DE VERANDERINGEN IN DE SOCIALE ZEKERHEID Stroom- en t.v.-storing U SPREEKT MET HET ANTWOORD A PP ARA AT. VERANDERINGEN IN DE AOW PER 1 JANUARI 1987 NIEUWE WERKLOOSHEIDSWET Bijstand Tussen Kerst en Nieuwjaar kan men „interessante" gesprekken voeren met diverse antwoordapparaten. Wanneer in Venray, zomaar op een zondagavond rond half elf. de stroom bij de een kort en bij de ander lang uit valt en de op de kabel aangesloten tele visie voor drie kwartier een dood ding wordt, wordt je als kranteman nieuws gierig. Je voelt, dat het je plicht is de le zers te vertellen wat er aan de hand is ge weest. Dan wacht je tot maandag met het bellen van de PLEM om te weten te ko men waar en wat de storing was. Bij de PLEM Venray vertelt het ant woordapparaat, dat de boel gesloten is en dat men in dringende gevallen de cen trale wachtdienst in Valkenburg kan bellen. Dat doe je dan, om daar te horen te krijgen op 5 januari maar terug te bel len, omdat ze daar geen fluit afweten van een mogelijke storing in Venray. Nee, Maastricht hoef je ook niet te bel len, want daar is men ook tot 5 januari gesloten. Dan maar eens geprobeerd bij de Venrayse Kabel T.V. Het antwoordapparaat vertelt, dat het kantoor momenteel niet bezet is, maar dat je Edsas B.V. in Tienray moet bellen in geval van storing. Het Tienrayse antwoordapparaat ver telt een lang verhaal. Op het moment, dat we ons geduld dreigen te verliezen, wordt er nog even vermeld, dat er voor dringende gevallen monteur Hoeyma- kers in Tienray kan worden gebeld. Ge lukkig heeft hij geen antwoordapparaat maar wel een vriendelijke echtgenote, die belooft, dat haar man zal terugbel len. Misschien dat men op het gemeente huis iets weet? Hier gelukkig geen ant woordapparaat, maar een bode, die kan doorverbinden met de gemeentelijke man van de Kabel T.V. die zich als een kapitein op een verlaten schip voelt. Ve le collega's hebben tussen Kerst en Nieuwjaar verlof. Hij vermoedt, dat de hoogspanning was weggevallen waar door in het kopstation van de Kabel T.V. op de Hoge Beek, de zekeringen van de beveiligingsapparatuur waren uitgeklapt. Tja, dan duurt het even voordat er een monteur de zaak komt herstellen (Zeker als je met een werkelij ke klacht van het ene antwoordapparaat naar het andere wordt verwezen... denk je dan zeer terecht). De heer Hoeymakers in Tienray blijkt dan een man van zijn vrouws woord te zijn. Hij belt op de afgesproken tijd te rug en weet te vertellen, dat zondaga vond rond half elf een hoofdzekering in een transformatorhuisje van de PLEM in de buurt van „Jerusalem" het had begeven, hetgeen in ,wjjd,e omgeving - zeifs-toP-Over de Maas - merkbaar was door een secondekorte lichtstoring en het uitvallen van televisiebeelden in Venray. In ruime omgeving van hel transformatorhuisje heeft men tot drie kwartier zonder licht gezeten. Omdat ook het kopstation van de Ka bel T.V. op de Hoge Beek geen stroom had, bleven de op de kabel aangesloten televisietoestellen drie kwartier van beel den verstoken. De Edsas-monteur was tien minuten na de storingmelding al op de Hoge Beek, maar kon niets doen omdat er geen stroom was. Rest voor een persman dan nog de vraag, wat er precies aan de hand was in het transformatorhuisje en waarom het herstellen drie kwartier moest duren. Een telefonische rondwandeling langs de adressen van de ons bekende Venray se PLEM-mers leverde slechts de mede deling op, dat alleen de rayonchef het verlossende antwoord zou kunnen ge ven. We hebben maandag u-u-u-ren lang geprobeerd de goede man thuis op te bellen, maar kennelijk heeft hij géén ant woordapparaat PEEL EN MAAS EEN ABONNEMENT WAARD! In een bijzonder sfeervol Modehuis Thomassen speelde op de laatste koopavond voor de Kerst weer de Venrayse Orkest vereniging. - I ^1 Ieder jaar weer een gezellige happening in de Kersttijd. Angelique Bovee uit Ysselsteyn is stu dente aan het CIOS - tegenwoordig MDGO-SB geheten - te Sittard. Als tweedejaars studente van de driejarige opleiding heeft zij bij het vak Neder lands de opdracht gekregen een artikel met betrekking tot de sport te schrijven. Zij was vrij in de keuze van het thema. Haar keuze is gevallen op de relatie, welke sport heeft met het dagelijkse le ven. Als werkstuk zou haar pennevrucht succes hebben, wanneer het zou worden gepubliceerd. Omdat wij van mening zijn, dal het artikel veel waarde kan hebben voor alle sportende mensen en bovendien goed geschreven is, zijn wij graag bereid haar artikel in zijn geheel op te nemen. „Men zal zich waarschijnlijk afvra gen hoe het mogelijk zou kunnen zijn, dat sport je verder helpt in je dagelijkse leven" begint Angelique Bovee haar verhaal, dat op deze vraag een duidelijk antwoord geeft. „Hoe kan dribbelen met de bal mij nu helpen bij het programmeren van de computer?". ZO eng moet men het nou ook weer niet zien. Menigeen heeft de neiging om sport slechts als een hobby te zien. Dat is verder helemaal niet erg als men daarbij maar niet vergeet, dat sport wel degelijk een connectie heeft met ons leven. Je spel op het veld of in de zaal, toont je karakteristieke gedrag beter, dan een gewone ervaring. Op het veld zie je je typische reacties duidelij ker naar voren komen. En naarmate de druk van het spel groter wordt, worden je diepgewortelde persoonlijke karakte reigenschappen duidelijker. Als we de belemmeringen voor het plezier in de sport kunnen wegnemen, kunnen we dat misschien ook voor andere aspecten van ons leven. EIGENSCHAPPEN Hoe meer druk je voelt in een spel, hoe meer die eigenschappen aan de dag treden. Zelfs de soort druk die je er vaart, zegt 'iets over je innerlijke hou dingen en .neigingen, want je kiest die speciale druk als het soort mens dat je bent. Iemand die zeer prestatief is in gesteld bijvoorbeeld, voelt de dwang om ten koste van alles te winnen. Zoals je hebt geleerd (of nog niet hebt geleerd) je objectiever en minder ver oordelend op te stellen tegenover je spel, zo kun je diezelfde principes ook toepassen op je leven. Ervaring kan je leraar worden, niet een bron van nega tieve oordelen. Het ontleden van je pro blemen in de sport is niet veel anders dan het ontleden van je problemen in het leven. Je krijgt zo een duidelijker beeld van je problemen. Iedereen, af hankelijk van zijn persoonlijkheid, is bang als hij tegenover een zelfgekozen uitdaging staat, zoals een examen, inter view, of één van de vele druk- veroorzakende omstandigheden. Dit zijn situaties die analoog zijn aan de sport, omdat je ze zelf kiest. VRAGEN Net als in de sport zijn er momenten waarop je zó angstig bent, dat het je prestaties kan belemmeren. Als dit je overkomt, moet je allereerst afvragen hoe en waarom je zo angstig bent, zodat je die angst kunt verwerken voordat er een emotioneel sneeuwbal-effekt plaats vindt. Een tip hierbij is: breng je per soonlijkheidskenmerken in verband met de soort druk die je op het sportveld beïnvloedt. Dit kan leiden tot een groter bewustzijn van je reacties op stress situaties buiten het sportveld om. Teneinde die reacties te structureren, moet je je gedachten nagaan vóór, tij dens en na een wedstrijd. Hoe voel je je vóór de wedstrijd? Denk je meestal dat je zult winnen of verliezen? Ben je bang dat je zult falen? Falen tegenover jezelf of tegenover de anderen? Wat zijn je reacties tijdens de wedstrijd? Wat voel je als je een goede bal hebt geschopt of geslagen? Geef je jezelf een complimentje of heb je het ge- voél" dat de volgende even goed moet zijn? REACTIES Hoe reageer je na een wedstrijd? Als je verliest ben je dan kwaad op jezelf? Als je wint, voel je je dan beter als de andere spelers? Als je nadenkt over de antwoorden op deze vragen binnen de sportervaring. kun je begrijpen hoe een dergelijk gedrag aansluit bij je reacties op de uitdagingen en stress van het da gelijks leven. Als je nu weet hoe je die reacties op het veld kunt isoleren en be heersen, kun je ditzelfde doen voor de reacties buiten het sportveld om. Luister naar jezelf tijdens een wedstrijd. Vaak zijn de dingen die je je zelf hoort zeggen onthullend. Als je je zelf bijvoorbeeld hoort zeggen: „Het lukt me nooit", dan kan ik je verzeke ren dat het geen oordeel van jezelf is ten aanzien van de onmiddelijke uitdaging; je herhaalt misschien een lang vergeten kritiek van een van je ouders, uit je jeugd, die vroeg: „Kan je dan helemaal niets goed doen?" Als je je eigen naam voor je uitmompelt op het sportveld, zoals een boze vader zou doen, herleef je een verleden dat je heden kan ver woesten. VERANTWOORDELIJKHEDEN Er gaai een hoop in ons om tijdens een wedstrijd, en als we willen kunnen we dat materiaal gebruiken om een be ter inzicht te krijgen in onszelf. De ontspanning, de concentratie en geestelijke en lichamelijke herhalingsoe fening, kunnen in dagelijkse stress situaties worden gebruikt. Je kunt je op die manier voorbereiden door het in ge dachten te beleven met een redelijke ma te van zelfverzekerdheid, en je te con centreren op je bekwaamheden in plaats van op je twijfels en angsten. Zoals je verantwoordelijkheid voor je zelf neemt ophet veld en meer vreugde uit het spel put, zo kan je ook leren gro tere verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf in alle andere situaties en daarbij nog voldoening aan hebben. Dal is je eigen spel spelen in hel leven. En ik hoop dat je dat zult doen, want het kan je alleen maar meer plezieren ontwikkeling geven. Per 1 januari 1987 veranderen er een aantal dingen in het stelsel van sociale zekerheid. Dit is voor iedereen belangrijk. Hieronder zetten wij de hoofdlijnen van de nieuwe wetten uiteen: Gehuwden en samenwonen den zullen in de sociale verzeke ringswetten gelijk worden behan deld. Hel maakt daarbij niet uit of het gaat om een man en een vrouw of twee mannen of twee vrouwen. Hun uitkering wordt volgens dezelfde regels vastge steld als bij mensen, die ge trouwd zijn. Familieleden in de eerste en tweede graad (bijvoor beeld vader - dochter en groot vader - kleindochter) worden niet als samenwonend behandeld. In plaats van de bestaande Werkloosheidswet (WW) en de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV) komt een Nieuwe Werk loosheidswet (NWW). Wie werk loos wordt krijgt een uitkering, die wat duur betreft afhangt van het aantal jaren dat gewerkt is. Dit is het zogenaamde arbeids verleden. De uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende loon (met een bepaald maximum). Daarna hebben sommige werklozen nog recht op een ver volguitkering. Deze bedraagt 70% van het minimum-loon en is niet afhandelijk van het even tuele inkomen van een partner. Deze uitkering duurt een jaar. Voor mensen die onder het sociale minimum dreigen te komen, komt er een Toeslagen wet. Sommige mensen die op het moment dat ze werkloos worden 50 jaar of ouder zijn en werk lozen die gedeeltelijk arbeidson geschikt zijn, komen niet langer in de Bijstandswet. Zij komen nu in aanmerking voor de Inko mensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW). Voor nieuwe gevallen van gedeeltelijke arbeidsongeschikt heid zal er geen rekening meer worden gehouden met een ge deeltelijke werkloosheid. Mensen onder de 35 jaar zullen in ver band met hel wegvallen van de werkloosheidscomponent bin nenkort herkeurd worden. Per 1 januari 1987 zal in de Algemene Ouderdomswet (AOW) een aantal wijzigingen worden doorgevoerd. Vanaf die datum worden ongehuwd samenwonenden (ongeacht het geslacht) gelijkgesteld met gehuwd samenwonenden; hebben ongehuwden met een kind jonger dan 18 jaar onder bepaalde voorwaarden recht op een hoger pensioen. ONGEHUWD SAMENWONEN Vanaf 1 januari 1987 zullen degenen die „ongehuwd samenwonen" voor de AOW worden beschouwd als gehuwd. Dit heeft tot gevolg dat een ongehuwd samenwonende vanaf die datum recht heeft op het gehuwdenpensioen (in 1986 was dat maximaal 799,35 bruto per maand) in plaats van het ongehuwden- pensioen (maximaal 1.106,24 bruto per maand). In het geval dat de pen sioengerechtigde een partner heeft die jonger is dan 65 jaar bestaat naast het gehuwdenpensioen tevens recht op een toeslag (maximaal 799,35 bruto per maand). Iemand wordt als „samenwonend" aangemerkt als hij of zij met één ander duurzaam een gezamenlijke huishou ding voert. Van duurzaam is sprake als de gezamenlijke huishouding tenminste drie maanden heeft geduurd. Onder een gezamenlijke huishouding wordt ver staan dat men een woning deelt. Daar naast moeten beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding of op andere wijze in de verzorging van elkaar voorzien. Daar is bijvoorbeeld sprake van in de volgende situaties: beide partners betalen gezamenlijk de boodschappen, de gasrekening e.d.; één van de partners onderhoudt de ander financieel. Degene die samenwoont met zijn of haar vader, moeder, kind, broer, zuster of kleinkind wordt niet aangemerkt als samenwonend voor de AOW. SAMENWONEN VÓÓR 1 JANUARI 1987 Samenwonenden die beiden vóór 1 januari 1987 recht op een AO W-pen sioen hebben gekregen blijven hun on- gehuwdenpensioen houden. Hun ongehuwdenpensioen wordt dus niet gewijzigd in een gehuwdenpen sioen. Wanneer een pensioengerechtigde vóór 1 januari 1987 al is gaan samen wonen met een partner die jonger is dan 65 jaar bestaan er twee mogelijkheden: 1. De pensioengerechtigde wil met ingang van 1 januari 1987 een gehuw denpensioen en een toeslag gaan ont vangen. Met ingang van de maand waarin de jonge partner 65 jaar wordt, vervalt de toeslag en krijgt de partner recht op een eigen gehuwdenpensioen. 2. De pensioengerechtigde wil zijn ongehuwdenpensioen blijven ontvan gen. De pensioengerechtigde heeft in dit geval géén recht op de toeslag. Met in gang van de maand waarin de jongste partner 65 jaar wordt krijgt deze een zelfstandig recht op een gehuwdenpen sioen. De oudste pensioengerechtigde behoudt zijn of haar ongehuwdenpen sioen. Iedere betrokkene kan voor zichzelf nagaan wat op den duur de gunstigste keuze is. Degenen die wensen voor het gehuwdenpensioen en de toeslag in aan merking te komen kunnen dit schrifte lijk melden aan de Raad van Arbeid of de Sociale Verzekeringsbank*. In de brief moeten de naam en de geboorte datum van de pensioengerechtigde en de naam en geboortedatum van de partner vermeld worden. Degenen, die het on gehuwdenpensioen willen blijven ont vangen, hoeven niets te ondernemen. HUWELIJK NA BEREIKEN VAN 65-JARIGE LEEFTIJD Tot 1 januari 1987 behielden twee pensioengerechtigden die al een onge huwdenpensioen ontvingen en in het huwelijk treden beiden recht op het ongehuwdenpensioen. Dit is vanaf 1 januari 1987 niet meer het geval. Dan zal na het huwelijk het pensioen van beide echtgenoten worden gewij zigd in een bedrag van het gehuwden pensioen. Hetzelfde zal gebeuren als twee ongehuwde pensioengerechtigden gaan samenwonen. In het pensioen van degenen die vóór 1 januari 1987 al een ongehuwdenpensioen ontvingen en al vóór deze datum getrouwd waren of samenwoonden, wordt geen wijziging gebracht. ONGEHUWDEN MET EEN KIND JONGER DAN 18 JAAR Vanaf 1 januari 1987 hebben onge huwde AOW-pensioengerechtigden met tenminste één kind jonger dan 18 jaar onder bepaalde voorwaarden recht op een hoger pensioen dan nu hebben. Dit hogere pensioenbedrag bedraagt bruto J 1.439,per maand. De voorwaarden zijn de volgende: de pensioengerechtigde mag niet sa menwonen met een partner (zie hier voor onder ongehuwd samenwo nen); het kind mag niet tot het huishou den van een ander behoren; voor het kind moet recht bestaan op kinderbijslag. Degenen die menen voor een verho ging van hun pensioen in aanmerking te komen kunnen dit schriftelijk melden aan de Raad van Arbeid of de Sociale Verzekeringsbank*. In de brief moet vermeld worden: De NWW geldt voor werknemers en binnenkort ook voor dienstplichtigen. In de toekomst zal deze wet ook voor ambtenaren gaan gelden. Werkloos is men als men minimaal vijf uur van de baan verliest. Bij een baan van minder dan tien uur moet men tenminste de helft van het aantal ar beidsuren verliezen om als werkloos be schouwd te kunnen worden. De nieuwe wet kent twee soorten uitkeringen. In de eerste plaats een uitkering die gekop peld is aan het laatstverdiende loon (70% daarvan). De duur van de uitke ring hangt af van het arbeidsverleden en varieert van een half jaar tot vijf jaar. Daarna volgt een zogenaamde ver volguitkering, die een jaar duurt. De hoogte hiervan bedraagt 70% van het minimum-loon, dus een vast bedrag. De vraag is nu: „Aan welke eisen moet u voldoen om voor een uitkering van de Werkloosheidswet in aanmer king te komen?" U krijgt een basisuitkering van een half jaar als u 26 weken heeft gewerkt in het jaar voordat u werkloos werd. Om voor een langere uitkering in aan merking te komen moet u van de vijf jaar, die voorafgaan aan de werkloos heid, er tenminste drie in dienstbetrek king hebben gewerkt. Wordt aan deze belangrijke „3 uit 5-eis" voldaan, dan hangt het van het arbeidsverleden af hoe lang u de verlengde uitkering ont vangt. Daarna heeft u dan recht op een ver volguitkering. De vervolguitkering duurt doorgaans een jaar. Alleen werk lozen, die ouder zijn dan 57 Vi jaar naam, geboortedatum en uitkerings nummer van de pensioengerechtigde naam en geboortedatum van het kind/de kinderen jonger dan 18 jaar Afhankelijk van de instantie die het AOW-pensoen verzorgt. Of dit de Raad van Arbeid is of de Sociale Verzeke ringsbank kan men nagaan aan de hand van het uitkeringsnummer. Eindigt dit nummer op -60 of -70, dan krijgt men het pensioen van de regionale Raad van Arbeid. Eindigt het nummer op andere cijfers, bijvoorbeeld -00, dan kan kon- takt worden opgenomen met de Sociale Verzekeringsbank, postbus 77000, 1007 MG Amsterdam. Het telefoonnummer van de SVD is: 020 - 5729111 loopt de vervolguitkering tot zij 65 jaar zijn. Mensen die jonger zijn dan 50 jaar en de NWW hebben doorlopen, kunnen na de werkloosheidsuitkering een beroep doen op de bijstand. Een nieuwe regeling is ontworpen voor mensen die tussen de 50 en 57 Vi jaar waren op het moment dat zij werkloos werden. Deze regeling is de In komensvoorziening voor Oudere en Ge deeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers )IOAW). IOAW Zoals de naam Inkomensvoor ziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidson geschikte Werkloze werknemers al zegt is de IOAW ontworpen voor oudere werklozen en degenen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. De uitkering bedraagt 70% van het bruto minimum loon. Bij de IOAW wordt rekening ge houden met het inkomen van de part ner, maar niet met een eventueel ver mogen. Hiermee wordt voorkomen dat mensen op latere leeftijd bijvoorbeeld gedwongen worden hun „huis op te eten". TOESLAGENWET Het is mogelijk dat een uitkering van 70% van het laatstverdiende loon onder het sociaal minimum blijft. De Toesla genwet geeft dan een aanvulling op de volgende uitkeringen: Werkloosheid- wet, WAO, AAW en Ziektewet. Zo wordt voorkomen dat uitkeringsgerech tigden onder het sociaal minimum be landen. De Toeslagenwet houdt wel rekening met het inkomen van de part ner. Het vermogen blijft, evenals bij de IOAW, buiten beschouwing. AAW/WAO Het werkloosheidsdeel in de Arbeids ongeschiktheidsuitkeringen wordt afge schaft. Dat betekent dat voor mensen die na 1 januari 1987 een arbeidsonge schiktheidsuitkering zullen krijgen, geen rekening meer wordt gehouden met hun kansen op de arbeidsmarkt. 4 Voor degenen die nu al een arbeids ongeschiktheidsuitkering hebben waar in wel een gedeeltelijke werkloosheid is „ingebouwd" verandert er niets. In de nieuwe regeling krijgt iemand die ge deeltelijk arbeidsongeschikt is en ge deeltelijk werkloos, twee uitkeringen: een gedeeltelijke arbeidsongeschikt heidsuitkering en een gedeeltelijke werkloosheidsuitkering. Deze laatste is tijdelijk. Na afloop van de werkloos heidsuitkering kan IOAW worden aan gevraagd. De regeling geldt zoals gezegd voor mensen, die na 1 januari arbeidsonge schikt worden. Voor degenen die al voor die datum arbeidsongeschikt wa ren, verandert er dus niets. De arbeidsongeschikte, die nu jonger is dan 35 jaar, wordt binnen twee jaar herkeurd en valt dan ook onder de nieuwe regeling. WAAR MOET U NAAR TOE? De bedrijfsverenigingen voeren de Werkloosheidswet uit, evenals de ar beidsongeschiktheidsuitkeringen en de Toeslagenwet. De IOAW en de Bijstand worden uitgevoerd door de gemeente lijke sociale diensten of de afdeling sociale zaken van de gemeente. In grote lijnen zijn dit de verande ringen in de sociale zekerheid. Heeft u nog vragen? U kunt zich richten tot uw bedrijfsvereniging of de gemeentelijke sociale dienst (afdeling sociale zaken). per maand 1 1495,80 f 1346,25 Voor echtparen zonder en met kinderen 'is het normbedrag: per week f 345,20 Voor éénoudergezinnen is het normbedrag f 310,65 Bij gezinnen die met anderen een woning bewonen, vindt een vaste aftrek plaats van f 157,70 per maand. Het vakantiegeld bedraagt bij echtparen f 81,31 per maand en bij éénouderge zinnen f 73,18 per maand. Voor thuisinwonende (werkloze) kinderen zijn de normbedragen: bij 20 jaar bij 19 jaar bij 18 jaar Voor alleenstaanden (niet woningdelers) zijn de normbedragen: bij 23 jaar en ouder bij 22 jaar bij 21 jaar bij 18-19-20 jaar Voor alleenstaanden (woningdelers) zijn de normbedragen: bij 23 jaar en ouder bij 22 jaar bij 18 t/m 21 jaar Het vakantiegeld voor alleenstaanden en thuisinwonende kinderen bedraagt per maand: bij 23 jaar en ouder f 56,92 bij 22 jaar f 55,30 bij 21 jaar f 52,87 bij 20 jaar f 44,55 bij 19 jaar f 38,23 bij 18 jaar f 32,94 Het vakantiegeld wordt eens per jaar, in juni, uitbetaald. per week per maand f 99,80 f 432,40 79,75 345,60 f 79,25 f 343,50 per week per maand 241,65 f 1047,05 f 207,40 f 898,70 f 180,30 f 781,25 f 168,80 f 731,50 per week per maand f 205,25 889,35 f 175,95 f 762,40 f 168,80 f 731,50

Peel en Maas | 1987 | | pagina 5