot aanleg van de
Noordtangent, de binnenring
idom Venray's Centrum. Vrijwel
graven werden overgebracht naar
nieuwe Algemene Begraafplaats
schhuizen, waar voor de oude
iven het z.g. Vak O werd ingericht.
Na het overbrengen van het
zamelgraf van de Franciscanen
rden tot 1980 hier ook de overleden
tnciscanen bijgezet. Pater Guustaaf
ïmerlaan (1884-1980), die meer dan
ntig jaar rector van Sint Servatius
Is, is de laatste, die in het
[zamelgraf werd begraven. Over-
len Franciscanen worden nu nog in
Ik O begraven in een rij naast het
[zamelgraf.
In deze aflevering willen we nog een
ptal namen van bekende Venrayse
knciscanen in de herinnering
rugroepen.
BENTIVOLTIUS HAENRAETS
Van deze pater Franciscaan
pten we, dat hij op 12 december 1874
Venray werd geboren als zoon van
I bekende "kruidenier" Haenraets
1 de Grotestraat. Hij was pastoor in
Gorkum en werd in 1956 in Venray
begraven.
LUDGERUS ZEINSTRA
Bijna veertig jaar van de
vijfenveertig, die hij in Venray heeft
gewoond, gaf pater Ludgerus les in de
klassieke talen aan het Gym IC
waarvan hij zelf een van de eerste
eindexcamenkandidaten was. Hij had
een grote voorliefde voor het latijn, in
welke taal hij boeiend kon lesgeven.
De naam van deze op 4 november
1885 in Harlingen geboren priester
leraar, is overbrekelijk aan het
Venrayse gymnasium verbonden. Hij
overleed in Venray op 2 oktober 1962.
SILVESTER COENEN
öok de naam van dr. Silvester
Coenen is nauw verbonden aan
Venray. Met grote nauwgezetheid en
toewijding doceerde hij wijsbegeerte
aan de fraters. Hij heeft zich
bijzonder verdienstelijk gemaakt bij
het opstellen en doorvoeren van het
nieuwe programma, waardoor aan de
geschiedenis van de filosofie veel meer
aandacht zou worden besteed dan
voorheen het geval was. Pater
Silvester was van 1928-1943 lector in
Venray en lange tijd directeur van de
Derde Orde. Toen hij op 4 juli 1943 in
Heerlen stierf, was-hij 52 jaar.
AGNUS AMBROSIUS
Van deze pater is slechts
bekend, dat hij op 22 september 1895
in Venray werd geboren en priester
werd gewijd op 6 maart 1921. Hij was
gardiaan van de Minderbroeders-
kloosters in Weert en Drachten. Hij
stierf op 15 april 1961.
ding is geweest, vooral bij de
plattelandsbevolking.
Kleine bedrijven, kleine winst
De economische betekenis van de
klompenmakerij, geworteld in agra
rische omstandigheden, is altijd gering
geweest.
Het beroep van klompenmaker
in 1819 telde men er 648 en in 1942
ongeveer 1200 is nooit erg
winstgevend geweest.
Het waren meestal eenmansbe
drijfjes, maar het kwam ook nogal
eens voor dat een of meer zonen hun
vader behulpzaam waren. Verder
hield men er vaak een klein
landbouwbedrijf op na en soms kwam
het ook voor dat metselaars als ze in
de winter niet konden werken, de kost
probeerden te verdienen als klom
penmaker. De meeste klompenmakers
hadden een vaste klantenkring, ze
leverden op bestelling. Maar toen eind
twintiger jaren de mechanisatie haar
intrede begon te doen waren er echter
ook klompenmakers die naar de in de
omgeving gehouden weekmarkten
trokken of gingen venten in de
omliggende boerendorpen. Ook le
verde men aan winkeliers die op hun
beurt het "houten schoeisel" weer aan
de man of vrouw probeerden te
slijten.
In Venray waren klompen o.a.
te koop bij de volgende winkels:
Hanraets (Grotestraat), Pouwels
(Hofstraat), Arts (Overloonseweg) en
Jacobs (Langstraat).
Zoals reeds is opgemerkt, was de
klompenmakerij alles behalve een vak
Nederlanders zich op "wooden
shoes" voortbewegen.
Venrayse klompenmakers
Ook in Venray zijn in de loop der
tijden veel klompenmakers werkzaam
geweest. Dat blijkt allereerst uit het
overlijdensregister van de St. Petrus
Banden parochie^ over de periode
1663-1713, waarin in 1677 wordt
genoemd Hendersken de klompe-
maecker en in 1713 Jan de
klompemaecker.
Vanaf 1812 werden in de gemeente
lijke administratie de volgende
klompenmakers genoteerd:
1812 Henri Groenen, 58 jaar, gehuwd
met Marie Kersten; 1826 Gerard
Steeghs, geboren 28-2-1788 te Horst
(woonachtig in het dorp);
1836
Antoon Goemans, 63 jaar, geboren te
Horst, gehuwd met Johanna Reijn-
ders, gevestigd te Oostrum;
Wilhel
mus Goemans, 32 jaar, gehuwd met
Anna Maria Thielen, gevestigd op de
Langstraat;
1850 Cornells v. den
Heuvel, geboren 9-5-1821 te Oirschot,
gehuwd met Alida Glaudemans. v.d.
Heuvel was eerst klompenmaker,
maar had later tot zijn overlijden
op 5-3-194 een winkel in de
Grotestraat;
Allard Zeuren, geboren
1-7-1806 te Horst, gehuwd met
Hendrina Daniels, klompenmakerij in
de Hoenderstraat. Zeuren overleed op
4-8-1852;
Péter Verstegen, geboren
10-2-1824 te Venray, gehuwd met
Maria Smits uit Deurne, eerst
klompenmaker, maar later houtzager
(Hoenderstraat);
Martin Loonen,
geboren 26-6-1799 te Venray, gehuwd
•met An Thielen, deze klompenmaker
te Veltum is overleden op 28-4-1897;
Gerard Vollenberg, geboren 12-4-1832
gehuwd met Petronella Rongen. Deze
klompenmaker op het Brukske,
overleed op 1-1-1868;
Martin Goe
mans, geboren 12-4-1832, gehuwd met
Johanna Peelen uit Wansseum,
overleed te Oostrum waar hij
klompenmaker was, op 25-7-1864;
1900-1935 Laurens van Run, geboren
4-3-1867 te Ammerzoden, eehuwd
met Johanna v.d. Pas uit Lage
Zwaluwe. Zijn klompemakerij op de
Op 19 december 1962,
toen het klompenmakersvak als
ambacht al ter ziele was, verscheen het
laatste nummer van het blad "de
Klompenmaker". Zeven en vijftig
jaar lang had het de klompenmakers
op de hoogte gehouden van het wel,
maar nog meer het wee in hun
bedrijfstak.
In dat laatste nummer viel te lezen:
"Een klompenmaker is een goed
mens. Hij kent de hardheid van het
leven en daarom juist leefde hij
misschien meer en beter, d.w.z.
gelukkiger dan vele anderen die in
betere welstand verkeerden".
Tot besluit een goede raad! Wilt u
het klompenmaken "oudé stijl" nog
eens zien uitgebeeld, breng dan eens
een bezoek aan het museum. *"t
Freulekeshuus" aan de Eindstraat, tot
en met 17 april a.s. is daar elke
woensdag en zaterdag van 14.00 tot
17.00 uur en bovendien nog op de
zondagen 13 en 27 maart en 10 en 1*7
april eveneens van 14.00 tot 17.00
"Oude ambachten en hun gereed-
appen" is de titel van een
itoonstelling die nog tot en met 17
ril a.s. te zien is in het
ïeulekeshuus" aan de Eindstraat.
Daarbij wordt ook veel aandacht
jsteed aan het verdwenen beroep van
jmpenmaker.
Hoewel ook in de ons omringende
éden klompen werden vervaardigd,
s de klompenmaker toch een
tcifiek Nederlands beroep. Dat was
t zo verwonderlijk, want ons lage
idje aan de zee, met veel mist, regen
modder, leende zich bij uitstek
jor het dragen van klompen.
Wanneer de klomp, in de vorm
als wij die nu nog kennen, is
litgevonden", is onbekend, maar
[emeen wordt aangenomen dat het
de loop der vijftiende eeuw is
ieiird.
De eerste afbeeldingen van klompen
ffen we echter pas aan op de
rken van de 16e eeuwse schilders
eter Breughel de Oude en Pieter
rtsen. Interessant zijn verder enkele
ichten uit de 17e eeuw.
Over het Amsterdamse klompen-
ikersgilde werd in 1610 gemeld dat
"arm ende van cleyne middelen
s" en in 1642 vertelde de pastoor
n het Zuid-Limburgs Beek, dat
nneer hij tijdens de dienst een
paald gebed vergat, hij hierop
ent werd gemaakt door het
impgestamp van de kerkbezoekers,
ststaat dat in de 18e en de 19e eeuw
klomp een populair en zeer
breid onderdeel van de volkskle-
57e Jaargang
19 dec. 1962
No. 23