DE CAMERA OBSCURA ALS GRONDLEGGER VAN MODERNE KOMMLINIKATIE 'van natte foto tot droge kopie' Wat wij een camera noemen, een doos met een lens er in, is in feite een oeroude vinding. De Griek Aristoteles maakte al rond 300 voor Christus, melding van 'beeldvorming op een wand' in een verduisterd vertrek. De naam Camera Obscura, betekent ook letterlijk 'Donkere Kamer'. De Arabische geleerde Ibn al Haitam maakte gebruik van dit principe voor het w aamemen van gedeeltelijke zonsverduisteringen. Ook Leonardo da Vinei, de bekende schilder-uitvinder gaf omstreeks 1500 een goede beschrijving van de Camera Obscura, al gebruikte men in die tijd nog geen lens. De Camera Obscura was in feite een 'gaatjescamera'. Girolama Cardano maakte in 1550 melding van een z.g. dubbelbolle lens voor de camera en de heer D. Barbaro beschreef in 1568 het gebruik in de camera van een diafragma, de variabele lensopening. Wat ontbrak, was een lichtgevoelig materiaal, de film of plaat! De eerste echte foto, gemaakt door Niepce. Hoe schimmig ook, het is onmiskenbaar een foto, een door 'licht veroorzaakte' ajbeelding. Belichtings tijd 8 uur in de volle zon! Een plank met lijm Monniken probeerden het met een plank, met lijm bestreken, die in de camera obscura werd geplaatst. Hun gedachten- gang was simpel, het beeld blijft wellicht op de lijm plakken. Ze waren er in feite dichtbij, was iemand toen zo snugger geweest om zilverchloride of zilvernitraat toe te voegen aan de lijm en de plank na afloop te fixeren, dan had den wij mogelijk al foto's van Philips de Tweede gehad en een reportage van de 80-jarige oorlog. Fotogrammen Wanneer men een oppervlak bedekt met lichtgevoelig materiaal en daar sleutels, boombladeren of iets dergelijks oplegt en de zaak daarna blootstelt aan licht, ont staat een fotogram. Dat ontdekte J. H. Schulze in 1725. Hij bedekte papier met zilvemitraat. Men kon het beeld helaas niet fixeren, zodat na enige tijd het gehele vlak weer zwart werd. Wat hier ge beurde lijkt in feite op het bekende ver schijnsel van het oude behang, waarop duidelijk te zien is 'waar een schilderij' heeft gehangen. De naam fotografie De naam fotografie, ofwel 'schrijven met licht'.is afkomstig van de Fransman Niceiphore Niepce, die al rond 1816 expiri- menteerde met de camera obscura. Niepce is mogelijk ook een van de voorlopers in de afdruktechniek, want hij expirimenteerde met sukses met een systeem om afdrukken van bestaande afbeeldingen te maken op lichtgevoelig asfalt. Hij noemde die af drukken Heliogravures of letterlijk 'zonne-etsen'. De eerste echte foto In- 1826 echter slaagde dezelfde heer Niepce er in, voor het eerst een echte foto te maken met de camera obscura, die wij verder maar gewoon als 'camera' zullen aanduiden. Deze foto gemaakt op lichtge voelig asfalt, had een belichtingstijd van 8 uur, bij zonnig weer! In 1829 verbond de heer Niepce zich zake lijk met L. J. M. Daguerre teneinde de Photographie verder te ontwikkelen. Men slaagde! Daguerre lukte het om scherpe foto's te maken op een zilverplaat, bestre- ken met zilverjodide, die met kwikdamp werd ontwikkeld, dat was in 1837. De Franse staat kocht, op voordracht van de geleerde D. F. J. Arago, het patentrecht op en sf elde het vrij ter beschikking aan de ge hele wereld. Een daad van groot belang. Daarmee nl. begon de fotografie haar zegetocht over de wereld. Niet alleen wat betreft de portret en vakfotografie, ook voor de amateur werd het een belangrijke schakel in zijn leven. Nederlandse vindingen De eerste eenoogspiegelreflexcamera, zo als wij die momenteel overal zien, werd ge construeerd door de Nederlander Loman. Het was de Nederlander F. B. A. Prinsen die internationaal wordt erkend als uitvin der van de electrische belichtingsmeter en van de 'automatische foto en filmcamera!' Hoe werkt de Xerografie? [7] Het verschijnsel van de statische elec- triciteit is bekend genoeg. Trek maar eens een trui over uw hoofd of kam uw haar met een plastic kam. U hoort de vonken knetteren! Op dit verschijnsel is de Xerografie gebaseerd. (2] Zo ontstaat een droge ofxerografische kopie. Links het origineel. Het beeld wordt belicht en via een lens, zichtbaar in het midden, op een lichtgevoelig vlak geprojekteerd. Dat vlak, de foto- receptor, bevat het vooralsnog onzicht bare en in spiegelbeeld aanwezige beeld. [3] Nu wordt het inktpoeder over de foto- receptor gestrooid. Het hecht zich vast op de plaatsen waar hel beeld, in de vorm van electrostatische lading aan wezig is. 0 Gewoon papier wordt met de foto- receptor in kontakt gebracht. Het papier wordt ook statisch geladen en neemt daardoor het beeld in poeder- vorm over. [5] Doorverhittingwordt het poederbeeld met het papier versmolten. De Xero- grafische afdruk is klaar, een proces dat maar een paar sekonden hehoeft te duren. In de snelle Xerox 9400. maar twee sekonden. als men een foto bedoelde. De zilveren plaatfotografie echter, was duur en het bekende kiekje, was nog lang niet geboren. De fotografie in de kommunikatie De fotografie is momenteel nauwelijks meer weg te denken uit ons leven. Geen krant is compleet zonder foto. Foto's zijn nodig op paspoorten en rijbewijzen, foto grafie speelt een onmisbare rol in handel en industrie. Hoe ziet een bepaald produkt er uit? De foto geeft het antwoord. Foto grafie met laserstralen leveren ons het z.g. Hologram, een volledig beeld in kleur en drie dimensies. Camera's gebouwd in ruimtevoertuigen snellen door het zonne stelsel en voor het eerst zien wij hoe de ringen van de planeet Saturnus er nu pre cies uitzien. De fotografie in het bedrijfsleven Een minder spectaculaire vorm van foto grafie is die van de fotocopieerapparaten. In de prille tijd van de fotografie, ten tijde van de eerste wereldoorlog, maakte men met ingewikkelde apparaten foto's van geheime stukken. Deze brieven werden langs fotografische weg zodanig verkleind, dat ze in een kokertje konden worden ge stopt en per postduif verstuurd. Met ver grotingsapparaten moesten de brieven dan weer naar het normale formaat ge transformeerd worden. Het copiëren van brieven voor kantoorgebruik echter, bleef in de eerste jaren na wereldoorlog 1, een tamelijk primitief werk. Het carbonpapier vierde hoogtij, de stencilmachine was een ander hulpmiddel. Een snelle en handige copieertechniek, zonder gebruik van foto- chemicaliën en een donkere kamer, be stond er in die prille jaren dertig niet. De fotocopieerapparaten van toen en zelfs na wereldoorlog 2, waren feitelijk minia tuur 'donkere kamers' waarin met flesjes en baden werd geknoeid. Baden die in de warme kantoren na enkele dagen geoxy- deerd en bedorven waren. Het gebruikte fotopapier (lichtgevoelig) men moest het in half of geheel verduisterde ruimten ver werken. Het papier was bovendien onder hevig aan een bepaalde achteruitgang in kwaliteit. Al met al was het maken van een fotocopie een kostbare en nogal techni sche zaak, die vakmanschap vereiste. Wat ontbrak, was een methode om snel en zonder geknoei met chemicaliën, een fotocopie te maken. Copiëren op een wijze die door elke leek zonder enige vakkennis kon worden gedaan. De uitvinding van de Xerografie Chester Carlson was een Amerikaans octrooigemachtigde. In zijn werk werd hij herhaaldelijk geconfronteerd met de noodzaak ergens copieën van te moeten maken. Hij ergerde zich aan de omslach tige technieken die daartoe dienden. In 1935 begon hij in zijn eigen keuken, met behulp van een simpel fornuis, met expiri- menten. Op 22 oktober 1938 lukte het hem om beelden over te brengen op gewoon papier. Vloeistoffen kwamen er ook niet aan te pas. Hij noemde zijn vinding dan ook 'Xerografie', letterlijk is dat desamen- trekking van twee Griekse woorden n.l. 'Xeros' voor 'droog' en 'Graphein' voor schrijven 'droogschrijven'. Voor het maken van die eerste Xerografi- sche beelden werd een pluminium plaat met zwavel bedekt en daarna met een zak doek opgewreven. Daardoor werd de plaat gevoelig en kon samen met een doorzich tig positief, aan het licht worden bloot gesteld. Hierdoor ontstond een latent (onzichtbaar) beeld, dat door bestrooien met een droog poeder zichtbaar werd. Door het in contact brengen met papier ontstond dan de copie. Chester Carlson, uitvinder van de Xerografie. Carlson ontving in 1940 zijn eerste octroi 1 Maar de maatschappijen die hij zijn vi ding aanbood, wezen het van de hand 01 dat men het risico te groot vond. In 19|. kreeg hij de kans zijn vinding openlijk demonstreren voor het Batelle Memor Instituut, een stichting voor wetenschap pelijk onderzoek. Bij Batelle maakte mi de vinding vrij snel geschikt vooreen rui gebruik. De door Carlson gebruikte zv» vel, werd vervangen door Selenium. Ook ontwikkelde men de, nu nog stee bij Rank Xerox toegepaste ontwikki, methode, met draagkorrels en poedi^ deeltjes. Opnieuw werden een aam ondernemingen benaderd, maar andi1- maal zonder succes. Uiteindelijk lukte h j bij de kleine Haloid Company, die fot grafische machines en papier vervaardig! Daarom kreeg Haloid in 1948 de licensii In 1950 kwam de eerste Xeroxmachine de handel. VAN ELEKTRONISCHE FOTO NAAR KOPIE OP PAPIER Kopieën kunnen ook gemaakt worden van een tekst of beeld op een beeldscherm. De tek( verwerker of elektronische schrijfmachine of de minicomputer wordt dan via een kabJ verbonden met een speciaal kopieerapparaat of een printer. De Xerox 8011 is het moderns type op het gebied van elektronische informatieverwerking. Voor het gebruik hoeft m namelijk geen kennis te hebben van ingewikkelde machinetalen. Dit systeem brengt een oervorm van communicatie in de kantooromgeving. De commui catie tussen mens en machine gaat via 'pictogrammen', eenvoudige plaatjes die beken voorwerpen uitbeelden. Wil men een bepaalde functie van het systeem in werking stellé2. dan hoeft men slechts het pictogram aan te wijzen. Zo kan het systeem via de pictograi electronisch tekenen, brieven en rapporten verkleinen cn vergroten, verschillende lette types gebruiken, archiveren, ingewikkelde wiskundige en chemische formules uitwerk en afdrukken.

Peel en Maas | 1982 | | pagina 14