HONDERD JAAR
SPOORLIJN NIJMEGEN-VENLO
1883-1983
Een historisch overzicht in kort bestek en een blik op de toekomst
EEN EEUWFEEST
VRIJDAG 10 JUNI 1963 Nr. 23
Voordat er treinen reden....
Wie vóór 1883 van Venray uit op reis
wilde, had als openbaar vervoer slechts
de zogenaamde „post- en wagen
diensten" te zijner beschikking.
In de Provinciale Almanak van 1877
worden drie van zulke diensten van
Venray naar Horst vermeld. In Horst
gaven die paardenkoetsen aansluiting
op de treinen van de lijn Eindhoven-
Venlo die in 1866 geopend was. Wie om
5u.40 uur des morgens uit Rotterdam
vertrokken was, vond in Horst een
paardenkoets die daar te 9u.45 wegreed
en twee uur later in Venray arriveerde;
sneller ging het met die „paardenkrach
ten" niet.
Toen in 1880 met de uitgave van ons
blad „Peel en Maas" werd begonnen,
waren die post- en wagendiensten nog
piactisch onveranderd. Een zekere
Meuws-Arts exploiteerde ze en men reed
van Boxmeer over Venray naar Horst.
Er waren ook zulke wagendiensten van
Boxmeer naar Station Oeffeit vanwaar
men met de treinen van de N.B.D.S. (de
Noord-Brabantsch-Duitsche Spoor
weg) verder kon reizen naar Boxtel ener
zijds en Gennep, Goch en Wesel ander
zijds.
Het was op deze wijze toch wel een
kwestie van behelpen en het bleek dan
ook een uitkomst toen er plannen wer
den gemaakt tot aanleg van een
staatsspoorweg cjje Nijmegen met Blerik
(zo schreef men de naam van die plaats
in de vorige eeuw) zou verbinden.
Echter, er traden meteen ook proble
men op, want iedere plaats tussen Nij
megen en Blerik wilde wel een spoorsta
tion hebben!
Natuurlijk, de lijn zou langs Mook-
Middelaar lopen, even ten zuiden daar
van de Maas kruisen en verder lopen
langs Cuijck en Boxmeer. Op weg naar
laatstgenoemde plaats werd bij Beugen
de spoorlijn Boxtel-Gennep van de
N.B.D.S. ongelijkvloers door middel
van een viaduct gekruist. Dit werd het
later zo beroemde Kruispunt Beugen,
een zogenaamd dubbelstation met per
rons „boven", aan de lijn Nijmegen-
Venlo en perrons „beneden" aan de lijn
Boxtel-Gennep. Een trap verbond de
perrons van het station „boven" en het
station „beneden". Er werd daar ook
onderling aansluiting tussen beide
spoorlijnen gegeven voor overstappende
reizigers.
Voor doorvoer van goederenwagens
bouwde men later nog een verbindings-
boog tussen beide lijnen. Reizigerstrei
nen hebben over die verbindingsboog
nimmer gereden. Het viaduct is er nog
steeds en wie goed kijkt, herkent het ou
de baanlichaam van de lijn Boxtel-
Gennep.
Verder zuidelijk van Boxmeer liep de
nieuwe lijn langs Vierlingsbeek en nog
verder zuidelijk langs Oostrum, eigen
lijk tussen Oostrum en Venray in.
Zo werden de kool en de geit
gespaard en zou, zo dacht men althans,
niemand kwaad kijken. Er werd echter
wel kwaad gekeken! Die van Oostrum
waren boos omdat de naam van het sta
tion „Venray" werd en de inwoners van
Venray konden het maar moeilijk ver
kroppen dat het station, dat wel de
naam Venray had gekregen, zo ver van
die plaats was gelegen. Het zou zelfs tot
1909 duren eer een gemeentelijke paar
dentram dorp en station van Venray
ging verbinden. Tot dat jaar voorzagen
de paardenkoetsen van twee Venrayse
hotels in de vervoerbehoefte. Wie de ta
melijk hoge prijs van een rit per paarde-
koets niet kon betalen, moest maar gaan
lopen. Een zin die een eeuw later in on
geveer gelijk verband nogal eens ge
bruikt zou worden door de Minister van
Verkeer en Waterstaat.
Tussen Venray en Venlo kwamen nog
de stations Meerlo-Tienray en Grubben-
vorst, waarna de lijn bij Blerik aansloot
op de bestaande lijn Eindhoven-Venlo.
Van 1883 tot 1914
Op 1 juni 1883 was dan het grote mo
ment gekomen. De spoorweg van Nij
megen naar Venlo werd voor het
reizigers- en goederenverkeer open
gesteld. De belangstelling van Venrayse
zijde was overigens niet zo groot. Dit
werd veroorzaakt door, zoals we reeds
zagen, de afgelegen ligging van het stati
on Venray. De eerste dienstregeling
waarvan we hier een deel afdrukken,
laat ons al een vijftal treinen in beide
richtingen zien. Een aantal daarvan liep
van en naar Maastricht.
De lijn voorzag waarlijk in een grote
behoeft want twee jaar later zien we in
de Provinciale Almanak al zes treinen in
iedere richting, waarvan twee sneltrei
nen. De rijtijd van Nijmegen naar Ven
ray bedroeg voor de snelste van die snel
len precies 50 minuten, niet gek voor die
jaren. De stoomlocomotieven die men
toen gebruikte, waren immers nog niet
zo sterk en snel als die van latere jaren.
Ook de bovenbouw van de lijn was in
die beginperiode niet geschikt voor hoge
snelheden zoals we die nu kennen. Van
Venray naar Maastricht reed men met
de voornoemde sneltrein in twee uur en
vijf minuten.
Drie jaar later, in 1888, was hel aantal
treinen in iedere richting weer tot vijf
verminderd en de snelste van die treinen
legde het traject Nijmegen-Venray in 57
minuten af. Die dienstregeling laat zien
dat er toen heel wat tussenhaltes bijge
komen waren. Dat waren de zogenaamde
wachtposthallen bij de diverse overwegen
onderweg. Een aantal van die wacht
posthalten is enkele jaren later weer op
geheven. Er kwam toen nog wel een
goederentrein met rijtuigen 3e klasse
van Beugen naar Nijmegen bij, maar
daar hadden die van Venray uiteraard
niet veel aan.
Het jaar 1891 werd weer een belang
rijke datum in de geschiedenis van on
ze lijn. In dat jaar kreeg namelijk de
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maat
schappij (de H.IJ.S.M.) het recht om
ook over de lijn Nijmegen-Venlo te rij
den; „running power" noemt men dat
in spoorwegkringen. De Staatsspoor,
die de lijn exploiteerde, vermeerderde in
dat jaar het aantal treinen in beide rich
tingen tol zeven, waarvan twee sneltrei
nen. De snelste daarvan deed er van
Nijmegen tot Venray slechts veertig mi
nuten over. Ook weer niet gek als je dat
vergelijkt met de rijtijd van de diesel-
treinen die nu over onze lijn snorren; zij
doen er nog altijd 35 minuten over.
De twee HSM-treinen die in dat jaar
hun intrede op onze lijn deden kwamen
van Amsterdam via Amersfoort, Rhe-
nen, Resteren en Nijmegen en zij reden
naar Venlo. Het waren trein 202,
Amsterdam v: 6.00, Venray v: 10.36,
Venlo a: 11.11, en trein 251 Venlo v:
18.58, Venray v: 19.20, Amsterdam a:
22.17. Overigens schreef men dat in die
tijd niet zoals wij het hier nu hebben af
gedrukt. De uren voor 12 uur des mid
dags werden aangeduid met v.m. (voor
middag) en de uren van 12 uur des mid
dags tot middernacht herkende men in
de dienstregelingen aan n.m. (namid
dag). Nog weer later paste men een an
der systeem toe, door namelijk de uren
van 6.00 's avonds tot 5.59 's morgens
aan te duiden door onderstreping der
minutencijfers. Pas met de dienstrege
ling van 15 mei 1927 werd bij de spoor
wegen in Nederland het zgn. 24-
uurssysteem ingevoerd.
De reisgids van 1891 waaruit ik aller
lei gegevens haalde, was er niet een van
de Nederlandse Spoorwegen. Nee, in die
tijd had men alleen particuliere uitga
ven. Die uit mijn archief is van de wijn
handelaar Viëtor uit Groningen. Zo'n
man zag er mooie reclame voor zijn wij
nen en likeuren in en geef hem eens on
gelijk. Veel mensen gebruiken een
dienstregeling en je kon dan in dit geval
meteen zien welke soorten wijn je bij
in Nederland. Weliswaar ging de oorlog
aan ons land voorbij en bleven wij neu
traal, maar onze landmacht werd gemo
biliseerd en dat bracht een groot militair
vervoer met zich mee. Vergeten we niet
dat het verkeer over de weg in die tijd
nog van ondergeschikt belang was. Het
massavervoer van troepen en goederen
vond plaats over de spoorweg en dat be
merkten de gewone burgers alras.
De eerste mobilisatiedienstregeling
van 4 augustus 1914 bracht voor het rei-
zigersvervoer flinke beperkingen:
slechts twee treinen in iedere richting op
het baanvak Nijmegen-Venlo; daar
moest men het voorlopig maar mee
doen. Dit aantal werd tot vier treinen in
iedere richting verruimd op de le no
vember 1914. Die dag kwam ook het
eerste gezamenlijke spoorboekje van de
Nederlandsche Spoorwegmaatschap
pijen" uit. Daarin stonden, behalve de
spoorwegverbindingen ook een groot
aantal tramlijnen, het toenmalige
streekvervoer. Voor onze regio betrof
dat de stoomtramlijn van Nijmegen
over Gennep naar Venlo van de Maas-
Buurtspoorweg.
Gedurende de gehele periode van de
le wereldoorlog bleef het in ons land
sukkelen met de spoorwegverbindingen.
Weliswaar werd op onze lijn het aantal
treinen in 1915 opgevoerd tot zeven in
iedere richting, maar dat moest twee
jaar later alweer worden teruggebracht
tot vijf.
De slechte kolenpositie dwong de
spoorwegmaatschappijen tot nog meer
versobering; het aantal treinen op onze
lijn daalde met de winterdienst van 24
september 1917 tot drie in iedere rich
ting! Tegelijk met de versobering kwa
men er, mede onder druk van de rege
ring, maatregelen tot meer samenwer
king van de spoorwegmaatschappijen
onderling tot stand. De concurrentie
verdween terwille van de efficiency! Om
de reislust van de Nederlanders verder
in te dammen werd ook de afgifte van
eendaagse retourbiljetten gestaakt.
Spoorslag 1970.... een nieuw station in 1976(collectie Grol)
hem kon kopen; ze werden ook nog
franco huis geleverd.
Uit een andere particuliere spoorgids
van een jaar later blijkt dat men toen al
in 1 Zi uur met een sneltrein van Venray
naar Maastricht kon reizen, Venray v:
10.55, Maastricht a: 12.29; dat is net zo
vlug als het nu gaat. Toch moeten we
ons daar niet op verkijken. Zulke snel
treinen waren uitzonderingen, de stop
treinen uit die dagen deden er aanmer
kelijk langer over.
Onze lijn mocht zich steeds meer in de
belangstelling van het reizend publiek
verheugen. Dat blijkt o.m. uit het feit
dat er in 1899 al acht treinen in iedere
richting reden, waarvan vier als snel
trein. De stoptreinen deden o.m. de hal
ten Linden-Katwijk, Rijckevoort en
Grubbenvorst-Klooster aan.
De particuliere gids „Huart en Mei
jer", uitgegeven door v. Holkema
Warendorf in Amsterdam Iaat ons zien
dat de reiziger uit Venray in 1900 op
Kruispunt Beugen de keus had uit vijf
treinen naar Boxtel, twee naar Mill en
op marktdagen in Uden nog een naar
Veghel. Die plaatsen waren toen per
openbaar vervoer in zekere zin gemak
kelijker bereikbaar dan nu, zeker op
zondag.
Een aantal jaren later, in 1907, zien
we op onze lijn ook doorgaande rijtui
gen naar Luik. Die reden in de
Staatsspoorlreinen van Amsterdam
over Utrecht, Arnhem, Nijmegen, Ven
lo en Roermond naar Maastricht en
Luik. Die treinen hadden soms ook
doorgaande rijtuigen voor Aken. In
1912 en in 1913 hebben er zelfs treinen
non-stop Nijmegen-Venlo gereden; ze
legden die afstand af in 53 a 54 minuten.
In die jaren kostte een enkele reis van
Amsterdam naar Venlo, als je 3e klasse
reisde, de som van wel 2,65! Je kon
dan een keus maken uit Staatsspoorlrei
nen over Utrecht-Arnhem of over
's Hertogenbosch-Helmond, maar des
gewenst kon je met een HIJSM-trein
voor dezelfde prijs ook over Hilversum-
Kesteren op weg naar Venlo. Dat ging
allemaal in die tijd.
Ook Algemene Maandabonnementen
waren er verkrijgbaar: le klasse 50,—,
2e klasse 38,— en 3e klasse 25,—.
Zo'n abonnement was geldig op alle lij
nen van de Staatsspoor, de HIJSM, de
NCS en de NBDS, met uitzondering van
enkele grensbaanvakken en een paar lo-
kaallijnen. Wel was het geldig op een
viertal stoomtramlijnen, o.a. op de lijn
van Ede naar Wageningen SS. Als je een
abonnement voor 12 maanden nam,
was je nog goedkoper uit: le klasse
480,2e klasse 360,en 3e klasse
240,—.
De le Wereldoorlog en de
gevolgen daarvan voor het
spoorwegverkeer
In augustus 1914 brak de eerste wereld
oorlog uit en die gebeurtenis had enor
me gevolgen voor het spoorwegverkeer
De zomerdienst van 1918 bracht weer
een grote verandering die ook van in
vloed was op de lijn Nijmegen-Venlo.
Men had het gehele spoorwegnet anders
ingedeeld en zodoende andere, nieuwe
verbindingen geschapen. Het werd nu,
voor ons gebied althans, tabel 15 (later
tabel 22): Amersfoort-Kesteren-
Cranenburg(Cleve)
Nijmegen-
Venlo-Roermond-Maastricht
een samensmelting van een HIJSM-lijn
en een SS-Iijn, een indeling die in princi
pe tot en met de winterdienst van 1948 is
gehandhaafd. Tevens vond men in hel
spoorboekje geheel nieuwe treinnum-
mers en werd bij de diverse tabellen
voor het eerst de aanduiding SS, HSM,
NCS enz. weggelaten.
Voor de reizigers in die tijd toch wel
een hele verandering, want men reisde
nu niet meer met een trein van de
Staatsspoor of van de Hollandsche
Spoor, maar met een trein van de Ne
derlandsche Spoorwegen. De „ch" ver
dween pas in 1964Toch heb ik ho
ren vertellen dat men nog jarenlang kon
bemerken of men op een lijn van de
Staatsspoor of op een van de Holland
sche Spoor reisde. Bij die laatste maat
schappij was het personeel in zekere zin
op militaire wijze gedrild, terwijl de
„ambtenaren" van de Staatsspoor hun
werk op wat lossere wijze deden.
De tijd tussen
twee wereldoorlogen
Het duurde na de wapenstilstand van
1918 en de vrede van Versailles in 1919
nog enkele jaren, tot 1922, eer hel
„voor-oorlogse" aantal van acht trei
nen in iedere richting op de lijn tussen
Nijmegen en Venlo reed. Tevens nam in
die jaren het goederenvervoer, voorna
melijk het transport van steenkolen uit
Zuid-Limburg, enorm toe. Lange en
zware kolentreinen van soms wel 60 be
laden wagens werden door de goederen
treinlocs van de serie 4600 richting Nij
megen gezeuld, ja dat woord mogen we
wel gebruiken want op de enkelsporige
lijn moest herhaaldelijk worden ge
kruist met tegenliggers in de vorrti van
personentreinen of goederentreinen met
lege kolenwagens voor de mijnen.
De „holy line" oftewel de heilige lijn
werd deze lijn door de machinisten ge
noemd. Er lagen in die jaren aan onze
lijn dan ook heel wat bedevaartplaatsen
en andere religieuze oorden. Bedevaart-
treinen reden er naar de halte Smakt-
Maashees ter gelegenheid van het feest
van St. Joseph. Van 1920 tot 1931 heb
ben de treinen daar gestopt. Ook op
zondag kwamen er heel wat bedevaart
gangers met de trein naar Smakt. Bede-
vaarttreinen reden er ook naar Venray
(voor de Maria-bedevaartplaats in
Oostrum) en naar Meerlo-Tienray waar
eveneens een Maria-bedevaartplaats
was. De halte Grubbenvorst-Klooster
trok weer heel wat reizigersvervoer van
wege het meisjespensionaat dat aan het
klooster verbonden was.
V.
Mook
Cuijk
Beugen t.
B»xmeer
Vierlingsb.
Vonraij
M-er.-Tieur
Gi'ubbeuv,
Blerick
Venlo a.
7, 7
8 25
7.20
8,37
7,»0
door
7.39
door
7,48
8,57
7,59
door
8,11
8,21
9.15
door
8.34
door
8,45
door
8,51
9,40
112, 2 5,—
12,15r>,15
12,255,27
!12,3* 5,37
12,435,49
12,54 6, 2
M, 5;fi,16
1,15,6,28
9,42
9,55
10, 5
10,13
10,22
10,32
10,43
10.53
1,28!6,42.11, 3
l,40lfl,5a! door
1,45|T ,-|ll,17
Een gedeelte van de eerste dienstregeling van 1 juni 1883, vijf treinen per dag in iedere
richting(collectie Spoorwegmuseum)
Venlo
Blerick
Grubbenv.
Meerl-Tienr.
Venr»tj
Vierlingsb.
Boxmeer
Beiuen
Cuijk
Mook
Nijmegen
7, 8
7,14
7,26
7.36
9,50
door
door
door
7,4710,16
7,581 duor
8,1010,34
8,1910,43
8,28
Ml
8,56
door
10 58
11,10
1217
12,24
12,37
12,49'
VI, 4
1,17
1,30
1,40
1,50
2 4
2,19
4,12
door
4 27
4,37
4,47
4,58
5, 9
5,18
«,26
5,39
5 52
7,25
7.31
7.42
7,52
8. 2
8,13
8,25
8,34
8.43
8,56
9,10
Van onze spoorlijn vertrokken ook
bedevaarttreinen naar verre oorden, zo
als naar Amsterdam vanwege de Stille
Omgang, naar Eijs-Wittem vanwege de
St. Gerardusbedevaart en naar Lourdes.
De bedevaarttreinen naar de twee laatst
genoemde plaatsen rijden ook nu nog
ieder jaar en er wordt veel gebruik van
gemaakt.
Het gewone reizigersvervoer van acht
treinen in iedere richting bleef bestaan
tot en met de winterdienst van 1937, zij
het dat de watersnood in de winter van
1925/1926 nog voor enkele onaange
naamheden zorgde.
Toen overstroomde de Maas namelijk
en wel op een wijze die de bevolking van
Limburg zich nog lang zou herinneren!!
Het begon op 3 januari 1926. De wa
terstand in het zuiden van Limburg
werd toen zo hoog dat het spoorwegem
placement van Maastricht onder water
kwam te staan. Maastricht was toen
voor de spoorwegen niet meer bereik
baar en de treinen reden niet verder dan
Bunde. ben dag later was er ook geen
verkeer meer mogelijk lussen Kruispunt
Beugen en Cuijck. In Kruispunt Beugen
moesten de reizigers voor Nijmegen
overstappen en - zonder bijbetaling -
verder reizen via Boxtel-Geldermalsen
en Resteren om tenslotte na een lange
reis toch nog Nijmegen te bereiken.
Twee dagen later, op 6 januari 1926,
reden er alleen treinen tussen Nijmegen
en de halte Linden-Katwijk, juist over
de Maasbrug bij Mook, en tussen Box
meer en Venlo. Vier dagen later kon
men alweer van Nijmegen tot Cuijck
reizen, maar van Cuijck tot Boxmeer
bleef de lijn nog tot 1 februari buiten
dienst wegens de overstromingen. Hoe-
lieten ook in Noord-Limburg hun spo
ren na. Doordat de brug bij Mook was
opgeblazen duurde het tot 24 november
1940 eer er weer doorgaand treinverkeer
met Nijmegen mogelijk was.
Gedurende de bezettingstijd was het
aantal treinen op het baanvak
Nijmegen-Venlo beperkt tot vier in iede
re richting.
In 1941 werden de spoortarieven met
maar liefst 20% verhoogd. In dat zelfde
jaar begon het Duitse leger aan de voor
bereidingen van de opmars tegen de
Sovjet-Unie. Tengevolge daarvan kwa
men er vanaf donderdag 22 mei 1941
grote troepenverplaatsingen voor op de
zgn. „Transportstrasse": Roosendaal-
's Hertogenbosch-Utrecht-Amersfoort-
Hengelo-Oldenzaal. De treinen van de
lijn Amersfoort-Kesteren-Nijmegen re
den in die dagen niet.
In 1943 had een van de vier treinen
die op onze lijn reden, zijn beginpunt in
Kerkrade-Rolduc alwaar des morgens
vroeg om 5.20 uur trein nummer 804
zijn rit begon. Venray werd gepasseerd
om 8.16 uur en om 12.23 arriveerde men
in Amsterdam Centraal. Het was de eni
ge doorgaande trein. Alle anderen had
den hun eindpunt in Nijmegen.
Van maandag 27 december 1943 tot
en met vrijdag 31 december 1943 was de
treinenloop als op zon- en feestdagen
„wegens het op gezag der autoriteiten
gesloten zijn van vele bedrijven en za
ken", zoals een bekendmaking der Ne
derlandsche Spoorwegen luidde. Een en
ander hield verband met de in de bezet
tingstijd optredende schaarste aan ener
gie.
Het jaar 1944 zou de invasie der Geal
lieerden in Normandië brengen. Als
Venray heeft gelukkig nog een losplaats en een aantal goederensporen(collectie
Groli
wel op die dag de lijn Nijmegen-Venlo
weer geheel in dienst kwam, bleef
Boxtel-Kruispunt Beugen nog tot 1
maart 1926 gestremd.
Onder de sneltreinen die op onze lijn
reden waren er ook, die, in de jaren tus
sen 1930 en 1939, slaaprijtuigen van en
naar Basel in Zwitserland vervoerden.
De stoptreinen hadden er in de loop
der jaren heel wat halteplaatsen bijge-
kregen. Behalve in Maashees-Smakt,
waarover we al schreven hebben er lus
sen mei 1916'en oktober 1933 ook trei
nen gestopt aan de halte Oirlo-
Castenray.
De zomerdienst van 1938 bracht een
grote verbetering in het dienstbetoon:
een tiental treinen in iedere richting in
een starre twee-uurdienst met verkorte
rijtijden. In dat jaar werden namelijk
alle onbelangrijke-halteplaatsen opgehe
ven. De autobus nam daar het vervoer
over. Die versnelde en verbeterde trein
dienst was in die tijd toch heel wat voor
Noord-Limburg. De streek was nog niet
dichtbevolkt en industrie was er ook
weinig. Men kon nu gemakkelijker naar
andere plaatsen in Nederland reizen om-
dal ook overal de aansluitingen sterk
verbeterd waren. Om het reizen te sti
muleren hadden de spoorwegen in die
tijd ook heel wat reductietarieven.
De verbeterde dienstregeling van 1938
werd weer teniet gedaan door de mobili
satie van september 1939 toen het aantal
treinen daalde tot drie per richting.
De 2e Wereldoorlog en
de bezettingstijd
De oorlogsgebeurtenissen van mei 1940
voorspel daarop trachtten vliegtuigen
der Geallieerden het spoorwegverkeer in
West-Europa zoveel mogelijk lam te
leggen. Ook in Nederland hadden de
spoorwegen veel last van aeze beschie
tingen en in juni was het zelfs noodzake
lijk om het aantal stoomreizigerstreinen
drastisch te beperken.
Op 17 juli 1944 trad de laatste
dienstregeling van de bezettingstijd in
werking. Hij zou maar twee maanden
van kracht zijn.
De beschietingen van treinen door ge
allieerde vliegtuigen namen sterk toe na
dat de invasie was begonnen, en ook on
ze lijn kreeg daarvan zijn deel. Op zon
dag 10 september 1944 werden kort na
elkaar twee treinen beschoten resp. bij
Oirlo en bij Meerlo-Tienray. Van de
volgende dag af werd het reizigersver
voer tussen Nijmegen en Venlo „tot na
der order" gestaakt.
Op zondag 17 september 1944 land
den Britse parachutisten bij Arnhem
terwijl andere geallieerde troepen tege
lijk via Eindhoven in de richting Nijme
gen oprukten. Het personeel van de Ne
derlandsche Spoorwegen ging in sta
king. Om in het voor de Duitse Wehr-
macht noodzakelijke vervoer te voor
zien heeft toen, zolang de oorlogssitua
tie dat toeliet, de Reichsbahndircktion
Köln treinen laten rijden tussen Venlo
en Venray, alsook van Venlo naar Roer
mond en de richting Eindhoven. In de
eerste weken na de staking waren dat ge
middeld zo'n tien treinen per dag op de
drie genoemde baanvakken. Na de slag
bij Overloon en het verder oprukken der
geallieerde troepen kwam aan dat ver
voer een einde.
De wederopbouw
In de laatste oorlogswinter van
1944/1945 werd aan onze lijn door aller
lei oorlogshandelingen nog grote schade
toegebracht, eveneens aan de stations en
dc beveiliging. Het weer in dienst stellen
van de lijn stuitte dan ook op grote
moeilijkheden, temeer daar de spoor
brug bij Mook wederom vernield was.
Het duurde tot zaterdag 14 december
1946 eer er weer doorgaand treinverkeer
met Nijmegen mogelijk was. Tot die tijd
heeft een noodautobusdienst in het ver
voer trachten te voorzien.
Inmiddels waren in december 1945 de
spoortarieven nog eens met 25% ver
hoogd; op 1 januari 1946 werden weer rc-
tourbiljetten verkrijgbaar gesteld, ter
wijl van 3 juni 1946 af ook weer per
ronkaartjes verkrijgbaar waren, deze
laatsten echter niet meer voor de voor
oorlogse prijs van een stuiver maar voor
een dubbeltje.
De na-oorlogse dienstregeling op on
ze lijn liet een starre 2-uurdienst zien
met 8 treinen in iedere richting. Zij re
den van 1950 af van Zwolle over Arn
hem en Nijmegen naar Roermond. Van
Amersfoort af ging niet meer, want de
brug bij Rhenen was door dc oorlogs
handelingen vernield en deze brug zou
niet meer als spoorbrug hersteld wor
den.
In de winter van 1950/1951 heeft het
treinverkeer op onze lijn weer een
maand stilgelegen tengevolge van de ko-
lenschaarste. Er reden toen bussen van
Venlo naar Nijmegen die in Venray een
in 1964. twee in iedere richting. Zij stop
ten wel te Venray.
Een jaar later, 1965. reed dc eerste
Valkenburg-expres en het daaiop vol
gend jaar werd het aantal sneltreinen
uitgebreid tot drie in iedere richting,
waarvan er een niet stopte in Venray.
De exprestrcin san Valkenburg naar
Zwolle deed dat in 1966 ook niet.
Dc beperkte treindienst op oudejaars
avond werd van 1967 af nog meer be
perkt. De laatste treinen reden toen om
streeks acht uur 's avonds.
In 1968 werd het aantal sneltreinen
serhoogd tot vijf in iedere richting,
waarvan er twee niet stopten in Venray.
Het jaar daarop kwamen er nog meer
sneltreinen bij. alsook een trein voor
militaire verlofgangers.
Spoorslag 1970
En dan krijgen we het jaar 1970, het
jaar van de grote vernieuw ing bij dc Ne
derlandse Spoorwegen. Het plan
„Spoorslag 1970" zou een grote veran
dering in het reizigersvervoer bij dc
spoorwegen brengen, ook op onze lijn.
Men begon met dc frequentie tussen
Nijmegen en Venray te verbeteren, het
werd een halfuurdicnst. Tot Venlo bleef
er een uurdienst. Door de/c verbeterde
frequentie steeg het aantal reizigers der
mate dat het twee jaar later verant
woord werd geacht om de halfuurdicnst
uit te breiden tot de gehele lijn
Nijmegen-Venlo-Roermond. Alleen in
dc avonduren en des zondags overdag
bleef dc dienst beperkt tot 1 trein per
uur.
9
Van NIJMEGEN naer VENLO.
Treinnummer. 159 4bl 156 le7 468
Nijmegen, t.bV.
Mook. t11
Eeumen (Wp.
Linden-Kalxoyk (Wp. S0).»#
Cuijk. t
Beugen11
Bykevoorl )Wp. 32)
Boxmeer t
Sam beek (Wp. 88)
Vortum (Wp. 38)
Vierliugsbeek t
Smack t- Holt kers (Wp. 43)
Veur&ij t
Oirlo (Wp. 61)
Maerlo-lienraij t
Grubbenvorot-I.ottum t.
Grubbenvorst-Klooster..
Blerick. t
V^nlo. t. IA..
v6.69
7.12
door
door
7.S3
7.29
door
7.38
door
door
7.48
door
7.88
door
8.8
8.18
S .23
8.34
8.39
v9.4
9.23
9.26
9.28
9.35
9.45 M
9.63»
9.68®
10.2 9
10.7
10.21T
10.26»
10.365
10.43®
10.61
11.6
11.9
11.22
11.36
nl2.18
12.30
door
door
12.39
12.47
door
13.65
door
door
1.6
door
1.16
door
1.24
1.33
door
1.46
1.60
n6.40
6.62
door
door
6.1
6.9
door
6.18
door
door
6 28
door
6 38
door
6 47
6.66
7.1
7.11
7.16
n7.55
8.14
17
8.19
8.26
8.36
8.43
8.43 S
8.63
8.68
9.12
9.17
9.27 S
9.33
9.42
9.66
10.—
10.13
10.17
5?
1888: Er waren toen heel wat tussenhaften bijgekomen
(collectie Spoorwegmuseum)
halte in de Patersstraat bij garage Derk-
sen hadden.
In 1951 reden er zeer luxe, nieuwe rij
tuigen in de treinen, de zgn. turqoise rij
tuigen.
De vijfiger-
en zestiger jaren
In 1952 deed dc dieseltractie intrede
op onze lijn. Er kwamen vooroorlogse
dieseltreinstellen in een uurdienst te rij
den lussen Nijmegen en Roermond. Een
jaar later werd het traject uitgebreid tot
Roermond-Nijmegen-Enschcde. Naar
deze laatste plaats werd om de twee uur
doorgereden.
De 3e klasse in de treinen kwam van
1956 af te vervallen. Er was toen nog
slechts le en 2e klasse.
Van 1960 af is de dienst met de diesel-
treinen weer beperkt tot Nijmegcn-
Venlo-Roermond, nog steeds met een
uurdienst. De vooroorlogse diesclstcllen
werden in de zestiger jaren geleidelijk
vervangen door nieuwe dric-delige die
sels, die in het begin wijnrood waren ge
schilderd.
Op 20 december 1962 verklaarde de
toenmalige minister van Verkeer en Wa
terstaat, de heer Korthals, dat de rijtijd
Maastricht-Nijmegen niet korter kon
zijn dan 2 uur en 15 minuten, dit naar
aanleiding van klachten van studenten
uit Zuid-Limburg die via onze lijn naar
de Kath. Universiteit in Nijmegen reis
den. Voor sneltreinen zag de minister
geen mogelijkheid.
Op 31 december van dat jaar werd
voor het eerst de treindienst op oude
jaarsavond beperkt. Omstreeks tien uur
des avonds werd de treindienst toen
gestaakt. Een maand later, januari
1963, werd de treinenloop gedurende
de weekeinden beperkt vanwege de
strenge winter en dc daarmee gepaard
gaande moeilijkheden in het kolen-
transport. Er reden toen gedurende die
weekeinden 210 extra kolentreinen!
Twee jaar later werd Nederland op het
aardgas aangesloten en na dc strenge
winter van 1962/1963 heeft Nederland
tot nu toe niet meer zó een streng win
terseizoen gekend, evenmin overigens
als een elfstedentocht.
De sneltreinen die er volgens de minister
niet af konden, kwamen cr toch en wel
Het goederenverkeer, dat in het verle
den zo belangrijk was geweest naast het
reizigersverkeer, is, mede door dc slech
te wereldeconomie, sterk gedaald. Ook
het feit dat het industrieterrein Witte
Vennen in Venray niet een aantal grote
industrieën met veel spoorvervoer heeft
kunnen trekken, zal mede van invloed
zijn geweest. Toch heeft Venray geluk
kig nog een losplaats en een aantal goe
derensporen die dagelijks door dc
buurtgoederentrein uit Venlo bediend
worden. Ook komen er iedere dag door
gaande goederentreinen van Nijmegen
naar Venlo cn omgekeerd door het stati
on heensnellen, en ook al zeulen dan de
4600-en niet meer met hun kolentreinen
door het Noordlimburgse landschap en
stomen er geen nachttreinen naar Basel
meer langs Venray, het beeld van onze
spoorlijn is toch ccn levendig beeld ge
bleven, aangepast aan de moderne tijd.
Voor dc toekomst zijn cr nog wel wat
wensen en dal zijn natuurlijk spoorver-
dubbcling en clccirificaiic op dc eerste
plaats. Onze lijn is dc enige noord-
zuidverbinding van het Nederlandse
spoorwegnet die nog enkelspoor heeft
en waar nog niet de draden van het clec-
trisch net hangen. Indien deze verbete
ringen tot stand kunnen worden ge
bracht openen zich vooral voor het rei
zigersverkeer nieuwe perspectieven.
Doorgaande treinen van Amsterdam
over Arnhem en Nijmegen naar Venlo
bijvoorbeeld, cn doorgaande verbindin
gen over Venlo en Roermond naar
Maastricht. Misschien dat we deze din
gen in dc komende honderd jaar mogen
beleven, zodat het volgend eeuwfeest, in
2083, weer ccn feest vol feestklanken
kan worden.
Het eeuwfeest, dat wc dit jaar op II
juni vieren, liegt cr overigens ook niet
om. 'n Hele dag onbeperkt reizen voor
100 stuivers (ƒ5,-). dat hebben zelfs dc
mensen m „dc goede oude tijd" nooit
gekund. Wij feliciteren de Nederlandse
Spoorwegen dan ook met deze geste!
Op naar dc volgende honderd jaar
Nijmegen-Venlo!
A.J.A. Grol
Modern openbaar vervoer, de aansluitende bus naar het dorp(collectie Grol)