Ss# -
\^p
Sneeuwkettingen onmisbaar
Wat kost
skiën?
Skiën in Wallis
MALLNITZ
DUIVENBABBELS
Kledingaktie voor
Britse mijnwer
kers in Venray
Minder
gemeentesteun
voor de sport
Maatregelen in
verband met door
Kössen, voor langlaufer en skiër
'S WERELDS GROOTSTE SKI
GEBIED: SUPERSKI D0L0MITI
HET PARAMYXO VIRUS BIJ DE
POSTDUIF
Het is inmiddels alweer twee jaar gele
den dat de duivensport hernieuwd ken
nis heeft gemaakt met het paramyxovi
rus (PMV). Dit virus dat de urineweg,
het maagdarmkanaal en het zenuwstel
sel van de duif aantast blijkt voor de
duivensport meer ingrijpend te zijn dan
welke ziektekiem dan ook. Zowel de er
nst van de klinische symptomen als de
omvang van de politieke gevolgen zijn
uniek voor de duivensport.
Het ziektebeeld is bij de meeste dui-
venliefhebbers inmiddels wel bekend.
De eerste symptomen bestaan vaak uit
een (water)dunne ontlasting en öen sterk
verhoogde wateropname bij een groot
aantal duiven op het hok. Zenuwver
schijnselen variëren van een scheve kc-
houding, tol naast het voer pikken, niet
kunnen vliegen, „draaihalzen" en op de
rug liggen, maken het ziektebeeld com
pleet. Zelden gaan duiven dood. Duiven
die goed geënt zijn worden niet ziek. De
besmetting vindt plaats via de ont
lasting, het traanvocht of de mondslijf,
of, indirekt, via de lucht.
Het is opvallend dat andere vogel
soorten in het algemeen minder gevoelig
zijn voor dit paramyxo-virustype.
Bij ziektegevallen zal de therapie van
de dierenarts tweeledig zijn:
vaccinatie van alle duiven die op
het hok aanwezig zijn. Enten geeft de
ziektekiem namelijk minder aangrij
pingspunten;
verstrekken van elektrolyten en
versterkende preparaten. De hevige di
arree verzwakt de duiven sterk.
Het herstel van zieke duiven neemt
vele maanden in beslag. Hierbij is een
volledig herstel alleen in de mildere ge
vallen mogelijk. Gevallen met ernstige
zenuwverschijnselen zijn hopeloos.
Het paramyxo-ziektebeeld is soms
moeilijk te onderscheiden van andere vi
rale of bacteriële ziektes, vergiftingen of
stofwisselingsstoringen. Met name is het
soms onduidelijk of de ziekteverschijn
selen veroorzaakt worden door het
paramyxo-virus of de salmonella
bacterie (de verwekker van paratyfus).
De aard van de zenuwverschijnselen en
het minder massale optreden in geval
van een salmonella infectie kan dan een
aanwijzing zijn in de richting van één
van beide ziektes. Een laboratoriumon
derzoek van het bloed van de duiven
geeft in dergelijke gevallen uitsluitsel of
de dieren met PMV besmet zijn.
Nu komt het belangrijkste van dit ar
tikel. Wat kunnen we doen om onze
duiven te behoeden vor deze ernstige
ziekte? Hoe krijgen we Nederland weer
paramyxo-vrij? Het antwoord is: enten!
Enten! Enten!
Als alle duivenliefhebbers de eerstvol
gende jaren alle duiven, jong en oud,
vaccineren, verliest het virus haar voe
dingsbodem en verdwijnt de ziekte. Dit
is de enige reële mogelijkheid!
Man kan op 3 manieren vaccineren.
Welke entmethode men gebruikt is van
minder belang, als maar volgens de ge
bruiksvoorschriften gehandeld wordt.
Het druppelen van een vaccin in oog en
neus is één van de mogelijkheden. Voor
een goede bescherming dient dit vele
malen per jaar herhaald te worden. Der
halve is het in praktijk veel beter om te
vaccineren door middel van een onder
huidse injectie in de nek. Men kan bij
deze injectie-methode gebruik maken
van een vaccin met een verzwakt virus
(levend) of van een vaccin met geïnacti
veerd virus (dood). Het inspuiten van
een „levend" vaccin geeft een bescher
ming van ongeveer een halfjaar. Het in
spuiten van een „dood" vaccin geeft
een bescherming van minstens één jaar.
Het „dode" vaccin werkt dus het
langste maar heeft als nadeel dat het, in
tegenstelling tot het „levende" vaccin,
in sommigge gevallen bijwerkingen
heeft. Bekend zijn knobbels in de nek,
misvormde veren, diarree, conditiever-
lies en sterfte. De bijwerkingen worden
ondervangen bij een type „dood" vac
cin dat deze maand nieuw op de markt
verschijnt. Helaas zal de kostprijs van
dit vaccin het gebruik minder aantrek
kelijk maken.
Tenslotte dit. Hoewel er dit jaar geen
entverplichting vanwege de Nederlandse
Postduivenorganisatie lijkt te komen
hoop ik dat de duivenliefhebbers indivi
dueel alles in het werk zullen stellen om
de ziekte onder de duim te krijgen. De
consequentie van het verontachtzamen
van het paramyxo-probleem noge gïl-
lustreerd worden door een rechtzaak
waarbij er door een d ui venliefhebber
wiens duiven de paramyxo-ziekte kre
gen na aankoop van besmette duiven,
een schadevergoeding van vele duizen
den guldens is geëist van de verkopende
duivenliefhebber.
W.H.M. de Vocht
dierenarts
GEEN VISITEKAARTJES
Bij sportpark Sparrendreef in
Oostrum trof de eigenaar van een perso
nenauto bij terugkeer zijn voertuig be
schadigd aan.
Op het Henseniusplein werd eve
neens een personenauto beschadigd
aangetroffen.
Zoals bekend is de SP Hulp- en In
formatiedienst de afgelopen maanden
geld gaan inzamelen voor de bekosti
ging van voedseltransporten naar de
mijnen Snowdown, Tilmanstone en
Betteshanger in het ghraafschap Kent,
de mijn Shirebrook in de Midlands en
Cynheidre in Wales. Deze voedseltrans
porten, er zijn er inmiddels al 10 naar
Engeland gegaan, worden door Hulp-en
Informatiedienst van de Socialistische
Partij georganiseerd ter ondersteuning
van de stakende mijnwerkers in Groot-
Brittanië.
Deze inzamelingsaktie gaat in 1985
gewoon door! Sinds het begin van dit
jaar zijn we deur aan deur rond aan het
gaan in Venray. We zijn gestart in
Brukske en gaan van daaruit verder.
Naast de geldinzamelaktie voor de
aankoop van voedsel start de SP-
Hulp- en Informatiedienst nu ook met
de inzameling van kleding en schoeisel.
Door de nood aan financiële middelen
bij de mijnwerkersgezinnen (het weinige
geld wordt besteed aan voedsel) is men
niet in staat kleding en schoeisel zelf te
kopen. Vandaar dat de Hulp- en Infor
matiedienst besloten heeft te starten met
de inzameling van goede gebruikte
kleding en schoeisel.
In Venray kan men het schoeisel en
de kleding afgeven:
Iedere maandagavond van 19.00 -
21.00 uur; iedere vrijdagmorgen van
9.30 - 11.30 uur. Het adres: Gitaarstraat
43, Venray.
Tussen de gemeenten en de sportwe
reld heeft altijd een hechte band be
staan. Niet de aktieve sporters, maar de
gemeenten zijn de belangrijkste finan
ciers van de sport. De sportmensen zelf
betalen gezamenlijk ongeveer 770 mil
joen aan contributies en tarieven, de
gemeenten tekenen voor zo'n slordige
1,2 miljard gulden en zijn derhalve een
onmisbare inkomstenbron voor de
sport.
Nu er op de overheidsuitgaven be
zuinigd moet worden, dreigt ook de
sportwereld daar de consequenties van
te ondervinden. Sinds 1983 loopt de
overheidssteun aan de sport langzaam
terug en deze tendens zal zich de ko
mende jaren voortzetten. Die bezuini
gingen behoeven voor de aktieve sport
beoefening nog niet direct rampzalig te
zijn, maar de sportwereld zal een groter
beroep op vrijwilligers moeten doen,
terwijl ook aan het profijtbeginsel niet
valt te ontkomen.
BEZUINIGINGEN VOORAL IN
ACCOMMODATIESFEER
In de dagen toen Nederland nog een
welvaartsstaat was, was de verstand
houding tussen de sportwereld en de
gemeentelijke suikeroompjes optimaal.
De bomen leken tot in de hemel te
groeien en de gemeente leek een schier
onuitputtelijke inkomstenbron voor de
sport te zijn. De overheidsuitgaven
en voornamelijk die van de lokale over
heid ten behoeve van de sport namen
sterk toe in betrekkelijk korte tijd, te
weten van 700 miljoen gulden in 1975
tot circa 1,2 miljard in 1982.
In 1983, onder druk van de economi
sche recessie en de daarmee samenhan
gende bezuinigingen op de collectieve
uitgaven moest de sportwereld zijn
eerste veer laten. Met name de subsidies
op de sportaccommodaties liepen in dit
jaar terug tot 982 miljoen gulden, 15
miljoen minder dan een jaar daarvoor.
De sportwereld kreunde en kermde,
maar die reaktie leek enigszins over
trokken. Het is immers zonneklaar dat
in de jaren zestig en zeventig talrijke ge
meenten wel wat erg royaal waren ge
weest wat betreft hun uitgaven ten be
hoeve van de sport. Dat leidde tot een
ware explosie in de bouw van veelal
overdreven luxueuze sporthallen, com
fortabele zwembaden en andere geld
verslindende prestige-objecten. De ge
meenten leken elkaar de loef te willen
afsteken als het ging om creëren van
dure sporlvoorzieningen.
In de periode 1970 - 1980 nam bij
voorbeeld het aantal sporthallen (op
pervlakte minstens 1000 vierkante me
ter) enorm toe. In 1970 telde ons land
circa 150 sporthallen, tien jaar later
waren er al 550. Aanvankelijk was ge
dacht aan één sporthal op 100.000
inwoners, een redelijke norm. Maar aan
die norm heeft men zich in de verste
verte niet gehouden. De verhouding is
nu ongeveer één sporthal op 25.000 in
woners. Daarbij doet zich het merk
waardige feit voor dat de sportcentra-
dichtheid op het platteland relatief
groter is dan in de dichtbevolkte steden
van de Randstad.
PROFIJTBEGINSEL
Ook wat andere sportaccommodaties
betreft werd er in de periode van wel
vaart niet op een cent gekeken. Zo nam
alleen al in de periode 1970 - 1980 het
aantal gymnastiekzalen en sportzalen
toe met bijna 200 procent tot in totaal
5.900 zalen (groter dan 180 m2). Ook
het aantal zwembaden groeide fors in de
zeventiger jaren, forser zelfs dan het
aantal bezoekers.
Uit deze voorbeelden, die met vele
andere aangevuld kunnen worden,
blijkt dbt de sportwereld in de jaren van
welvaart niet tekort kwam. De miljoe
nen, die door de lokale overheid naar de
sport werden getransporteerd, liggen
vooral in de accommodatiesfeer. Met
name de onderhoudskosten zijn niet
mis.
En nog altijd zijn de gemeenten be
reid de sport te steunen waar maar
mogelijk is; maar bezuinigd moet er
worden, ook op de sport. En dat heeft
weer consequenties voor degenen die
een sport aktief beoefenen. Het pro
fijtbeginsel is weer van stal gehaald.
De sporters zullen meer moeten be
talen voor het beoefenen van hun sport,
omdat de accommodaties meer renda
bel moeten worden gemaakt.
Niet altijdzijn tariefsverhogingen
echter effectief. Zo werden in tal van
gemeenten de kaartjes voor het zwem
bad aanzienlijk duurder. Gevolg: min
der bezoekers in het zwembad.
BREEDTESPORT VOOROP
Tariefs- en contributieverhogingen
komen het hardst aan bij die groepen
van de bevolking, die moeten rondko
men van een laag inkomen. Vandaar
dat de gemeenten zullen moeten inven
tariseren welke sporten wel veel lasten
kunnen dragen, omdat ze toevallig door
mensen met hogere inkomens worden
beoefend (golf, tennis, hockey) en
welke sporten dat niet of minder kun
nen. Bovendien dient er voor gewaakt te
worden dat teveel overheidssteun naar
de topsport gaat. De ontwikkeling van
de breedtesport dient voorop te staan.
Voorts zal de sportwereld een groter
beroep moeten doen op vrijwilligers
teneinde vele aktiviteiten zonder noe
menswaardige kosten te kunnen reali
seren. Het aantrekken van vrijwilligers
verloopt helaas nog stroef. We leven in 1
een tijd dat de mensen bij wijze van
spreken voor het bezorgen van een brief
nog geld vragen. Dat is geen ideaal kli
maat om het vrijwilligerswerk nieuw
leven in te blazen. Mogelijk dat door de
toenemende vrije tijd weer mensen de
ambitie zullen krijgen om als vrijwilli
ger iets voor de sport te doen. Het zal
hard nodig zijn, want de gemeente zal
als inkomstenbron voor de sport meer
terughoudendheid aan de dag gaan
leggen dan we in de zestiger en zeven
tigerjaren gewend waren.
carnaval '85
dag en nacht
Ook de ingevallen dooi kan voor de
gemeente een behoorlijke schadepost
gaan betekenen. Door het dooien van
de sneeuw kan met name op de verharde
buitenwegen en de zandwegen water
overlast ontstaan, waardoor zowel de
wgen als de bermen door het verkeer
worden beschadigd.
Daarnaast is het mogelijk, dat na de
dooi weer een vorstperiode intreedt
waarbij door opdooi aan de gemeente
lijke wegen schade wordt toegebracht.
om ernstige schade te voorkomen zal
de gemeente stringent toezicht houden
op de toestand avn de wegen, bermen,
bermsloten en waterlossingen (dit in
overleg met het waterschap).
Bij eventuele opdooi zullen onmid
dellijk wegen, die schade lijden, worden
afgesloten voor het verkeer.
Er wordt een beroep gedaan op de
bevolking om verstopte kolken en dui
kers, alsmede stagnerende waterlossin
gen zo snel mogelijk vrij te maken,
danwel bij de gemeente te melden.
Ruwe schattingen beweren, dat ca. 80% van de Nederlandse wintersporters met de auto
naar de sneeuw gaan. Een gigantische stroom. Extra aandacht voor het voertuig is echter
noodzakelijk om niet in de problemen te komen. Het rijden in de sneeuw is tenslotte wat
anders dan op een geasfalteerde Nederlandse weg.
Kruis- of ladderketting?
Sneeuwkettingen zijn onmisbaar als
u met de eigen auto naar uw winter
sportbestemming gaat. Ook als u er
over de sneeuwvrije hoofdwegen
kunt komen. Onverwachte sneeuw
val kan ook deze omtoveren in spie
gelgladde ijsbanen. Maar al zou u
dat niet overkomen, kunt u toch niet
zonder. De auto wordt meestal druk
gebruikt om naar de liften te rijden.
De parkeerplaatsen zijn vaak niet
sneeuwvrij en een smal weggetje
hoeft maar even te stijgen of er
komen al problemen. Bovendien
kunt u er beter mee, dan om ver
legen zijn. Op wegen met verkeers
borden (meestal wit met blauwe
rand) is het overigens verplicht om
met sneeuwkettingen te rijden.
Er zijn verschillende typen sneeuw
kettingen. Dc z.g. kruisketting is de
beste omdat hij door zijn vorm de
meeste grip op de sneeuw geeft. De
laddcrkctting laat meer stukken van
dc band vrij. Hij geeft weinig weer
stand tegen een zijdelingse slip, dit
in tegenstelling tot de kruisketting.
De meeste sneeuwkettingen zijn
van staal vervaardigd, maar de laat
ste jaren is de kunststof ketting nog
al in opkomst. Deze heeft onmis
kenbaar zijn voordelen, want bij het
omleggen vriest de ketting b.v. niet
aan de handen vast Maar een levens
groot nadeel is, dat ze lang niet
overal zijn toegestaan. In Zwitser
land wordt op sommige wegen het
gebruik van stalen kettingen ver
plicht gesteld.
Thuis oefenen
De praktijk leert, dat vrijwel nie
mand als hij voor de eerste keer met
sneeuwkettingen op stap gaat, thuis
even oefent in het omleggen. Toch
is dat wel aan te raden, want die bos
kettingen kan toch wel wat proble
men opleveren. Zeker als u ze onder
slechte omstandigheden en kou moet
omleggen. Dat de kettingen alleen
het gewenste effect hebben als ze
om de aangedreven wielen worden
bevestigd lijkt logisch, maar er zijn
veel automobilisten die dat toch de
eerste keer verkeerd doen. Onder
normale omstandigheden hoeft het
omleggen niet langer dan een paar
minuten te duren. Zoek een plaats
aan de kant van de weg of in ieder
geval zodanig, dat u geen andere
weggebruikers hindert. Het is be
langrijk, dat de weg recht is of in
ieder geval zo min mogelijk stijgt.
Als u de kettingen gemonteerd heeft,
moet u ze na een paar honderd
meter rijden nog even naspannen.
Overigens kunt u de kettingen voor
een kleine vergoeding ook bij een
garage of tankstation er even laten
omgooien.
Rijden met kettingen
Het rijden met omgelegde sneeuw
kettingen is niet moeilijk, maar de
snelheid moet natuurlijk aangepast
worden, 50 tot 60 km is al hard. De
wegligging van de auto wordt na
delig beïnvloed, zeker op stukken
waar bijna of helemaal geen sneeuw
meer ligt. Op onbesneeuwde wegen
veroorzaken de kettingen extra slij
tage aan de banden en moeten dan
verwijderd worden. Met en zonder
sneeuwkettingen is rijden in de ber
gen - zeker in de sneeuw - niet mak
kelijk. Te hoge snelheden en plot
selinge richtingveranderingen kun
nen slippartijen met alle gevolgen
van dien veroorzaken. Op gladde
hellingen moet zo min mogelijk ge
schakeld worden. Het is dus be
langrijk de juiste versnelling te kie
zen voor er aan de klim begonnen
wordt. Afstand bewaren is belang
rijk, zeker bij het dalen. Remmen
mag alleen in uiterste noodzaak
gebeuren (pompend), afremmen op
de motor is op gladde wegen veel
veiliger.
Huren of kopen
Het kopen van sneeuwkettingen kan
nadelen hebben. Ze zijn meestal
maar geschikt voor enkele banden
maten, zodat er een kans bestaat
dat ze niet om die van uw nieuwe
auto passen. In dat geval is het
zeker belangrijk om voor het ver
trek te controleren of de kettingen
nog wel gebruikt kunnen worden.
Sneeuwkettingen zijn overal te huur.
Iedere in wintersport gespeciali
seerde sportzaak heeft ze, terwijl
ook vele garages ze te huur aanbie
den. Om de kosten behoeft u het
niet te laten, want meestal betaalt u
niet meer dan tussen de 3,50 en
ƒ6,- per dag, afhankelijk van de
bandenmaat. Koopt u sneeuwket
tingen dan moet er gerekend worden
met bedragen van 150,- tot 350,-
(perjaar) afhankelijk van model en
maat. Let er bij het huren op, dat de
handleiding voor het omleggen in
de verpakking gesloten is. Het is
overigens ook mogelijk sneeuwket
tingen aan de Oostenrijkse grens te
huren. Het voordeel is, dat er voor
een kortere periode gehuurd wordt.
Een (groot) nadeel is dat u niet
zeker bent van kettingen. Uw maat
kan niet meer voorhanden zijn. Ook
wordt er meestal een flink bedrag
als onderpand gevraagd. Na het ge
bruikt moeten de sneeuwkettingen
schoongemaakt worden met warm
water en ze mogen niet vochtig in de
verpakking worden opgeborgen.
In tegenstelling tol wat langlaufen
kost, maakt alpineskiën een win
tersportvakantie niet goedkoper.
Skipassen en skilessen zijn over
het algemeen niet goedkoop. Lang
laufers hebben geen skipas nodig,
maar er is een tendens in de A lpen
landen om hen te laten betalen
voor het loipengebruik. De achter- 1
grond daarvan is, dat voor het
trekken en onderhouden van de
loipen dure voertuigen en appara
tuur noodzakelijk is. Hier en daar
zijr er al gebieden waar - op basis
van vrijwilligheid - stickers ge- i
kocht kunnen worden om op de
ski's te plakken als bewijs dat men
een kleine bijdrage heeft gedaan
voor het loipenonderhoud.
Hel is moeilijk om prijzen te geven.
Vrijwel ieder skigebied heeft een
eigen prijspolitiek voor de skipas,
dit afhankelijk van het aantal lif-
ten en pisten. Onderstaand over
zicht is dan ook niet meer dan een
indicatie van wat u in een doorsnee
wintersportplaats staat te wachten.
13 daagse skipas f 175,- tot
f300-
0 6 dagen alpineskiles f 110,-
lot f 140,-
3 dagen langlaufles f 60,- tot
f 75-
kinderskischool met middageten
f 20,- tot f 28,- per dag
kindercrèche (zonder skiën met
middageten) f 8- tot f 20,-per
Genoemde prijzen zijn ook dikwijls J
afhankelijk van het skiland van uw
keuze. Italië en Oostenrijk zijn b.v.
wat goedkoper dan Zwitserland en
Frankrijk, hoewel de verschillen de
laatste jaren snel kleiner zijn ge
worden.
Kössen is een bekende winterspoif-
plaats in het Wilde Kaisergebied in
Tirol, Oostenrijk. De skipisten van
Kössen strekken zich ver uit en
worden met elkaar verbonden door
een drietal moderne stoeltjesliften
en vier sleepliften. Het skigebied
ligt op 1700 meter hoogte en biedt
een prachtig uitzicht op de bergen
van Tirol.
Naast de vele skimogelijkheden biedt
Kössen ook het nodige voor de
langlaufer. Op de uitgestrekte vel
den in het dal liggen in totaal ca.
140 km langlaufloipen. Voor die
genen die noch skiën noch lang
laufen zijn er diverse andere dingen
te doen. zoals schaatsen, ijsstok-
schieten, zwemmen of wandelen in
de bergen.
LAAT U VOORLICHTEN
DOOR WINTERSPORT
SPECIALISTEN BIJ HET
ANVR 'GOEIE REIS'
REISBUREAU
De bekende wintersportplaats
Mallnitz, gelegen in het Oosten
rijkse Karinthië, biedt skiërs en
langlaufers de komende winter
enkele all in arrangementen. Zo is
er bijvoorbeeld van 8 tot 15 de
cember een Ski Fit Testwoche. Er
wordt dan 6 dagen geskied onder
leiding van de plaatselijke ski-
school, waarbij gebruik kan wor
den gemaakt van de nieuwste test
ski's en schoenen. Er zal worden
geskied in het hooggelegen Anko-
gelskigebied, zodat er geen sneeuw-
problemen zullen zijn.
Voor alleenstaanden biedt Mallnitz
de 'Singles Wochen', met als motto
'den Winter geniessen, Freundschaft
schliessen'. Deze weken worden
gehouden van 5 tot 12 januari en
van 12 tot 19 januari 1985.
Mallnitz sluit het skiseizoen '84/'85
af met tourenskiweken. Van 9 lot
16 maart en van 16 tot 23 maart I
1985 worden deze weken gehouden.
i
Was in het verleden de winter
sportvakantie het'stiefkindje' van
de reisbureaus, de ANVR (Alge
mene Nederlandse Vereniging van
Reisbureaus) heeft daar de laat
ste jaren duidelijk verandering in
gebracht.
Door het meer gespreide boe
kingsseizoen voor de zomerva
kanties hebben heel veel reisbu-
reau-cmployé's in de winter tijd
gekregen om zelf ook de sneeuw-
bestemmingen op te zoeken en de
lange latten onder te binden.
De ANVR organiseert jaarlijks
speciale cursussen waardoor de
achterstand in de kennis van de
wintersport inmiddels is inge
haald. Sterker nog... loop maar
eens binnen bij zo'n reisbureau
dat aangesloten is bij de ANVR.
U zult versteld staan wat daar
voor een enorme 'know how' op
wintersportgebied voorhanden is.
Echte ANVR 'Goeie reis'-reisbu-
reaus dus. Er zijn er meer dan
1.000, verspreid door heel Neder
land, dus ook bij u in de buurt!
Laat u door hen voorlichten over
wat uw favoriete wintersportplekje
moet worden. Laat u informeren
over de verschillende wijzen van
vervoer: gaat u met eigen auto, of
maakt u gebruik van de super
voordelige skibus? Reist u com
fortabel met de speciale winter-
sporttreinen? Ook vliegen kan naar
een aantal uitstekende skigebie
den. Maar hoe u ook wenst te
reizen, bij het ANVR 'Goeic-reis'
reisbureau bicden ze u keus uit
vele honderden wintersportbe
stemmingen in alle prijsklassen,
sneeuw en zon en sport en gezel
ligheid. precies voor u op maat!
In het hart van de Dolomieten ligt in
de Italiaanse provincie Zuid-Tirol
en gedeeltelijk in de provincie Tren-
tino, 's werelds grootste skigebied:
Superski Dolomiti. Het enorme ski
gebied bevat 430 bergbanen en ski
liften en beslaat een oppervlakte
van circa 1050 km waar begin
nende, gevorderde en zeer ervaren
skiërs de meest uiteenlopende afda
lingen kunnen maken.
Van de totale 1050 km pisten waar
uit het gebied Superski Dolomiti
bestaat, zijn er meer dan 550 met
elkaar verbonden. De skigebieden
binnen het Superski Dolomiti die
niet met het 'skicircus' verbonden
zijn, hebben alle meer dan 50 tot
160 km afdalingsmogelijkheden.
De skipas die in het gebied wordt
uitgegeven, de Skipas Dolomiti Su
perski, is geldig in 10 dalen met 38
dorpen. Met slechts één skipas kan
men dus enorme tochten maken in
het Dolomieten-gebied. Men kan
zowel skiën in wereldberoemde win
tersportplaatsen zoals Cortina
d'Ampezzo, het Gródnertal en het
Fassatal, als in kleine schilderach
tige dorpen zoals het Eisacktal en
Arabba.
De skipas van het Dolomiti Super
ski-gebied kan ook gebruikt worden
voor de vele uitgestrekte langlauf-
gebieden. De plaatsen Kronplatz,
Seiseralm, Fassatal en Hoch Pus-
tertal hebben alle zo'n 70 km uit
gestrekte langlaufloipen.
Het skigebied Superski Dolomiti is j
een sneeuwzeker gebied; het weer
is er altijd mooi, er ligt vrijwel altijd
sneeuw en de temperaturen zijn bij
zonder aantrekkelijk. De vele berg
dorpen die het gebied kenmerken
bieden veel gastvrijheid en com
fort. Het gebied trekt altijd een
internationaal publiek en biedtveïe
evenementen.
Eén van de vele pluspunten van
Superski Dolomiti is het feit dat het
optimaal én gemakkelijk te berei
ken is zowel met de auto als met de
trein of bus.
Voor Nederland is Oostenrijk al
jaren wintersport/and nummer een,
maar ook Zwitserland wordt voor
ons Nederlanders steeds populair
der als wintervakantie-bestem-
ming.
En dat is niet zonder reden, want
Zwitserland heeft met Graubunden,
het Berner Oberland en met Wallis
enorm uitgebreide skigebieden met
komplete en heel gezellige ski-oor
den. Er zijn kleine bergdorpjes en
ook ultra moderne en beroemde
wintersportplaatsen.
Wallis, of Valais zoals het in
Frans Zwitserland genoemd wordt,
is vooral in trek in ons lage tandje.
Haute Nendaz, Veysonnaz, Crans,
Montana en ook Grachen zijn be
stemmingen die in veel wintergid-
sen te vinden zijn.
Dit komt vooral omdat er in de
Valais veel appartementen gebouwd
zijn. Het gebied van Haute Nen
daz bijvoorbeeld ligt op een vrij
wel zonzeker plateau en heeft ski-
liji-verbindingen met een nog veel
groter gebied, "Les 4 Va/lees" met
in hel totaal 90 liften. Ook wandel
wegen en langlaufloipen zijn er
talrijk en schitterend mooi.
Ook het après ski is in Wallis oer
gezellig met de Walliser wijn. kaas
fondue en her Raclette eten in aller
lei bistro 's en restaurants.
Even verder in Wallis in het dal
van Zermatt ligt Grachen op 1600
meter hoogte. Eerst een eenvoudig
boerendorpje en pas de laatste twin
tig jaar uitgebouwd rot een hei'/
volwassen dorp.
Wallis is niet voorniers zo populair.