Ook in Venray honderddertig jaar postbezorging PEEL EN MAAS Elk kerkdorp z'n vertegenwoordiger Klei, werelds oudste bouwmateriaal wordt weer het modernste cor OPRUIMING tot 5 O MODEHUIS ruimt op, en hoe! Heel veel koopjes HALVE PRIJS kortingen y PEEL EN MAAS VGRLINDGN JUWGUGR r. K Architecten en stedebouwkundigen hebben problemen genoeg: de duurte van energie, het falen van diverse bouw stijlen om die te voorzien in de behoef ten van de samenleving en nog wel een paar andere. Maar het belangrijkste en pijnlijkste is dat in de komende twintig jaar zeker een vijfhonderd miljoen wooneenheden moeten worden ge bouwd om de groeiende wereldbevol king onder dak te brengen. In het gezicht van deze opgave is het gekomen tot de herontdekking en reha bilitatie van het oudste bouwmateriaal, dat tevens het rijkelijkst voorhanden is: ongebakken klei. Zeker al tienduizend jaar bouwt de mens huizen en tempels en paleizen op uit het materiaal dat hij onder zijn voeten vindt: de grond.Jericho, waar schijnlijk de oudste stad, was opgetrok ken uit ongebakken klei, net als de eerste wolkenkrabber, de toren van Ba bel waarvan de zevende bouwlaag bijna negentig meter hoog moet zijn ge weest. De Grote Muur in China en de nog voor de Inca-tijd gebouwde stad Chan- can in Peru getuigen ervan dat dit bouwmateriaal duurzaamheid paart aan veelzijdige toepasbaarheid. Die oude bouwtraditie leeft nog voort in zo uit- eenlopendeculturen als van de Berbers, de Dogon en de Ashanti in Afrika en brengt nog meesterwerken voort zoals de acht verdiepingen hoge huizen van Sanaa, de hoofdstad de Arabische republiek Jemen. Niet alleen in de zonnigste streken van de aarde blijken zulke bouwsels te voldoen; boerderijen en buitenhuizen, scholen en raadhuizen van ongebakken klei vindt men nog in heel Europa, ook in de regenachtige streken van Engeland en Duitsland. In Frankrijk is vijftien procent van alle bebouwing ten plattelande op deze manier opgetrokken. INFERIEUR? Het herleefde gebruik van de in de zon gedroogde leem- of kleiblokken is nergens zo imponerend als in het zuid westen van de Verenigde Staten. Hier trokken de Pueblo-Indianen zo hun huizen op en het gebeurt weer. Soms simpel en eigenhandig. Soms ook ontwerpen architecten luxueuze adobe villa's vol comfort en voorzien van ver nuftige technische toepassingen van zonne-energie. Toch heeft dit bouwmateriaal een slechte naam gekregen, niet alleen in de industrielanden die er sinds lang geen gebruik meer van maken, maar ook in ontwikkelingslanden waar 't als ouder wets wordt beschouwd en inferieur ten opzichte van de moderne westerse mate rialen als beton. „Aangezien de muren doorgaans toch zijn afgewerkt met pleisterwerk, beseffen vele Europeanen niet, dat ze in aarden huizen wonen", zegt de Ameri kaanse sociologe (Catherine Coit, die bij de Unesco werkt in de afdeling voor technologisch onderzoek. „In vele delen van Afrika is het heel gewoon om aan de voorzijde van nederige onder komens wat opgestelde betonblokken te zien, die zeer onbeholpen zijn gegoten een status-symbool alsof het goud was: modern, westers en dus synoniem met vooruitgang. De rijken in dergelijke landen worden vrijwel levend gaarge- stoomd in flats met veel glas en staal, de typische internationale stijl die niet deugt voor bepaalde klimaten en afgrij selijk kostbaar is. Volgens de Franse architect Jean De- thier zijn er zeker twintig methoden om goed te bouwen met ongebakken klei. Hij heeft over dit onderwerp in het Parijse Centre Pompidou een zeer gewaardeerde tentoonstelling gemaakt, die nu rond reist. „De consequenties zijn enorm", zegt hij. „Cement maken vergt temperatu ren tot duizend graden, ongebakken klei vraagt amper enige energie. Het is bijna overal voorhanden, zodat er ook geen transportkosten bijkomen. Wat een ontwikkelingsland aan schaarse bui tenlandse valuta spaart is niet gering, want het gaat niet alleen om de import van de in industrielanden vervaardigde materialen die niet alleen duur zijn maar vaak ook ongeschikt voor de plaatselijke omstandigheden maar ook om het aanwerven van buitenlandse uitvoerders daar de technische be kwaamheid van de plaatselijke bevol king onvoldoende is voor de vereiste bouwtechniek." BETERE METHODEN Dethier houdt staande dat de bouw methoden kunnen worden verbeterd en dat dit ook doorlopend gebeurt. De Franse architect Francois Cointereaux schreef in de achttiende eeuw al vijftig boeken over het onderwerp. In 1957 vond de Colombiaan Paul Ramirez een pers uit waarmee sneller en beter blokken ongebakken aarde konden c^afete (rarharH) WDMRR0H4 Grot* Markt Schoutanstraatj* Vanray T#l*(oon 04780-86427 worden gevormd. Die machinale blok ken hebben bovendien een betere weerstand dan de handgevormde. Even eens zijn diverse bijmengsels bedacht, ook van ter plaatse aanwezig materiaal, waardoor het klimaat nog minder vat krijgt op de bouwsels. Ook in de structuur van de bouwwer ken zijn steeds nieuwe en betere metho den toegepast. In opdracht van het regionaal onderwijsbureau van de Unesco voor de Arabische staten be dachten Beiroetse architecten in 1974 bijvoorbeeld een methode om open ruimten te overkappen met zo weinig mogelijk stalen balken (duur) of hout (schaars). De toepassing van die struc tuur voor een opleidingsinstituut in Senegal werd bekroond met de hoog- aangeschreven Aga-Khan-architectuur- prijs. „De verdienste van dit project", zegt Kemal El Jack, een van de betrokken architecten en chef van de Unesco sectie onderwijshulpmiddelen, „is dat het in stituut niet alleen werd gebouwd uit blokken aarde hier uit de buurt, maar dat de eenvoudige maar mooie con structie bijna geheel kon worden verwezenlijkt door bouwvakkers uit de streek." Dethier noemt zoiets een geval waarin technische kennis van het westen wordt ingeruild voor cultureel erfgoed van het zuiden. Maar zo duidelijk is het niet altijd. Toen de befaamde Egyptische ar chitect Hassan Fathy in het zuiden van zijn land een „aarden" dorp bouwde voor duizend gezinnen kreeg hij het met de bevolking aan de stok, die bezield was door de idee dat beton te verkiezen was. Niet zo lang geleden is Fathy uitge nodigd om in de VS, in New Mexico, technische adviezen en hulp te verstrek ken aan architecten die daar bij de adobe-bouw wilden toepassen wat hij in Egypte had gedaan. PSYCHOLOGIE Wat misschien wel het beste argu ment is dat voorstanders van de aarde- bouwkunst kunnen aanvoeren, komt uit de mond van Hugo Houben, een der stichters van een Frans-Belgisch cen trum waar de toepassingen van aarde- bouw worden onderzocht en dat de naam CRAterre draagt. Op een Unesco- symposium in Kameroen gaf hij aan hoe de psychologische barrière tegen het accepteren van de aardebouw misschien het beste overwonnen kan woraen. nci moet de mensen duidelijk worden gemaakt dat de klei of het leem een waardig bouwmateriaal is; het is dienstig architecten te scholen in het gebruik ervan. Maar bovenal, zegt hij- „Voor zestig tot negentig procent van de wereldbevolking die in de komende tientallen jaren onderdak behoeft, be tekent de bouw uit aardeblokken niet een alternatieve oplossing, maar is het de enige oplossing. Er is geen keus." EEN ABONNEMENT WAARD DE WANDELENDE BRIEVENDRAGER ln 1852s dus precies 130 jaren gele den, werd de post wetgeving doorge voerd. Honderddertig jaren geleden aanschouwde Tante Pos het levenslicht. Het is waard even stil te staan bij de snelle ontwikkeling, die de Posterijen sindsdien hebben doorgemaakt, ook in deze streken. Want in die honderdertig jaren hebben we hier in Venray alreeds meer dan drie postkantoren „versle ten". In 1852 was er heus niet meteen dat machtige apparaat in werking dat wij heden ten dage kennen. Integendeel. Van telefoon was b.v. geen sprake. We spreken tegenwoordig wel van PTT, doch de laatste twee TT zijn van heei wat latere datum. In de begindagen was het de gewoon ste zaak van de wereld, dat de post een paar dagen bleef liggen vooral als de brief er „net gewichtig" uitzag. In de aanvang waren er zelfs geen vaste bestellingen. Maar dat alles veranderde al heel gauw. De postboden van heden hebben een heel wat gemakkelijker baan als hun voorgangers rond 1900. Want als toen de schemering nog hing over het dorp dan moest de brievendrager al uit de veren en dan moest de klok gewoonlijk nog half vijf slaan. Ook op zondag, want ook des zondags waren er briefbe- stellingen. Het eerste postkantoor wat Venray kende, was de latere woning van dr. Vercauteren, (nu binnenkort een nieuwe zaak van Berden). Daar werden dan de brieven gesorteerd die door de postwa gen, waarop in de winter de postiljon half bevroren zat te kijken, waren afge laden. En dan begon de voettocht door het dorp, door de hele gemeente. Rond de eeuwwisseling konden de Venrayse postboden de post voor de hele gemeente versjouwen. En al is het waar dat de gemeente toen nog niet zo uitgebreid was en dat er lang zoveel poststukken niet werden verstuurd als vandaag, wandelingen van 40 50 km waren heus geen zeldzaamheid. En dat de bojes van toen onze krant, die reeds toen in alle uithoeken der gemeente kwam wel eens vervloekt hebben, wie zal het hen kwalijk nemen. Vier, vijf bestellingen in de kom van het dorp waren heel gewoon, 's Avonds om 10 uur zag men de —dikwijls gebaarde postbode nog trekken. We hebben nu naar de „buutinge" prachige wegen, maar hoe was het toen. Modder en stuivende karwegen en blaffende woeste kettinghonden, was een ndegelijks menu. Was het een wonder dat dikwijls de post enkele dagen bleef liggen en dat men zondags na de Hoogmis in de kerkdorpen de bodes aan de kerkdeur kon vinden, om daar de post uit te delen. Dit „wachtkloppen" bespaarde de bode een hoop likdoorns en blaren. En al dat werk en al die moeite werden gedaan voor het prachtige salaris van 120 tot 140 gulden per jaar. Daar liep zo'n bode zich een ongeluk voor met alle lief en leed van heel de gemeente in m zijn posttas. En dan dat mooie uniform met de heerlijk stijve boord, die op warme dagen om je nek ging knellen als een muur. Het werk van deze mensen, die het om de drommel niet gemakkelijk hadden, is toch wel een eresaluut waard. Tenslotte werden de zongsbestellin- gen afgeschaft en kon het publiek zondags zelf de post af komen halen. De gemeente breidde zich uit en op verschillende kerkdorpen kwamen bij kantoren. Rond 1922 kwam, dank zij het werk van gemeentebestuur en middenstand de eerste telefoon, later was het kantoor ook 's nachts open en weer later kregen we de automatische. In die tussentijd is er veel veranderd. In 1903 kwam het eerste grote nieuwe postkantoor klaar en men meende toen, dat de eerste honderd jaren plaats in overvloed was. Direct na de bevrijding hebben we wel terdege aan de lijve ge voeld, hoe mis men het toen had. Dat door reorganisatie en decentrali satie het huidige postkantoor, na amper dertig jaar weer te klein is, hebben zelfs de bouwers uit de vijftiger jaren niet kunnen bevroeden. Met de gemeente is de post gegroeid en als we nu terugdenken aan de vorige eeuw en ook nog de eerste twintig jaren van deze eeuw dan kunnen we ons moeilijk meer voostellen dat de brieven- dragers van toen een allesbehalve pret tig baantje hadden, dat hij toen de ver trouwensman was van velen, die niet Venrays postkantoor, naar een oude ansichtkaart, rond 1910. konden lezen of schrijven en voor wie hij ook zo'n beetje particulier secretaris was. Als nu iedere morgen een groot aantal postbodes het kantoor verlaten om de postbestelling vlug en goed uit te voeren dan is dat een heel ander beeld als toen. Maar hun taak is dezelfde. Zij zijn de brengers van het lief en leed en als we hun werk heden prijzen, dan mogen we zeker net vergeten, de werkers van het eerste uur een pluim op hun hoed te steken, die onder dikwijls zo moeilijke omstandigheden het aan hun toevertrouwde op de juiste plaats wisten af te leveren. VRIJDAG 16 JULI 1982 Nr. 28 HONDERDENDERDE JAARGANG „Elk kerkdorp zou feitelijk een vertegenwoordiger in de raad moeten hebben", aldus Harry Pingen uit Castenray, een van de acht raadsleden die straks niet meer in de Venrayse gemeenteraad zal terugkeren. „Ik zeg dat niet, omdat ik zelf niet meer in de raad terug kom, maar omdat zo'n kerkdorp zonder raadslid het gevoel krijgt er niet meer bij te horen." Harry Pingen, 4 jaar raadslid in de fraktie Kerkdorpen, is geboren in Meerlo, maar sinds 27 jaar, „enne echte Casselse kèl". „Het zat er in, dat ik de volgende zittingsperiode niet meer mee mocht maken, want 15 zetels voor het CDA zou wel wat veel van het goede geweest zijn. Dus met die gedachte was ik wel vertrouwd. Er zat een kleine kans in, maar zó klein, dat die feitelijk te ver waarlozen was". Maar als je dan, als Pingen, in datzelfde Castenray toch nog 236 voorkeurstemmen krijgt, dan is dat beslist geen brevet van onvermogen. Integendeel, dat is een sympathiebetui ging van je dorpsgenoten welke niet veel mensen krijgen Begrijpelijk dat Harrie Pingen deze geste van de Castenrayse bevolking zeer op prijs stelt. „Ze wisten feitelijk allemaal dat ik het niet kon halen. Misschien is het daarom dat er wat minder opkomst bij het stemmen was." Pingen blijft er bij dat elk kerkdorp 'n afgevaardigde in de raad moet hebben. Behalve Castenray krijgen in de komende zittingsperiode Heide, Vredepeel en Smakt geen vertegenwoor diger in de gemeenteraad. „Dat is jammer" vindt Harrie, „daar zullen ze de volgende keer bij het samenstellen van de verkiezingslijst op moeten letten, óf er komen weer van die splinterpar tijtjes, óf een particuliere lijst". „Kijk", zegt hij, „er komen nu raadsleden die nog geen 30 stemmen hebben kunnen vergaren, maar wel gunstig op de lijst stonden. Ik zou me in zo'n geval echt niet gekozen voelen...." VIER JAREN Het raadslidmaatschap van Harry Pingen is maar van korte duur geweest. In 1978 bij het samenstellen van de lijst Kerkdorpen moest er ook een kandidaat van Castenray op geplaatst worden. In Castenray mocht daarvoor iedereen op iedereen zijn stem uitbrengen. Wie de meeste stemmen verwierf zou op de lijst geplaatst worden. Pingen kwam met slechts gering stemmenverschil op de derde plaats. Maar aangezien de twee anderen met de meeste stemmen niet op de kandidatenlijst wilden staan, viel de eer aan Pingen te beurt. Afgesproken was, dat de Kerkdor pen-kandidaat van Oirlo en Castenray afhankelijk was van het aantal stemmen dat plaatselijk op hem zou worden uitgebracht. Pingen won dat „duel" met enkele tientallen stemmen méér dan Van der Sterren uit Oirlo. In de afgelopen vier jaren was er dus geen vertegenwoordiger van Oirlo in de Kerkdorpen-fraktie. Maar eveneoed GOUDEN SIERADEN nu i.v.m. de internationale lage goudprijzen AANTREKKELIJKER dan U denkt t bijvoorbeeld: matsier gouden schakelarmband met originele c.f.e. sluiting t 482,- met de lage goudprijs 380,- ST HUBERT VENRAY Past. Jacobsstr 34 I Grotestraat 2 HELMOND Ameidestraat 18 had men daar Henk Willems als raads lid. En nu heeft men er Driessen nog als raadslid bijgekregen. GEEN SPIJT Pingen, bouwvakker van zijn beroep, maar sinds 'n jaar of vier W.A.O.-er, kwam dus 'n beetje onverwacht in de gemeenteraad. Nu na vier jaar kan hij zeggen er geen spijt van te hebben gehad. „Je krijgt kontakten met heel veel mensen. Op het gemeentehuis weet je precies welke ambtenaar je moet hebben. Jan en alleman kent je en weet je ook te vinden als ze iets nodig heb ben. Ook het werk in de commissies openbare werken, ruimtelijke ordening en cultuur geeft veel voldoening. Je komt achtergronden van het een en ander te weten, waar 'n buitenstaander geen notie van heeft". „En dan natuur- lijk de frak tie-vergaderingen. Dikwijls AUTOBRAND IN YSSELSTEYN Door onverklaarbare oorzaak ge raakte een personenauto, van A. v. S. uit Overloon, te Ysselsteyn in brand. Met behulp van een brandblusapparaat uit een nabij gelegen café gelukte het omstanders het vuur te blussen. De Venrayse brandweer behoefde niet in aktie te komen. Er was gevaar voor ontploffing, omdat een gastank in de auto lag, maar door snel en doortastend optreden kon erger voorkomen wor den. De auto brandde desondanks toch nog bijna geheel uit. DIEFSTAL VIDEORECORDER Uit de radiozaak van de fa. M. in de Schoolstraat verdween j.l. vrijdag een video-port-recorder, ter waarde van 2550 gulden. Hoe die diefstal heeft plaats gehad, is niet bekend. REEBOK GEDOOD Een overstekende reebok op de Deur- neseweg heeft die wandeling niet overleefd. Het dier botste tegen een per sonenauto, bestuurd door de Venray- naar P. v. R. Het kadaver werd op de voorgeschreven wijze afgevoerd, maar de eigenaar zit met een behoorlijke schade. DIEVEN AANGEHOUDEN Een bestuurder van een personenauto welke hier de verkeerde kant van de straat in reed, werd door de Venrayse politie aangehouden. Dat bleek een goede beurt te zijn. Zo kon worden vastgesteld dat de rijkspolitie belang stelling had voor de bestuurder en de inzittenden, 5 Amsterdammers in de leeftijd variërend van 16 tot 30 jaar. Dat vijftal zou zich aan verschillende dief stallen in Noord-Limburg hebben schul dig gemaakt. Ze werden overgegeven aan de rijkspolitie van Horst voor de verdere afhandeling. VERNIELINGEN Weer werden er vernielingen aan het in aanbouw zijnd gemeenschapshuis tussen Eikenlaan en Beukenlaan. Nu werd een houten deur in elkaar geramd. Zowel op de Dr. Kortmannweg als aan de Maasheseweg werden vernielin gen aangericht. Verschillende woningen werden met eieren bekogeld. bloed-serieus, vaak ook „beestig gezel lig". Ga je zo iets in de toekomst nu mis sen?" „Misschien wel, maar ik heb het toch druk zat, dus ik kan er niet om treuren. Of ze me nog zullen uitnodigen voor zitting in de commissie, weet ik niet. We wachten maar af". Op onze vraag, of hij over vier jaar weer kandidaat wordt, volgt een catego risch néén. Pingen is er dan 65 geweest en dan hoeft er voor hem geen raads- zetel meer open te staan. Maar gesteld, dat een van de 14 zitting hebbende raadsleden komt te overlijden of om een of andere reden zich terugtrektNeemt Pingen dan weer in de raadszaal plaats? „Natuur lijk, anders had ik me geen kandidaat hoeven te stellen". Van die konsekwen- tie is hij zich terdege bewust. Ongetwij feld zal hij daarom het reilen en zeilen van de Venrayse gemeenteraad ook van dichtbij blijven volgen. MOEILIJKE PERIODE Pingen meent dat de komende raad een moeilijke periode tegemoet gaat. „De bezuinigingen die nu worden aan gedragen leggen al veel beperkingen op, maar ongetwijfeld zal straks de nieuwe regering de broekriem nog strakker aan trekken, en dat heeft dan weer zijn gevolgen voor de gemeenten. Om met zo weinig geldmiddelen zoveel mogelijk prioriteiten te stellen, zal een zware taak zijn". „Ik weet niet hoe het vroeger was", aldus Pingen, „maar in de afgelopen raadsperiode is er toch nooit sprake van geweest, dat Venray-dorp wordt „voor getrokken" ten op zichte van de kerkdorpen. Maar dat idee zou straks toch wel eens kunnen gaan leven, indien er op allerleigebied bezuinigd moet worden. In Venray-dorp hebben de bewoners daar weinig weet van, maar in 'n kerkdorp ben je veel meer bij alles betrokken. Daar is bijvoorbeeld een uitbreidingsplannetje iets waar de ge hele bevolking naar uitkijkt en mee beleeft". WERKLOOSHEID Overigens is het niet allemaal rozen geur en manenschijn op de kerkdorpen. Neem bijvoorbeeld de werkloosheid. Die begint ook in de kleine gemeen schappen grote vormen aan te nemen. 'Mensen die tot hun veertigste of vijftig ste jaar steeds goed werk gehad hebben, komen plotseling op straat staan. „Dat is erg, die komen nergens meer aan de slag". En dan de jongeren: daar zijn er nu ook al, die geen werk kunnen vinden en vermoedelijk ook nooit zullen vinden. Ook dat is een probleem waar men zich op de kerkdorpen nauwer bij betrokken voelt dan in Venray-zelf". Maar of diezelfde gemeenschap daar 'n oplossing voor zal vinden, dat betwijfelt ook Harry Pingen. „Men zal er mee moeten leren leven", zo verzucht hij. En Pingen weet wat het is om niet meer te kunnen werken, al lag de situatie bij hem wat anders. Hij heeft dat in ieder geval aan vaard en overwonnen. Zijn werk ligt nu in zijn voor- en achtertuin; hardstikke mooi om te zien! Veel zorg heeft hij daar aan besteed. En als hij eens 'n paar dagen weg is geweest want fietsen doet hij nog ontzettend veel dan is het eerste wat hij doet, z'n tuin in orde brengen.... En dan, mee doen met het gemeenschapsleven. Je neus laten zien en belangstelling tonen. Dan hoor je er bij anders zijn ze je zo vergeten meesterschilders omdat schilderen een zaak van vertrouwen is. cor reijnders dr. poelsstraat 14 venray telefoon: 82810

Peel en Maas | 1982 | | pagina 9