Laat de jongeren maar aantreden 5 PEEL EN MAAS Werkloze IJsselsteyner leidt toeristen rond in Peelland Zwemvierdaagse te Venray „Wat ik doe is uniek in Nederland" Piet Peeters ziet brood in vakantiegangers M. A. (Teng) Fleurkens uit Oostrum is één van de acht Venrayse raadsleden die straks in september niet meer in de gemeenteraad zal terugkeren. Onlangs 65 jaar geworden, vindt hij dat 'n goede leeftijd om een punt te zetten achter twintig jaren aktief raadslidmaatschap, Met Jacob de Bruijn en Sraar Beterams is Teng Fleurkens dus een van die Venrayse mensen, die op een zeer lange periode als raadslid kan terugzien. In 1962 het jaar dat Fleurkens zijn eerste schreden in de Venrayse gemeen tepolitiek zette, was hij een van de ini tiatiefnemers van de „kerkdorpenlijst". Tot dan kwamen immers de verschillen de Venrayse kerkdorpen met afzonder lijke plaatselijke lijsten uit. In 1962 kreeg Oostrum daarom ook behalve Teng Fleurkens als vertegenwoordiger van de ..kerkdorpenlijst" ook nog een raadslid op de z.g. „boerenlijst". Zijn eerste aanzet in de Venrayse politiek werd al direct beloond met 347 voorkeurstemmen. Fleurkens is een zoon van een der eerste Ysselsteynse pioniers, die vanaf 1921 in de Peelontginning heeft ge werkt. Zelf heeft hij deze pioniersarbeid verricht tot 1948, toen hij trouwde en zich in Oostrum vestigde. Maar wie nu meent dat Fleurkens geen geboren Oostrummer is, heeft het wel mis. Eerst op 5-jarige leeftijd vertrok hij met zijn ouders naar Ysselsteyn VELE FLINKTIES Dat hij in Oostrum als raadslid wel ,,in tel" was moge blijken uit de diverse funkties, welke hij daar in de loop der Onderstaand verhaal namen wij met toestemming van de hoofdredaktie over uit ,,Het Helmonds Dagblad" cq „Het Eindhovens Dagblad" De tekst is geschreven door Piet Snijders, journa list bij beide dagbladen. De Foto's zijn van P.M. van den Meulenhof uit Hel mond. De foutieve schrijfwijze van Y (IJ) sselsteyn laten wij uiteraard voor rekening van de schrijver. jaren vervulde. Zo was hij bestuurslid van het Werkcomité „Ons Oostrum" (de feitelijke voorloper van de Dorps raad); bestuurslid van de Stichting De Oude Watermolen; bestuurslid van de voetbalvereniging Oostrum en tevens lid van de commissie die destijds tot reali sering van het sportterrein in dit kerk dorp moest zien te komen. Verder was hij penningmeester van Herwonnen Levenskracht; penningmeester van de KVP afdeling Oostrum en secretaris van de Kring Venray van de C.V.V. (de Coöp. Venlose Veilingvereniging). Een dan natuurlijk niet te vergeten zijn secretaris-zaakvoerderschap van de Tuinbouwbond Oostrum. Allemaal funkties waarbij hij veel in kontakt kwam met alle lagen van de Oostrumse bevolking en daardoor op de hoogte bleef van wat er reilde en zeilde in dit kerkdorp. Momenteel is Fleurkens nog lid van de Financiële commissie van de Oos trumse parochiekerk, adviserend lid van de Werkgroep/Dorpsraad en secretaris van de CVV kring Venray. „Meer dan genoeg om bezig te blijven". Naast zijn raadslidmaatschap had hij nog zitting in enkele commissies, t.w. de commissie voor agrarische aangelegen heden, de commissie voor openbare werken en de commissie voor financiën en belastingen. KALMER AAN Kennelijk had Fleurkens toch te veel hooi op zijn vork genomen, want reeds in 1970 moest hij het veel kalmer aan doen. Dat betekende o.a. dat hij het secretariaat-zaakvoerderschap moest la ten varen, terwijl die Tuinbouwbond toch feitelijk zijn stokpaardje was. Die verantwoordelijke taak vervulde hij al in 1956, en in al die jaren heeft hij „zijn" vereniging zien groeien en bloeien. In de beginjaren zat men in 'n vertrek van 4 x 10 meter, achter de Boerenbond. Dat was maar behelpen en twee jaar later bouwde men reeds een eigen loodsje. Maar ook dat was na drie jaar weer te klein. Toen huurde men de bekende houten loods aan de Stations weg waar nu inmiddels de fraaie stenen tuinbouwloods is verrezen. Fleurkens is o.m. zeven jaar voorzit ter geweest van de Werkgroep/Dorps raad. Hij zelf vond dat een uitstekende combinatie met zijn raadslidmaatschap. Men kon verlangens uit de Dorpsraad direct doorspelen terwijl men ook vanwege de achtergrond-informatie meer doelgericht kon werken. Maar toch vond men in Oostrum dat samengaan van deze twee funkties niet zo was als het hoorde. Fleurkens bleef toen wel bestuurslid en adviserend lid van de Werkgroep. Het hoeft geen betoog, dat zijn persoonlijke belangstelling allereerst uitging naar de land- en tuinbouw, zonder daarbij de realiteit uit het oog te verliezen. Zo was hij er al vroeg van overtuigd dat in een groeiend kerkdorp als Oostrum, het niet mogelijk zou zijn, vestiging van landbouwbedrijven in de kom van het dorp te blijven toestaan. Meer nog, hij beijverde zich mogelijk heden te scheppen tot het verplaatsen van die landbouwbedrijven naar het buitengebied. Zijn pogingen destijds, dit via de ruilverkaveling gedaan te krijgen, hadden geen succes. IN DE OPPOSITIE.. Meer succes oogstte zijn „oppositie" tegen de gemeentelijke plannen om de toekomstige uitbreiding van Oostrum „Noord" te realiseren. Daar zouden volgens Fleurkens te veel landbouw- en tuindersbedrijven last krijgen met de hinderwet, terwijl ook duurdere grond aangekocht zou moeten worden. Toen de raad dan eindelijk besloot de uitbrei ding in „Oost" te doen plaatshebben, waren er wel bijna twee jaren van stagnatie voorbij. Oostrumse mensen moesten daardoor zelfs in Brukske gaan wonen. „Maar nu blijven de bejaarden veel nauwer met het centrum van Oostrum verbonden", aldus Fleurkens. Oostrum heeft zich inmiddels tot 'n soort forensendorp van Venray ontwik keld. Prachtige nieuwe woonwijken met fraaie groenvoorzieningen verraden dat het er goed wonen is. Fleurkens is er best over te spreken dat hij in die ont wikkeling van Oostrum ook 'n vinger in de pap heeft mogen hebben. Want het is juist in de laatste twintig jaar dat de grootste ontwikkeling van Oostrum heeft plaats gevonden. „Toen ik in 1962 raadslid werd, was juist de Ooster Thienweg voor 'n klein gedeelte bebouwd. Aan de Mgr. Hanssenstraat stonden enkele nieuwe witte woningen. Dat en de oude kern, maakte destijds Oostrum uit. Nu hebben we hier zo'n 570 woningen...." Had Oostrum vroeger al twee verte genwoordigers in de gemeenteraad één van de kerkdorpenlijst en één van de boerenlijst, later kreeg men feitelijk weer twee afgevaardigden in de raad, toen „Geert van Samenwerking" in Oostrum kwam wonen. Maar volgens Fleurkens „is Geert Mulders toch meer op Venray gericht...." GOEDE OPVOLGER Hoewel Fleurkens geen voorstander is van politieke partijen in de raad, is VRIJDAG 13 AUGUSTUS 1982 Nr. 32 HONDERDENDERDE JAARGANG Venray staat weer centraal bij jong en oud, zowel bij recreanten, trimmers als ook voor wedstrijdsporters, gedurende de week van 16 tot en met 20 augustus 1982 in het kader van de NATIONALE ZWEMVIERDAAGSE in het gemeen telijk Combi zwembad. Het is inmiddels dat toch niet de reden dat hij niet meer in de gemeenteraad terugkomt. „Laat de jongeren het nu maar eens doen". En hij vindt dat er in Van Soest een goede opvolger voor hem hebben ge vonden. Teng Fleurkens is zeer nieuwsgierig hoe het CDA in de Venrayse raad gaat fungeren. „Zonder politieke gebonden heid kon je nog eens voor je eigen mening uitkomen. Als politieke afge vaardigde zul je niet altijd de belangen van je eigen kerkdorp kunnen beharti gen...." Hij benadrukt, nog eens, dat bijvoor beeld de Kerkdorpenfraktie veel voor de gemeenschap heeft gedaan. Maar ook hij vindt het jammer dat niet elk kerk dorp een vertegenwoordiger in de raad heeft, en vermoedelijk ook wel nooit zal krijgen. „Wij betrokken zo'n dorp zonder raadslid altijd in het fraktiebe- raad. Dan voelden ze zich er toch ook bij horen. Of dat ook bij het CDA mogelijk zal zijn....?" Neen, Fleurkens is er niet gelukkig mee, met al die politieke partijen in de Venrayse gemeenteraad, „Als ik vier jaar jonger was, had ik nog wel eens mee willen doen, maar dan wel in de fraktie „Kerkdorpen"! de zevende maal dat het COMITÉ RE CREATIESPORT VENRAY in samen werking met het personeel van het gemeentelijk Combi zwembad en de zwemvereniging Spio dit grootse zwem- festijn organiseert. De verwachtingen zijn hoog gespan nen, omdat dit jaar het deelnemersaan tal waarschijnlijk de 700 zal halen. Een terechte verwachting, want men heeft dit jaar een uitgebreid programma op gezet met diverse attrakties (o.a. een zweminstuif, een reuze luchtmatras etc.). Verder kunnen er dit jaar voor het eerst medailles met goud 7 worden uit gereikt en wel aan de deelnemers die voor het zevende jaar aan deze zwem vierdaagse deelnemen. Evenals vorig jaar zal worden gestart in leeftijdsgroepen. De starttijden zijn als volgt ingedeeld. Leeftijd 10 ouders vanaf 17.00 u. Leeftijd lOjaartot 16 jaar: vanaf 19.00 uur. Leeftijd 16jaaren ouder: vanaf 19.00 u. Kinderen onder de 10 jaar en 65 zwemmen per dag 250 meter; alle andere deelnemers dienen per dag 500 meter af te leggen. Inschrijving en deelnemerskosten Iedere deelnemer(ster) ontvangt bij inschrijving een plastic knipkaartje dat tijdens de zwemvierdaagse aan de zwemkleding bevestigd dient te worden en alle vier de dagen meegebracht moet worden (het kan ook met een elastiekje om de arm). Inschrijven kan vanaf heden, uitslui tend aan de kassa van het gemeentelijk combi zwembad, Parkweg 2 te Venray. De kosten dienen bij de inschrijving voldaan te worden en bedragen 5,75 per persoon, inclusief de entree gedu rende 4 dagen, 65 plussers krijgen op vertoon van 65 pas 50% reduktie. Voor deelname aan de zwemvier daagse (op eigen risico) is een zwem diploma vereisi. Iedereen die de zwemvierdaagse met succes heeft voltooid, krijgt een medail le (resp. brons, zilver, goud, goud 4, goud 5, goud 6 en goud 7 alsmede een herinneringssticker. ZWEMVIERDAAGSE PRIMA RECREATIE VOOR HET HELE GEZIN! der over zichzelf te vertellen heeft gaat terug tot het begin van de ja ren vijftig, enkele jaren na de oor log. „Er kwam in IJsselsteyn een groot oorlogskerkhof te liggen van Duitse soldaten die in Oost-Bra bant en Noord-Limburg sneuvel den. Dat kerkhof trok veel bezoe kers uit Duitsland. Moederkes die het graf van hun zoon kwamen zoeken; jonge weduwen die naar hun man kwamen zoeken enzo- yoort enzovoort. Veel van die .verwanten kwamen uit verre Duitse streken. Ze waren net als wij hier in Nederland straatarm. Ze kenden hier heg noch steg en velen van hen ston den, als ze het graf wat zij zochten eenmaal in IJsselsteyn hadden ge vonden, er hier maar verloren bij. Een onderkomen voor de nacht hadden ze in de regel niet georga niseerd. En dezelfde dag naar huis terug kon vaak ook niet. Veel van die Duitsers werden dan door de mensen uit IJsselsteyn opgevan gen. Bij ons in de familie werd in de loop der jaren onderdak verschaft aan honderden mensen uit Duitsland. Op den duur werden de contacten met die mensen beter. Als ze toch een maal in Nederland waren, konden ze net zo goed hun ogen de kost geven. In die tijd ben ik begonnen met het rondleiden van mensen. Niet alleen in De Peel, maar ook in andere landstreken. Ik heb in de loop der jaren vele bussen vol Duitsers door Neder land gereden. Alle Hollandse at tracties hebben we gehad. Het idee om wat meer in De Peel te gaan doen ontstond eigenlijk pas in fe bruari van dit jaar. Als natuur liefhebber maak ik regelmatig wandelingen door de Peel. In fe bruari werd ik tijdens zo'n wande ling aangehouden door een groepje toeristen dat de weg kwijt was. Ik heb hun gezegd: Loop maar achter mij aan, dan kom je vanzelf weer op den harde weg. Toen pas dacht ik dat hier werk aan de winkel zou kunnen zijn. En nu, nu het toeristenseizoen nog maar nauwe lijks begonnen is, heb ik zeker al drieduizend mensen mogen rond leiden." aldus Peeters. Organisatie Men kan de IJsselsteynse pio nier geen gebrek aan organisatie talent verwijten. Toen zijn besluit eenmaal vast stond ging hij eerst de grote vakantieparken in de om geving af. Hij maakte er zich be kend als excursieleider en liet zich opnemen in de activiteitenpro gramma's van die vakantieparken. Aanvankelijk alleen als gids voor een Peelwandeling. Al snel kreeg hij zijn eerste „klanten". Het acti viteitenpakket breidde zich uit door het redenaarstalent van Piet Peeters. Als Piet met mensen De Peel in trekt vertelt hij namelijk niet al leen over hetgeen zich in de na Op deze manier wordt er in He lena veen, Liessel en Deurne op een ontspannen manier en in ieders voordeel gehandeld. De toeristen komen goedkoop aan hun avond- kost en doen tegelijk wat kennis op, Piet Peeters bezorgt de toeris ten en zichzelf een aangename dag en blijft uit handen van „moeders" en de tuinders verdienen het onge mak terug zonder van het bord op te hoeven kijken. Op deze manier worden excursies gehouden in een tomatenkas, een komkommerkas en een bloemenkas. In de voor middag wordt bovendien een be zoek gebracht aan imker Ties Ber- kers in Zeilberg. De lunch wordt gebruikt in de IJsselsteinse uitspanning „De Peel" van Arie van Dijk. Piet Pee ters en zijn groepen toeristen wor den daar drie dagen in de week met open armen ontvangen. Of hij daar een goede klant is? „Ach" zegt mevrouw van Dijk schouder ophalend. Nademiddag bezoekt het gezel schap toeristen een champignon- kwekerij, een kaasboerderij, de Milheezer molen en het Ripse na tuurgebied De Stippelberg. Piet laat zijn mensen regelmatig stop pen. En overal weet hij wel iets te vertellen. Dat zijn verhalen slechts 75 waarheid bevatten en 25 overdrijving, is niet zo belangrijk. „De mensen vullen aan het einde van de dag een vragenformuliertje in dat doorgaans heel positief voor mij uitvalt Ook de vent die op schreef dat ik veel te veel kletste vond dat hij een fijne dag had ge had. Daar gaat het mij maar om," aldus Peeters. De Peelwandeling onder leiding van Piet Peeters is al evenzeer in trek. Piet troont zijn gasten altijd mee naar een stukje natuurgebied in de Heidsche Peel, een paar kilo meter achter het café-restaurant van Arie van Dijk. Nog voordat dit fraaie natuurgebiedje betreden wordt - „in samenspraak met Staatsbosbeheer natuurlijk" - vertelt Piet over de erwten- en bo nenteelt van de boeren die op de laatste Peelontginning wonen. „Hier is in 1967 nog 300 hectaren (Door Piet Snijders) IJSSELSTEYN - „Goedemorgen dames en heren. Vandaag mag u met mij mee naar de mooiste plek jes van Peelland. Plekjes waar u op eigen houtje nooit zult komen. We gaan de streek verkennen tus sen IJsselsteyn en Deurne en we gaan enkele bedrijven bezoeken In Helenaveen, Liessel en Milheeze. Ais u dan nog niet genoeg hebt van deze jongen, mag u morgen vroeg terugkomen. Dan maken we een wandeling door de Peel. Ik vertel u overal wat er te zien Is. Daarvan berust 75 procent op waarheid en niets dan de waar heid; de rest mag u zelf invullen." Piet Peeters (51) uit IJsselsteyn is „nen aparte". Forse vent. donke re bril, geruite bloes met korte mouwen, gestreepte bretels daar overheen, klompen aan de voeten en niet verlegen. Integendeel. Piet Peeters „ouwehoert" een heel eind weg. Een hele radde prater. Geen gestudeerd type, maar meer een natuurtalent. Vrijwilliger „Wat ik doe is puur vrijwilli gerswerk. Ik ben eigenlijk in dienst van het grootste leger dat Nederland momenteel op de been kan brengen. En omdat ik dus als maar thuis in de hoek van de ka mer naar het kastje zat te kijken óf moeders op de vingers zat te likken, werd hel hoog tijd dal ik thuis weg kwam; iels nuttigs ging doen. Zodoende sta ik hier voor u, om u een fijne vakantiedag in de Peel te bezorgen. Als u vragen hebt: U mag meneer tegen me zeg gen maar ik heet Piet" Piet Peeters, ex-pompbediende, ex-pijpleidinglegger, ex-bouwvak ker. ex-Heidemijer en ex-kabel legger is werkeloos. Maar hij is niet van plan om dat te blijven. Althans niet langer dan hard no dig is. Tegenwoordig is hij drie dagen van de week in de weer als gids voor toeristen van onder meer de grote vakantieparken Loohorst en Meerdal (Horst-America), Roe- kenbos (Blitterswijck), Lommer- bergen (Reuver), De Vers (Over- loon) en andere instellingen. Als vrijwilliger. Verdienen doet hij er nauwelijks aan, zo zegt hij zelf. „De instanties die mij mijn uitke ring verstrekken zijn ook alsmaar nieuwsgierig naar de verdiensten. Maar die vallen gruwelijk tegen. Je krijgt af en toe ne knaak fooi voor een borrel of zo. Toeristen zijn niet zo vrijgevig. En omdat ik dit werk vrijwillig en op mijn eigen houtje doe, moet ik zelf ook voor alle organisatiekosten op draaien. En die zijn niet gering. Maar ik heb er lol in." Echte baan Volgens Peeters kan het werk wat hij doet ondanks alles gemak kelijk tot een echte baan uitge bouwd worden. Part-time of full time, dat maakt hem niet uit. ,,'t Is een kwestie van organiseren. Nu doe ik dat zelf, maar ik hoop eigenlijk dat de VW's van Zuid oost-Brabant en Noord-Limburg er nog eens inspringen. Als die de zaak coördineren kan er nog veel meer van gemaakt worden." Zelf noemt Piet Peeters zich geen gids maar excursieleider. „Wat ik doe is uniek in Neder land," zo zegt hij zelfverzekerd. Of dat zo is, zullen we maar in het midden laten. Maar opmerkelijk is het werk van Piet Peeters in ieder gevxal wel. Duitsers Het verhaal dat de excursielei E^ccursieleider Piet Peeters uit IJsselsteyn pikt elke week tientallen toeristen op voor een Peelwandeling of een Peelroute, die per auto wordt afgelegd. Mercedes strategisch op, hangt het reclamebordje „Peelroute" duide lijk zichtbaar op en organiseert een kolonne die hij aan zich voor bij laat trekken. De inzittenden van alle auto's krijgen een be schrijving van de Peelroute uitge reikt „Als u zich even voor de Midden-Peelweg in een rij opstelt en u rijdt direkt achter mij aan, kan er niets fout gaan." aldus Piet Peeters. En aldus geschiedt. Bij het barakkenkamp van de voormalige DUW richting Griendsveen (de eerste beziens waardigheid volgens de routebe schrijving) staat een tweede groep toeristen te wachten. Die groep is \unuit de Reuver op eigen houtje naar Griendtsveen gereden om daar te kunnen aansluiten. De eer ste echte stop wordt gemaakt in de Griendtsveense dorpskom. Piet Peeters laat iedereen uitstappen en vertelt midden in Griendtsveen een verhaal over de noeste Peel- werkers die zich voor een appel en een ei uit de naad gewerkt hebben om dit dorp te kunnen stichten; over de handelaren Van de Griendt die al die arbeid in de vo rige eeuw handig hebben weten te verzilveren; over fotograaf Jan van der Kam die in Griendtsveen voorwaar toch geen toeristische attractie - mag het gezelschap op nieuw uitstappen. Een verhaal over de snelheid waarmee Helena- veense tuinbouwprodukten wor den rondgestrooid over de groen- tenmarkten van Berlijn. Brussel en Parijs is hun loon. Na een om- weggetje stopt de club van Peeters bij het eerste tuinbouwbedrijf. De hele weg wordt geblokkeerd. „Geeft niet", zegt Piet later. „Het vrachtverkeer dat bij dit bedrijf moet zijn weet wanneer ik hier ben met de toeristen." De betreffende tuinder vertelt desgevraagd dat hij geen hinder heeft van de toeristen die Piet Teeters meebrengt. Een begrijpe lijke uitspraak, want als het gezel schap een kwartiertje nadien ver trekt is hij enkele kisten tomaten armer en een beetje handgeld rij ker. Piet Peeters is een goede klant. Dat blijkt nog duidelijker bij het volgende tuinbouwbedrijf, waar Piet de „produktpromotie" zoals hij dat noemt zelf ter hand neemt. De betreffende tuinder zit net aan zijn middagmaal en vindt straks de losse guldens wel die de toeristen hebben achtergelaten voor zijn gewaardeerde komkom mers. In de Heidsche Peel vertelt Piet ook over de beheersmaatregelen die er in de Peel worden uitge voerd, over de gouden romeinse helm die vele jaren geleden in het moeras werd gevonden en over het kienhout, de Peelpuisten, waar voor in de randstad veel geld wordt betaald. Hij wijst op man- putten waarin vroeger al dan niet illegaal turf gestoken werd, op plaatsen waar tegenwoordig fa zanten worden gevoerd door luie jagers, hij vertelt over vliegden, berk, eik. amerikaanse vogelkers, spagnum en lavendelhei. Piet stuurt zijn gasten over een „avon tuurlijk" pad en ever de knuppel bruggetjes die hijzelf heeft aange legd teneinde niet met het hele ge zelschap in het moer te zakken. Tijdens de wandeling door de Peel moet de toerist wel de indruk krij gen dat Piet Peeters boswachter, bioloog, historiscus en opzichter van de werkverschaffing tegelijk is. Om te bewijzen dat hij omtrent dé turfwinning niet meer dan 20 liegt neemt Piet Peeters het gezel schap 's middags mee naar het na tuurgebiedje Den Bult. een eindje voorbij de Kraaienhut. Daar steekt Jan v.d. Weijer terwille van de vele toeristen nog enkele turven en hij vertelt erbij in sappig Deur nes. In de Peel op vakantie komen en geen turf gezien hebben, dat kan niet. Zeker niet als je een of twee dagen met Piet Peeters op stap geweest bent. tuur afspeelt, maar ook over de menselijke activiteiten rondom De Peel. En op een gegeven moment kreeg Piet te verstaan dat zijn verhaal over een champignonkwe kerij weliswaar interessant was, maar dat een excursie op dat be drijf misschien nog wel zeker zo leuk zou zijn. Piet legde het con tact met de ondernemer en de ex cursie werd een feit. Als gevolg daarvan kwam Piet Peeters op het idee om meerdere bedrijven te be naderen teneinde een echte bedrij- ventocht op te zetten. Diverse be drijven, met name tuinders in He lenaveen en omgeving, bleken er geen bezwaar tegen te hebben als Piet regelmatig even langs zou ko men met een groep toeristen. En zodoende heeft Piet Peeters zich ontwikkeld tot „excursieleider". Hoe een en ander in z'n werk gaat vertelt Piet liever niet „Kom maar eens ne keer naar IJssel steyn en loop maar eens mee. Dan ziede 't zelf," aldus Peeters. En dat doen we dan maar. De bedrijventocht die wij mogen meemaken begint 's morgens om tien uur in vakantiedorp 't Meer dal nabij de Midden Peelweg. En kele tientallen toeristen - gezin netjes met kinderen, oudere en jonge stelletjes - zitten in hun auto op de parkeerplaats van dat vakantiedorp te wachten op de heer Peeters. Piet stelt zijn oude Piet Peeters (links achter met donkere bril) neemt elke iveek groepen toeristen mee naar di verse bedrijven in de regio. Hier een excursie op een kaasboerde rij in Milheeze. woont en over allerlei andere we tenswaardigheden. Als het hele gezelschap verder wil trekken naar Helenaveen blijkt een auto kapot. Geen nood. De vier inzittenden worden over geladen in de comfortabele Merce des van de excursieleider. Voor de Helenaveense tuinbouwloods - Peel geklauwd," vertelt Piet. „Dat had nooit gemogen." Maar veel meer kritiek levert hij niet. Uite indelijk is de erwtenoogst die 's morgens om zeven uur in IJssel steyn begint en die 's avonds in de conservenf abrieken in Maaseijk eindigt voor de toeristen even in teressant. Even verderop voor het Defensiekanaaltje vertelt Piet: „Die Hagenezen dachten in '38 dat dit slootje de Duitsers zou tegen houden. Toen het zover was spron gen die Duitse jongens hier over heen alsof het een slootje in een weiland was. Alleen de Beierse bierdrinkers haalden het niet. Die vielen er middenin."

Peel en Maas | 1982 | | pagina 9