m
PEEL EN MAAS
50 jaar Rijvereniging Nobel Oostrum
:rs
"^éerutdkb
JOS VAIM ES co
Auto - Carrosserriedelen
Zondagochtend
concert
eit
)c?
UUR
u de
X.
1-83525
Hop,
lijl
Ver
dai
he,
Onze „special" onder deze titel, vori
ge week als bijlage van Peel en Maas
verschenen, mocht zich alom in een gro
te belangstelling verheugen. Zelfs scho
len maken er gebruik van om de leerlin
gen nog eens bekend te maken met dat
gene wat Venray veertig jaar geleden
moest meemaken om de vrijheid te ver
erven
Maar, ondanks dat wij in onze inlei-
ling duidelijk stelden, dat wij niet de
jretenties hebben, met deze „special"
le oorlogsgeschiedenis van Venray in al
:ijn facetten te hebben belicht, kregen
vij hierover toch goed bedoelde kritie-
ten. We weten het: te veel moest nog
mbeschreven blijven; zal vermoedelijk
jok nooit meer beschreven worden.
Voor drie onderwerpen willen wij
echter, op speciaal verzoek, deze week
nog een uitzondering maken. Wij wer
den daarin nog gesteund door enkele
toevallige ontmoetingen - ook al weer
naar aanleidng van onze speciale uitga-
Zo maakten we kennis met de familie
Bloem uit Monnickendam, wier zuster
in oktober 1944 sneuvelde nabij hel
Nieuwhuis aan de Smakterweg en waar
.evens kapelaan Olieslagers gedood
werd.
Verder maakten we kennis met oud
sergeant Davis, die 40 jaar geleden als
:en der eerste Engelse soldaten, Venray
)innentrok en nu hier zijn herinnerin-
;en nog eens kwam opfrissen.
En tenslotte: te weinig aandacht is al
die jaren besteed aan de gaarkeuken van
Venray, die vanaf het moment dat de
evacué's uit onze buurgemeenten Ven
ray binnenkwamen, tot ver na de bevrij
ding voor soep en stamppot zorgde. Nu
een terugblik daarop.
Kapelaan
Olieslagers
Op maandag 23 oktober 1944 -Ven-
ray-dorp was al 'n dag of vijf bevrijd -
stierf kapelaan Willy Olieslagers, ge
troffen tijdens een granaatvuur, ergens
in de Spurkt nabij boerderij 't Nieuw
huis aan de Smakterweg.
Kapelaan Olieslagers was een nog vrij
ionge kapelaan, die met kapelaan Kue-
:rs en Deken Berden de zielzorgers van
le Grote Kerk vormden. Een van zijn
opdrachten, te werken aan de zielzorg
'an de Venrayse jeugd, werd door de
luitse bezetters wel heel erg bemoei-
ijkt, want alle jeugdverenigingen waren
'erboden. Jeugdverenigingen die tot
Jan steeds floreerden onder de zorg van
een aalmoezenier of geestelijk adviseur.
I Door deze opgelegde handicap bleef
Zijn kontakt met de jeugd beperkt tot
het godsdienstonderwijs in de scholen
en het regelmatig biechthoren dat toen
f>ok nog in klasseverband gebeurde.
Toen na de grote vakantie van juli-
ugustus 1944 de scholen niet meer her-
•pent werden, de meeste waren ook
loor de Duitsers gevorderd en bezet,
'erloor hij elk direkt-kontakt met de
ieugd. Dat moet hem toch wel pijn ge-
'aan hebben, want als jonge sportieve
•riester (34 jaar) zal hij beslist wel een
mdere voorstelling van zijn priesterlijke
org hebben gemaakt.
Kapelaan Willy Olieslagers was in
maart 1910 in Roermond geboren. Op
|3 maart 1937 werd hij priester gewijd,
Eevolgd door zijn benoeming tot kape
lan te Vlodrop. In september 1940, dus
al in de oorlog, werd hij benoemd tot
kapelaan in de Petrus Bandenkerk.
In de oorlogsjaren van september-
Oktober 1944 was hij evenals vele andere
leestelijken dagelijks in de weer om
lijstand te geven aan hen die gewond
'erden bij beschietingen. Dat hield niet
)p bij de bevrijding van Venray, inte-
:ndeel.„.
Zo werd kapelaan Olieslagers op
laandag 23 oktober geroepen bij een
ervende, ergens in de Spurkt. Op weg
daarheen werd hij vergezeld door zuster
Bloem, een verpleegster van het Wit-
Gele Kruis uit Boxmeer. Op de Smak
terweg kregen ze begeleiding van enkele
Engelse militairen, omdat men de En
gelse stellingen naderde en het front in
feite niet zo heel ver weg was.
Na een kort oponthoud in boerderij 't
Nieuwhuis vervolgde men zijn weg.
Vrijwel direkt daarna barste weer een
granaatvuur los, waarvoor het viertal
geen dekking meer kon vinden. Kape
laan Olieslagers, zuster Bloem en de
twee militairen werden gedood, en wer
den later in de nabijheid begraven.
Zuster
Maria Bloem
Rie Bloem, zoals ze genoemd werd,
was verpleegster/inspectrice van het
Wit-Gele Kruis in Boxmeer. In de oor
logsmaand oktober 1944 (zij was toen
32 jaar) brachten de vele aktiviteiten bij
de hulpverlening haar op verschillende
plaatsen in Oostelijk Noord Brabant,
dat op Overloon na, grotendeels al was
bevrijd. Zij kreeg daarbij veel hulp van
de Engelse soldaten, die haar steeds
meenamen naar plaatsen waar ze nodig
was.
In haar dagboek uit die tijd lezen we
o.m. dat op donderdag 19 oktober,
daags na de bevrijding van Venray,
zusters Ursulinen van het klooster Jeru
salem door Engelse ambulances werden
geëvacueerd naar Boekei.
In St. Anthonis e.o. was toen al spra
ke van een hulpaktie voor Venray.
Op vrijdag 20 oktober had zij in het
gemeentehuis van St. Anthonis, een
gesprek met burgemeester Remmen en
enkele paters, over de voedselvoorzie
ning van Venray. Zij maakte die dag
met een Engelse wagen een tocht naar
Venray.
Overal onderweg, zo schrijft zij, wer
den levensmiddelen ingezameld.
Op het gemeentehuis maakte zij ken
nis met kapitein van der Sluijs en ma
joor Stok die er de civiele zaken gingen
regelen. Op de terugweg werden mensen
uit Venray meegenomen naar St. An
thonis en Wanroy.
Op zaterdag 21 oktober is zuster
Bloem weer behulpzaam bij het evacue
ren van Venrayse mensen. Volgens haar
dagboek werden er verschillende Ameri
kaanse vrachtwagens vol geladen met
evacué's o.a. vanaf St. Servatius. Daar
heeft ze die middag nog een beschieting
meegemaakt, waardoor ze gedwongen
was enkele uren in de kelder te verblij
ven.
Een eerste Engels transport evacué's,
ook vanaf St. Servatius, zou zijn be
schoten, vlak buiten de poort. Enkele
doden en vele gewonden. Verdere trans
porten werden die dag afgelast.
Op zondag 20 oktober was zuster
Bloem opnieuw in Venray. Ook nu
voornamelijk om mensen te helpen met
het evacueren. Zij en haar metgezellen
kregen passeerbewijzen waardoor ze on
gehinderd Venray in en uit konden.
Die dag werden de laatste vluchtelin
gen uit de kelders van St. Servatius weg
gebracht naar veiliger oorden.
En d&t is het laatste wat in het dag
boek vermeld staat....
Op dinsdag 24 oktober kregen enkele
vrienden en bekenden bericht dat Rie
Bloem in Venray een ongeluk heeft ge
had, tengevolge waarvan zij is overle
den....
WAT WAS ER GEBEURD?
Uit het politierapport dat in mei 1945
werd opgemaakt, blijkt dat zuster
Bloem (op maandag 23 oktober) in ge
zelschap van kapelaan Olieslagers en
twee militairen op de Smakterweg bij
boerderij Goumans aanklopten, zij
waren op weg naar een stervende ergens
in de Spurkt.
Na een kort gesprek
met Goumans ging het viertal naar bui
ten en liep in de richting van een Engelse
militaire stelling. Even later kwam er
weer vijandelijk granaatvuur en dat is
deze mensen fataal geworden.
Een Engelse kapitein kwam korte
tijd later melden, dat er vier personen,
twee militairen, een geestelijke en een
verpleegster, waren gesneuveld.
Toen maanden later het noorden van
ons land werd bevrijd, hebben inwoners
van Monnickendam spontaan gezorgd
dat het stoffelijk overschot van Ria
Bloem naar Monnickendam werd over
gebracht. Haar werd postuum de Flo
rence Nightingale medaille toegekend
door het Internationale Comité van het
Rode Kruis te Genève, wegens „buiten
gewone moed en zeer bijzonder opoffe
rende toewijding".
Het stoffelijk overschot van kapelaan
Olieslagers werd later herbegraven op
het kerhof rond de Grote Kerk en weer
vele jaren later overgebracht naar de be
graafplaats Boschhuizen.
De beide militairen kregen een laatste
rustplaats op het Engelse militair kerk
hof aan de Hoenderstraat.
Zaterdagavond om 19.00 uur zal ter
intentie van deze vier gesneuvelden, in
de Grote Kerk de avondmis worden op
gedragen. De familie Bloem zal 's mid
dags ook aanwezig zijn bij de eenvoudi
ge dodenherdenking op het Engels kerk
hof.
Sergeant Davis
EEN DER EERSTE SOLDATEN DIE
IN 1944 VENRAY BINNENKWAM
Daar zit je dan, ten huize van de fa
milie Huisman, een van de vele gastge
zinnen in Overloon, te wachten op een
van de eerste soldaten die Venray bin
nenkwam! De eerste soldaat die, nu
zo'n 40 jaar geleden, aan het hoofd van
zijn compagnie over de Overloonseweg
Venray binnenkroop; om ons Venray te
bevrijden.
Ineens krijgt die groep: „de
Engelsen", een gezicht, en wel het ge
zicht van sergeant G.W.A. Davis, A
Compagny of the 2th Battalion. Een ou
dere man, nu 69 jaar, grijs maar vitaal,
druk doende om al zijn herinneringen
(foto's, boeken e.d.) aan de slag van
Overloon en Venray bij elkaar te krij
gen. We buigen ons over albums, boe
ken, landkaarten en proberen ons voor
te stellen hoe alles toen was.
Serg. Davis (1943) in het grensgebied tussen
India en Afghanistan.
Negenentwintig jaar oud was sergeant
Davis toen, in het leger sinds 1934 en
met heel wat ervaring als gunner in „the
Green Howards Regiment" aan het
Noord-West front in India. Want niet
alleen in Europa was het oorlog!
Drie zogenaamde „tours" heeft hij
daar gehad en hij praat er honderduit
over, want ook die jaren staan scherp in
zijn geheugen gegrift. Toen was hij
gestationeerd in Ford Razmak,'op de
grens van India en Afghanistan. Rus
land ligt maar enkele mijlen verder. Een
fort waar je gek kon worden van de to
tale isolatie: in het Himalaya gebergte,
zonder afleiding, zonder enige civilisa
tie.
Toen hij thuis kwam in Engeland,
trouwde hij, maar kon slechts 40 dagen
bij zijn jonge bruid doorbrengen. Toen
wachtte hem weer inscheping, nu naar
Normandië. Hier werd hij ingedeeld bij
„the Warwichshire's", 2th Battalion,
dat vocht bij Falaise; trok Nederland in
en kwam uiteindelijk in Overloon te
recht.
„Stel je zoiets voor, in al die tijd, van
Normandië tot na de bevrijding van
Venray, (ruim drie maanden), was er
slechts één keer gelegenheid geweest om
je te baden. Voedsel was er voldoende,
behalve wanneer je in felle strijd gewik
keld was. Had je voedsel over, dan gaf
je dat aan de Nederlandse burgers. Je
was nat van de Molenbeek en hoeveel
andere beken daarvoor. Je viel de Duit
sers aan en moest je weer terugtrekken.
Geen huis was veilig want de „Jerries"
konden overal zijn. Je sliep staande in
'n portiek, terwiji je kameraad de wacht
MODELBOUW
GEREEDSCHAPPEN
Hofstraat 6 Venray
Tel. 04780-81069
hield. Uiteindelijk raakte ik zelf gewond
door een verdwaalde mortier".
Haperend, vol moeilijk te bedwingen
emoties, zich kameraden herinnerend,
dan weer een foto herkennend, volgen
we zijn weg van Overloon naar Venray.
Over de Overloonseweg en de niet te
vertrouwen vol mijnen liggende weilan
den, Venray binnen tot ongeveer bij St.
Jozef. Dan weer terug, want de Duitsers
lanceren een tegenaanval. Meter voor
meter teruggedrongen, terwijl de avond
viel. Uiteindelijk 's anderdaags de C-
compagny volgend, die de weg over het
terrein van St. Anna ontzet had, trok
ken ze over de Gasstraat verder Noord
en Oost Venray binnen.
Ook Venrayse namen herkent hij. Hij
vertelt, hoe hij de sterkte van de Duit
sers en andere strategische gegevens, ge
kregen van de Venrayse ondergrondse,
door kon geven aan zijn brigade, al zit
tend op het dak van P. Schoester aan de
Oostsingel.
En na alle emoties komen dan de
anecdotes en grappige gebeurtenissen,
de je moraal weer wat opkrikten naar
boven. Dat was ook wel nodig, want
van zijn 200 man tellende compagnie
waren er nog 30 over. Laat Venray de
gevallen kameraden van sergeant Davis
niet vergeten!
Nog enkele dagen zijn deze oud-
strijders hier. Een hernieuwde confron
tatie met die dramatische dagen van
toen. Net zo hevig als D-Day, volgens
de geschiedschrijvers. Daarna keren ze
weer terug naar Engeland, na een laatste
groet aan hen die in 1944 voorgoed hier
moesten blijven....
De centrale keuken
in Venray
In de tweede helft van september 1944
stroomde Venray vol evacué's uit Over
loon, Maashees en Vierlingsbeek. Zij
zochten een goed heenkomen bij familie
vrienden of bekenden, maar werden
ook opgenomen in onze kloosterkel
ders.
Evacué's die helemaal geen onderko
men wisten, werden veel doorgestuurd
naar Oirlo, omdat men veronderstelde,
dat daar nog wel genoeg voedsel zou
zijn, omdat daar relatief veel boeren
woonden.
De familie Goumans, slagerij aan het
Kerkpad, bood haar goede diensten
aan. Men was bereid elke dag een war
me maaltijd te bereiden. Als slager had
den zij nog vlees in voorraad. De distri
butie werkte toch niet meer. Als boer,
hadden zij ook geen gebrek aan andere
levensmiddelen omdat Goumans eige
naar was van boerderij „Het Rozen-
daal".
Brandstof hadden ze ook nog, omdat
ze met de toegewezen brandstof voor de
worstkeuken zuinig waren omgespron
gen. In die worstkeuken van slagerij
Goumans stonden twee kookketels. Een
van 150 Itr. en een van 350 ltr. Een ge
lukkige bijkomstigheid was ook nog,
dat zij voldoende zout in voorraad had
den.
Op 18 september was de stroom in
Venray uitgevallen. Daarom had buur
man Tillemans op de binnenplaats een
pomp geslagen, zodat men ook ruim
schoots over water beschikte. Alles was
dus voorhanden en de evacué's werden
opgeroepen voor het schillen van aard
appelen.
De eerste dag stonden stevige erwten
soep en stamppot op het munu. Op de
Markt en op het Henseniusplein werden
aan de bomen briefjes opgehangen met
de vermelding: vanaf 12 uur kunnen
door de evacué's op Kerkpad 3 gratis
warme maaltijden worden afgehaald.
Dit bericht ging als een lopend vuurt
je door heel Venray, en reeds de eerste
dag kwam er een hele stroom klanten op
af.
Het begrip „evacué" werd heel ruim
opgevat, want iedereen had honger en
het begrip overleven gold voor iedereen.
Toen eenmaal goed bekend was, dat
hier voor de gemeenschap werd ge
kookt, werden er van meerdere kanten
levensmiddelen ter beschikking gesteld.
Pater Rector van het jongens-
gymnasium, stelde alle groente uit de
gymnasiumtuin ter beschikking.
Na het grote bombardement op
Venray, op 12 oktober, hebben Chr.
Arts (Kruitweg) en JGoumans (Kemp-
weg) onder granaatvuur bijna een hele
geslachte koe gehaald bij slagerij Ver-
winterschilders
omdat schilderen een zaak van
vertrouwen is.
cor reijnders
dr. poelsstraat 14 venray
telefoon: 82810
DONDERDAG 18 OKTOBER 1984 Nr. 42
HONDERDENVIJFDE JAARGANG
Voor kleine en grote drukwerken van den Munckhof b. v.
Grotestraat 68 - Venray - natuurlijk mag U bellen: 82727
50 jaar geleden werd op initiatief van
Meester Wijnhoven een ruiterclub opge
richt. Als naam van de club bedacht de
toenmalige parochieherder Asselberghs
„Nobel", een naam die nü 50 jaar later,
nog een begrip is in de landelijke
ruitersport in deze regio.
Toen in 1934 op initiatief van de
LLTB de LLRB (Landelijke Limburgse
Ruiter Bond) werd opgericht was Nobel
een van eerste die zich aanmeldde. Het
was in die tijd dat er minder aan afde-
lingsdressuur werd gedaan, doch meer
aan rennen en draven. Toch behaalde
Nobel in 1936 een le prijs bij de 8-tallen
tijdens een concours in Castenray.
In 1940 toen de oorlog uitbrak lag het
gehele verenigingsleven stil en het was in
1946 toen er weer opnieuw werd begon
nen.
Voorzitter werd Frans Muyres terwijl
Ton van Dijck het secretariaat op zich
nam, dat later door Teng Aben werd
overgenomen. Als bestuursleden deden
dienst Wim Vollenberg en Toon Ver-
heijen. Hans Wijnhoven werd comman
dant en hij deed het lang niet slecht
gezien de resultaten die werden behaald.
N.I. in 1949 Limburgs kampioen in
Roermonden reserve-kampioen in 1950
te Sittard bij de 8-tallen. Ook behaalde
Teng Aben in 1950 de reservetitel bij het
schoondraven Belgisch type.
Hierna werd het stil rond Nobel en
het was Jeu Staaks, die tesamen met
Teng Aben en Sjeng van de Pasch, de
club nieuwe adem inblies. Piet van
Dijck werd voorzitter en Teng Aben se
cretaris.
In 1976 werd voor de tweede keer de
Limburgse titel naar Oostrum gehaald
met de opmerking dat door omstandig
heden Leunse en Veulense ruiters lid
van onze vereniging waren.
In 1980 nam Jeu Staaks het voorzit
terschap over.
Loobeekweg 2 Holthees, tel. 04782-777
Bumpers, grillen koplampen
Sikkens autolakken
schuuren in de Grotestraat, welk dier
door een granaat getrotfen was en daar
na geslacht moest worden.
Tinus Martens-Michiels van den
Buus, had bij zijn evacuatie vier slacht-
varkens moeten achterlaten. Ook deze
stelde hij ter beschikking van de ge
meenschap.
Deze hele varkens werden tot een vet
te vleespartij verwerkt, waardoor men
een prima broodbeleg kreeg. Voor de
evacué's werden boterhammen ge
smeerd, en wie nog brood had, kon
pastei afhalen voor boterhambeleg.
Intussen werden honderden granaten
door de geallieerden vanuit Overloon op
de Petrus Banden toren afgevuurd,
waar de Duitsers uitkijkposten hadden.
Hierdoor kwamen tientallen granaten in
de nabijheid van de Centrale Keuken te
recht. Dus moesten de kookketels heel
goed afgedekt worden zodat er geen glas
en zand in het eten kwam.
Bij het neerkomen van een zware En
gelse bom (500 pounder), was vader
Goumans echter net even te laat om in
de kolenkelder te vluchten. Hij kreeg
oen bomscherf in zijn bovendij. Deze
scherf was door een sterke tabaksdoos
doorgedrongen tot op het been. We
kunnen rustig aannemen dat deze ta
baksdoos zijn been heeft gered. Vader
Goumans kreeg toen wel meteen een
hartaanval.
Ondanks het hevige granaatvuur van
uit Overloon, bleef de keuken draaien
en iedereen kwam eten halen als het
even rustig was. Soms was de afname zo
groot, dat men twee keer per dag moest
koken. Om de voorraad weer aan te vul
len werd in Oirlo 'n flinke partij erw
ten en bonen gehaald, met medewer
king van enkele mensen van het voedsel-
bureau.
Van diverse noodslachtingen was vol
doende vlees voorhanden. Van deze
noodslachtingen, kwam ook het nodige
vet voor de maaltijden. Dikwijls werd er
haché bereid en dat gaf lekker jus bij de
aardappelen of stamppot. Daar het
vlees de hele oorlog gerantsoeneerd was,
kregen veel mensen meer vlees, dan ze in
de oorlog hadden gehad.
Het verdere menu was veel dikke erw
ten- of bonensoep, boerenkoolstam-
pot, hutspot en hete bliksem van aard
appelen, appelen en peren.
Na het zware bombardement van 12
oktober, werd de afname in de keuken
wel minder, maar er werd elke dag eten
verstrekt.
Na de bevrijding evacueerde de fami
lie Goumans naar Boekei, waar men
weldra weer startte met een „gaarkeu
ken" voor de vele evacué's. In decem
ber werden ze echter verzocht weer naar
Venray te komen om daar opnieuw te
beginnen met koken voor de bouwvak
kers die al in Venray terug waren, om
met de opbouw te starten.
Begonnen werd in de keuken van
Huize „Servatius", waar ook de eerste
bouwvakkers hun primitief onderko
men hadden. Maar al gauw werd de
keuken weer overgebracht naar het
Kerkpad.
Iedereen die in Venray terugkwam
kon toen eten komen halen. De weder-
opbouwers kregen hun maaltijden toen
in de lunchroom van Verheugen en in de
zaal van Schellen aan de Hensenius-
straat.
Het vervoer werd verzorgd door P.
Siebers met een ponywagentje. De voor
malige kok van het jongensgymnasïum,
P. Louwe, heeft zich toen ook heel ver
dienstelijk gemaakt met koken. Hij had
ervaring om voor veel mensen te koken.
Zo draaide de keuken verder met lang
zamerhand een vaste kern van perso
neel, kok en schillers.
Direkt na de bevrijding op 5 mei 1945
kwamen er vele Hollandse aannemers
en bouwvakkers naar Venray. Ook zij
profiteerden van de „gaarkeuken".
Met de bevrijding begon zich ook de
„bureaucratie" te herstellen. Achter
eenvolgens waren het de gemeente, Mili
tair Gezag en later de D.U.W. (Dienst
Uitvoering Werken), die zich met de
keuken gingen bemoeien.
En daarmee naderde langzamerhand
het einde van Venrays Centrale Keuken.
De D.U.W. kon de werkkampen in de
Peel (Peelplan Zuid) weer in gebruik ne-
De leden ca. 25, houden zich niet al
leen met de paardensport bezig, er
wordt deelgenomen aan zeskampen,
voetballen en touwtrekken.
Onder de leden heerst een hechte
saamhorige sfeer en het gezegde „als we
maar niet het laatste worden" wordt
vaak gehoord.
Toch worden er leuke prestaties gele
verd, want zo werd Nobel dit seizoen al
5x uitgeroepen tot best paraderende af
deling. Ook behaalde Jeu Staaks
onlangs in Oirlo de kampioenstitel bij
het dressuur Veteranen 50 jaar en
ouder.
Op zaterdag 20 oktober gedenkt men
net feit dat 50 jaar geleden Nobel werd
opge richt. Om 19.00 uur is er uit
dankbaarheid een H. Mis in de
Parochiekerk van Oostrum.
Om 20.15 uur is er een receptie in de
feestelijk versierde tuinbouwloods aan
de Stationsweg in Oostrum.
Vanaf ca. 21.30 uur is er een feest
avond met muziek en dans, een natje en
een droogje, voor iedereen toeganke
lijk.
Het zondagochtendconcert in de
schouwburg, zondag a.s., wordt dit
maal o.m. verzorgd door het Muziek-
en Majoretten Showkorps St. Petrus
Banden. Die aankondiging alleen al zou
de foyer vol moeten doen lopen, want
men weet zich verzekerd van een goed
stukje muziek dat met veel elan ge
bracht wordt.
En als extraatje nog een korte show
van de majoretten.
Een gedeelte van dit zondagochtend-
gebeuren wordt verzorgd door het
volksorkest „Parelmoer". Gebracht
worden voornamelijk eigen composi
ties, uitsluitend in het Nederlands of in
het dialect, aangevuld met enkele tradi
tionele werken. Nasst stukken, waarin
bepaalde zaken uit onze samenleving op
de korrel worden genomen, ontbreken
ook de luchtige en vrolijke liederen niet.
De aanvang is zoals gewoonlijk half
twaalf en de entree is gratis.
men. Deze waren ontstaan in de dertiger
jaren, toen de werklozen met de schop
de Peel moesten ontginnen. Toen de
keuken gesloten werd, is Jan Louwe
overgeplaatst naar een van die kampen
waar hij beheerder werd. Dankzij zijn
verdienstelijk werk hier, heeft hij er een
mooie en welverdiende baan aan over
gehouden.
St. Servatius
40 jaar geleden.
Oorlog
en bevrijding
Evenals Venray zelf, besteed ook St.
Servatius aandacht aan de bevrijding
van veertig jaar geleden. Een bevrijding
die toen voor alle patiënten en perso
neelsleden een jaar lang evacuatie naar
België betekende.
De museumcommissie van St. Serva
tius heeft in het Servaas-museum een
foto-tentoonstelling ingericht over het
oorlogsgebeuren in de oktoberdagen
van 1944 in St. Servatius. Een foto
tentoonstelling die niet alleen de ver
woeste gebouwen uit die dagen Iaat
zien, maar ook het kelderleven van be
woners, personeel en de vele vluchtelin
gen uit Venray en omgeving (in totaal
ruim 4000 mensen), die in St. Servatius
hun toevlucht zochten.
De foto-tentoonstelling - in aanslui
ting op een plechtige Eucharistieviering
in de Servaaskapel, ter nagedachtenis
aan de Venrayse slachtoffers uit die da
gen - zal op zondag 21 oktober a.s. wor
den geopend door drs. P.L.L. Dorren,
directeur van het Psychiatrisch Centrum
Venray.
De plechtige Eucharistieviering begint
om 9.30 uur, waarna om 10.30 uur
de opening van de tentoonstelling zal
plaatsvinden. Nadien is het museum (in
gang tegenover paviljoen B) nog tot 's
middags 12.00 uur geopend voor patiën
ten, personeel en andere belangstellen
den uit Venray.