m PEEL EN MAAS 50 jaar Rijvereniging Nobel Oostrum :rs "^éerutdkb JOS VAIM ES co Auto - Carrosserriedelen Zondagochtend concert eit )c? UUR u de X. 1-83525 Hop, lijl Ver dai he, Onze „special" onder deze titel, vori ge week als bijlage van Peel en Maas verschenen, mocht zich alom in een gro te belangstelling verheugen. Zelfs scho len maken er gebruik van om de leerlin gen nog eens bekend te maken met dat gene wat Venray veertig jaar geleden moest meemaken om de vrijheid te ver erven Maar, ondanks dat wij in onze inlei- ling duidelijk stelden, dat wij niet de jretenties hebben, met deze „special" le oorlogsgeschiedenis van Venray in al :ijn facetten te hebben belicht, kregen vij hierover toch goed bedoelde kritie- ten. We weten het: te veel moest nog mbeschreven blijven; zal vermoedelijk jok nooit meer beschreven worden. Voor drie onderwerpen willen wij echter, op speciaal verzoek, deze week nog een uitzondering maken. Wij wer den daarin nog gesteund door enkele toevallige ontmoetingen - ook al weer naar aanleidng van onze speciale uitga- Zo maakten we kennis met de familie Bloem uit Monnickendam, wier zuster in oktober 1944 sneuvelde nabij hel Nieuwhuis aan de Smakterweg en waar .evens kapelaan Olieslagers gedood werd. Verder maakten we kennis met oud sergeant Davis, die 40 jaar geleden als :en der eerste Engelse soldaten, Venray )innentrok en nu hier zijn herinnerin- ;en nog eens kwam opfrissen. En tenslotte: te weinig aandacht is al die jaren besteed aan de gaarkeuken van Venray, die vanaf het moment dat de evacué's uit onze buurgemeenten Ven ray binnenkwamen, tot ver na de bevrij ding voor soep en stamppot zorgde. Nu een terugblik daarop. Kapelaan Olieslagers Op maandag 23 oktober 1944 -Ven- ray-dorp was al 'n dag of vijf bevrijd - stierf kapelaan Willy Olieslagers, ge troffen tijdens een granaatvuur, ergens in de Spurkt nabij boerderij 't Nieuw huis aan de Smakterweg. Kapelaan Olieslagers was een nog vrij ionge kapelaan, die met kapelaan Kue- :rs en Deken Berden de zielzorgers van le Grote Kerk vormden. Een van zijn opdrachten, te werken aan de zielzorg 'an de Venrayse jeugd, werd door de luitse bezetters wel heel erg bemoei- ijkt, want alle jeugdverenigingen waren 'erboden. Jeugdverenigingen die tot Jan steeds floreerden onder de zorg van een aalmoezenier of geestelijk adviseur. I Door deze opgelegde handicap bleef Zijn kontakt met de jeugd beperkt tot het godsdienstonderwijs in de scholen en het regelmatig biechthoren dat toen f>ok nog in klasseverband gebeurde. Toen na de grote vakantie van juli- ugustus 1944 de scholen niet meer her- •pent werden, de meeste waren ook loor de Duitsers gevorderd en bezet, 'erloor hij elk direkt-kontakt met de ieugd. Dat moet hem toch wel pijn ge- 'aan hebben, want als jonge sportieve •riester (34 jaar) zal hij beslist wel een mdere voorstelling van zijn priesterlijke org hebben gemaakt. Kapelaan Willy Olieslagers was in maart 1910 in Roermond geboren. Op |3 maart 1937 werd hij priester gewijd, Eevolgd door zijn benoeming tot kape lan te Vlodrop. In september 1940, dus al in de oorlog, werd hij benoemd tot kapelaan in de Petrus Bandenkerk. In de oorlogsjaren van september- Oktober 1944 was hij evenals vele andere leestelijken dagelijks in de weer om lijstand te geven aan hen die gewond 'erden bij beschietingen. Dat hield niet )p bij de bevrijding van Venray, inte- :ndeel.„. Zo werd kapelaan Olieslagers op laandag 23 oktober geroepen bij een ervende, ergens in de Spurkt. Op weg daarheen werd hij vergezeld door zuster Bloem, een verpleegster van het Wit- Gele Kruis uit Boxmeer. Op de Smak terweg kregen ze begeleiding van enkele Engelse militairen, omdat men de En gelse stellingen naderde en het front in feite niet zo heel ver weg was. Na een kort oponthoud in boerderij 't Nieuwhuis vervolgde men zijn weg. Vrijwel direkt daarna barste weer een granaatvuur los, waarvoor het viertal geen dekking meer kon vinden. Kape laan Olieslagers, zuster Bloem en de twee militairen werden gedood, en wer den later in de nabijheid begraven. Zuster Maria Bloem Rie Bloem, zoals ze genoemd werd, was verpleegster/inspectrice van het Wit-Gele Kruis in Boxmeer. In de oor logsmaand oktober 1944 (zij was toen 32 jaar) brachten de vele aktiviteiten bij de hulpverlening haar op verschillende plaatsen in Oostelijk Noord Brabant, dat op Overloon na, grotendeels al was bevrijd. Zij kreeg daarbij veel hulp van de Engelse soldaten, die haar steeds meenamen naar plaatsen waar ze nodig was. In haar dagboek uit die tijd lezen we o.m. dat op donderdag 19 oktober, daags na de bevrijding van Venray, zusters Ursulinen van het klooster Jeru salem door Engelse ambulances werden geëvacueerd naar Boekei. In St. Anthonis e.o. was toen al spra ke van een hulpaktie voor Venray. Op vrijdag 20 oktober had zij in het gemeentehuis van St. Anthonis, een gesprek met burgemeester Remmen en enkele paters, over de voedselvoorzie ning van Venray. Zij maakte die dag met een Engelse wagen een tocht naar Venray. Overal onderweg, zo schrijft zij, wer den levensmiddelen ingezameld. Op het gemeentehuis maakte zij ken nis met kapitein van der Sluijs en ma joor Stok die er de civiele zaken gingen regelen. Op de terugweg werden mensen uit Venray meegenomen naar St. An thonis en Wanroy. Op zaterdag 21 oktober is zuster Bloem weer behulpzaam bij het evacue ren van Venrayse mensen. Volgens haar dagboek werden er verschillende Ameri kaanse vrachtwagens vol geladen met evacué's o.a. vanaf St. Servatius. Daar heeft ze die middag nog een beschieting meegemaakt, waardoor ze gedwongen was enkele uren in de kelder te verblij ven. Een eerste Engels transport evacué's, ook vanaf St. Servatius, zou zijn be schoten, vlak buiten de poort. Enkele doden en vele gewonden. Verdere trans porten werden die dag afgelast. Op zondag 20 oktober was zuster Bloem opnieuw in Venray. Ook nu voornamelijk om mensen te helpen met het evacueren. Zij en haar metgezellen kregen passeerbewijzen waardoor ze on gehinderd Venray in en uit konden. Die dag werden de laatste vluchtelin gen uit de kelders van St. Servatius weg gebracht naar veiliger oorden. En d&t is het laatste wat in het dag boek vermeld staat.... Op dinsdag 24 oktober kregen enkele vrienden en bekenden bericht dat Rie Bloem in Venray een ongeluk heeft ge had, tengevolge waarvan zij is overle den.... WAT WAS ER GEBEURD? Uit het politierapport dat in mei 1945 werd opgemaakt, blijkt dat zuster Bloem (op maandag 23 oktober) in ge zelschap van kapelaan Olieslagers en twee militairen op de Smakterweg bij boerderij Goumans aanklopten, zij waren op weg naar een stervende ergens in de Spurkt. Na een kort gesprek met Goumans ging het viertal naar bui ten en liep in de richting van een Engelse militaire stelling. Even later kwam er weer vijandelijk granaatvuur en dat is deze mensen fataal geworden. Een Engelse kapitein kwam korte tijd later melden, dat er vier personen, twee militairen, een geestelijke en een verpleegster, waren gesneuveld. Toen maanden later het noorden van ons land werd bevrijd, hebben inwoners van Monnickendam spontaan gezorgd dat het stoffelijk overschot van Ria Bloem naar Monnickendam werd over gebracht. Haar werd postuum de Flo rence Nightingale medaille toegekend door het Internationale Comité van het Rode Kruis te Genève, wegens „buiten gewone moed en zeer bijzonder opoffe rende toewijding". Het stoffelijk overschot van kapelaan Olieslagers werd later herbegraven op het kerhof rond de Grote Kerk en weer vele jaren later overgebracht naar de be graafplaats Boschhuizen. De beide militairen kregen een laatste rustplaats op het Engelse militair kerk hof aan de Hoenderstraat. Zaterdagavond om 19.00 uur zal ter intentie van deze vier gesneuvelden, in de Grote Kerk de avondmis worden op gedragen. De familie Bloem zal 's mid dags ook aanwezig zijn bij de eenvoudi ge dodenherdenking op het Engels kerk hof. Sergeant Davis EEN DER EERSTE SOLDATEN DIE IN 1944 VENRAY BINNENKWAM Daar zit je dan, ten huize van de fa milie Huisman, een van de vele gastge zinnen in Overloon, te wachten op een van de eerste soldaten die Venray bin nenkwam! De eerste soldaat die, nu zo'n 40 jaar geleden, aan het hoofd van zijn compagnie over de Overloonseweg Venray binnenkroop; om ons Venray te bevrijden. Ineens krijgt die groep: „de Engelsen", een gezicht, en wel het ge zicht van sergeant G.W.A. Davis, A Compagny of the 2th Battalion. Een ou dere man, nu 69 jaar, grijs maar vitaal, druk doende om al zijn herinneringen (foto's, boeken e.d.) aan de slag van Overloon en Venray bij elkaar te krij gen. We buigen ons over albums, boe ken, landkaarten en proberen ons voor te stellen hoe alles toen was. Serg. Davis (1943) in het grensgebied tussen India en Afghanistan. Negenentwintig jaar oud was sergeant Davis toen, in het leger sinds 1934 en met heel wat ervaring als gunner in „the Green Howards Regiment" aan het Noord-West front in India. Want niet alleen in Europa was het oorlog! Drie zogenaamde „tours" heeft hij daar gehad en hij praat er honderduit over, want ook die jaren staan scherp in zijn geheugen gegrift. Toen was hij gestationeerd in Ford Razmak,'op de grens van India en Afghanistan. Rus land ligt maar enkele mijlen verder. Een fort waar je gek kon worden van de to tale isolatie: in het Himalaya gebergte, zonder afleiding, zonder enige civilisa tie. Toen hij thuis kwam in Engeland, trouwde hij, maar kon slechts 40 dagen bij zijn jonge bruid doorbrengen. Toen wachtte hem weer inscheping, nu naar Normandië. Hier werd hij ingedeeld bij „the Warwichshire's", 2th Battalion, dat vocht bij Falaise; trok Nederland in en kwam uiteindelijk in Overloon te recht. „Stel je zoiets voor, in al die tijd, van Normandië tot na de bevrijding van Venray, (ruim drie maanden), was er slechts één keer gelegenheid geweest om je te baden. Voedsel was er voldoende, behalve wanneer je in felle strijd gewik keld was. Had je voedsel over, dan gaf je dat aan de Nederlandse burgers. Je was nat van de Molenbeek en hoeveel andere beken daarvoor. Je viel de Duit sers aan en moest je weer terugtrekken. Geen huis was veilig want de „Jerries" konden overal zijn. Je sliep staande in 'n portiek, terwiji je kameraad de wacht MODELBOUW GEREEDSCHAPPEN Hofstraat 6 Venray Tel. 04780-81069 hield. Uiteindelijk raakte ik zelf gewond door een verdwaalde mortier". Haperend, vol moeilijk te bedwingen emoties, zich kameraden herinnerend, dan weer een foto herkennend, volgen we zijn weg van Overloon naar Venray. Over de Overloonseweg en de niet te vertrouwen vol mijnen liggende weilan den, Venray binnen tot ongeveer bij St. Jozef. Dan weer terug, want de Duitsers lanceren een tegenaanval. Meter voor meter teruggedrongen, terwijl de avond viel. Uiteindelijk 's anderdaags de C- compagny volgend, die de weg over het terrein van St. Anna ontzet had, trok ken ze over de Gasstraat verder Noord en Oost Venray binnen. Ook Venrayse namen herkent hij. Hij vertelt, hoe hij de sterkte van de Duit sers en andere strategische gegevens, ge kregen van de Venrayse ondergrondse, door kon geven aan zijn brigade, al zit tend op het dak van P. Schoester aan de Oostsingel. En na alle emoties komen dan de anecdotes en grappige gebeurtenissen, de je moraal weer wat opkrikten naar boven. Dat was ook wel nodig, want van zijn 200 man tellende compagnie waren er nog 30 over. Laat Venray de gevallen kameraden van sergeant Davis niet vergeten! Nog enkele dagen zijn deze oud- strijders hier. Een hernieuwde confron tatie met die dramatische dagen van toen. Net zo hevig als D-Day, volgens de geschiedschrijvers. Daarna keren ze weer terug naar Engeland, na een laatste groet aan hen die in 1944 voorgoed hier moesten blijven.... De centrale keuken in Venray In de tweede helft van september 1944 stroomde Venray vol evacué's uit Over loon, Maashees en Vierlingsbeek. Zij zochten een goed heenkomen bij familie vrienden of bekenden, maar werden ook opgenomen in onze kloosterkel ders. Evacué's die helemaal geen onderko men wisten, werden veel doorgestuurd naar Oirlo, omdat men veronderstelde, dat daar nog wel genoeg voedsel zou zijn, omdat daar relatief veel boeren woonden. De familie Goumans, slagerij aan het Kerkpad, bood haar goede diensten aan. Men was bereid elke dag een war me maaltijd te bereiden. Als slager had den zij nog vlees in voorraad. De distri butie werkte toch niet meer. Als boer, hadden zij ook geen gebrek aan andere levensmiddelen omdat Goumans eige naar was van boerderij „Het Rozen- daal". Brandstof hadden ze ook nog, omdat ze met de toegewezen brandstof voor de worstkeuken zuinig waren omgespron gen. In die worstkeuken van slagerij Goumans stonden twee kookketels. Een van 150 Itr. en een van 350 ltr. Een ge lukkige bijkomstigheid was ook nog, dat zij voldoende zout in voorraad had den. Op 18 september was de stroom in Venray uitgevallen. Daarom had buur man Tillemans op de binnenplaats een pomp geslagen, zodat men ook ruim schoots over water beschikte. Alles was dus voorhanden en de evacué's werden opgeroepen voor het schillen van aard appelen. De eerste dag stonden stevige erwten soep en stamppot op het munu. Op de Markt en op het Henseniusplein werden aan de bomen briefjes opgehangen met de vermelding: vanaf 12 uur kunnen door de evacué's op Kerkpad 3 gratis warme maaltijden worden afgehaald. Dit bericht ging als een lopend vuurt je door heel Venray, en reeds de eerste dag kwam er een hele stroom klanten op af. Het begrip „evacué" werd heel ruim opgevat, want iedereen had honger en het begrip overleven gold voor iedereen. Toen eenmaal goed bekend was, dat hier voor de gemeenschap werd ge kookt, werden er van meerdere kanten levensmiddelen ter beschikking gesteld. Pater Rector van het jongens- gymnasium, stelde alle groente uit de gymnasiumtuin ter beschikking. Na het grote bombardement op Venray, op 12 oktober, hebben Chr. Arts (Kruitweg) en JGoumans (Kemp- weg) onder granaatvuur bijna een hele geslachte koe gehaald bij slagerij Ver- winterschilders omdat schilderen een zaak van vertrouwen is. cor reijnders dr. poelsstraat 14 venray telefoon: 82810 DONDERDAG 18 OKTOBER 1984 Nr. 42 HONDERDENVIJFDE JAARGANG Voor kleine en grote drukwerken van den Munckhof b. v. Grotestraat 68 - Venray - natuurlijk mag U bellen: 82727 50 jaar geleden werd op initiatief van Meester Wijnhoven een ruiterclub opge richt. Als naam van de club bedacht de toenmalige parochieherder Asselberghs „Nobel", een naam die nü 50 jaar later, nog een begrip is in de landelijke ruitersport in deze regio. Toen in 1934 op initiatief van de LLTB de LLRB (Landelijke Limburgse Ruiter Bond) werd opgericht was Nobel een van eerste die zich aanmeldde. Het was in die tijd dat er minder aan afde- lingsdressuur werd gedaan, doch meer aan rennen en draven. Toch behaalde Nobel in 1936 een le prijs bij de 8-tallen tijdens een concours in Castenray. In 1940 toen de oorlog uitbrak lag het gehele verenigingsleven stil en het was in 1946 toen er weer opnieuw werd begon nen. Voorzitter werd Frans Muyres terwijl Ton van Dijck het secretariaat op zich nam, dat later door Teng Aben werd overgenomen. Als bestuursleden deden dienst Wim Vollenberg en Toon Ver- heijen. Hans Wijnhoven werd comman dant en hij deed het lang niet slecht gezien de resultaten die werden behaald. N.I. in 1949 Limburgs kampioen in Roermonden reserve-kampioen in 1950 te Sittard bij de 8-tallen. Ook behaalde Teng Aben in 1950 de reservetitel bij het schoondraven Belgisch type. Hierna werd het stil rond Nobel en het was Jeu Staaks, die tesamen met Teng Aben en Sjeng van de Pasch, de club nieuwe adem inblies. Piet van Dijck werd voorzitter en Teng Aben se cretaris. In 1976 werd voor de tweede keer de Limburgse titel naar Oostrum gehaald met de opmerking dat door omstandig heden Leunse en Veulense ruiters lid van onze vereniging waren. In 1980 nam Jeu Staaks het voorzit terschap over. Loobeekweg 2 Holthees, tel. 04782-777 Bumpers, grillen koplampen Sikkens autolakken schuuren in de Grotestraat, welk dier door een granaat getrotfen was en daar na geslacht moest worden. Tinus Martens-Michiels van den Buus, had bij zijn evacuatie vier slacht- varkens moeten achterlaten. Ook deze stelde hij ter beschikking van de ge meenschap. Deze hele varkens werden tot een vet te vleespartij verwerkt, waardoor men een prima broodbeleg kreeg. Voor de evacué's werden boterhammen ge smeerd, en wie nog brood had, kon pastei afhalen voor boterhambeleg. Intussen werden honderden granaten door de geallieerden vanuit Overloon op de Petrus Banden toren afgevuurd, waar de Duitsers uitkijkposten hadden. Hierdoor kwamen tientallen granaten in de nabijheid van de Centrale Keuken te recht. Dus moesten de kookketels heel goed afgedekt worden zodat er geen glas en zand in het eten kwam. Bij het neerkomen van een zware En gelse bom (500 pounder), was vader Goumans echter net even te laat om in de kolenkelder te vluchten. Hij kreeg oen bomscherf in zijn bovendij. Deze scherf was door een sterke tabaksdoos doorgedrongen tot op het been. We kunnen rustig aannemen dat deze ta baksdoos zijn been heeft gered. Vader Goumans kreeg toen wel meteen een hartaanval. Ondanks het hevige granaatvuur van uit Overloon, bleef de keuken draaien en iedereen kwam eten halen als het even rustig was. Soms was de afname zo groot, dat men twee keer per dag moest koken. Om de voorraad weer aan te vul len werd in Oirlo 'n flinke partij erw ten en bonen gehaald, met medewer king van enkele mensen van het voedsel- bureau. Van diverse noodslachtingen was vol doende vlees voorhanden. Van deze noodslachtingen, kwam ook het nodige vet voor de maaltijden. Dikwijls werd er haché bereid en dat gaf lekker jus bij de aardappelen of stamppot. Daar het vlees de hele oorlog gerantsoeneerd was, kregen veel mensen meer vlees, dan ze in de oorlog hadden gehad. Het verdere menu was veel dikke erw ten- of bonensoep, boerenkoolstam- pot, hutspot en hete bliksem van aard appelen, appelen en peren. Na het zware bombardement van 12 oktober, werd de afname in de keuken wel minder, maar er werd elke dag eten verstrekt. Na de bevrijding evacueerde de fami lie Goumans naar Boekei, waar men weldra weer startte met een „gaarkeu ken" voor de vele evacué's. In decem ber werden ze echter verzocht weer naar Venray te komen om daar opnieuw te beginnen met koken voor de bouwvak kers die al in Venray terug waren, om met de opbouw te starten. Begonnen werd in de keuken van Huize „Servatius", waar ook de eerste bouwvakkers hun primitief onderko men hadden. Maar al gauw werd de keuken weer overgebracht naar het Kerkpad. Iedereen die in Venray terugkwam kon toen eten komen halen. De weder- opbouwers kregen hun maaltijden toen in de lunchroom van Verheugen en in de zaal van Schellen aan de Hensenius- straat. Het vervoer werd verzorgd door P. Siebers met een ponywagentje. De voor malige kok van het jongensgymnasïum, P. Louwe, heeft zich toen ook heel ver dienstelijk gemaakt met koken. Hij had ervaring om voor veel mensen te koken. Zo draaide de keuken verder met lang zamerhand een vaste kern van perso neel, kok en schillers. Direkt na de bevrijding op 5 mei 1945 kwamen er vele Hollandse aannemers en bouwvakkers naar Venray. Ook zij profiteerden van de „gaarkeuken". Met de bevrijding begon zich ook de „bureaucratie" te herstellen. Achter eenvolgens waren het de gemeente, Mili tair Gezag en later de D.U.W. (Dienst Uitvoering Werken), die zich met de keuken gingen bemoeien. En daarmee naderde langzamerhand het einde van Venrays Centrale Keuken. De D.U.W. kon de werkkampen in de Peel (Peelplan Zuid) weer in gebruik ne- De leden ca. 25, houden zich niet al leen met de paardensport bezig, er wordt deelgenomen aan zeskampen, voetballen en touwtrekken. Onder de leden heerst een hechte saamhorige sfeer en het gezegde „als we maar niet het laatste worden" wordt vaak gehoord. Toch worden er leuke prestaties gele verd, want zo werd Nobel dit seizoen al 5x uitgeroepen tot best paraderende af deling. Ook behaalde Jeu Staaks onlangs in Oirlo de kampioenstitel bij het dressuur Veteranen 50 jaar en ouder. Op zaterdag 20 oktober gedenkt men net feit dat 50 jaar geleden Nobel werd opge richt. Om 19.00 uur is er uit dankbaarheid een H. Mis in de Parochiekerk van Oostrum. Om 20.15 uur is er een receptie in de feestelijk versierde tuinbouwloods aan de Stationsweg in Oostrum. Vanaf ca. 21.30 uur is er een feest avond met muziek en dans, een natje en een droogje, voor iedereen toeganke lijk. Het zondagochtendconcert in de schouwburg, zondag a.s., wordt dit maal o.m. verzorgd door het Muziek- en Majoretten Showkorps St. Petrus Banden. Die aankondiging alleen al zou de foyer vol moeten doen lopen, want men weet zich verzekerd van een goed stukje muziek dat met veel elan ge bracht wordt. En als extraatje nog een korte show van de majoretten. Een gedeelte van dit zondagochtend- gebeuren wordt verzorgd door het volksorkest „Parelmoer". Gebracht worden voornamelijk eigen composi ties, uitsluitend in het Nederlands of in het dialect, aangevuld met enkele tradi tionele werken. Nasst stukken, waarin bepaalde zaken uit onze samenleving op de korrel worden genomen, ontbreken ook de luchtige en vrolijke liederen niet. De aanvang is zoals gewoonlijk half twaalf en de entree is gratis. men. Deze waren ontstaan in de dertiger jaren, toen de werklozen met de schop de Peel moesten ontginnen. Toen de keuken gesloten werd, is Jan Louwe overgeplaatst naar een van die kampen waar hij beheerder werd. Dankzij zijn verdienstelijk werk hier, heeft hij er een mooie en welverdiende baan aan over gehouden. St. Servatius 40 jaar geleden. Oorlog en bevrijding Evenals Venray zelf, besteed ook St. Servatius aandacht aan de bevrijding van veertig jaar geleden. Een bevrijding die toen voor alle patiënten en perso neelsleden een jaar lang evacuatie naar België betekende. De museumcommissie van St. Serva tius heeft in het Servaas-museum een foto-tentoonstelling ingericht over het oorlogsgebeuren in de oktoberdagen van 1944 in St. Servatius. Een foto tentoonstelling die niet alleen de ver woeste gebouwen uit die dagen Iaat zien, maar ook het kelderleven van be woners, personeel en de vele vluchtelin gen uit Venray en omgeving (in totaal ruim 4000 mensen), die in St. Servatius hun toevlucht zochten. De foto-tentoonstelling - in aanslui ting op een plechtige Eucharistieviering in de Servaaskapel, ter nagedachtenis aan de Venrayse slachtoffers uit die da gen - zal op zondag 21 oktober a.s. wor den geopend door drs. P.L.L. Dorren, directeur van het Psychiatrisch Centrum Venray. De plechtige Eucharistieviering begint om 9.30 uur, waarna om 10.30 uur de opening van de tentoonstelling zal plaatsvinden. Nadien is het museum (in gang tegenover paviljoen B) nog tot 's middags 12.00 uur geopend voor patiën ten, personeel en andere belangstellen den uit Venray.

Peel en Maas | 1984 | | pagina 9