PEEL EN MAAS Jacob de Bruijn zet er 'n punt achter Zoekt U een koopje [thomassenE Ruim anderhalf miljoen bezoekers aan het Duits militair kerkhof cor KIJK DAN IN DE OPRUIMING BIJ Na vierendertig jaren raadslidmaatschap BANKSTEL EETHOEK KAST SLAAPKAMER TAPIJT GORDIJNEN EN VEEL MEER VRIJDAG 9 JULI 1982 Nr. 27 HONDERDENDERDE JAARGANG 30 jaar na dc openstelling van het Duits soldatenkerkhof te Ysselsteyn was voor ons aanleiding om eens na te gaan hoe dit kerkhof destijds tot stand is gekomen en hoe het gaat met de belang stelling van de nabestaanden in Duits land. Daarbij zijn we tot de ontdekking gekomen, dat meer dan anderhalf mil joen nabestaanden in de loop der jaren een bezoek brachten aan dat soldaten- kerkhof DE AANLEG Toen vast stond dat alle in Nederland gesneuvelde Duitsers op een verzamel- kerkhof ergens in Nederland zouden worden samengebracht waren er een aantal motieven welke de aanleg in het Venrayse Ysselsteyn rechtvaardigden. Het kerkhof moeste gelegen zijn in de buurt van de Duitse grens en in de buurt van een Duits krijgsgevangenkamp, omdat die soldaten zich moesten inzetten voor de herbegraving. In de Peel te Venray was een voormalig werk kamp en in de buurt daarvan was een voormalig arbeiderskamp. De Amerikanen die in Margraten een verzamelkerkhof hadden gemaakt van de in het grensgebied gevallen Ameri kanen, hadden daar ook 3000 Duitse soldaten een laatste rustplaats gegeven. Die Duitse soldaten moesten in de kortste keren naar een Duits soldaten- kerkhof worden overgebracht. De tekeningen van het Amerikaanse kerk hof in Margraten werden gebruikt voor de aanleg van het kerkhof in de Peel een daardoor is de indeling van dit kerkhof dan ook een getrouwe kopie van het Amerikaanse kerkhof. In de herfst van 1946 werd een aanvang gemaakt met de herbegraving van de gesneuvelde Duitse soldaten. De schatting dat in Nederland circa 32.000 gevallen Duitsers her en der verspreid en al dan niet op kerkhoven zouden liggen, werd bewaarheid, want thans hebben 31.511 gesneuvelden op het 30 ha grote kerkhof een laatste rustplaats gevon den. Reeds tijdens de aanleg kwamen er al bezoekers naar dit kerkhof toe, om zekerheid te krijgen of hun familielid niet alleen in Nederland sneuvelde, maar ook of hij in Ysselsteyn begraven zou zijn. Maar het kerkhof was militair gebied en er mochten geen bezoekers worden toegelaten. Maar toch werd herhaaldelijk de prikkeldraad rond deze begraafplaats vernield door al te nieuwsgierige Duit sers. Het is juist de inzet, met niet aflatende ijver, van de toenmalige beheerder van dit kerkhof, luitenant L. Timmermans geweest, die bij herhaling pleitte bij het 'ministerie om openstel ling. Toen het eerste gedeelte van het kerkhof een enigermate te aanvaarden aanblik bood, kon eindelijk dat gedeelte worden opengesteld. Die openstelling vond plaats op dinsdag 24 juni 1952 door de toenmalige Duitse consul in Amsterdam. Er waren naast een 200 tal Duitse nabestaanden ook vertegen woordigers van de Volksbund Duitse Kriegsgraberfürsorge. Het Venrayse ge meentebestuur kon geen vertegenwoor diger sturen daar de vrede met Duits land nog steeds niet getekend was.... Wel was bij die overdracht aanwezig de H.H. Deken Berden, die toen reeds de hand der verzoening wilde reiken. Dat juist hij het was, die als een der beste verzetstrijders in de oorlog had gegol den, heeft er veel toe bijgedragen dat de verstandhouding verbeterd kon wor den. Op Allerheiligen 1952 waren 300 Duitse nabestaanden naar Ysstelsteyn gekomen, die onder leiding van de Duitse aalmoezenier Hoeke een plech tige Echaristieviering in de parochie kerk te Ysselsteyn bijwoonden en daarna naar het kerkhof gingen om daar in stilte een krans te leggen. Tot november 1976 zorgde het Nederlandse ministerie van Defensie voor het beheer en onderhoud van dit kerkhof, gedachtig de Konventie van Genève, welke bepaalt dat de overwin naar ook de zorg heeft voor de doden. Vanaf die datum werd het beheer en onderhoud in handen van de Volksbund Duitse Kriegsgraberfürsorge gelegd. Vanaf 1977 tot vorig jaar zijn alle betonnen kruisen vervangen door mar meren kruisen en werd dit kerkhof onderverdeeld in 6 bloks met 12 rijen van 25 graven. De begraafplaats kreeg daardoor een geheel andere aanblik. Trouwens er is daar de laatste tijd nog het een an ander veranderd. Zo heeft men de verhoging bij het centrale kruis geslecht om daardoor eenreg grootser aanblik te krijgen op dit kerkhof. Bij de begraafplaats is een carillon ge sticht dank zij de bemoeienissen van Mevr. Van Zitzewistz uit Berlijn. Dat carillon krijgt straks een andere opstel ling. Maar er gebeurde daar nog meer. Er kwam een rector Oberle uit Neder Beieren, die wilde met een jeugdgroep iets doen in het kader van de aktie „Verzoening over de graven heen". Die jeugdgroep wilde op het kerkhof werken, kontakten hebben met de bevolking om daardoor land en volk leren kenen. Dat was in 1963, en sindsdien hebben 26 jeugdgroepen met in totaal 3509 jeugdige deelnemers op een voortreffelijke manier er toe bijgedragen dat er een goede verstand houding tussen beide landen is ont staan. Dat die kontakten goed zijn geweest, blijkt wel uit het feit dat er over en weer nu reeds bijna 20 jaar lang ontmoetin gen plaatsvinden. De meer dan 3500 jongeren werkten niet alleen op het Duits soldatenkerk hof, maar brachten ook bezoeken aan het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmu seum te Overloon en kregen zo een kijk op wat Nederland onder de Duitse bezetter heeft geleden. Waren het in de beginjaren, na de openstelling slechts kleine groepen van nabestaanden die, hoofzakelijk in de novembermaand naar Ysselsteyn kwa men, later toen de economische toe stand zich verbeterde nam het aantal bezoekers ook toe. Sinds vele jaren is het opmerkelijk dat er geen dag voor bij gaat of er komen bezoekers naar Ysselsteyn. Een zeer voorzichtige schat ting juiste cijfers zijn er niet geeft aan dat er meer dan 50.000 bezoekers per jaar komen. In 30 jaar tijds betekent dat meer dan anderhalf mil joen. In de begintijd vonden in alle sober heid kransleggingen plaats. Maar sinds vele jaren worden de doden nu officieel herdacht. Daarbij is dan ook een a' vaardiging van het Venrayse gemeente bestuur. Ook de jongeren die hun vakantie op- offeren om op het kerkhof te werken, worden officieel door het Venrayse gemeentebestuur ontvangen, óf door het gemeentebestuur van Meerlo-Wans- sum. Dertig jaar. In alle rust en stilte worden daar op de r«ardekop te Ysselsteyn 31.511 graven van Duitse soldaten verzorgd. Een oase van rust, maar ook een waarschuwing aan allen om de vrede te bewaren. Niet opnieuw soldatenkerkhoven, waar ook ter we reld. meesterschilders omdat schilderen een zaak van vertrouwen is. cor reijnders dr. poelsstraat 14 venray telefoon: 82810 BROMFIETSER GEWOND Door onverklaarbare oorzaak kwam een 16-jarige bromfietser uit Overloon op het fietspad langs de Midden Peel- weg te vallen. Hij kreeg bij die val dusdanige verwondingen dat hij naar het ziekenhuis moest worden overge bracht en aldaar moest worden opge nomen. Nu in september a.s. de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd wordt, is er een aantal dames en heren van de huidige raad, dat niet meer op htm zetel in het gemeentehuis zal terugkeren. Dat zijn, in willekeurige volgorde: mevr. A. P. Rutten-Tielen, Johan Loonen, Jacob de Bruijn, Teng Fleurkens, Karei Pingen, mevr. T. Huys-van Enckevort, Sjraar Beterams en Pieter van de Boogaard. Wekelijks willen wij, naar aanleiding van een gesprek met deze „oud-raads leden" hun dikwijls vele jaren raadlid- maatschap de revue laten passeren. Deze week beginnen we met de heer J. A. C. de Bruijn, de nestor van de Venrayse gemeenteraad. J. A. C. de Bruijn, beter belkend als Jacob de Bruijn, is onlangs 71 jaar geworden en vindt die leeftijd een gerede aanleiding om een punt te zetten achter zijn raadslidmaatschap. Vier en dertig jaar „volksvertegenwoordiger" is per slot van rekening geen peuleschil. Dat maakt men niet elke dag mee. „Maar", zo verzekerde hij ons, „ik heb het altijd met veel plezier gedaan; nooit spijt van gehad". Toen Jacob de Bruijn in 1948 raads lid werd, gebeurde dat op dezelfde dag toen Juliana tot Koningin gekroond werd. Het was niet aan het begin van een nieuwe raadsperiode, maar als opvolger van het raadslid Wim Peters. Wim Peters was hoofdbestuurslid van de werknemersorganisatie in de bouw nijverheid en een funktie als raadslid vond men niet verenigbaar. Dus moest hij zijn zetel in de raad afstaan. De kandidaatstelling van Jacob de Bruijn is een echt voorbeeld van de gemoedelijkheid zoals het er vroeger aan toeging. Wim Peters stond in 1948 bij de kandidaatstelling voor de ge meenteraad op een overkiesbare plaats op de „werkliedenlijst". Jacob de Bruijn vond dat onverdiend. „Begin zelf met 'n lijst, je komt er gemakkelijk in", zo adviseerde hij Wim Peters, en na ampel beraad werd een nieuwe lijst ingediend. Maar, Jacob de Bruijn moest dan wel als nummer twee staan Zo gezegd, zo gedaan. Wim Peters werd in de raad gekozen, maar kreeg te weinig stemmen om ook nog een zetel voor Jacob de Bruijn te veroveren. Hij moest die raad echter weer spoedig ver laten vanwege zijn dubbelfunktie, en zodoende kwam de Bruijn tóch nog in de gemeenteraad. Dat hij het 34 jaar onafgebroken in heeft volgehouden, mag men toch wel als een bewijs zien, dat zijn persoon en zijn werk het vertrouwen had van de kiezers. Verschillende malen is hij dan ook lijsttrekker geweest. GEEN WETHOUDER Vier en dertig jaar raadslid en nooit wethouder, is dat niet in tegenspraak met elkaar? „Helemaal niet", verzekert Jacob. „Ik heb het beslist nooit gewild, loewel ze me dikwijls genoeg kandidaat hebben willen stellen. Ik had 'n goede baan als bouwkundig opzichter bij „Ons Limburg". Dat betekende ook dat ik regelmatig buiten Venray ver bleef. Een combinatie van wethouder en opzichter zag ik niet zitten, hoewel het wethouderschap destijds nog geen full-time bezigheid was. Wat je toen als wethouder kreeg 3.000,was minder dan ik toen verdiende. Ik kon me niet veroorloven er op achteruit te gaan...." Maar in 1960 probeerde men nog eens uitdrukkelijk de Bruijn als wethouder kandidaat naar voren te schuiven. Wethouder J. van Boven was overleden en er moest toen weer iemand van werk nemerszijde achter de groene tafel komen. „Gelukkig kwam een van de raads leden, die beslist op mij gestemd zou hebben, te laat op de vergadering, zodat ik niet de meerderheid kreeg. En zo ging die zetel aan mij voorbij", zo verzucht de Bruijn nu nog. Die vroegere werknemerslijst bracht toch wel wat vakkennis in de raad: Ponjée, Odenhoven, de Bruijn en later van werkgeverszijde Frans Jans sen, Toon Vermeulen en Colsen. Dat waren mensen uit de praktijk, die wisten van bouwen alles af en vormden enerzijds een garantie dat de werkzaam heden in de toen nog herbouwperiode van Venray, goed werden uitgevoerd. Anderzijds vormden ze een tegenwicht ten opzichte van gemeentewerken, welke wel eens te zelfstandig en te eigengereid wilde werken WONINGBOUW De Bruijn vindt, dat dit vakmanschap in de huidige en ook in de nieuwe raad ontbreekt. Teveel mensen met kantoor- en lerarenbaantjes. Beste mensen, maar dikwijls onkundig wat de praktijk be treft. „Ik ben blij, dat ik juist als vakman zitting mocht hebben in de commissies voor openbare werken en volkshuisvesting en ruimtelijke orde ning. Dat intereseerde me, dat was 'n stuk van m'n leven". En dan is het natuurlijk geen wonder, dat de woningbouw in Venray, in al die jaren de bijzondere belangstelling had van Jacob de Bruijn? In 1948, toen hij in de raad kwam, waren juist de eerste 10 woningwetwoningen in onze gemeen te (aan de Kempweg) gebouwd. Intus sen zijn dat er al 10.000 geworden. Al leen gaat het nu niet meer zo gemakke lijk. Destijds, zo herinnert hij zich, ging men in het Desselke aan het bouwen en wegen aanleggen toen Maastricht en Den Haag de plannen nog moesten goedkeuren. Moet je nu eens proberen. PRIJSSTIJGINGEN AIS raadslis, nauw betrokken bij de woningbouw, maak je toch wel geschie denis mee. Hij zelf woonde in 1948 in 'n huurhuis van 3,75 per week. Nu wor den er woningen gebouwd, welke 500 per maand moeten opbregen. De eigenbouwers, zo vertelt Jacob, kregen 'n eerste kans aan de Beatrix- straat. 13.000,— kostten die wonin gen. „Onbetaalbaar" luidde het com mentaar in de gemeenteraad. En wethouder Thei Wintels moest zijn voorstel verdedigen met de mededeling dat de hypotheken nu een looptijd van 30 jaren hadden en dat de nieuwe eige naren zich kinden verzekeren, met kwijtschelding van de hypotheeklasten, bij eerder overlijden Nog erger was de schrik bij de raad, toen er een plan op tafel kwam om de Kolkweg te bebouwen, 17.000,— zou den die woningen gaan kosten. Je moest maar durvenNu bouwt men rustig gewone burgerwoningen welke 10 maal duurder of nog meer kosten. „De mensen schrikken niet zo gauw meer", zegt de Bruijn. „De weelde van de vette jaren hebben ons toch wel wat veeleisend gemaakt. In 1958 bijvoor beeld, werd in Venray de eerste gymzaal gebouwd. In de volgende jaren scheelde het niet veel of elk dorp en elke wijk moest zo'n gymzaal hebben. L»ai was toch wel eens wat overdreven". BELANGRIJKE TIJDEN Vier burgemeesters heeft Jacob de Bruijn meegemaakt: Janssen, Custers, Schols en Defesche. Hij wil er zich niet over uitlaten wie van de vier het beste was. „Ze hebben toch alle vier het beste met Venray voorgehad...." In feite zou men ook van vier grote en voorname perioden in Venray kunnen spreken: de wederopbouw, de ontslui ting van de Vredepeel, de industrialisa tie met z'n enorme groei van onze gemeente, en nu dan de economische terugslag. In elk van die perioden zijn belang rijke beslissingen genoem door de raad. Nu men daar achteraf op terugkijkt, kan men wel eens zeggen „dat hadden we anders moeten doen", maar je neemt op zo'n moment een beslissing waarvan je de konsekwenties dikwijls vooraf niet kunt overzien. Dikwijls ook staat men met „de rug tegen de muur" en kan men geen andere beslissing nemen, hoe graag men dat ook zou willen doen. En er zijn nogal wat ingrijpende be slissingen genomen: de bestemmings plannen Veltum, Brukske en Land- weert, plus de kleine maar niet minder belangrijke bestemmingsplannen voor de kerkdorpen; de bouw van een sport hal, zwembad, schouwburg, het nieuwe raadhuis, het nieuwe politiebureau en nu in voorbereiding de nieuwe brand weerkazerne. Allemaal plannen welke miljoenen en miljoenen guldens gekost hebben. En dan liggen er nog steeds de plannen voor de rose vlek, voor een tweede sporthal, voor de uitbreiding van het zwembad, om nog maar niet te praten over de plannen van de noord tangent welke in de ijskast zijn gestopt.... RAADSLID IN HART EN NIEREN Het raadslidmaatschap is voor Jacob de Bruijn erg belangrijk geweest. Diverse nevenfunkties heeft hij daar voor in de loop der jaren laten schieten. Maar bij het komende afscheid mogen ze toch nog wel eens even genoemd wor den. Zo was hij ruim 30 jaar bestuurslid van de bouwvakarbeidersbond, waar van 15 jaar als voorzitter. Tien jaar was hij lid van het kerkbestuur van de St. Petrus Banden, lid van de Stichting So ciale Werkplaats en van het Stichtings bestuur Schouwburg. Zoals gezegd, al die funkties heeft hij voor en na laten schieten. Bij een serieus raadslidmaat schap kon dat er niet allemaal bij. Dat ook anderen overtuigd waren van De Bruijn's serieus raadslidmaatschap, moge o.a. blijken uit het feit dat hij daarvoor in 1980 een koninklijke onderscheiding kreeg en dit jaar de Bronzen Piëlhaas in ontvangst mocht nemen. We konden niet nalaten de Bruijn's mening te vragen over de reclamecam pagnes bij de onlangs gehouden ge meenteraadsverkiezingen. En dan blijkt dat het tegenwoordig wel veel geld kost, maar dat het raadslidmaatschap ook goed ebtaald wordtVroeger waren de vergoedingen niet zo denderend, maar men maakte evengoed reclame, al was het maar met een rondje bier. Trou wens, Thei Wintels, die behalve wet houder, ook warme bakker was, pakte bij zijn vers gebakken beschuit veelvul dig reclamefoldertjes bij Jacob de Bruijn zet er 'n punt achter. Ook als „burger" wil hij geen zitting meer nemen in een of andere gemeente commissie. „Het is allemaal heel mooi, die inspraak en dat meedenken van de burgerij, maar het zijn uiteindelijk toch de raadsleden die het beslissende „ja" of „neen" moeten zeggen. Daarom is het allemaal zo betrekkelijk...." Maar dat is een persoonlijke mening. Iedereen mag daar anders over denken, vindt Jacob. Die vrijheid hebben we gelukkig nog De opruiming begint donderdag 15 juli Wilhelminastr.B Venray

Peel en Maas | 1982 | | pagina 9