Laat de jongeren maar aantreden
5
PEEL EN MAAS
Werkloze IJsselsteyner leidt
toeristen rond in Peelland
Zwemvierdaagse te Venray
„Wat ik doe is
uniek in Nederland"
Piet Peeters ziet brood in vakantiegangers
M. A. (Teng) Fleurkens uit Oostrum
is één van de acht Venrayse raadsleden
die straks in september niet meer in de
gemeenteraad zal terugkeren. Onlangs
65 jaar geworden, vindt hij dat 'n goede
leeftijd om een punt te zetten achter
twintig jaren aktief raadslidmaatschap,
Met Jacob de Bruijn en Sraar
Beterams is Teng Fleurkens dus een van
die Venrayse mensen, die op een zeer
lange periode als raadslid kan terugzien.
In 1962 het jaar dat Fleurkens zijn
eerste schreden in de Venrayse gemeen
tepolitiek zette, was hij een van de ini
tiatiefnemers van de „kerkdorpenlijst".
Tot dan kwamen immers de verschillen
de Venrayse kerkdorpen met afzonder
lijke plaatselijke lijsten uit. In 1962
kreeg Oostrum daarom ook behalve
Teng Fleurkens als vertegenwoordiger
van de ..kerkdorpenlijst" ook nog een
raadslid op de z.g. „boerenlijst".
Zijn eerste aanzet in de Venrayse
politiek werd al direct beloond met 347
voorkeurstemmen.
Fleurkens is een zoon van een der
eerste Ysselsteynse pioniers, die vanaf
1921 in de Peelontginning heeft ge
werkt. Zelf heeft hij deze pioniersarbeid
verricht tot 1948, toen hij trouwde en
zich in Oostrum vestigde. Maar wie nu
meent dat Fleurkens geen geboren
Oostrummer is, heeft het wel mis. Eerst
op 5-jarige leeftijd vertrok hij met zijn
ouders naar Ysselsteyn
VELE FLINKTIES
Dat hij in Oostrum als raadslid wel
,,in tel" was moge blijken uit de diverse
funkties, welke hij daar in de loop der
Onderstaand verhaal namen wij met
toestemming van de hoofdredaktie over
uit ,,Het Helmonds Dagblad" cq „Het
Eindhovens Dagblad" De tekst is
geschreven door Piet Snijders, journa
list bij beide dagbladen. De Foto's zijn
van P.M. van den Meulenhof uit Hel
mond. De foutieve schrijfwijze van
Y (IJ) sselsteyn laten wij uiteraard voor
rekening van de schrijver.
jaren vervulde. Zo was hij bestuurslid
van het Werkcomité „Ons Oostrum"
(de feitelijke voorloper van de Dorps
raad); bestuurslid van de Stichting De
Oude Watermolen; bestuurslid van de
voetbalvereniging Oostrum en tevens lid
van de commissie die destijds tot reali
sering van het sportterrein in dit kerk
dorp moest zien te komen. Verder was
hij penningmeester van Herwonnen
Levenskracht; penningmeester van de
KVP afdeling Oostrum en secretaris van
de Kring Venray van de C.V.V. (de
Coöp. Venlose Veilingvereniging).
Een dan natuurlijk niet te vergeten
zijn secretaris-zaakvoerderschap van de
Tuinbouwbond Oostrum. Allemaal
funkties waarbij hij veel in kontakt
kwam met alle lagen van de Oostrumse
bevolking en daardoor op de hoogte
bleef van wat er reilde en zeilde in dit
kerkdorp.
Momenteel is Fleurkens nog lid van
de Financiële commissie van de Oos
trumse parochiekerk, adviserend lid van
de Werkgroep/Dorpsraad en secretaris
van de CVV kring Venray. „Meer dan
genoeg om bezig te blijven".
Naast zijn raadslidmaatschap had hij
nog zitting in enkele commissies, t.w. de
commissie voor agrarische aangelegen
heden, de commissie voor openbare
werken en de commissie voor financiën
en belastingen.
KALMER AAN
Kennelijk had Fleurkens toch te veel
hooi op zijn vork genomen, want reeds
in 1970 moest hij het veel kalmer aan
doen. Dat betekende o.a. dat hij het
secretariaat-zaakvoerderschap moest la
ten varen, terwijl die Tuinbouwbond
toch feitelijk zijn stokpaardje was. Die
verantwoordelijke taak vervulde hij al
in 1956, en in al die jaren heeft hij
„zijn" vereniging zien groeien en
bloeien. In de beginjaren zat men in 'n
vertrek van 4 x 10 meter, achter de
Boerenbond. Dat was maar behelpen en
twee jaar later bouwde men reeds een
eigen loodsje. Maar ook dat was na drie
jaar weer te klein. Toen huurde men de
bekende houten loods aan de Stations
weg waar nu inmiddels de fraaie stenen
tuinbouwloods is verrezen.
Fleurkens is o.m. zeven jaar voorzit
ter geweest van de Werkgroep/Dorps
raad. Hij zelf vond dat een uitstekende
combinatie met zijn raadslidmaatschap.
Men kon verlangens uit de Dorpsraad
direct doorspelen terwijl men ook
vanwege de achtergrond-informatie
meer doelgericht kon werken. Maar
toch vond men in Oostrum dat
samengaan van deze twee funkties niet
zo was als het hoorde. Fleurkens bleef
toen wel bestuurslid en adviserend lid
van de Werkgroep.
Het hoeft geen betoog, dat zijn
persoonlijke belangstelling allereerst
uitging naar de land- en tuinbouw,
zonder daarbij de realiteit uit het oog te
verliezen. Zo was hij er al vroeg van
overtuigd dat in een groeiend kerkdorp
als Oostrum, het niet mogelijk zou zijn,
vestiging van landbouwbedrijven in de
kom van het dorp te blijven toestaan.
Meer nog, hij beijverde zich mogelijk
heden te scheppen tot het verplaatsen
van die landbouwbedrijven naar het
buitengebied. Zijn pogingen destijds,
dit via de ruilverkaveling gedaan te
krijgen, hadden geen succes.
IN DE OPPOSITIE..
Meer succes oogstte zijn „oppositie"
tegen de gemeentelijke plannen om de
toekomstige uitbreiding van Oostrum
„Noord" te realiseren. Daar zouden
volgens Fleurkens te veel landbouw- en
tuindersbedrijven last krijgen met de
hinderwet, terwijl ook duurdere grond
aangekocht zou moeten worden. Toen
de raad dan eindelijk besloot de uitbrei
ding in „Oost" te doen plaatshebben,
waren er wel bijna twee jaren van
stagnatie voorbij. Oostrumse mensen
moesten daardoor zelfs in Brukske gaan
wonen. „Maar nu blijven de bejaarden
veel nauwer met het centrum van
Oostrum verbonden", aldus Fleurkens.
Oostrum heeft zich inmiddels tot 'n
soort forensendorp van Venray ontwik
keld. Prachtige nieuwe woonwijken met
fraaie groenvoorzieningen verraden dat
het er goed wonen is. Fleurkens is er
best over te spreken dat hij in die ont
wikkeling van Oostrum ook 'n vinger in
de pap heeft mogen hebben. Want het is
juist in de laatste twintig jaar dat de
grootste ontwikkeling van Oostrum
heeft plaats gevonden.
„Toen ik in 1962 raadslid werd, was
juist de Ooster Thienweg voor 'n klein
gedeelte bebouwd. Aan de Mgr.
Hanssenstraat stonden enkele nieuwe
witte woningen. Dat en de oude kern,
maakte destijds Oostrum uit. Nu
hebben we hier zo'n 570 woningen...."
Had Oostrum vroeger al twee verte
genwoordigers in de gemeenteraad
één van de kerkdorpenlijst en één van
de boerenlijst, later kreeg men feitelijk
weer twee afgevaardigden in de raad,
toen „Geert van Samenwerking" in
Oostrum kwam wonen. Maar volgens
Fleurkens „is Geert Mulders toch meer
op Venray gericht...."
GOEDE OPVOLGER
Hoewel Fleurkens geen voorstander
is van politieke partijen in de raad, is
VRIJDAG 13 AUGUSTUS 1982 Nr. 32
HONDERDENDERDE JAARGANG
Venray staat weer centraal bij jong en
oud, zowel bij recreanten, trimmers als
ook voor wedstrijdsporters, gedurende
de week van 16 tot en met 20 augustus
1982 in het kader van de NATIONALE
ZWEMVIERDAAGSE in het gemeen
telijk Combi zwembad. Het is inmiddels
dat toch niet de reden dat hij niet meer
in de gemeenteraad terugkomt. „Laat
de jongeren het nu maar eens doen".
En hij vindt dat er in Van Soest een
goede opvolger voor hem hebben ge
vonden.
Teng Fleurkens is zeer nieuwsgierig
hoe het CDA in de Venrayse raad gaat
fungeren. „Zonder politieke gebonden
heid kon je nog eens voor je eigen
mening uitkomen. Als politieke afge
vaardigde zul je niet altijd de belangen
van je eigen kerkdorp kunnen beharti
gen...."
Hij benadrukt, nog eens, dat bijvoor
beeld de Kerkdorpenfraktie veel voor de
gemeenschap heeft gedaan. Maar ook
hij vindt het jammer dat niet elk kerk
dorp een vertegenwoordiger in de raad
heeft, en vermoedelijk ook wel nooit zal
krijgen. „Wij betrokken zo'n dorp
zonder raadslid altijd in het fraktiebe-
raad. Dan voelden ze zich er toch ook
bij horen. Of dat ook bij het CDA
mogelijk zal zijn....?"
Neen, Fleurkens is er niet gelukkig
mee, met al die politieke partijen in de
Venrayse gemeenteraad, „Als ik vier
jaar jonger was, had ik nog wel eens
mee willen doen, maar dan wel in de
fraktie „Kerkdorpen"!
de zevende maal dat het COMITÉ RE
CREATIESPORT VENRAY in samen
werking met het personeel van het
gemeentelijk Combi zwembad en de
zwemvereniging Spio dit grootse zwem-
festijn organiseert.
De verwachtingen zijn hoog gespan
nen, omdat dit jaar het deelnemersaan
tal waarschijnlijk de 700 zal halen. Een
terechte verwachting, want men heeft
dit jaar een uitgebreid programma op
gezet met diverse attrakties (o.a. een
zweminstuif, een reuze luchtmatras
etc.). Verder kunnen er dit jaar voor het
eerst medailles met goud 7 worden uit
gereikt en wel aan de deelnemers die
voor het zevende jaar aan deze zwem
vierdaagse deelnemen.
Evenals vorig jaar zal worden gestart
in leeftijdsgroepen.
De starttijden zijn als volgt ingedeeld.
Leeftijd 10 ouders vanaf 17.00 u.
Leeftijd lOjaartot 16 jaar:
vanaf 19.00 uur.
Leeftijd 16jaaren ouder:
vanaf 19.00 u.
Kinderen onder de 10 jaar en 65
zwemmen per dag 250 meter; alle
andere deelnemers dienen per dag 500
meter af te leggen.
Inschrijving en deelnemerskosten
Iedere deelnemer(ster) ontvangt bij
inschrijving een plastic knipkaartje dat
tijdens de zwemvierdaagse aan de
zwemkleding bevestigd dient te worden
en alle vier de dagen meegebracht moet
worden (het kan ook met een elastiekje
om de arm).
Inschrijven kan vanaf heden, uitslui
tend aan de kassa van het gemeentelijk
combi zwembad, Parkweg 2 te Venray.
De kosten dienen bij de inschrijving
voldaan te worden en bedragen 5,75
per persoon, inclusief de entree gedu
rende 4 dagen, 65 plussers krijgen op
vertoon van 65 pas 50% reduktie.
Voor deelname aan de zwemvier
daagse (op eigen risico) is een zwem
diploma vereisi.
Iedereen die de zwemvierdaagse met
succes heeft voltooid, krijgt een medail
le (resp. brons, zilver, goud, goud 4,
goud 5, goud 6 en goud 7 alsmede een
herinneringssticker.
ZWEMVIERDAAGSE PRIMA
RECREATIE
VOOR HET HELE GEZIN!
der over zichzelf te vertellen heeft
gaat terug tot het begin van de ja
ren vijftig, enkele jaren na de oor
log. „Er kwam in IJsselsteyn een
groot oorlogskerkhof te liggen van
Duitse soldaten die in Oost-Bra
bant en Noord-Limburg sneuvel
den. Dat kerkhof trok veel bezoe
kers uit Duitsland. Moederkes die
het graf van hun zoon kwamen
zoeken; jonge weduwen die naar
hun man kwamen zoeken enzo-
yoort enzovoort.
Veel van die .verwanten kwamen
uit verre Duitse streken. Ze waren
net als wij hier in Nederland
straatarm. Ze kenden hier heg
noch steg en velen van hen ston
den, als ze het graf wat zij zochten
eenmaal in IJsselsteyn hadden ge
vonden, er hier maar verloren bij.
Een onderkomen voor de nacht
hadden ze in de regel niet georga
niseerd. En dezelfde dag naar huis
terug kon vaak ook niet. Veel van
die Duitsers werden dan door de
mensen uit IJsselsteyn opgevan
gen.
Bij ons in de familie werd in de
loop der jaren onderdak verschaft
aan honderden
mensen uit Duitsland. Op
den duur werden de contacten met
die mensen beter. Als ze toch een
maal in Nederland waren, konden
ze net zo goed hun ogen de kost
geven. In die tijd ben ik begonnen
met het rondleiden van mensen.
Niet alleen in De Peel, maar ook
in andere landstreken.
Ik heb in de loop der jaren vele
bussen vol Duitsers door Neder
land gereden. Alle Hollandse at
tracties hebben we gehad. Het idee
om wat meer in De Peel te gaan
doen ontstond eigenlijk pas in fe
bruari van dit jaar. Als natuur
liefhebber maak ik regelmatig
wandelingen door de Peel. In fe
bruari werd ik tijdens zo'n wande
ling aangehouden door een groepje
toeristen dat de weg kwijt was. Ik
heb hun gezegd: Loop maar achter
mij aan, dan kom je vanzelf weer
op den harde weg. Toen pas dacht
ik dat hier werk aan de winkel
zou kunnen zijn. En nu, nu het
toeristenseizoen nog maar nauwe
lijks begonnen is, heb ik zeker al
drieduizend mensen mogen rond
leiden." aldus Peeters.
Organisatie
Men kan de IJsselsteynse pio
nier geen gebrek aan organisatie
talent verwijten. Toen zijn besluit
eenmaal vast stond ging hij eerst
de grote vakantieparken in de om
geving af. Hij maakte er zich be
kend als excursieleider en liet zich
opnemen in de activiteitenpro
gramma's van die vakantieparken.
Aanvankelijk alleen als gids voor
een Peelwandeling. Al snel kreeg
hij zijn eerste „klanten". Het acti
viteitenpakket breidde zich uit
door het redenaarstalent van Piet
Peeters.
Als Piet met mensen De Peel in
trekt vertelt hij namelijk niet al
leen over hetgeen zich in de na
Op deze manier wordt er in He
lena veen, Liessel en Deurne op een
ontspannen manier en in ieders
voordeel gehandeld. De toeristen
komen goedkoop aan hun avond-
kost en doen tegelijk wat kennis
op, Piet Peeters bezorgt de toeris
ten en zichzelf een aangename dag
en blijft uit handen van „moeders"
en de tuinders verdienen het onge
mak terug zonder van het bord op
te hoeven kijken. Op deze manier
worden excursies gehouden in een
tomatenkas, een komkommerkas
en een bloemenkas. In de voor
middag wordt bovendien een be
zoek gebracht aan imker Ties Ber-
kers in Zeilberg.
De lunch wordt gebruikt in de
IJsselsteinse uitspanning „De
Peel" van Arie van Dijk. Piet Pee
ters en zijn groepen toeristen wor
den daar drie dagen in de week
met open armen ontvangen. Of hij
daar een goede klant is? „Ach"
zegt mevrouw van Dijk schouder
ophalend.
Nademiddag bezoekt het gezel
schap toeristen een champignon-
kwekerij, een kaasboerderij, de
Milheezer molen en het Ripse na
tuurgebied De Stippelberg. Piet
laat zijn mensen regelmatig stop
pen. En overal weet hij wel iets te
vertellen. Dat zijn verhalen slechts
75 waarheid bevatten en 25
overdrijving, is niet zo belangrijk.
„De mensen vullen aan het einde
van de dag een vragenformuliertje
in dat doorgaans heel positief voor
mij uitvalt Ook de vent die op
schreef dat ik veel te veel kletste
vond dat hij een fijne dag had ge
had. Daar gaat het mij maar om,"
aldus Peeters.
De Peelwandeling onder leiding
van Piet Peeters is al evenzeer in
trek. Piet troont zijn gasten altijd
mee naar een stukje natuurgebied
in de Heidsche Peel, een paar kilo
meter achter het café-restaurant
van Arie van Dijk. Nog voordat
dit fraaie natuurgebiedje betreden
wordt - „in samenspraak met
Staatsbosbeheer natuurlijk" -
vertelt Piet over de erwten- en bo
nenteelt van de boeren die op de
laatste Peelontginning wonen.
„Hier is in 1967 nog 300 hectaren
(Door Piet Snijders)
IJSSELSTEYN - „Goedemorgen
dames en heren. Vandaag mag u
met mij mee naar de mooiste plek
jes van Peelland. Plekjes waar u
op eigen houtje nooit zult komen.
We gaan de streek verkennen tus
sen IJsselsteyn en Deurne en we
gaan enkele bedrijven bezoeken In
Helenaveen, Liessel en Milheeze.
Ais u dan nog niet genoeg hebt
van deze jongen, mag u morgen
vroeg terugkomen. Dan maken we
een wandeling door de Peel. Ik
vertel u overal wat er te zien Is.
Daarvan berust 75 procent op
waarheid en niets dan de waar
heid; de rest mag u zelf invullen."
Piet Peeters (51) uit IJsselsteyn
is „nen aparte". Forse vent. donke
re bril, geruite bloes met korte
mouwen, gestreepte bretels daar
overheen, klompen aan de voeten
en niet verlegen. Integendeel. Piet
Peeters „ouwehoert" een heel eind
weg. Een hele radde prater. Geen
gestudeerd type, maar meer een
natuurtalent.
Vrijwilliger
„Wat ik doe is puur vrijwilli
gerswerk. Ik ben eigenlijk in
dienst van het grootste leger dat
Nederland momenteel op de been
kan brengen. En omdat ik dus als
maar thuis in de hoek van de ka
mer naar het kastje zat te kijken
óf moeders op de vingers zat te
likken, werd hel hoog tijd dal ik
thuis weg kwam; iels nuttigs ging
doen. Zodoende sta ik hier voor u,
om u een fijne vakantiedag in de
Peel te bezorgen. Als u vragen
hebt: U mag meneer tegen me zeg
gen maar ik heet Piet"
Piet Peeters, ex-pompbediende,
ex-pijpleidinglegger, ex-bouwvak
ker. ex-Heidemijer en ex-kabel
legger is werkeloos. Maar hij is
niet van plan om dat te blijven.
Althans niet langer dan hard no
dig is. Tegenwoordig is hij drie
dagen van de week in de weer als
gids voor toeristen van onder meer
de grote vakantieparken Loohorst
en Meerdal (Horst-America), Roe-
kenbos (Blitterswijck), Lommer-
bergen (Reuver), De Vers (Over-
loon) en andere instellingen. Als
vrijwilliger. Verdienen doet hij er
nauwelijks aan, zo zegt hij zelf.
„De instanties die mij mijn uitke
ring verstrekken zijn ook alsmaar
nieuwsgierig naar de verdiensten.
Maar die vallen gruwelijk tegen.
Je krijgt af en toe ne knaak fooi
voor een borrel of zo. Toeristen
zijn niet zo vrijgevig. En omdat ik
dit werk vrijwillig en op mijn
eigen houtje doe, moet ik zelf ook
voor alle organisatiekosten op
draaien. En die zijn niet gering.
Maar ik heb er lol in."
Echte baan
Volgens Peeters kan het werk
wat hij doet ondanks alles gemak
kelijk tot een echte baan uitge
bouwd worden. Part-time of full
time, dat maakt hem niet uit. ,,'t Is
een kwestie van organiseren. Nu
doe ik dat zelf, maar ik hoop
eigenlijk dat de VW's van Zuid
oost-Brabant en Noord-Limburg
er nog eens inspringen. Als die de
zaak coördineren kan er nog veel
meer van gemaakt worden."
Zelf noemt Piet Peeters zich
geen gids maar excursieleider.
„Wat ik doe is uniek in Neder
land," zo zegt hij zelfverzekerd. Of
dat zo is, zullen we maar in het
midden laten. Maar opmerkelijk is
het werk van Piet Peeters in ieder
gevxal wel.
Duitsers
Het verhaal dat de excursielei
E^ccursieleider Piet Peeters uit IJsselsteyn pikt elke week tientallen
toeristen op voor een Peelwandeling of een Peelroute, die per auto
wordt afgelegd.
Mercedes strategisch op, hangt het
reclamebordje „Peelroute" duide
lijk zichtbaar op en organiseert
een kolonne die hij aan zich voor
bij laat trekken. De inzittenden
van alle auto's krijgen een be
schrijving van de Peelroute uitge
reikt „Als u zich even voor de
Midden-Peelweg in een rij opstelt
en u rijdt direkt achter mij aan,
kan er niets fout gaan." aldus Piet
Peeters. En aldus geschiedt.
Bij het barakkenkamp van de
voormalige DUW richting
Griendsveen (de eerste beziens
waardigheid volgens de routebe
schrijving) staat een tweede groep
toeristen te wachten. Die groep is
\unuit de Reuver op eigen houtje
naar Griendtsveen gereden om
daar te kunnen aansluiten. De eer
ste echte stop wordt gemaakt in de
Griendtsveense dorpskom. Piet
Peeters laat iedereen uitstappen
en vertelt midden in Griendtsveen
een verhaal over de noeste Peel-
werkers die zich voor een appel en
een ei uit de naad gewerkt hebben
om dit dorp te kunnen stichten;
over de handelaren Van de
Griendt die al die arbeid in de vo
rige eeuw handig hebben weten te
verzilveren; over fotograaf Jan
van der Kam die in Griendtsveen
voorwaar toch geen toeristische
attractie - mag het gezelschap op
nieuw uitstappen. Een verhaal
over de snelheid waarmee Helena-
veense tuinbouwprodukten wor
den rondgestrooid over de groen-
tenmarkten van Berlijn. Brussel
en Parijs is hun loon. Na een om-
weggetje stopt de club van Peeters
bij het eerste tuinbouwbedrijf. De
hele weg wordt geblokkeerd.
„Geeft niet", zegt Piet later. „Het
vrachtverkeer dat bij dit bedrijf
moet zijn weet wanneer ik hier
ben met de toeristen."
De betreffende tuinder vertelt
desgevraagd dat hij geen hinder
heeft van de toeristen die Piet
Teeters meebrengt. Een begrijpe
lijke uitspraak, want als het gezel
schap een kwartiertje nadien ver
trekt is hij enkele kisten tomaten
armer en een beetje handgeld rij
ker. Piet Peeters is een goede
klant. Dat blijkt nog duidelijker
bij het volgende tuinbouwbedrijf,
waar Piet de „produktpromotie"
zoals hij dat noemt zelf ter hand
neemt. De betreffende tuinder zit
net aan zijn middagmaal en vindt
straks de losse guldens wel die de
toeristen hebben achtergelaten
voor zijn gewaardeerde komkom
mers.
In de Heidsche Peel vertelt Piet
ook over de beheersmaatregelen
die er in de Peel worden uitge
voerd, over de gouden romeinse
helm die vele jaren geleden in het
moeras werd gevonden en over het
kienhout, de Peelpuisten, waar
voor in de randstad veel geld
wordt betaald. Hij wijst op man-
putten waarin vroeger al dan niet
illegaal turf gestoken werd, op
plaatsen waar tegenwoordig fa
zanten worden gevoerd door luie
jagers, hij vertelt over vliegden,
berk, eik. amerikaanse vogelkers,
spagnum en lavendelhei. Piet
stuurt zijn gasten over een „avon
tuurlijk" pad en ever de knuppel
bruggetjes die hijzelf heeft aange
legd teneinde niet met het hele ge
zelschap in het moer te zakken.
Tijdens de wandeling door de Peel
moet de toerist wel de indruk krij
gen dat Piet Peeters boswachter,
bioloog, historiscus en opzichter
van de werkverschaffing tegelijk
is. Om te bewijzen dat hij omtrent
dé turfwinning niet meer dan 20
liegt neemt Piet Peeters het gezel
schap 's middags mee naar het na
tuurgebiedje Den Bult. een eindje
voorbij de Kraaienhut. Daar
steekt Jan v.d. Weijer terwille van
de vele toeristen nog enkele turven
en hij vertelt erbij in sappig Deur
nes. In de Peel op vakantie komen
en geen turf gezien hebben, dat
kan niet. Zeker niet als je een of
twee dagen met Piet Peeters op
stap geweest bent.
tuur afspeelt, maar ook over de
menselijke activiteiten rondom De
Peel. En op een gegeven moment
kreeg Piet te verstaan dat zijn
verhaal over een champignonkwe
kerij weliswaar interessant was,
maar dat een excursie op dat be
drijf misschien nog wel zeker zo
leuk zou zijn. Piet legde het con
tact met de ondernemer en de ex
cursie werd een feit. Als gevolg
daarvan kwam Piet Peeters op het
idee om meerdere bedrijven te be
naderen teneinde een echte bedrij-
ventocht op te zetten. Diverse be
drijven, met name tuinders in He
lenaveen en omgeving, bleken er
geen bezwaar tegen te hebben als
Piet regelmatig even langs zou ko
men met een groep toeristen. En
zodoende heeft Piet Peeters zich
ontwikkeld tot „excursieleider".
Hoe een en ander in z'n werk
gaat vertelt Piet liever niet „Kom
maar eens ne keer naar IJssel
steyn en loop maar eens mee. Dan
ziede 't zelf," aldus Peeters. En dat
doen we dan maar.
De bedrijventocht die wij mogen
meemaken begint 's morgens om
tien uur in vakantiedorp 't Meer
dal nabij de Midden Peelweg. En
kele tientallen toeristen - gezin
netjes met kinderen, oudere en
jonge stelletjes - zitten in hun
auto op de parkeerplaats van dat
vakantiedorp te wachten op de
heer Peeters. Piet stelt zijn oude
Piet Peeters (links achter met
donkere bril) neemt elke iveek
groepen toeristen mee naar di
verse bedrijven in de regio. Hier
een excursie op een kaasboerde
rij in Milheeze.
woont en over allerlei andere we
tenswaardigheden.
Als het hele gezelschap verder
wil trekken naar Helenaveen
blijkt een auto kapot. Geen nood.
De vier inzittenden worden over
geladen in de comfortabele Merce
des van de excursieleider. Voor de
Helenaveense tuinbouwloods -
Peel geklauwd," vertelt Piet. „Dat
had nooit gemogen." Maar veel
meer kritiek levert hij niet. Uite
indelijk is de erwtenoogst die 's
morgens om zeven uur in IJssel
steyn begint en die 's avonds in de
conservenf abrieken in Maaseijk
eindigt voor de toeristen even in
teressant. Even verderop voor het
Defensiekanaaltje vertelt Piet:
„Die Hagenezen dachten in '38 dat
dit slootje de Duitsers zou tegen
houden. Toen het zover was spron
gen die Duitse jongens hier over
heen alsof het een slootje in een
weiland was. Alleen de Beierse
bierdrinkers haalden het niet. Die
vielen er middenin."