De kuiper liet zijn werk niet
in duigen vallen
Jacq. v. d. Tillaart
ZIJN RIJKE GESCHIEDENIS
HANS KOK
VENLO b.v.
KUIPERIJ
Specialiteit in Botervaatjes.
Donderdag 25 februari - Pagina
VAK O
In een hoek van Vak O op de
I Algemene Begraafplaats Bosch
huizen, tegen de bosrand en ver
scholen in een heidetuin, ligt een
stukje "Venrayse kerkgeschiedenis".
De grafzerken herinneren aan een
aantal zeer eerwaarde heren, die in
vroeger jaren pastoor of pastoor-
deken de Grote Kerk van Venray zijn
geweest.
Nadere beschouwing leert evenwel,
dat niet alle Venrayse parochieherders
van weleer in Vak O hun laatste
rustplaats hebben gevonden. Er zijn
Venrayse pastoors, die elders zijn
begraven, zoals b.v. de geleerde
pastoor Maria Pascal Schmeits, die
van 1902 tot 1919 pastoor was van de
St. Petrus Bandenkerk. Bij het
overbrengen van de graven van het
kerkhof rondom de Grote Kerk naar
Boschhuizen, in het begin van de
zeventiger jaren, werd de gedenkzuil
van zijn graf, met zijn lijfspreuk
"Kinderkens bemindt elkander"
geplaatst op het pleintje vóór de kerk.
Ook zal men vergeefs zoeken naar
het graf van pastoor-deken P. Jacob
Thielen, die op 20-12-1871 in Horst
werd geboren en in 1927 pastoor werd
van de Grote Kerk. Hij werd in 1932
de eerste Deken van Venray. Drie jaar
later werd hij overgeplaatst naar
Horst, waar hij overleed en begraven
werd.
In Venray blijft zijn naam
voortleven in de naar hem genoemde
Deken Thielenstraat.
Over straatnamen gesprokenOp
de namen na van pastoor Gijsbert van
der Gaet (bouwer van de Grote Kerk
ca 1410-1490); Deken P. Jacob
Thielen (eerste deken van Venray) en
Deken Berden, herinnert in Venray
geen enkele straatnaam verder aan een
van de zieleherders van de Grote
Kerk.
Tussen de priestergraven op Vak O
staat een grafsteen met de naam van
Bid voor de ziel van zaliger
hen Zeer Eerwaarpen Heer
HENRICUS WILHELMUS HUBERTUSVAN IIAEFF
Pastoor to-Venraai,
De Overledene werd giiboron te Meerlo
j Professor aan liet (Jollegie te Weert
Priester gewijd te Luik
Kapelaan te Weert
j Pastoor te Schinveld
I Pastoor te Kessel
Pastoor te Venraai
Aldaar, gesterkt met de H. H. Sacramenten
5 Febr. 1815.
10 Oktob. 1837.
10 Maart 1838.
18 Maart 1841.
30 Dec. 1854.
1* April 1857.
4 April 1862.
der stervenden, overleden
18 Dec. 1884.
Jesn», *t Marin, "f Joseph,
Bid voor de ziel va.ni zaliger
DEN ZEER EERW. HEER
HUBERTUS WILLEM RILLEN,
IP-A-STOOR. TJB VEISTE-A.Y-
De overledene werd geboren te BLERICK., 28 Oct. 1837,
Priester gewijd te Roermond. 21 Maart 1863,
Benoemd tot professor aan 't Bisschoppelijk
Collegie te Roermond 1863,
Beuoemd tot pastoor te. Susieren 1885,
Benoemd tot pastoor te Venray 1893.
Voorzien van de H. H. Sacramenten, aldaar
overleden 8 Nov. 1902.
pastoor Martin Ratten, die op 7
december 1919 van Limbricht naar
Venray werd overgeplaatst om hier
pastoor Pascal Schmeits op te volgen.
Op 31 december 1920 stierf hij aan een
kwaadaardige longontsteking. Deze
sociaal bewogen priester werd alge
meen beschouwd als "de vader van de
armen en wezen".
Ondanks het feit, dat hij slechts één
jaar in Venray heeft mogen werken,
heeft hij zich laten kennen als een heel
bijzonder mens. Bij zijn begrafenis
sprak burgemeester Oscar v.d. Loo
over "een stille heilige" en lange tijd
hebben brandende kaarsjes en
bloemen zijn grafkelder gesierd.
Er werden vergaderingen gehouden,
waarin besloten werd een Pastoor
Ruttenfonds te stichten.
De gemeenteraad werd verzocht een
straat of plein naar hem te noemen.
Deze Pastoor Ruttenstraat is er
gekomenmaar bij de aanleg van
de z.g. binnenring om Venray-cen-
trum een tiental jaren geleden, weer
verdwenen. Opgeslokt door de
Langeweg
Het oudste pastoorsgraf is van
Henricus Wilhelmus Hubertus van
Haeff, die op 5 februari 1815 in
Meerlo werd geboren en van 4 april
tot 18 december 1884 pastoor te
Venray was. Van hem is bekend, dat
hij een grote belangstelling had voor
de historie van Venray.
Interessant is te weten, dat hij in
december 1867 de beeldengroep van
de Zeven Weeën van Maria liet
aanbrengen in de kerkhofmuur rond
de Grote Kerk, door de kunstenaars
Lenaarts en Houtermans uit Roer
mond. Vorig jaar kwam deze
beeldengroep weer in het nieuws in
verband met de restauratie van twee
overgebleven "kapelletjes".
Het tweede pastoorsgraf is van
Hubertus Willem Hillen, die van 1893
tot 1902 pastoor in Venray was. Hij
werd op 28 oktober 1837 in Blerick
geboren. Van 1885 tot 1893 heeft hij
als pastoor van Susteren de monu
mentale kerk aldaar in haar oor
spronkelijke schoonheid hersteld en
volgens de tekst op zijn bidprentje
heeft hij aan "de inwendige versiering
van Venray's grootschen tempel" veel
gedaan. "Hij reikte den arme
meedoogend de hand".
Na een langdurige ziekte stierf hij
op 8 november 1902.
Hij werd opgevolgd door de reeds
eerder genoemde geleerde pastoor
Pascal Schmeits.
Henricus Jacobus Hubertus Greij-
mans, geboren op 26 april 1869 te
Nederweert, was van 1917 tot 1927
pastoor in Venray. Op 2 april 1927
kwam hij plotseling te overlijden, toen
hij op bezoek was bij de pastoor van
Oirlo.
Pastoor Greijmans heeft een
belangrijke rol gespeeld in de eerste
jaren van de parochie van de H. Oda
in Ysselsteyn. Hij was het, die inzag,
dat er in dit nieuwe Peeldorp een
kerk met een vaste priester behoorde
te komen, omdat de schoollokalen het
grote aantal kerkgangers niet meer
konden herbergen. Op zijn initiatief
werd Ysselsteyn een rectoraat met
Jacobus van Montfort als eerste
rector.
JEZUS f MARIA f JOSEPH
In dc godvruchtige gebeden der geloovigen en
het H. Misoffer der priesters wordt aanbevolen
de ziel van zaliger
den ZeerEerwaarden Heer
Henricus Hubertus
Jacobus Greymans,
geboren te NEDERWEERT 26 April 1860
Priester gewijd te Roermond 10 Maart 1894
Kapelaan te Meyel 15 Sept. 1894
Kapelaan te Gennep 31 Maart 1899
Pastoor te Stramproy 21 Sept. 1917
Pastoor te Venray 2 April 1925
voorzien van de H. H. Sacramenten overleden
te VENRAY 2 Mei 1927.
De bekendste en wellicht voor
Venray belangrijkste priester, die in
Vak O begraven ligt, is ongetwijfeld
pastoor-deken Willem Berden. Ge
boren op 29 oktober 1879 in
Hout-Blerick, was hij achtereen
volgens kapelaan in Meerlo, Grub-
benvorst en Sevenum, rector in
Oostrum en pastoor in Ulestraten. Op
1 oktober 1935 werd hij benoemd tot
pastoor-deken te Venray. Hij bleef dit
tot aan zijn emeritaat in 1954, waarna
hij in Leunen ging wonen. Daar stierf
hij op 24 februari 1961
Deken Berden stond bekend als een
fel tegenstander van het nationaal-
socialisme hetgeen duidelijk bleek uit
zijn preken en geschriften. In Peel en
Maas van 1936 plaatste hij op de
voorpagina in grote letters een
ernstige waarschuwing aan alle
katholieken "ver te blijven van een
vergadering om dat veroordeelde
stelsel "Nationaal Socialistische
Beweging" ook hier te verbreiden.
Katholiek zijn en NSBer tegelijk, is
onmogelijk." Hij stond bekend
als een zeer moedig man, die in zijn
pastorie Joodse onderduikers ver
borg. Later verborg hij deze onder
duikers in de Lourdesgrot op het
terrein van "Jerusalem". Hij werd
voor zijn moed beloond met het
Officierschap in de Orde van Oranje
Nassau.
Deken Berden was mede-oprichter
van de ULO-school. Dat de verwoeste
Grote Kerk weer is opgebouwd en
niet afgebroken, zoals sommigen
wilden is voor een zeer groot deel
aan hem te danken.
In mei 1945 vierde hij zijn 40-jarig
priesterfeest. Een gehele uitgave van
het inmiddels niet meer illegale blad
"De Zwijger" werd toen aan hem
gewijd. Bij gelegenheid van zijn
jubileum werd op 21 mei 1945 op de
ruïnes van het klooster Jerusalem het
gemeenschapsspel "De Mensch
Hioob" van pater Jac Schreurs MSC
onder regie van Pater Briels O.F.M.
opgevoerd.
Aan hem herinnert overigens nog
een (sluimerend) Deken Berdenfonds,
dat werd opgericht voor de opleiding
van priesterstudenten die in relatie
staan tot de stichter.
Tussen de priestergraven op Vak o
bevindt zich ook het graf van
kapelaan Willem Olieslagers. Hij
werd op 1 maart 1910 in Roermond
geboren en woonde gedurende de
oorlogsjaren in de kapelanie, Grote
Markt 3. Tijdens een bezoek aan een
gewonde, aan de Smakterweg, bij het
Nieuwhuis, werd hij samen met de
Rode Kruisverpleegster Maria Bloem
op 23 oktober 1944 gedood, toen het
huis door granaatvuur werd ge
troffen.
Niet onvermeld mag blijven het graf
van pastoor W. Geerits. Geboren 24
december 1916 en overleden 5 juni
1982. Als kapelaan aan de Petrus
Banden werd hij bouw-pastoor van de
Vredeskerk. Dat is zijn levenswerk
geworden, waarvan hij te vroeg
afscheid heeft moeten nemen.
Een ander priestergraf vermeldt de
naam van Antonius van Valkenburg.
Deze in 1822 in Gemert geboren
priester was geen pastoor van Venray,
maar wel van Arcen. Na zijn dood op
7 december 1902 werd hij in Venray
begraven, waar hij familie had wonen.
DEKEN THIELENSTRAAT
MET OF ZONDER"H"
Tijdens ons onderzoek naar
degenen, die op VAK O op dc
Algemene Begraafplaats Bosch
huizen hun laatste rustplaats
hebben gevonden, kwamen wij
terecht bij een aantal vroegere
pastoors c.q. pastoor-dekens van
de Grote Kerk. Momenteel zijn
in Venray drie straten vernoemd
naar oud-pastoors of dekens: dc
Pastoor v.d. Gaetstraat, dc
Deken Berdenstraat en de Deken
Thielenstraat. Tot 1978 was er
nog de Pastoor Ruttenstraat,
welke echter is verdwenen, toen
in het kader van deaanlegvan dc
binnenring rond Venray-ccntrum
hieraan de naam Kennedystraat
werd gegeven. Oudere Venrayers
deelden ons mede, dat de naam
van Deken Thielen, die in 1927
tot pastoor in Venray werd
benoemd en bij het instellen van
het Dekenaat Venray in 1932 de
eerste Deken van Venray werd,
zonder "h" moest worden
geschreven. Op 2 december 1935
werd Deken Thielen overge
plaatst naar Horst, waar hij was
geboren en waar hij ook is
gestorven en begraven. Zowel uit
zijn geboorte als uit zijn
overlijdensakte blijkt, dat de
"h" wel degelijk in zijn naam
voorkomt. Zijn naam staat dus
correct op zijn straatnaam
bordje. En zo blijkt een
onderzoek op VAK O toch ook
nog nuttig te zijn om een
misverstand uit de weg te
Off. dealer:
U belt:
077 - 543254
Burg. Bloemartstraat 30
1 Tot en met 17 april a.s. is in het
i Geschied- en Oudheidkundig Museum
I '"t Freulekeshuus" de tentoonstelling
I "Oude ambachten en hun gereed-
I schappen" te bezichtigen. Deze
j tentoonstelling belicht een drietal
1 ambachten die niet meer bestaan of
nog slechts zeer sporadisch beoefend
worden, namelijk dat van de kuiper,
de klompenmaker en de schrijnwer
ker. Het zijn er drie uit een hele reeks
van handwerkberoepen die opge-
houden hebben te bestaan: de wever,
de slotenmaker, de brouwer, de
houtzager, de radmaker, de haamma-
ker, de tinnegieter, de touwslager, de
j blauwverver, enz. In het begin van
j deze eeuw waren al deze beroepen nog
j in bijna elke plaats aan te treffen. De
snelle technische ontwikkeling die
j onze maatschappij sindsdien heeft
f doorgemaakt, heeft echter al deze
beroepen tot "verdwenen beroepen"
j gemaakt. Dit heeft er toe geleid dat
I de sfeer, het leefpatroon en in veel
i gevallen ook het aanzien van de
meeste dorpen grondig is gewijzigd
en helaas vaak niet ten goede. Aan een
van de verdwenen beroepen (de
kuiper) willen hier enige aandacht
I schenken.
De kuiper en zijn klanten
Overal waren er vroeger veel tonnen
en kuipen nodig. De bierbrouwers
j waren in het begin van deze eeuw
goede afnemers, ook in Venray waar
in 1906 nog vijf brouwerijen het
Venrayse bier produceerden: de Roos
(Rutten), de Gouden Leeuw (Janssen)
de Keyser (Janssen), het Hert (Camps)
en de kloosterbrouwerij van de paters
Minderbroeders. Ook de botermarkt
Jacq van den Tillaart anno 1924
Hofstraat (nu Laurensse). Links
achter de vaten: Warenhuis Pouwels.
(op de wagen staand: J.v.d. Tillaart).
en de opkomst van de zuivelfabrieken
(in het begin nog handkrachtfabriek-
jes (centrifuges) brachten veel klandi
zie voor de kuipers. Maar ook de
inventaris van een boerderij was niet
compleet zonder karnton, melktobbe,
spekkuip, voerton, gierton, korenvat
en enkele houten melkemmers. Ook in
de particuliere huishouding kon men
neit zonder kuipen, zoals voor het
bewaren van vlees en zuurkool
(kappus). Maar evenmin zonder een
wastobbe en een regenton-. Verder
maakte de kuiper ook houten
bedkruikjes die in de winterdag, in de
onverwarmde slaapvertrekken, veel
genoegen boden. Het beroep van
kuiper, waarvoor veel deskundigheid
en accuratesse was vereist, heeft altijd
veel aanzien genoten. Hij was de man
dje ervoor zorgde dat vele vaste, maar
ook vloeibare stoffen, bijvoorbeeld
bier en olie, konden worden opge
slagen en vervoerd in warmte of
koude, in droge of vochtige dagen.
Gereedschap
Het gereedschap van de kuiper was
eenvoudig, maar wel zeer veelzijdig.
Om er enige te noemen: de dissel, de
strijkbank, het kloofmes, de afsteker,
het holmes, het kuipmes en de
kuiphamer (op de genoemde tentoon
stelling zijn ze allemaal te bezichtigen)
Bij zijn werkruimte had de kuiper
meestal een stuk grond liggen (de
werf) waar hij een voorraad hout had
opgeslagen (meest eiken maar ook wel
grenen). Eikenhout was in het begin
van de eeuw nog relatief goedkoop
(10 a 12 gulden per m3). Voor het
hout bruikbaar was voor de kuiperij
moest het minimaal één jaar
opgeslagen zijn. Daarna werd het in
blokken gezaagd en uit die blokken
werden één voor één de duigen
gekloofd in verschillende dikten,
Stationsweg
VENRAY
Telef. 88
naargelang het vaatwerk waarvoor ze
bestemd waren (de kuiper leverde
hoofdzakelijk op bestelling). Nadat de
duigen aan de buitenkant waren
ontdaan van eventuele "spint"
werden ze kruislings in stapels
opgetast waarna ze nog minstens één
jaar moesten blijven liggen om droog
genoeg te worden voor de verwerking.
Daarna werden ze gekookt om
vervolgens nog weer enkele maanden
te worden opgeslagen om te drogen.
Hoe de kuiper dan daarna uit de
duigen, de bodem eji de houten
(vanaf het eind 'van de vorige eeuw
geleidelijke aart vervangen door
ijzeren hoepels, jmet veel vakman
schap zijn pradukt vervaardigde
(bijvoorbeeld een bierton, die niet
kromp en niet lekte) is op de
tentoonstelling aanschouwelijk ge
maakt door middel van tekeningen.
Venrayse kuipers
Door de eeuwen heen zijn er in
Venray steeds kuipers bedrijvig
geweest. Zo blijkt uit een inwonerslijst
van Venray uit 1668 dat er toen twee
kuipers werkzaam waren, namelijk
Mr. Peeter den Cuijper en Jan den
Cuijper. Vanaf 1794 werden in de
gemeentelijke administratie de namen
en personalia van de volgende kuipers
aangetroffen:
Peter van den Borgh, geb. 30 mei
1764, gehuwd met Maria, Catharina
Driessen (als kuiper vermeld in 1794,
1812, 1821, 1826 en 1836).
Jean van den Zanden, gehuwd met
Anna, Maria Jochems. (vermeld in
1812 en 1816)
Peter Vermeulen (vermeld in 1794)
Paul Houba, geb. 6 mei 1779 te
Tegelen (vermeld in 1821, 1826 en
1836)
Frans Vermeulen, geboren 6 mei
1779, waarschijnlijk een zoon van de
bovengenoemde Peter Vermeulen,
(vermeld in 1826)
Gerard Roeffs, geboren 16 juni
1810 te Bergen L, gehuwd met Regina
Grutters uit Oeffelt. Voor hij als
zelfstandige kuiper werkte, was hij in
dienst bij de kuiper Paul Houba.
Roeffs overleed te Venray op 23 mei
1872. (vermeld in 1836, 1848 en in de
periode 1850-1872).
Peter Paul Houba, geboren 7
september 1824 te Tegelen, gehuwd
met Hermina Kessels. Overleden op
25 maart 1898. Het kuipersbedrijf was
gevestigd op de Langstraat. (Vermel
ding in 1860- 1883 en in de periode
1880,1898)
Arnoldus Johannes Hanraets, ge
boren 27 september 1845 te Helden. In
1872 gehuwd met Francina Roeffs,
dochter van de eerder genoemde
kuiper Gerard Roeffs. Zijn bedrijf,
als dat van zijn opvolger Arnoldus
Johannes Hanraets was gelegen in de
Groteslraat. (vermelding in de periode
1870,1895)
Willem Gellings, geboren 31 de
cember 1819 te Bergen. Gehuwd met
Anna Maria Friesen. Ook zijn zoon
Martinus Petrus, geboren 3 juni 1858
en gehuwd met Arnoldina Poels, was
in het bedrijf aan de Overbroek
(Leunen) werkzaam, (vermelding in
de periode 1860,1914)
Wilhelmus Kateman, geboren 17
mei 1869 te Sambeek, gehuwd met
Maria Hubertina Manders. Het
bedrijf was gelegen aan de Langstraat,
(vermelding in de periode 1900, 1930)
F. Th. Beerkens, geboren 8
februari 1887, overleden in 1948. Het
bedrijf was gevestigd in de Schoolstr.
(vermelding in de periode 1920, 1948)
Jacobus Wilhelmus van den Tillaart
geboren 25 juli 1894 te Veghel,
gehuwd met J.M. Heijkants uit Erp.
Begon in het begin der twintiger jaren
een kuiperij in de Hofstr. Rond 1925
werd het bedrijf verplaatst naar de
Stationsweg, waar het gevestigd is
geweest tot in het begin der zestiger
jaren. Na de oorlog werd geadverteerd
met: mechanische kuiperij en kisten
fabriek.
Levert alle voorkomende Verfvaatjes.
Verder Spekkuipen, Waschkuipen,
Voerkuipen, Regentonnen, Draag-
tonnen, Giertonnen m. en z. sproeier
Jacq van den Tillaart, anno 1926
Stationsweg 49a (nu 73).
Van links naar rechts: J.v.d. Tillaart,
onbekend, Bert Bombeeck, Jan Arts,
Kees v.d. Heuvel.
Alles aan billijke prijzen.
■5ir
Het aloude beroep van kuiper is
voorgoed verleden tijd gewórden. De
vlees (spek) kuip is vervangen door de
diepvrieskist, de wastobbe door een
(vol) automatische wasmachine, de
houten bedkruiken door de electrische
deken en de houten (bier) vaten door
fabrieksmatig gefabriceerde vaten van
aluminium, gegalvaniseerd staal of
kunststof. Aan het mooie beroep van
kuiper herinnert ons in Venray nog
slechts de naam Kuiperstraat (Veltum)
en enkele familienamen zoals Kuipers,
Cuypers, Kupers en Tonnaer.
W.J.M. Willemsen
Aanbevelend.
De tentoonstelling "oude ambach
ten en hun gereedschap" is in het
"Freulekeshuus" aan de Eindstraat,
tot en met 17 april a.s. te bezichtigen
elke woensdag en zaterdag van 14.00
lot 17.00 uur en bovendien nog op de
zondag 28 februari, 13 en 27 maart en
10 en 17 april, eveneens van 14.00 tot
17.00 uur.
Tijdens de openstelling van zondag
a.s. wordt tussen twee en vijf uur, al
naar gelang er voldoende belangstel
lenden zijn, een diavoorstelling
gegeven over het maken van klompen
door de Venrayse klompenmaken
Jeuken. Om half drie wordt de eerste
diavoorstelling gegeven.